Maaseik en Roeselare schieten zondag nog eens met scherp naar elkaar in de finale van de volleybalbeker van België. ‘Een uitgesproken favoriet is er niet.’ Maar de acht trainers van de andere ereklassers verwachten wel allemaal dezelfde winnaar.

Hartlijders kunnen zondag de Antwerpse Lotto Arena beter mijden. Althans als we de trainers mogen geloven van de volleybalteams die naast Maaseik en Roeselare in de hoogste afdeling spelen. Volgens hen zal de match tussen bekerhouder Maaseik en kampioen Roeselare immers een adembenemend spektakel opleveren.

Zenuwslag

Kris Tanghe (Menen): “Het is een wedstrijd van groot belang, met als inzet een van de twee belangrijkste prijzen van het seizoen. Ook met het oog op de druk voor de komende maanden valt de match niet te onderschatten. De vraag zal zijn wie straks zijn zenuwen het best onder controle houdt.

“Terwijl het voor bepaalde jongens bij Maaseik de eerste keer is dat ze in zo’n grote finale verzeilen, is het voor veel spelers aan de andere kant van het net al enigszins routine. Ik kijk dan in de eerste plaats naar de belangrijkste twee pionnen van de kampioen: Iván Contreras en Benjamin Hardy. Hun surplus aan ervaring kan op kantelmomenten in het voordeel van de West-Vlamingen spelen.

“Anderzijds: als alles meezit en je voelt je super, mag je nog zo groen zijn als je wil. De dikwijls aangehaalde onervarenheid van de groep heeft de Limburgers eigenlijk nog niet zo veel parten gespeeld dit seizoen. Maaseik speelt dat ook een beetje uit om in de underdogpositie te kunnen kruipen. Ik ben ervan overtuigd dat ze ginder ook heel sterk in hun kansen geloven.”

As behouden

Franky Reijmen (Halen): “Maaseik voert een verstandige politiek door voor een langetermijnproject met jongeren te kiezen. Ze zitten met de bouw van de zaal, die toch financiële inspanningen vraagt, en dus doen ze nu geen gekke dingen. We moeten trouwens elk project met eigen jeugd altijd toejuichen. Voor jonge spelers is het interessant dat zo’n club hen ook een kans wil geven.

“Tegelijk niet vergeten dat Maaseik zijn as wel behouden heeft, met Georg Wiebel die daar nog rondloopt, AlesHolubec, NunoPinheiro en Allanvan de Loo. Kay van Dijk zat er ook al. Het klopt wel dat ze ook een aantal wedstrijden met anderen moesten spelen: NicholasCundy en Gert Van Walle. In die optiek is het verrassend dat ze zo dicht bij de grote concurrent blijven. Bij het begin van het seizoen verwachtte ik het niveauverschil tussen Roeselare en Maaseik groter.

“Het heeft ook te maken met de wisselvalligheid van Roeselare dit seizoen. Het was de afgelopen maanden in bepaalde periodes heel druk, op andere momenten lag het voor een aantal weken stil. Dat maakte het hen lastig. Zeker als je dan ook nog spelers met interlandverplichtingen moet afstaan en als je met blessures kampt.

“Maaseik is op het vlak van receptie mogelijk iets minder stabiel dan Roeselare. Ik denk dat de West-Vlamingen ook meer controle over hun service hebben.”

Gevaar op neveneffecten

Sam Cornelis (Waasland): “Als ze beide met evenveel risico opslaan, heeft Maaseik volgens mij meer mogelijkheden, meer power in dat spelonderdeel. Maar veel risico betekent ook dat er veel gemist wordt. Belangrijk is dan: wie durft dat het langst?

“Als je me vraagt om te zoeken naar zwaktes in de twee kampen, kom ik bij Roeselare uit bij de lengte van spelverdeler Nico Freriks. Die kan je opzoeken, terwijl de setter bij Maaseik, Pinheiro, blokkerend toch iets sterker is. Anderzijds beschikt Roeselare over iets betere receptiespelers, denk ik.

“Maar het grootste verschil zit bij de opposites. Bij Roeselare is Contreras de belangrijkste aanvaller, aan de andere kant is dat Kay van Dijk of Gert Van Walle, een van de twee jonge toptalenten. Als die in vorm zijn, hebben zij zeker evenveel kwaliteiten als Contreras, in de toekomst misschien zelfs meer. Blijft Van Walle zo evolueren, dan zal die moeilijk in België te houden zijn. Maar Kay en Gert kunnen nu nog niet die constante in hun spel leggen, een wezenlijk verschil.

“Als Van Dijk niet goed is, komt Van Walle in. Dat dan weer de ene opposite speelt, dan weer de andere, kan op topniveau een invloed hebben. De spelverdeling is toch iets anders, de ene wordt wat sneller of hoger aangespeeld dan de ander. Qua automatismen scheelt dat, en twee punten is veel in zo’n finale. Pas op, een positief effect is ook mogelijk.

“Een van die twee jonge gasten kan in zo’n bekerfinale uitgroeien tot matchwinnaar. Maar het gevaar op neveneffecten bestaat evenzeer. Dat risico loop je bij Contreras niet, die zal wel zijn wedstrijd spelen. Herinner je je die laatste Champions Leaguematch tegen Apeldoorn? Alles ging naar hem op het einde van de wedstrijd. Je wist het elke keer op voorhand en toch scoorde hij daar bal op bal. Schitterend. Klasse. Dan ben je spelbepalend. Enorme technische capaciteiten. Hij kan langs de lijn of diagonaal slaan. Sluit je de ene kant af, dan kiest hij de andere. Terwijl Van Walle en Van Dijk eerder op hun kracht moeten teren.

“Als Maaseik erin slaagt deze groep samen te houden, kan die enorm groeien. En ik denk wel dat dat zal lukken. Waar kunnen die gasten in België beter zitten? Enkel bij Roeselare misschien. Dit zijn spelers met enorm veel mogelijkheden, die Maaseik sterk kunnen maken in de toekomst.”

Pluimen kwijt

Koen Baeyens (Puurs): “Het is een moeilijke zaak dit jaar, maar als ik moet kiezen denk ik dat Roeselare – dankzij de ervaring in de rangen – op de dag van de waarheid beter zal zijn.

“Beide hebben wat van hun pluimen verloren qua sterkte van het team. Je ziet dat er nu in de competitie concurrentie kan komen van veel ploegen. Maaseik en Roeselare maakten tijden mee waarin ze bij wijze van spreken maar vier matchen op een jaar hadden. Die zijn voorbij. Nu moeten ze elke wedstrijd spélen of ze hangen eraan. Als je ziet dat Averbode en Asse-Lennik op de transfermarkt goede zaken deden … En dan praat ik nog maar over één positie; die twee ploegen strikten een spelverdeler die een serieus verschil maakt tegenover vorig jaar. Dat merk je in veel wedstrijden.

“Eigenlijk hebben de nummers drie tot en met negen zich allemaal versterkt. In aanzienlijke mate zelfs. Als de top stagneert, is het logisch dat de rest dichterbij komt.”

Stapje hoger moeilijk

Sacha Koulberg (Asse-Lennik): “Ik zet mijn geld op Roeselare. Het spel van de kampioen is gewoon beter. Bij de Limburgers is Van Dijk niet altijd goed, maar zijn vervanger, Van Walle, maakte tegen ons wel het verschil. Dat is sterk. Voor de rest hebben zij niet echt indruk gemaakt op mij.

“Beide gaan ondertussen toch verder in Europa; Roeselare in de Champions League, Maaseik in de CEV Cup. Het verlies tegen Apeldoorn was een misstap van Roeselare, maar voor de rest werkten ze een normale campagne af. Gaan winnen in Polen op de laatste speeldag, dat is knap.

“Natuurlijk is het voor de twee moeilijk om nog een stapje hoger te zetten. Zo veel happige investeerders zijn er niet. Naast landen als Italië en Griekenland, waar veel geld geïnvesteerd wordt, schieten ook Rusland en Polen wakker. En daar zitten waarschijnlijk nog meer centen dan in Italië, wat mogelijkheden biedt.

“Iedere match die wij Europees op verplaatsing speelden, was in het land van onze tegenstander rechtstreeks op tv. Dat brengt geld in het laatje. Onze televisie doet niks rond volleybal. Uiteráárd dreigt het Belgische volleybal daardoor wat weg te zakken.”

Rijpe rust

Peter Reynvoet (Gent): “Na de supercup dacht ik dat Roeselare beker én titel ging pakken. Heel logisch leek me dat. Ondertussen boekte Maaseik echter al heel wat progressie. Toch denk ik dat Roeselare er straks op cruciale momenten bovenuit zal steken.

“Wíj hadden het in de competitie moeilijker tegen Maaseik dan tegen Roeselare. Omdat we op woensdag moesten spelen, maar ook omdat Maaseik zich presenteerde als een goed georganiseerde, geoliede machine. Bij Roeselare acteerden de spelers misschien een klein beetje nonchalanter. Ze leken uit te gaan van een rijpe rust die hen influisterde dat ze het tóch zouden halen. En die slaat niet om in een teveel aan vertrouwen. Bij Maaseik leek je op de gezichten te lezen: ‘Wij moeten hier geconcentreerd werken om die ploeg zo snel mogelijk huiswaarts te sturen.’

“Qua aanvallend vermogen en druk vanuit het midden heeft Roeselare misschien aan kwaliteit ingeboet door het vertrek van Iván Marquez, toch een echte powerhitter, maar ik denk dat Baeyens ook behoorlijk tevreden is over Norbert Walter. Het vermogen, de gestalte en de reikwijdte van de Duitser, die iets beter blokkeert dan Bomba, zijn voor Dominique belangrijker dan de aanvalsimpact van Marquez. Door het midden wordt procentueel nu eenmaal minder gespeeld dan langs de hoeken.”

Compleet téám

André Urnaut (Averbode): “Als je me zou vragen wie wint over vijf wedstrijden, zou ik met zekerheid Roeselare zeggen. Nu geef ik dat team maar een licht voordeel. Maar zij staan op dit moment toch iets sterker, bieden meer als ploeg. Als mensen altijd over Contreras beginnen wanneer Roeselare aan bod komt, vind ik dat kort door de bocht. Het volledige téám is heel compleet. Je hebt ook Hardy en Frantisek Ogurcak die sterk presteren. Tegen ons was Freriks hun beste man, met enkele patatten in de opslag sloeg die ons bij momenten kapot. Ze hebben veel mensen die een wedstrijd kunnen beslissen, misschien meer dan Maaseik. Maar bij de Limburgers toonde Kay van Dijk vorige week tegen Bled dat hij dat ook kan. Komt op het veld in de tweede set, maakt een paar aces en doet zo de match kantelen.”

Stukje magie

Emile Rousseaux (Guibertin): “Dit jaar kan je in het kampioenschap nergens meer naartoe met het idee dat het een uurtje later gedaan zal zijn. Ik kan niet zeggen dat de ene ploeg mij meer imponeerde dan de andere, maar geloof toch iets meer in het potentieel van Roeselare, vanwege de routine.

“Maaseik is een team dat het meer moet hebben van zijn homogene niveau. Ik vind niemand daar echt dominant. Contreras is dat wel bij Roeselare. Jongens als Van de Loo of Van Dijk spelen een aantal fantastische wedstrijden en laten het vervolgens weer even afweten. Een topteam zonder ‘supertopspeler’, ja. Oké, als al die mannen hun dagje hebben, kan het gevaar van overal komen. Toch heb je normaal voor een uitgebalanceerd topteam altijd één of twee spelers nodig die boven het niveau draaien. Ik vind dat belangrijk. Maar voor een bekerwedstrijd telt dat niet altijd.

“In elk geval is het verschil klein. Een uitgesproken favoriet is er niet. Veel zal afhangen van de vorm van de dag. Ik heb zelf nog zo’n finale gespeeld, met Torhout. Wij waren de weken voordien slecht bezig en plots was de vonk er. We werkten een keigoede wedstrijd af. Rond zo’n finale hangt iets wat niet te verwoorden valt. Er is een stukje magie dat je niet onder controle hebt, ook niet als trainer. Plots zie je je eigen jongens op een heel andere manier presteren dan gewoonlijk, in positieve óf negatieve zin. Daarom trek ik altijd nieuwsgierig naar zo’n wedstrijd, benieuwd welk onverwacht element zal opduiken. Dat aspect van ons vak is fantastisch, zelfs als het tegenvalt.

“Er zijn zo veel details die plots een immens belang kunnen krijgen, dan besef je soms hoe klein een coach kan zijn. Voor zulke matchen moet je als trainer altijd een doosje met pillen nederigheid in je zak hebben.” S

door kristof de ryck – beelden: reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content