Nuchter als altijd blikt de Bergense doelman van AA Gent terug op tien beklijvende momenten uit zijn carrière. ‘Ik ben een voetballer, geen acteur.’

Veel topvoetballers laten zich maar al te graag opmerken in de Carnegie Hall, Olympia of Scala. De doelman van AA Gent heeft zijn eigen Broadway dicht bij huis : Havré. Daar, waar hij met vrienden een pint kan drinken, werd het nuchtere karakter van Frédéric Herpoel (32 jaar) gevormd. “Heerlijk”, zegt hij. “Voor mij geen sprankelende belletjes in een hoog glas om gelukkig te zijn. Geef mij maar de champagne van de arbeider : bier.”

Wat vooral opvalt, is Herpoels humanistische kijk op het leven. “Havré maakt deel uit van Groot-Bergen”, vertelt hij. “Mijn ouders wonen in Saint-Symphorien, dat is hier vlakbij. Ik ben van hier : het is de streek waar ik mijn batterijen opnieuw oplaad.”

Familiebanden zijn voor de vrijgezel heel belangrijk. “Op mijn twintigste werd ik mij ervan bewust hoe broos het leven wel is”, herinnert hij zich. “Mijn ouders waren op weg naar hun vakantiebestemming toen mijn moeder, die aan het stuur zat, een hersenbloeding kreeg. Als bij wonder kon mijn vader de wagen nog stoppen. Maar voor hetzelfde geld was ik mijn ouders en zus kwijt. Op haar 38ste vocht mijn moeder om de narigheiden van haar wankele gezondheid te overwinnen. En ze is erin geslaagd : dat is een echte krachttoer.”

Goed humeur

Fred zag voor het eerst het levenslicht op 16 augustus 1974. Als kleuter was zijn blik dezelfde als op deze mooie foto. Zijn kinderdroom kon hij alvast waarmaken : keeper worden. “Mijn vader was geïnteresseerd in voetbal en was laatste man bij Erquelinnes”, vertelt Herpoel. “Hij kende ook de keeperstrainer van Havré. Daar heb ik mij dan op achtjarige leeftijd laten aansluiten. Vijf jaar later ben ik overgestapt naar Anderlecht. Dat was niet niets, want daardoor moest ik schipperen tussen mijn familie, de school en de trainingen in Brussel. Mijn ouders deelden zich in vieren zodat ik mijn passie kon beoefenen. Zonder hun steun was ik geen profvoetballer geworden.”

Eenvoud

Toeschouwers vermaken is niet onmiddellijk het handelsmerk van Herpoel. Zijn efficiëntie heeft hij te danken aan zijn goede plaatsing, waardoor hij onder andere deze strafschop van Almani Moreira op Standard in 2003 meesterlijk kon pareren. Standard zelf toonde ook interesse in de Montois : “Toen Vedran Runje naar Marseille vertrok, heb ik met Michel Preud’homme gesproken. Ik zou wel graag voor Standard en zo’n fantastisch publiek spelen, maar ze boden mij maar een kwart van wat ik bij Gent verdien. Ik heb dat geweigerd, want ik weet wat ik wil en ik zal nooit op mijn knieën gaan smeken bij iemand.”

Licht en duisternis

Aad de Mos zag wel wat in de jonge Waal en nodigde hem op zestienjarige leeftijd uit om mee te trainen met de A-kern van Anderlecht. Het was een veelbelovende start van zijn loopbaan, maar aan spelen kwam hij niet veel toe (vier matchen tussen 1995 en 1997). Hij was steeds de doublure van Filip De Wilde, Peter Maes, Geert De Vlieger, … Verveeld door het vele wachten stond hij open voor aanbiedingen van andere clubs. “Ik had nog samengewerkt met Johan Boskamp bij Anderlecht”, herinnert hij zich. “Toen hij de Buffalo’s leidde, deed hij mij een voorstel en dat heb ik aanvaard. Ik verliet de duisternis voor het licht. Bossie verdient een standbeeld in Gent. Hij heeft er waardevolle jongeren gelanceerd.”

Goede voorzitter

Ivan De Witte, voorzitter van AA Gent, feliciteert zijn doelman bij zijn driehonderste wedstrijd (waarin hij 326 keer gepasseerd werd) voor de Buffalo’s. De blauw-witten stelden al verscheidene malen de onderhandelingen voor een contractverlenging van hun aanvoerder uit. “Dat verbaast me, maar enerveert mij niet”, bevestigt hij. “Ivan De Witte is een goede voorzitter, die de club hernieuwt heeft, waardoor die weer met vertrouwen de toekomst tegemoet kan zien. Ik ben er aanvoerder, wat niet mis is voor een Waal. Daarenboven ben ik de speler met de meeste wedstrijden in het eerste elftal.”

Liefste Mbark

Mbark Boussoufa brak vorig seizoen onder leiding van Georges Leekens volledig door bij Gent. De eerste klasse is een fantastische potpourri. “Door met spelers van overal ter wereld op te trekken, heb ik mij verrijkt”, vertelt Herpoel. “Ik ben atheïst, maar ik veroordeel niemand : iedereen is vrij om zijn eigen ding te doen, om al dan niet te geloven in een god. Bij Gent heb ik nog de kamer gedeeld met Ma- âmar Mamouni. Die stond om vijf uur ’s morgens op om te bidden. Ik heb er hem nooit vragen over gesteld.

“Mbark is sensationeel. Hij is een vriend zoals al mijn oude ploegmaats. Bij Anderlecht leeft hij in een andere wereld, maar ook daar kent hij succes omdat hij simpel en serieus is en collectief denkt. Gent is hem veel verschuldigd, maar hij weet dat zijn succes bij ons er vooral een van het collectief was.”

Rode september

In 1999 neemt Robert Waseige de plaats in van Georges Leekens als trainer van de nationale ploeg. Na deze training volgde de eerste match op 4 september in Rotterdam. ” Philippe Vande Walle blesseerde zich in de 41ste minuut”, weet Herpoel nog. “Het was de eerste van mijn vijf selecties voor de Rode Duivels. Het werd een buitengewone match die eindigde op een voorhistorische 5-5. Maar ik vergeet zeker niet dat die avond de carrière van Philippe eindigde. Ik heb hem daarna nog als keeperstrainer gehad bij Gent.”

Japanse vreugde

Wereldbeker 2002, België verslaat Rusland (3-2) en wacht een confrontatie met Brazilië : Geert De Vlieger, Glen De Boeck en Herpoel zijn euforisch. Als later Aimé Anthuenis hem in de kou laat staan, laat hij de Rode Duivels voor wat ze zijn. “Ik maakte deel uit van de selectie voor het EK 2000 en het WK 2002 : dat kunnen ze me al niet meer afnemen”, stelt hij. “Ik zou meer caps behaald kunnen hebben, maar ik ben een voetballer, geen acteur. Ik speel geen cinema of komedie. Als er zijn die het zo willen spelen, des te beter voor hen, maar ik ben wie ik ben. Ik zal nooit veranderen.”

Nummer één

Bij Gent prijkt het nummer 23 op zijn shirt, maar in mei 2004 verkiezen de eersteklassevoetballers hem tot beste doelman. “Het is de mooiste bekroning van mijn carrière”, bekent hij. Deze foto moet pijn doen bij … Liverpool. De Reds wilden hem eind jaren negentig binnenhalen als tweede doelman. Fred verkoos echter in België te blijven om zijn kansen op een deelname aan Euro 2000 gaaf te houden. Gérard Houllier begreep de beslissing van de Gentse doelman volledig.

Rust en vrede in Havré

2007 in Havré : zes jaar geleden sloegen Frédéric en zijn vrienden de handen in elkaar en redden Sporting Club Havré van de ondergang. Zonder die ingreep stonden 150 jongeren op straat. De naam van de club veranderde wel in FC Havré. “We hebben alles zelf geregeld en gereorganiseerd”, doet voorzitter Herpoel zijn verhaal. “We zijn van nul af aan herbegonnen in vierde provinciale. Havré doet enkel een beroep op jongeren voor het eerste elftal. De jeugd van Havré speelt in Bergen. Ik ben dan wel bekend, maar als de club goed draait en vele projecten op stapel heeft staan, dan is dat enkel de verdienste van zij die hier dagelijks werken.”

Herpoel weet wat werken is : hij interesseert zich in immobilieën en lanceerde zijn eigen merk van keeperhandschoenen (http://www.fh-sport.com).

Als een Draak

Zou de cirkel rond zijn, mocht Frédéric een Draak worden bij Bergen na passages bij Anderlecht en Gent ? In december waren er al contacten. “Bergen, dat is dicht bij mij, maar ik praat met iedereen”, besluit hij. “Ik kan niet in de toekomst kijken. Ik ben gelukkig dat ik in de eerste klasse gewerkt heb met trainers zoals Aad de Mos, Luka Peruzovic, Johan Boskamp, Patrick Remy, Trond Sollied, Georges Leekens, … Wie had dat gedacht toen ik mij inschreef bij Havré ?”

door Pierre Bilic

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content