Germinal Beerschot draait op de klasse van het Argentijnse duo Gustavo Colman en Hernán Losada. Vier meningen over de goudklompjes van het Kiel. ‘Gustavo zal moeilijker te houden zijn dan Hernán.’

Toen zowat anderhalf jaar geleden een lading Argentijnen verscheept werd naar het Kiel, was een van de commentaren: “Ze halen er vijf, en dan maar hopen dat er één of twee goede tussenzitten.” Vandaag kan voorzitter Jos Verhaegen in zijn vuistje lachen. Drie van de toen gestrikte jongens zijn inderdaad al lang vertrokken, maar naar Hernán Losada (25) en Gustavo Colman (22) kijken veel clubs met jaloezie in de ogen. We vroegen aan tv-commentator Filip Joos, trainer Harm van Veldhoven, ploegmaat Didier Dheedene en analist Wim De Coninck wat zij van de Argentijnen van Germinal Beerschot vinden.

De kers op de taart

Filip Joos: “Wat Colman en Losada brengen, is extra. Met die twee jongens erbij win je matchen. Ze zorgen voor de technische finesse waardoor Germinal Beerschot het zich kan permitteren om met een heel goede Didier Dheedene als libero te spelen. Ze zijn beiden heel rustig aan de bal en tactisch goed onderlegd. Losada is constant in beweging, terwijl Colman – als hij goed is – het spel kan vertragen, bijna halt houden, om dan ineens te versnellen. Ze spelen met hun tweetjes bijzonder slim, hoor. Ze moeten haast niet letten op waar ze lopen, dat gaat heel naturel. Ze denken automatisch mee. Straf.

“Colman heeft het de laatste weken moeilijker. Hij kwam terug uit blessure ( operatie aan de buikspieren, nvdr). In het begin ging dat heel goed, maar dan krijg je toch een dipje. Hij is ook vader geworden, zijn vrouw is pas nu hier. Als je een baby van twee maanden hebt, vind je het wel toffer als die bij jou is. Mogelijk gaan wij daar allemaal licht over.

“Colman is wel flegmatieker. Er hangt een zekere tristesse over hem, een soort melancholie. Meer de indiaan, de gaucho. Een binnenvetter, denk ik. Bij Losada druipt de vreugde eraf. Heel mooi. Met zo iemand in je team krijg je heel veel vertrouwen; hij kan immers altijd beslissend zijn. Bijzonder balvast, doelgericht, enorme actieradius. Plus: hij loopt niet naast zijn schoenen. Hij is zich integendeel zeer bewust van wat hij kan. Verstandig. Ik kijk soms mijn ogen uit. Het team vormt een stevig geheel, maar op dit moment is Hernán absoluut de kers op de taart.

“Hij maakt het anderen ook gemakkelijker. Hij trekt twee, soms drie tegenspelers met zich mee. Dat wil zeggen dat er elders mensen vrijstaan. En als je dan ziet wat hij in zo’n situatie nog doet … Een echte dribbelkont, een uitdager ook.

“Een Colman in vorm heeft de interceptie én vista. Soms ongelooflijke controles. Qua explosiviteit is hij wisselvallig, vind ik. De ene keer komt hij heel scherp ergens uit, de andere keer niet. Dat ligt misschien eerder aan zijn nonchalance … Dat moet er nog wat uit, al oogt het daardoor soms ook mooi.

Gusto speelt iets meer verdedigend. Maar in feite is het zeer moeilijk om te zeggen waar die twee lopen. Als die jongens een vrije rol krijgen, vatten zij dat niet op als: ‘Vandaag werkt de ploeg in dienst van mij.’ Ze willen de bal veel voelen, overal bij zijn.

“Als ze zich blijven ontwikkelen, wordt het moeilijk om hen te houden. Jammer, want er is al een soort Lucianogevoel: die twee horen bij Germinal Beerschot.”

Complete spelers

Harm van Veldhoven: “Losada is de man die een actie in huis heeft, Colman breit het spel aan mekaar.

“Hernán startte moeilijk dit seizoen. Van in het begin vond ik dat ik hem meer in een vrije rol moest brengen, maar hij moest zeven à acht weken wat zoeken … Het is heel belangrijk om je momenten te kiezen: soms moet je de man zijn met de actie, soms moet je het spel laten vloeien en soms moet je fungeren als lopende man. En als je dan ook nog zuinig met je energie omspringt, maak je het de tegenstander moeilijk om je uit te schakelen.

“Losada is op het aanvallende middenveld overal inzetbaar, zowel links als rechts. Colman is eerder een jongen die wat centraal moet spelen, maar heeft ook het voordeel zowel links als rechts te kunnen trappen. Het zijn beiden heel complete spelers.

“Gustavo kwam na zeven à acht matchen weer in de ploeg om daar duidelijk de dirigent te zijn. Sinds de winterstop heeft hij het moeilijker om zijn stempel te drukken. Hij lanceert de spitsen graag, wat makkelijker is als TosinDosunmu en Sanharib Malki samen voorin spelen. Met Malki en Daniel Cruz gaat dat iets minder. We combineren de laatste weken meer richting doel van de tegenstander, terwijl we het voor Nieuwjaar van de snelle omschakeling moesten hebben. De balcirculatie is nu veel beter dan in de heenronde. Voor sommige spelers is dat aanpassen.

“Het zijn twee totaal andere jongens. Hernán praat makkelijk, terwijl Gusto nog altijd heel veel problemen heeft met Engels en Nederlands. Dat is zeker een handicap. Colman is meer een gesloten type, teruggetrokken. Losada is door zijn leeftijd al wat rijper op sommige vlakken. Volgens mij praat hij dingen makkelijker van zich af. Bij Colman heb je het gevoel dat hij een doel voor ogen heeft en dat je hoogstens nog wat kan bijsturen. Hij kiest toch voor zijn eigen weg en geloof. Daardoor is hij moeilijker te beïnvloeden en wordt hij ook ooit kwetsbaar.

“Ik denk dat ik Colman nog wel makkelijker kan laten scoren op termijn. En dat ik zijn infiltratie doeltreffender kan maken. In een korte periode boekte ik met Losada heel wat winst. Door die taalbarrière duurt dat bij Gusto langer. Hij is bezig met Engels, stelt zich bereidwillig op – qua mentaliteit zitten ze alle twee goed in mekaar -, maar de ene is daar vlotter in dan de andere. In sommige zaken mag je hen ook niet forceren, Colman is iemand die wat meer tijd nodig heeft.”

Tweede taal

Didier Dheedene: “Doordat Gustavo geen Engels, Frans of Nederlands praat, is het voor hem lastig om contact te zoeken met de andere spelers. Als hij iets zegt, is het meestal tegen Cruz of Losada. Niet gemakkelijk. Ook op het veld. Probeer je iets uit te leggen, dan moet je eerst via een andere Spaanstalige. Het is een spijtige zaak dat hij na anderhalf jaar nog maar een heel klein beetje Engels machtig is. Een tweede taal kennen is heel belangrijk. Ik denk dat je op zes maanden veel kunt leren, maar als je er zelf geen tijd en energie insteekt …

“Zulke jonge gasten – dat zie je ook bij TormenaEderson – moeten nog bijleren. Ook op andere gebieden misschien iets professioneler worden. Meer bezig zijn met bijvoorbeeld een blessure. Dat soort dingen. Dat gaat met vallen en opstaan.”

Colman is moderner

Wim De Coninck: “Ik denk dat Gustavo moeilijker te houden zal zijn dan Hernán. Colman zál nog beter worden, ik weet niet of Losada nog beter kán worden. Die laatste is 25, zal niet explosiever meer worden, is lichter. Ik zeg niet dat hij aan zijn plafond zit, maar what you see is what you get. Wanneer bij iemand als Gustavo het koppen voor verbetering vatbaar is, kan daaraan gewerkt worden tot het goed is. Bij een jongen als Losada niet. Colman is iemand voor de Duitse competitie, vind ik. Losada zie ik eerder in Turkije. Of Frankrijk. Spanje is moeilijk, vraag dat maar aan Tom De Mul.

“Als je puur naar voetbaltechnische klasse kijkt, draagt Hernán misschien dat tikje extra in zich ten opzichte van Colman, die natuurlijk ook meer heeft dan de gemiddelde voetballer. Gustavo is wel een modernere voetballer. Daarmee bedoel ik dat hij sterker is, over een groter loopvermogen beschikt en beter functioneert in de recuperatie en omschakeling. Hij teert niet op zijn klasse, is 90 minuten aanwezig, stroopt de mouwen op bij balverlies. Losada spant zich dan ook in, maar met een lager rendement.

“De eerste gedachte van Losada als hij de bal krijgt, is vaak: ‘Ik passeer een mannetje.’ Gustavo heeft vooral oog voor zijn ploegmaats, maakt enkel een actie op het moment dat ze nodig is. Daardoor oogt Hernán bij momenten klasrijker. Meer de zaalvoetballer. Eventjes door de benen van de verdediger, en het lukt dan nog ook. Colman heeft de bal dan al lang gegeven. Soms is dat zelfs waardevoller, maar het valt niet zo op. Gustavo voetbalt dikwijls in één of twee tijden, plots die splijtende pass tussendoor. Ineens is er dan een kans en weten veel mensen niet van wie het leer kwam. Losada is langer aan de bal en zo heb je meer tijd om hem te herkennen. Soms wordt hij ‘de nieuwe Lozano‘ genoemd. Dat is natuurlijk overdreven. Wie zoiets zegt, is vergeten hoe goed Lozano was. Maar Hernán kan vijf keer op een match iets uit zijn benen schudden, terwijl de tegenstander vooraf weet dat hij het zal doen. Pure klasse. Net als de vista van Colman. Je hebt er velen die ‘het’ zien, maar weinigen kunnen het dan ook nog uitvoeren.” S

door kristof de ryck – beeld: droeshaut & dethier (reporters)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content