Bob Peeters komt, net als RC Genk, stilaan op toerental. Zou het één iets met het ander te maken hebben ?

Een pintje in de perszaal kan Bob Peeters niet troosten. Bob baalt. Het feestje dat Genk leek te gaan vieren toen Peeters in de tachtigste minuut onder luid applaus van het veld stapte, brak een paar minuten later af toen Club Brugge onverwacht nog een gelijkspel (2-2) weghaalde. Bob kon op dat moment alleen nog maar vloeken. Zijn doelpunt had moeten volstaan om een verdiende zege thuis te houden. “Wij spelen het mooiste voetbal van eerste klasse. Dit hadden we moeten vasthouden”, zucht Peeters, zondag voor de achtste keer aan de aftrap met Genk. Eigenlijk had hij na vijftig minuten de wedstrijd moeten afmaken. In plaats van 2-0 te scoren, trapte hij toen op de lat. Eén minuut later kwam Club op 1-1.

Ondanks het puntenverlies zit Genk in een opwaartse beweging. Is die opmars voor een deel aan Bob Peeters toe te schrijven ? Technisch directeur Ariël Jacobs grinnikt wanneer hem de vraag wordt gesteld. “Een paar dagen voor de wedstrijd tegen Club hoorde ik een reporter in de perszaal hetzelfde vragen aan Orlando Engelaar : of die opmars met zijn terugkeer te maken had ? Peeters en Engelaar zijn op hetzelfde moment terug in de ploeg gekomen. Zij zijn twee van de vele redenen. Er zijn nog andere geblesseerden die terugkeerden waardoor Genk geleidelijk met een vast stramien is gaan voetballen.”

Toen Genk Peeters op de derde speeldag haalde, wist Jacobs dat de spits tijd nodig zou hebben om zijn beste niveau te vinden. “Er was twijfel rond hem. Ik hoorde het verwijt dat Genk een geblesseerde speler had gekocht. Hij had anderhalf jaar niet gevoetbald door een verkeerde behandeling van een blessure. Daarna was hij wel fit, maar paste hij niet in het plaatje van de trainer van Millwall. De fysieke tests wezen uit dat hij conditioneel in orde was. Tot nu was hij nog maar één keer geblesseerd, na het te uitbundig vieren van een goal tegen Germinal Beerschot.”

Balvast

In het begin van het seizoen miste Genk een type Bob Peeters, zegt Jacobs. “We namen hem niet om op de tegenaanval te spelen. Als er ballen in de zestien meter gedropt worden, moet hij daar zijn. Wij hadden iemand nodig die ons diensten kon bewijzen tegen een gesloten verdediging. Bob had het voordeel dat hij het Belgisch voetbal kende en wist wat hier van hem verwacht werd.”

Volgens trainer Hugo Broos voetbalt Peeters nog niet op zijn beste niveau. “Ik schat dat hij de laatste weken op tachtig procent van zijn kunnen draait. De echte Bob Peeters zullen we pas na Nieuwjaar zien. Dat hij na zo’n zware blessure tijd nodig zou hebben, wisten we vooraf. Het probleem is dat Bob honderd procent gemotiveerd was om hier iets te tonen. Hij was in België uit beeld geraakt en wilde dat even rechtzetten. Bob is een speler bij wie het eergevoel een grote rol speelt. Hij wil hier iets goedmaken.

“Eigenlijk hadden we hem wat moeten sparen om hem geleidelijk te laten proeven, maar we hebben hem niet de gelegenheid kunnen geven het rustig aan te doen. Door de vele blessures waren we bijna verplicht om hem in de ploeg te zetten. Er was weinig andere keuze. Zijn eerste wedstrijd, met de invallers tegen Anderlecht, kreeg hij meteen een goed rapport. Dat gaf een beetje een vertekend beeld, want in de daaropvolgende matchen zag je dat hij het ritme nog niet te pakken had.

“Bij ons moet Bob voorin dé balvaste speler zijn. Dat was hij in het begin zeker niet. Na de winterstop wordt hij dat wel. Soms is hij nu niet in de zestien wanneer hij daar wel moet zijn. Dat komt omdat hij, wanneer het niet loopt, te veel wil doen om de ploeg te helpen. Dan laat hij zich afzakken, wijkt uit naar de flanken waar hij in feite niet moet zijn. Hij wéét dat hij dan uit positie loopt en niet aan zijn eigen spel toekomt.”

Ook zondag plooide Peeters vaak terug om in het eigen strafschopgebied zijn team verdedigend bij te staan. Dit keer werd hem dat niet kwalijk genomen. Eerder werd hij ook bij Genk al een paar keer uitgefloten. “Hij zit daar mee,” weet Ariël Jacobs, “omdat hij zelf ook besefte dat het niet goed was. Als het met Bob niet goed gaat, zie je dat ook meteen. Met dat probleem kampt hij al van bij de jeugdploegen. Hij loopt altijd in het oog. Van een speler met zijn gestalte kan je niet verwachten dat hij sierlijk over het veld loopt.”

Gefluit mag Peeters niet uit zijn evenwicht brengen, geeft Broos aan. “Wat telt, is dat hij weet hoe wij, de technisch verantwoordelijken, over hem denken. Bob is geen elegante verschijning op een voetbalveld, maar dat verwachten wij ook niet.”

Communicator

Wat Jacobs én Broos pleziert, is dat Peeters niet alleen zichzelf, maar ook anderen stuurt. “Dat zit in hem”, zegt Broos. “Bob is communicatief, op en naast het veld. Dat gaat zo ver dat de andere spelers al eens zeggen : ‘Bob, zwijg nu eens even.’ Want Bob is constant aan het praten. Die zal je nooit helemaal kunnen doen zwijgen. Zo hebben we er maar weinig in de ploeg. Té weinig, vind ik. Voor mij is het een goeie zaak dat hij zo veel praat. Want dit is toch wel een héél stille groep. Maar je kunt dat niet forceren. Als Koen Daerden en Gert Claessens terugkeren, zal dat aspect nog beter verlopen. Nu zien we dat bij balverlies niemand coacht, roept : ‘Pas op, links, rechts of achter je.’ Bob doet dat wel, op een menselijke manier. Hij staat niet te schelden.”

Ook zondag hield Peeters Kevin Vandenbergh tot de slotfase op de bank. Moet Genk in functie van Peeters voetballen of moet Peeters in functie van Genk spelen ? “Genk moet niet in functie van één iemand spelen”, aldus Broos. “Hij is één van onze troeven omdat hij balvast is. Kevin scoort ongelofelijk gemakkelijk, maar is niet balvast. Stojanovic is dat evenmin. Bob is het type dat wij niet hadden.

“Ofwel speel je de counter en dan heb je snelle mensen nodig die je snel diep kan sturen. Die hebben we op de flanken, maar niet voorin. Ofwel ga je rond de zestien meter kamperen en dan helpt een type Bob Peeters heel erg. Engelaar is balvast, maar hij kan die bal niet blijven vasthouden, hij moet hem aan iemand kwijt kunnen. Nu kan hij kiezen : met Dufour combineren, doorsturen naar de flank of diep spelen op Bob. Dat zijn veel meer opties dan we een paar maanden geleden hadden.”l

GEERT FOUTRé

‘SOMMIGE SPELERS ZEGGEN AL EENS : BOB, ZWIJG NU EENS EVEN.’ (HUGO BROOS)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content