‘De film Madagascar heeft ons doen lachen’

© belgaimage - christophe ketels

Madagaskar boven dit weekend op de Bosuil. Antwerp-Charleroi wordt een broederstrijd tussen international Zotsara Randriambololona en international in spe Marco Ilaimaharitra. Komaan, Barea!

We hebben bijna te doen met de speaker van Antwerp die zaterdag de namen van Zotsara Randriambololona (23) en Marco Ilaimaharitra (22) moet afroepen. In de categorie ‘meest exotische familienaam’ steken de twee geboren Fransmannen met roots in Madagaskar ver boven de rest uit in de Jupiler League. ‘Mijn achternaam is voer voor allerlei grappen’, zegt Randriambololona. ‘Iedereen noemt mij Zout, een afkorting van mijn voornaam. Die roepnaam stoort mij niet. Dan verbasteren ze mijn familienaam tenminste niet.’

Ilaimaharitra: ‘Buiten mijn landgenoten heb ik nog niemand ontmoet die mijn naam van de eerste keer correct uitspreekt. Ik moet het vaak een paar keer herhalen. En dan nog…’

Dankzij Randriambololona en Ilaimaharitra krijgt Madagaskar eindelijk een gezicht in België. En het duo moet de Barea, nummer 103 op de FIFA-ranking, op de voetbalkaart zetten. België is maar een tussenstap op weg naar het ultieme doel: voor het eerst op een groot toernooi aanwezig zijn met Madagaskar.

Zoals veel voetballers uit Frankrijk zijn jullie door een samenloop van omstandigheden in België terechtgekomen.

MARCO ILAIMAHARITRA: ‘Ik was einde contract bij Sochaux en ik wilde niet bijtekenen. Met het bestuur kon ik niet meer door dezelfde deur – ik werd er zelfs scheef bekeken – en de trainer raadde mij aan om te vertrekken. Na tien jaar Sochaux besefte ik dat het op was tussen ons.’

ZOTSARA RANDRIAMBOLOLONA: ‘Ik ben geboren in Nice, maar ik leerde voetballen bij Sedan. Toen die club failliet ging, ben ik mijn geluk gaan beproeven bij Auxerre. Na een seizoen moest ik er al weg. Auxerre heeft wel tot het einde gewacht om mij te laten vertrekken en bij de meeste Franse clubs waren de testperiodes al afgelopen. Ik heb heel de zomer gesukkeld om een club te vinden en het werd dus Virton in tweede klasse…’

Terug naar Frankrijk

Van het prestigieuze Auxerre naar het dorpsclubje Virton. Kreeg je toen geen klop van de hamer?

RANDRIAMBOLOLONA: ‘Ik had geen zin om naar Virton te gaan. De kern was al samengesteld en ik werd er niet beschouwd als een volwaardige speler van de A-kern. Ik begon het seizoen zelfs bij de beloften! Maar het was dat of thuis zitten niksen. Stap voor stap heb ik mijn plaats afgedwongen. Al was het een bijzonder lang en wreed proces. In Frankrijk draait alles om de bal. Tijdens een van mijn eerste trainingen bij Virton werd de bal aan de kant geschoven en werden we gesommeerd om te lopen. Na enkele dagen wilde ik rechtsomkeer maken. Terug naar Frankrijk.’

ILAIMAHARITRA:’Toen ik voor het eerst Charleroi zag, dacht ik ook: wat doe ik hier? Het heeft mij moeite gekost om de stad te leren appreciëren. Jean-Charles Castelletto (ex-Club Brugge, nvdr), een voormalige ploegmaat van bij de nationale jeugdploegen van Frankrijk, had mij nochtans gewaarschuwd.’

RANDRIAMBOLOLONA: ‘Dat Charleroi de meest bizarre stad van België is?’ (grijnst)

ILAIMAHARITRA: ‘Ik heb mijn ogen opengetrokken… Aangezien ik vaak alleen op hotel zat, nam Dodi Lukebakio mij mee naar Brussel om andere lucht op te snuiven.’

RANDRIAMBOLOLONA:’Na meer dan drie jaar België kan ik nu zeggen: het leven valt hier best mee. En dat geldt ook voor het voetbal.’

Marco, klopt het dat jij ooit een grote belofte was in Frankrijk?

ILAIMAHARITRA: ‘Op mijn achttiende had ik al twaalf matchen in de Ligue 1 gespeeld. Mijn eerste basisplaats was in Nice ergens in december 2013. Nice had toen net zijn EK-stadion afgewerkt en de sfeer was zo overweldigend dat ik niet met mijn ploegmaats kon communiceren. Aan het einde van het seizoen zijn we gedegradeerd.’

RANDRIAMBOLOLONA:’Ik ben eerder een laatbloeier. Bij Sedan en Auxerre in de Ligue 2 heb ik in twee seizoenen geen enkele match gespeeld. Eigenlijk ontdek ik het professionele voetbal nu pas echt. Ik mag van geluk spreken dat ik uit derde klasse geklauterd ben. Ik weet anders niet waar ik nu zou zitten…’

ILAIMAHARITRA: ‘Ik zal je iets verklappen: vroeger wilde ik niet eens voetballer worden. Het was niet meteen mijn favoriete bezigheid. Een oom heeft mij op een dag met de rug tegen de muur gezet: ik moest mij inschrijven bij een voetbalclub of ik moest honderd procent voor mijn studies gaan. Ik deed het goed op school, maar het was niet echt mijn ding. De keuze was dus snel gemaakt. Toen ik mijn eerste contract tekende bij Sochaux had ik nog maar één doel: van het voetbal mijn job maken.’

Is het voor jullie nog een jongensdroom om een carrière uit te bouwen in de Ligue 1?

ILAIMAHARITRA: ‘Als ik opnieuw de kans krijg, dan ga ik terug. Maar het is geen prioriteit meer. Tweede klasse in Frankrijk zie ik helemaal niet meer zitten. Dat is een competitie waar je de ballen constant over je hoofd ziet vliegen. In dat soort voetbal ben ik van geen nut. Geef mij dan maar de Belgische competitie.’

RANDRIAMBOLOLONA: ‘De Ligue 2 is bikkelhard en vanaf de zijkant is het afschuwelijk om naar te kijken.’

ILAIMAHARITRA: ‘Ik heb drie seizoenen Ligue 2 achter de rug en ik had vaak het gevoel dat het op niets trok. Om gek van te worden. (blaast) Kan je je voorstellen dat ik soms naar de stadionklok keek en dacht: zijn we nog maar dertig minuten bezig?Na een match was ik blij dat het afgelopen was – de uitslag maakt in feite niets uit.’

Christelijke geloofsgemeenschap

Veel mensen associëren Madagaskar met de Amerikaanse animatiefilm Madagascar uit 2005. Ik kan mij inbeelden dat jullie met handen en voeten hebben moeten uitleggen wat voor iets Madagaskar is?

RANDRIAMBOLOLONA: ‘Toen de film uitkwam, heb ik hem thuis met een paar vrienden bekeken. Ik vond het best grappig. In België heb ik al de vraag gekregen of de film een juiste weergave is van de realiteit.’

ILAIMAHARITRA: ‘Ik merk dat mijn ploegmaats oprecht geïnteresseerd zijn. Logisch: ik ben wellicht de eerste Malgache die ze in hun leven zijn tegengekomen.’

RANDRIAMBOLOLONA: ‘Ze willen weten of het land mooi is. Het zal niet lang meer duren voor de clichés die in Frankrijk de ronde doen over ons hier hun weg vinden.’ (grijnst)

ILAIMAHARITRA: ‘Mijn Antilliaanse vrienden omschrijven ons als luieriken. Uit hun mond komt dat helemaal niet geloofwaardig over. Dat Antilliaans volkje scoort op het onderdeel lanterfanten beter dan wij!’

RANDRIAMBOLOLONA: ‘We komen blijkbaar altijd te laat. En er wordt gezegd dat we graag onder elkaar blijven. In mijn geval klopt dat helemaal. Ik maak deel uit van een christelijke Malagassische geloofsgemeenschap in Pouru-Saint-Remy, een gehucht in de buurt van Sedan. Mijn vriendengroep bestaat voor 99 procent uit Malagassiërs. Jammer genoeg spreek ik de taal niet.’

ILAIMAHARITRA:’Ik ben de taal onderweg kwijtgeraakt.Deels door de schuld van mijn broer.Mijn ouders verhuisden naar Frankrijk toen hij negen jaar was en hij wilde uitsluitend Malagassisch spreken. Ook op school wilde hij niets weten van het Frans. Mijn ouders hebben dan maar een drastische beslissing genomen: ze zouden enkel Frans met ons spreken. Maar ik voel mij honderd procentMalgassiëren honderd procent Fransman.’

Is dat de reden waarom je nog niet voor de nationale ploeg van Madagaskar hebt gespeeld?

ILAIMAHARITRA: ‘Het zit iets ingewikkelder in elkaar. Ik werd in 2015 gecontacteerd door de voetbalbond van Madagaskar, maar toen speelde ik al met de U20 van Frankrijk. Het Tournoi de Toulon (bekend international voetbaltornooi in Frankrijk, nvdr) zat eraan te komen en ik wilde mijn jaar uitdoen bij Les Bleus. Ik heb niet geweigerd, maar ik heb mij ook niet meteen beschikbaar gemaakt. Sindsdien heb ik niets meer gehoord… Terwijl ik echt wil spelen voor Madagaskar. Mijn broer en mijn vader hebben mij aangeraden om nog even te wachten. Waarop? Ik zou het niet weten. Mijn vader is van het zwijgzame type, maar als hij praat, heeft hij altijd iets zinnigs te zeggen. Hij zal dus zijn redenen hebben. Als het alleen van mij zou afhangen, dan nam ik het eerste vliegtuig om met Madagaskar te spelen. Eigenlijk moeten twee personen overtuigd worden: mijn vader en bondscoach Nicolas Dupuis. Het mag niet te lang meer duren…’

RANDRIAMBOLOLONA: ‘Moet ik je nummer aan de coach geven? (lacht) Ik ben er zeker van dat Dupuis je binnen de kortste keren zal oproepen. Hij wil gewoon zeker zijn dat je geïnteresseerd bent. Hij is altijd op zoek naar spelers die de ploeg kunnen versterken. Madagaskar kan elke speler gebruiken. Ik werd erbij gehaald onder een andere Franse trainer terwijl ik niet eens speelde bij Auxerre. Daarvoor had ik nooit gedacht dat ik in aanmerking zou komen voor de nationale ploeg. Voetbal op internationaal niveau was iets dat ver van mijn bed lag.’

Intussen zit je aan zes caps voor de Barea.

RANDRIAMBOLOLONA: ‘Mijn eerste interland dateert al van drie jaar geleden, maar het klikte niet met de vorige coach. Het leek alsof mijn selectie hem door de strot werd geduwd. Ik reisde soms de halve wereld af om op de bank te zitten. De nieuwe coach rekent wel op mij.’

ILAIMAHARITRA: ‘Volgens aanvoerder Faneva Andriatsima, een ex-ploegmaat bij Sochaux, zou ik met mijn voetballende kwaliteiten goed tot mijn recht komen in de ploeg. Madagaskar is geen typische Afrikaans elftal dat de ballen naar voor pompt en dan blind naar voor stormt.’

Top in petanque

Madagaskar is zo ver weggezakt op de FIFA-ranglijst dat het een paar maanden geleden een voorronde moest spelen om effectief aan de kwalificaties voor de Afrika Cup te kunnen deelnemen. Andere deelnemers waren onder andere de Comoren, Djibouti, Mauritius.

RANDRIAMBOLOLONA: ‘Zuid-Soedan was er ook bij… We verdienden niet beter want we hebben in het verleden nooit iets gepresteerd. Maar intussen is dat veranderd: van onze laatste dertien matchen hebben we er slechts een verloren en nu worden we door de andere Afrikaanse landen voor vol aanzien.’

Er is een nieuwe generatie Malagassische spelers opgestaan die aan het doorbreken is in Frankrijk. Zal dat genoeg zijn om voor het eerst in de geschiedenis het WK te halen of zich te kwalificeren voor de Afrika Cup?

ILAIMAHARITRA: ‘Spelers zijn er genoeg. Nu moet ze effectief voor Madagaskar willen uitkomen. Het zal nog wat tijd vergen om de mentaliteit te veranderen.’

RANDRIAMBOLOLONA: ‘We beginnen zelfs spelers te naturaliseren. Thomas Fontaine (speler van Clermont Foot in de Franse Ligue 2, nvdr)hebben we aan de haak kunnen slaan omdat zijn grootmoeder van Madagaskar is. Ik heb er geen problemen mee om op die manier de selectie te versterken. Want ik voel dat er iets beweegt. Ik wil er geen datum op plakken, maar ik hoop binnen enkele jaren aan dezelfde tafel te kunnen zitten als de Afrikaanse toplanden. Zeker nu de Afrika Cup toegankelijker is geworden voor de kleine landen. De nieuwe voorzitter van de Afrikaanse voetbalbond, een Malagassiër, heeft een reglementswijziging doorgevoerd en het deelnemersveld uitgebreid van 16 naar 24 landen.’

Madagaskar is een van de beste naties in het petanque. Hoe zit het met jullie skills?

ILAIMAHARITRA: (proest het uit) ‘Petanque is voor de anciens. Jongeren beoefenen die sport niet.’

RANDRIAMBOLOLONA: ‘De Malagassiërs die ik ken, spelen voetbal of basketbal.’

ILAIMAHARITRA: ‘Mijn oom was vroeger heel actief in een petanquevereniging en toen ik klein was ging ik met hem mee naar tornooien. Maar verder dan wat geklooi met die metalen ballen kwam ik niet. Tot daar mijn talent in het petanque. Je zou de oudere generatie moeten bevragen om te weten vanwaar hun voorliefde voor petanque komt.’

door Alain Eliasy – foto’s Belgaimage – Christophe Ketels

‘Mijn Antilliaanse vrienden omschrijven de Malgassiërs als luieriken, maar zij scoren op het onderdeel lanterfanten beter dan wij!’ Marco Ilaimaharitra

‘Ik had nooit gedacht dat ik in aanmerking zou komen voor de nationale ploeg.’ Zotsara Randriambololona

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content