Hij spreekt niet graag over zichzelf, maar doet het op verzoek van Sport/Voetbalmagazine toch. Arjen Robben (30) over leven en werk aan de absolute top, de ambities van Bayern, zijn zomer in Brazilië én een zijstapje naar de Rode Duivels. ‘Eerlijk? Ik verwachtte van hen iets meer.’

Met een thuismatch tegen Manchester City begint vandaag/woensdag de Champions League van Bayern München. Direct een klapper, een test voor de ambities. Vincent Kompany vs. Arjen Robben en een resem wereldkampioenen. Voor de Nederlander wordt het, bij leven en welzijn, de tachtigste (!) wedstrijd op dit niveau. Sinds zijn transfer van Groningen naar PSV in 2002 – even hengelde Anderlecht toen naar zijn diensten, maar het kwam te laat – was Robben altijd present op de dans der kampioenen. Eerst twee jaar bij PSV, vervolgens drie in de kleuren van Chelsea, daarna twee in dienst van Real Madrid en sinds augustus 2009 als spits van Bayern.

Plaats van afspraak is het oefencomplex aan de Säbener Strasse in München, verrassend dicht bij het hart van de stad en makkelijk bereikbaar met de metro. Je waant je in een alledaagse woonbuurt als plots een hoop groen en kantoren van een van ’s werelds grootste clubs opduiken. Verrassend open, je wandelt zo naar binnen. Hier is de fan nog welkom op training, of in de bar, met zicht op de oefenvelden. “Dat”, zegt Arjen Robben, “geeft deze club zijn nog heel familiale karakter. Vaak is het trainingscentrum van een topclub hermetisch afgesloten, hier is dat anders. Niet elke trainingssessie is open voor het publiek, maar we zijn heel bereikbaar. En daar geniet ik wel van.”

Wat zegt het fantastische WK van uzelf en van Duitsland over dit seizoen? Bayern onklopbaar?

Arjen Robben: “Dat weet je niet. Je kan alleen het vertrouwen meenemen en niet zeggen: ‘We doen maar wat, het lukt straks toch.’ Hongerig blijven is de boodschap, een seconde achteroverleunen kan niet. Anders bol je achteruit. In het begin misschien heel langzaam, maar daarna…”

De finale van de Champions League wordt in Berlijn gespeeld. Geeft dat het toernooi extra kleur, dat Bayern straks misschien een ’thuisfinale’ kan afwerken?

“Ja, natuurlijk. Berlijn maakt het speciaal. Dat stadion ligt ons wel, ik heb er drie van vier Duitse bekerfinales gewonnen. Ook in de Champions League moet die eindstrijd weer ons doel zijn. Je moet wel altijd voorzichtig blijven en niet arrogant worden, maar met deze kern móét je dat gewoon zeggen. Je begint geen Europees seizoen met de kwartfinale ‘of misschien iets meer’ als ambitie.”

Hoe groot zijn de revanchegevoelens tegenover Real Madrid, dat Bayern vorig seizoen uitschakelde door in München met 0-4 te winnen?

“Ik weet niet of je over ‘revanche’ moet spreken, maar ik zou wel graag Real opnieuw ontmoeten. In de finale, of zelfs ervoor. We hadden vorig seizoen veel beter kunnen doen, maar door bepaalde dingen liep het allemaal wat minder nadat we zo vroeg kampioen waren geworden. Een goeie les, en hopelijk leren we eruit. Tegen ploegen die perfect countervoetbal spelen, zoals Real, moet je niet naïef zijn, alleen aanvallend voetballen en denken: we zien wel wat het oplevert. We zullen dit seizoen flexibeler zijn. Hoop ik.”

Bayern heeft er alleszins de kern voor. Hebt u ooit in een sterker team gevoetbald?

(Direct) “Nee. (Herpakt zich dan) Ik denk het toch niet. De voorbije vijf jaar is Bayern er alleen maar beter op geworden. Op Kroos (naar Real, nvdr) en Mandzukic (naar Atlético Madrid, nvdr) na bleef iedereen aan boord en er zijn wat versterkingen bij. Zo kan je blijven bouwen. We moeten ons ook niet meer aanpassen aan een nieuwe coach.”

Wordt het grote aanbod aan topspelers geen probleem?

“Wel voor de trainer, maar niet voor ons. We spelen, zeker als je tot het einde gaat, zo veel wedstrijden. Dan heb je een grote, kwalitatieve kern nodig. Bij Bayern zullen altijd spelers op de bank zitten die vinden dat ze moeten spelen. Maar dat weet je als je voor deze club tekent.

“Sinds mijn komst is het hier steeds beter gegaan. Juiste keuzes in transfers, trainers. Oud-spelers die ook betrokken blijven en altijd welkom zijn. De reden van het succes, denk ik. Pep Guardiola is ook een van ’s werelds beste coaches. Ik werk nog maar één jaar met hem, maar hij is belangrijk voor dat laatste stapje in mijn carrière.”

Wat doet hij met u?

“Dat kan ik amper omschrijven. We zijn nu flexibeler, veranderen iets meer van systeem. In de bekerfinale stelde hij me op als spits, dat is ervoor zelden gebeurd. Positiewissels, tactiek, daarin is Guardiola een van de besten.”

Wat denkt u, als hij u voor die finale zegt: ‘Jij bent mijn spits.’ Zot?

“Hij probeert te verrassen, denk ik, en is altijd met voetbal bezig. Volgens mij kan je hem om drie uur ’s nachts bellen om over tactiek te babbelen.”

Al gedaan?

“Nee. Dan slaap ik. (lacht) Maar ik praat wel graag over voetbal.”

Zou u graag coach worden?

“Op dit moment is het geen grote ambitie. Ik wil wel in het voetbal blijven, maar het kan ook wat anders worden. Werken met jeugd bijvoorbeeld. Maar dan weet ik ook dat ik steeds meer zou willen en na vier, vijf jaar word je dan toch ergens hoofdcoach.”

U hebt nu twaalf jaar op rij Champions League gespeeld, en daarin vaak halve finale of meer gehaald. Is zo’n duel in de groepsfase nog belangrijk voor u?

“Ja! Hoe verder je gaat in het toernooi, hoe dichter je bij je doel komt, maar ook een poulematch vind ik nog altijd leuk. Het is zo anders: ’s avonds, de hymne voor de wedstrijd… Schitterend. En van mijn achttiende tot nu, elk jaar Champions League, zonder onderbreking. Toch speciaal.”

Geen jaloezie

Bent u genoeg uitgerust na een bijzonder druk seizoen?

“Ja, na het WK was het zeer relaxed. We zijn heel ver weggegaan, weg van het voetbal. Naar de zon, de Caraïben, alleen met mijn vrouw en de kinderen.”

Was het geheim van uw succes in Brazilië ook niet de ontspannen aanpak? We zagen van Oranje beelden met de familie, wandelingen op het strand, ontmoetingen met de fans…

“Ja. Ik denk dat we dat altijd wel proberen, tijd maken voor de familie. Vergeleken met twee jaar geleden was de sfeer binnen de ploeg ook stukken beter. Dat heb je nodig als je succesvol wilt zijn. Misschien heb ik daar tijdens het WK nog het meest van genoten. We waren één groot team. Als je dan start met een 5-1 tegen Spanje, groeit het… In 2012, op het EK, liep het net andersom: we verloren meteen tegen Denemarken en kregen kloppen.”

Hebt u uw Duitse ploegmaats bij Bayern gefeliciteerd met hun zege of was u stiekem een beetje jaloers?

“Uiteraard gefeliciteerd. Geen jaloezie. Ik was blij voor hen, omdat ik ze zo goed ken. Het was misschien anders geweest als we van Duitsland hadden verloren, maar nu hadden wij geen enkele invloed op hun succes. Als sportman moet je ook blij kunnen zijn voor andere spelers.”

Een paar van uw ploegmaats, zoals Philipp Lahm, hebben een punt gezet achter hun carrière als international. Hebt u, na Brazilië, gedacht aan stoppen?

“Geen seconde. Omdat ik er nog enorm van geniet. Misschien sta ik net nu aan mijn top. Fysiek en mentaal voel ik me oké, ik amuseer me. Het beste dat je dan kan doen, is blijven voetballen.”

Richting WK 2018 in Rusland?

“Ja. Waarom niet? Maar dat is nog vier jaar weg, dat is nu te ver.”

Waarom bent u precies nú, op uw dertigste, op uw sterkst? Een nieuwe aanpak?

“Neen. Veel mensen vinden dat ik er meer relaxed uitzie dan vroeger. Ik denk dat de winst in de Champions Leaguefinale, in mei 2013, daar veel mee te maken heeft. Eíndelijk het beslissende doelpunt gescoord! Na de teleurstelling van het jaar ervoor, mijn gemiste strafschop, de kritiek achteraf, het verlies, het slechte EK dat daarop volgde… Ik zeg niet dat die goal alle druk wegnam, maar toch. Pep Guardiolazei het ook in ons eerste gesprek – ik zal het nooit vergeten. ‘Je hebt je bewezen, je staat er altijd in de grote wedstrijden. Geniet nu van je voetbal.’ Misschien was dat wel goed voor mij. Vorig seizoen héb ik genoten, van zijn vertrouwen, van mijn zelfvertrouwen.”

Vergelijk even de Arjen Robben van vijf jaar geleden, die Real voor Bayern ruilde, met de Robben van nu.

“De definitieve stap naar de top heb ik hier gezet. Al in het eerste seizoen: titel, beker, Champions Leaguefinale tegen Inter… Op alle niveaus speelde ik mijn rol. En de laatste twee jaar waren fantastisch, constant.”

Uw fitheid die u in het verleden nog zo parten speelde, werd hier plots eentje van lange duur.

“Voor ik naar München kwam, had ik constant problemen, maar hier kreeg ik alles onder controle. Dat klinkt raar, want ook bij Bayern was ik twee keer lange tijd geblesseerd. Maar dat bleek eerder pech dan dat het te maken had met een probleem van het lichaam. Het laatste anderhalf jaar heb ik de hele tijd gespeeld. En dan word je sterker, raak je beter in het ritme, krijg je meer vertrouwen, beland je op een hoger niveau. Het wordt nu ook meer opgemerkt, omdat het over een langere periode gaat. Vroeger was ik drie, vier maanden goed, en dan blesseerde ik me weer.”

Beloning

Voelt u dat de buitenwereld u nu meer respecteert?

“O, jawel. Die nominatie voor Europees Voetballer van het Jaar (Cristiano Ronaldo won, voor ManuelNeuer en Robben, nvdr) was de bevestiging. Een beloning, niet zozeer voor het afgelopen jaar, maar voor alle werk dat ik in het voetbal heb gestoken, en het geloof dat ik altijd in mezelf heb behouden. Onder Guardiola heb ik bij Bayern nog een paar kleine stapjes gezet en het WK werd een groot succes voor Nederland én mezelf. Ik was zeer trots op wat wij hebben gebracht, zonder verwachtingen, met jonge spelers.”

Neigt u naar een rol als ‘begeleider’ van die jongeren?

“Misschien in de nationale ploeg, niet bij Bayern. Hier zitten zo veel toppers dat ik niemand moet zeggen wat hij moet doen. Bij Oranje hield ik wel van die rol. Daarmee wil ik mezelf geen schouderklopjes geven, want uiteindelijk moeten de spelers het zélf doen. En dat hebben ze ook gedaan.

“Voor het WK vroegen veel mensen me: ‘Jullie verdedigers, wie zijn dat?’ Maar nu hebben ze allemaal fantastische transfers gemaakt: MartinsIndi naar Porto, Janmaat naar Newcastle, De Vrij naar Lazio… Niet dat ik daar invloed op had, maar ik ben blij voor hen.”

Hebt u in Brazilië op tactisch vlak iets nieuws gezien?

“Tijdens een wedstrijd verschillende systemen kunnen spelen. Het systeem met drie centrale verdedigers zag ik ook af en toe. Maar ik onthoud vooral die flexibiliteit. Niet dat ik Nederland als dé norm wil gebruiken, maar wij konden toch overschakelen van een spel met vleugelaanvallers, naar countervoetbal, of voetbal met twee spitsen, zonder vleugels.”

Had de FIFA u niet moeten uitroepen tot de beste speler van het WK, in plaats van Lionel Messi?

“Ik zal nooit mezelf verkopen en zoiets zeggen. Wat je verdient, krijg je. Het meest apprecieer ik de complimentjes van mensen die het spelletje kennen. Van grote namen of van collega’s hier in de kleedkamer. Als ik dan hoor: ‘Jij verdient die bekroning, je was met voorsprong de beste op het WK’, dan betekent zoiets meer voor mij dan die award.

“Anderzijds: zo’n prijs maakt het wel tastbaar, je hebt iets in je hand, het gaat in de boeken. Daarom was ik ook wat nerveus voor de uitreiking van de Europese Voetballer van het Jaar. Dat ik uiteindelijk niet won, daar maak ik geen drama van. Het leven gaat verder.”

Betreurt u de controverse die ontstond na het duel tegen Mexico, over uw schwalbe?

“Misschien heb ik dat debat wel zélf gestart, door te eerlijk te zijn. Ik betreur dat niet, ik was eerlijk, maar werd er wel wat voor gestraft.”

Zou u het opnieuw doen, die fopduik eerlijk toegeven?

“Ja. Want, ik had het over een ándere situatie waarin ik neerging zonder geraakt te worden – dáárvoor verontschuldigde ik me. Ik had het niet over de strafschop die er in mijn ogen wél een was. En ervoor had de ref nog een penalty kunnen fluiten, toen ik hard werd geschopt. Mensen associeerden echter onterecht het ene met het andere. Misschien was het stom van mij… (herpakt zich) Nee, niet stom, ik was eerlijk en dat betreur ik niet, uiteindelijk duurt dat het langst. Na een van de volgende matchen zei er trouwens een scheidsrechter dat hij mijn eerlijkheid wél apprecieerde.”

Je durfde wel naar de Caraïben met vakantie.

“Ja. Ik heb er zelfs wat Mexicanen ontmoet.” (lacht)

DOOR PETER T’KINT IN MÜNCHEN – BEELDEN BELGAIMAGE

“Van mijn achttiende tot nu elk jaar Champions League, zonder onderbreking. Toch speciaal.”

“Die nominatie voor Europees Voetballer van het Jaar was een beloning voor alle werk dat ik in het voetbal heb gestoken, en het geloof dat ik altijd in mezelf heb behouden.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content