Naar aanleiding van de bemoeienissen van de presidenten Nicolas Sarkozy (Frankrijk) en Goodluck Jonathan (Nigeria) vond FIFA-voorzitter Sepp Blatter dat sport en politiek gescheiden moesten blijven. Nochtans was de WK-finale van 1998 in Frankrijk en Brazilië ook een staatszaak.

D e Braziliaanse defensie was belachelijk, ze liet twee goals binnen in de eerste helft. Nochtans had Mario Zagallo het team naar Frankrijk geloodst als titelverdediger en favoriet voor de eindzege. In zijn selectie zaten ervaren rotten als Dunga, Leonardo en Bebeto, winnaars in 1994, en de nieuwe sterren Ronaldo, Rivaldo en RobertoCarlos. Maar niet alleen de verdediging bleek het zwakke punt, ook de aanval. Compleet onmondig. De dag had bol gestaan van geruchten. Ronaldo was ziek. Zijn naam stond niet op het wedstrijdblad, om er vervolgens vlak voor de match weer aan toegevoegd te worden. Duidelijk anoniem speelde hij in een soort trance, volledig afwezig.” (Uit: De bal is rond, David Goldblatt)

Voetbal in de jaren negentig. Terwijl in Engeland de vrije markt speelde en het kapitalisme, de profclubs zich losscheurden in een Premier League en dankzij de betaaltelevisie de lonen van de spelers sky high de lucht in gingen, bleef de Franse markt van bovenaf gereguleerd. Sociaal kapitalisme, met heel veel steun van de overheid, zowel lokaal als nationaal.

Internationaal kon het Franse voetbal in de jaren negentig niet mee. Les Bleus haalden niet eens het WK van 1994, maar op clubniveau ging het ook bergaf. Olympique Marseille won nog wel de finale van de Champions League in 1993, maar toen er vervolgens een onderzoek werd ingesteld naar corruptie en wedstrijdvervalsing, ging de club ten onder.

Politiek en voetbal waren vermengd. De politiek verhinderde bijvoorbeeld dat clubs helemaal op de aandelenmarkt gingen. Het decreteerde van bovenaf dat slechts een derde van de aandelen op de markt mochten komen. Alle regeringen, zowel links als rechts, hielden de band met de sport strak. Wel in ruil voor veel subsidie, geld dat de Franse voetbalfederatie investeerde in opleiding, ook aan de basis. Al dat geregel zorgde er wel voor dat de Franse competitie een van de spannendste in Europa werd. Van 1994 tot 2002 werden zeven verschillende teams Frans kampioen. Pas daarna nam Lyon het heft in handen.

In 1998 organiseerde Frankrijk het WK, met als uithangbord het schitterende Stade de France. Hoe sterk de overheid toen nog stond, mag blijken uit het volgende: Budweiser, een van de hoofdsponsors van het WK, mocht op televisie via stadionreclame geen publiciteit voeren voor zijn bier. Reclame voor alcohol strookte niet met de gezondheidspolitiek van de Franse overheid.

Het toernooi maakte in het land heel wat los, omdat Les Bleus, een mooi palet van de heterogene Franse samenleving (zwart en blank netjes verenigd), het in het toernooi goed deden. Opgezweept door het publiek, geholpen door de wetenschap. Sportdokters verbaasden zich over de fitheid van het team; de zomer van 1998 was immers ook de zomer van de Festina-Tour. Een golf van enthousiasme kwam los, iedereen, ook de bourgeoisie, schafte zich een replica aan van het Franse shirt. Een miljoen mensen verzamelde in de straten van Parijs om de titel te vieren.

De held van de natie was een berber, Zinédine Zidane, Fransman met Algerijnse roots. Zijn gezicht werd op de Arc de Triomphe afgebeeld. Frankrijk was geen loser meer. L’Equipe, voor het toernooi nog hard tegen bondscoach Aimé Jacquet, bood zijn excuses aan. Op 8 juni werd Sepp Blatter voorzitter van de FIFA. In Frankrijk, tijdens een WK dat door de politiek gestuurd en mee betaald was. Dat uitgerekend hij er vorige week mee dreigde om de Fransen te schorsen vanwege politieke bemoeienissen, is te gek voor woorden.

Marketingproduct

De finale Frankrijk-Brazilië was ook een finale Adidas-Nike. Adidas won. Verrassend, want Brazilië was naar Frankrijk afgereisd als groot favoriet. Met Ronaldo als speerpunt. Op dat moment nog maar 21, maar al winnaar van de wereldbeker vier jaar eerder. Nog piep, maar goed en met een neus voor goals.

In 1994 overwoog raadgever Zagallo even een tridente, drie spitsen. Want Romario en Bebeto waren voorin untouchable, ook al was geen van beiden in de zomer van 1994 uitstekend in vorm en konden ze elkaar niet uitstaan. Maar omdat Ronaldo een echte diepe spits was en nauwelijks had leren meeverdedigen, bleven Zagallo en bondscoach Carlos AlbertoParreira uiteindelijk bij hun 4-4-2. Het was voor het nieuwe talent, dat tijdens het WK zijn overgang naar PSV afrondde, een frustrerend toernooi. Ronaldo bleef in alle wedstrijden 90 minuten op de bank. Ondanks het gescandeer van zijn naam door het publiek.

Vier jaar later is dat al anders. Ronaldo had Europa veroverd. Zijn doelpuntenaantal voor Barça, 34 goals in 37 wedstrijden, levert hem in 1997 een recordtransfer naar Inter op. In augustus 1997 schrijft de Spaanse auteur Manuel VázquezMontalbán een stuk in Le Monde Diplomatique. Over voetbal als lekenreligie, steeds op zoek naar een nieuwe god. Na Di Stefano, Pelé, Cruijff en Maradona heet de nieuwe messias Ronaldo.

Ronaldo werd ook het uithangbord van Nike, dat begin december 1996 een miljoenencontract afsloot met de Braziliaanse bond en Umbro uitkocht. Nike investeerde naar verluidt vierhonderd miljoen dollar in Brazilië. In materiaal, maar ook in opleiding. De swoosh gaat de strijd aan met Adidas en het mag wat kosten. Officieel sponsor worden van het WK 1998 lukt niet meer, maar voor de Arche de la Défense verschijnt een indrukwekkend Nike Parc. Achtduizend vierkante meter groot. Met Ronaldo als speerpunt. R9 is niet langer alleen een voetballer, maar ook een marketingproduct. Goed vergoed weliswaar. Het jongetje uit Rio verdient grof geld. Binnen de selectie krijgt hij zelfs een voorkeursbehandeling. Hij krijgt tijdens het WK meer vrije tijd dan de anderen en heeft in de buurt van Parijs een chique villa voor zijn familie gehuurd. Daar zit ook zijn liefje Susana Werner, al staat hun relatie onder zware druk.

Met vier goals en drie assists heeft Ronaldo er de dag van de finale geen super maar ook geen slecht toernooi op zitten. Maar dan loopt het fout. Op het wedstrijdblad dat 72 minuten voor de start van de finale wordt verdeeld, staat de naam Ronaldo niet. Het is Edmundo – ‘het beest’- die in de spits staat. Geen slechte spits, in 1997 kampioen en topschutter met Vasco, en daarna naar Fiorentina getransfereerd, maar geen Ronaldo. De Franse commentatoren van Canal+ vertrouwen het niet en denken dat het misleiding is van Zagallo. De Braziliaanse journalisten zijn sceptischer. Zij hebben weet van de chronische peesontstekingen in de knieën van Ronaldo en vrezen dat die klachten verergerd zijn. Bovendien werd hij tegen Nederland stevig geraakt aan de enkel.

Al weken is de toestand van zijn knieën voorpaginanieuws. Zeker als Ronaldo maar één keer scoort in de groepsfase. Als hij tegen Chili in de achtste finales twee keer raak treft en twee keer de lat, wordt gezegd dat hij alleen maar kon spelen dankzij infiltraties. Ronaldo spreekt dat op 1 juli voor de camera’s van TV Globo tegen, maar voegt er wel aan toe: “Als dat nodig zou zijn om de finale te spelen, zou ik het accepteren.”

Terwijl de Fransen zich opwarmen op het veld, is er geen Braziliaan te zien. Plots worden nieuwe blaadjes rondgedeeld aan de pers. Ronaldo speelt toch. Pas als de volksliederen moeten worden gespeeld, komen de Brazilianen voor het eerst het veld op. Hand in hand, Dunga als eerste. Mét Ronaldo. Eens de wedstrijd op gang, blijkt die traag en afwezig. Na een botsing met een tegenstander blijft hij geruime tijd op de grond liggen. Totaal verward. Een dolende ziel, zal een biograaf het omschrijven. Zelfs met tien tegen elf – MarcelDesailly wordt in de 67e minuut van het veld gestuurd – is Frankrijk nog te sterk. Statistieken zeggen niet alles, maar dit keer veel: gemiddeld raakte Ronaldo op het WK in een match 31 keer de bal. In de finale is dat 16 keer, waarvan één keer bij de aftrap van de tweede helft. Vijftig procent van zijn ballen resulteren in balverlies. In eerdere ontmoetingen was dat slechts 12 procent. Per wedstrijd schoot hij minstens drie keer op doel. In de finale is dat één keer.

Epilepsie of toch niet

Het is Roberto Carlos die als eerste uit de biecht klapt. Ronaldo is onderuit gegaan, zegt hij. Letterlijk. De teamdokter heeft het eerst nog over een duizeling, en daarna over een plotse verandering in spierspanning.

Sport en politiek gescheiden? Twee jaar na de feiten buigen twee parlementaire onderzoekscommissies zich over het voetbal. Een wil nagaan hoe corrupt het spelletje is, een ander wil weten wat er op het WK gebeurde. Gesuggereerd wordt dat Nike druk zette op de bond om Ronaldo alsnog op te stellen. Dankzij getuigenissen uit die commissie kan het tijdsverloop van die bewuste finaledag gereconstrueerd worden.

Dat Roberto Carlos de kat de bel aanbond, hoeft niet te verrassen. De linksachter was de kamergenoot van Ronaldo. Hij is aan het bellen, terwijl Ronaldo, die zich eerst de schedel kaal schoor en daarna douchte, rust. Als de spits plots hevig begint te trillen, denkt Roberto Carlos eerst nog aan een grap. Pas als hij vraagt om te stoppen en Ronaldo niet reageert, roept hij om hulp. Twee volle minuten duurt de crisis, getuigt een andere speler die direct ter plaatse is. Ronaldo kwijlt, spreekt snel en ongecontroleerd, zijn ogen puilen uit en hij kan moeilijk ademhalen. Vijf minuten later valt de spits alsnog in slaap. Zagallo zal later verklaren dat hij pas drie (!) uur later van het incident hoort.

Om vijf uur gaat Ronaldo, die zich van het hele verhaal niks herinnert maar te horen krijgt dat hij niet speelt, wat eten. Hij wil spelen en onder begeleiding van de politie en een teamdokter wordt hij naar de kliniek gevoerd. Hij ondergaat er wat onderzoeken. Tegelijkertijd probeert Zagallo de aangeslagen spelers op te peppen met het verhaal dat Pelé ook de finale van 1962 door een blessure miste, waarna Brazilië alsnog won.

Om twintig voor acht wordt in het stadion de hoofdteamarts door zijn collega van de onderzoeken van Ronaldo in de kliniek op de hoogte gebracht. Men wijt het aan een combinatie van vermoeidheid, somberheid en stress. Er is geen sprake van een epileptische aanval. Maar omdat de Brazilianen heel vaag zijn over de medicijnen die Ronaldo zou hebben gekregen, sluiten artsen niet uit dat hij een overdosis doping of pijnstillers kreeg.

Even later dringt het nieuws over zijn niet-opstelling door tot in de eretribune, waar Ricardo Teixeira, bondsvoorzitter, het wedstrijdblad in handen krijgt. Hij spoedt zich naar de kleedkamer om uit te vissen waarom Ronaldo niet op het blad staat. Ongeveer rond die tijd, om tien voor acht, meldt Ronaldo zich in de kleedkamer. In shorts, schoenen in de hand. Zwaaiend met een medisch rapport. Hij wil spelen.

De groep reageert verdeeld: aanvoerder Dunga wil liever zonder de spits beginnen, Leonardo liever met. Kwam Teixeira tussenbeide? Hij is in elk geval tussen acht en halfnegen in de catacomben. Om achttien over acht wordt het nieuwe wedstrijdblad verdeeld. Mét Ronaldo. Zagallo zal later getuigen: “Ronaldo verzekerde me dat hij fit genoeg was, en dat werd bevestigd door het medisch dossier.” Edmundo zal later invallen.

Verrassend: niet Zizou Zidane, maar Ronaldo wordt uitgeroepen tot dé speler van het WK.

Wie dekte Zidane?

De Braziliaanse media bijten zich vast in het gebeuren. De relatie tussen Nike en de bond wordt onderzocht, de teamdokter komt onder vuur te liggen. Bondsdokter Lidio Toledo zou Garrincha al kapot hebben gespoten toen diens knieën versleten waren, schrijft een krant. De beide artsen Toledo en Joaquim Da Matta (die Ronaldo naar de kliniek vergezelden) komen zelfs voor de medische raad van Rio. De raad spreekt hen vrij.

Op 10 januari 2001 moet Ronaldo in Brasilia voor de parlementaire onderzoekscommissie verschijnen. Globo News zendt het hele gebeuren rechtstreeks uit. Soms zijn de vragen hilarisch. Zo wil één lid van de onderzoekscommissie weten wie “Zidane moest dekken op corner?” De Fransman had daaruit twee keer gescoord. Ronaldo antwoordt alert: “Ik weet het niet, maar het gebeurde alleszins slecht.” Meer dan een uur wordt hij ondervraagd. Uiteindelijk levert dit deel van het onderzoek weinig op. Beïnvloeding van Nike wordt nooit aangetoond. Wel resultaat boekt het andere deel van de commissie die zich bezighoudt met corruptie en fraude.

Eén jaar later wint Brazilië de Copa América. Drie jaar later wordt het wereldkampioen. Met acht goals is Ronaldo topschutter van het toernooi. Hij is dit keer slechts de tweede beste speler, achter Oliver Kahn.

Politiek en voetbal gescheiden? Blatter toch.

door peter t’kint – beelden: reuters

De finale Frankrijk-Brazilië was ook een finale Adidas-Nike. Adidas won verrassend. De held van de Franse natie was een berber met Algerijnse roots: Zinédine Zidane.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content