De geheimen van de après-Tour

© belgaimage

Het ‘WK voor de sprinters’ op de mythische Champs-Elysées, de podiumceremonie met de Arc de Triomphe op de achtergrond: elk jaar weer wordt zo de Ronde van Frankrijk afgesloten. Althans voor de tv-kijkers, want voor de renners volgt nog een feestavond/nacht – voor sommigen ‘de lastigste rit van de Tour.’

20 juli 1969. Eddy Merckx wordt op de wielerbaan in Vincennes onder het oog van duizenden dolenthousiaste Belgische wielerfans gehuldigd als de eerste vaderlandse Tourwinnaar in dertig jaar. Nadat hij van microfoon naar microfoon is gesleurd, staat hij echter plots helemaal alleen. Bij zijn Faemaploeg was iedereen ervan uitgegaan dat iemand anders zich over de geletruidrager zou ontfermen. Niet dus. ‘Zo berooid heb ik mij in heel die Tour niet gevoeld’, vertelt hij.

Uiteindelijk wil Marcel Dernoncourt, adjunct-commissaris-generaal van de Tour, Merckx naar zijn hotel brengen. Alleen herinnert die zich niet meer de naam – iets met ‘Royal’. Waarna Dernoncourt met de Kannibaal, nog in koerskledij, Parijs doorkruist, tot ze na een uur terechtkomen in Hotel Pont Royal. Daar hebben echtgenote Claudine, ploegleider Lomme Driessens en alle sponsors alsmaar nerveuzer op Eddy gewacht. Veel tijd voor het traditionele banket, aangeboden door de Tourorganisatie, is er echter niet. Merckx moet – verplicht – nog naar de redactie van de organiserende krant Le Parisien Libéré.

Het slotfeestje is niet alleen een pleziertje gunnen aan de sponsors, het bevordert ook de groepssfeer.’ Dirk Demol

Pas daarna kan hij genieten van een etentje met zijn ploegmaats in Restaurant des Ministères. Eventjes, want Merckx moet die avond tijdig weer in België raken. Met de hulp van ex-premier Paul Vanden Boeynants, die een vliegtuig gecharterd heeft, gaat het van de luchthaven Le Bourget naar Brussel, voor een live-interview in de RTBF-studio’s. De hectiek is echter nog niet voorbij: de kersverse Tourwinnaar raakt er een kwartier opgesloten in de lift en moet langs een gat bovenaan eruit kruipen.

Daarna trekt Merckx naar zijn woonplaats Tervuren, waar de buurtbewoners hun held huldigen. Pas ver na middernacht kan Eddy met echtgenote Claudine eindelijk van rust genieten, en van de uitzending van de eerste maandlanding. Om daarna, na vier uur, doodmoe in slaap te vallen. ‘Ik heb die avond meer afgezien dan in de hele Tour’, aldus de Kannibaal.

Hetzelfde geldt voor Lucien Van Impe, wanneer die 17 jaar later in Parijs met de gele trui pronkt. Na de podiumceremonie moet hij eerst naar het Palais de l’Élysée voor een ontmoeting met president Valéry Giscard d’Estaing, daarna naar het Parijse stadhuis, en vervolgens naar het ontvangstkwartier van zijn sponsor Renault. Van Impe krijgt er de sleutels van een gloednieuwe Renault die hij later mag oppikken. Tot verbazing van echtgenote Rita: ‘Euh, Lucien, ik heb, als verrassing, al een Mercedes gekocht…’

Samen rijden ze met de gloednieuwe bolide diep in de nacht naar het geel geschilderde café van Van Impes ouders in Mere. Daar wachtten duizenden fans hem op. Zo enthousiast kloppend op de Mercedes dat het koetswerk fel beschadigd raakt. Rita ziet het met tranen in de ogen aan, terwijl Lucien met bier overgoten wordt en de kleren van het lijf getrokken wordt wanneer hij uitstapt. Een huilende dame krabt zelfs in zijn neus. Of hoe iedereen bijna letterlijk een stukje van de Tourwinnaar wilde.

Feest in de Moulin Rouge

Van een gezamenlijke duik in het Parijse nachtleven of grote party’s bij alle ploegen, behalve bij die van de Tourwinnaar, is dan echter nog geen sprake. Tot in de jaren negentig keren de renners, en zeker de Belgen, Nederlanders en andere buitenlanders, na de slotrit al huiswaarts. Sommigen pikken wel nog het banket van de Société du Tour de France mee, waar een (beperkte) delegatie van elke ploeg op uitgenodigd wordt. Anderen vertrekken, met oog op de criteriumdans in België en Nederland de dagen/weken erna, meteen na de finish. Vaak met de vrouw of supporters die hen komen ophalen, zoals Rita met Lucien Van Impe.

Wanneer Greg LeMond in 1989 Laurent Fignon in extremis uit de gele trui rijdt tijdens de afsluitende tijdrit op de Champs-Elysées, is Hitachirenner Marc Sergeant, die eerder die dag al zijn chronorace heeft afgewerkt, zelfs al bijna in België. ‘Ik hoorde het op de radio: ‘ Fignon perd le Tour!” Een grote verrassing ook voor de journalisten die al voor de start hun slotbeschouwingen hebben gemaakt, zoals Rik Vanwalleghem van Het Nieuwsblad. ‘We hadden ’s middags in de perszaal zelfs al een feestje gebouwd. Tot een collega vertelde: LeMond gaat de Tour winnen! ‘Onnozelaar, laat ons verder zuipen.’ Tot LeMond effectief won. Alle artikels in de vuilnisbak! We mochten – halfdronken – opnieuw beginnen… Zelden zo’n stressvolle avond gehad.’

Na de aanslagen in Parijs in januari 2015 is de traditionele ereronde op de Parijse boulevard verleden tijd.

LeMond zou het worst wezen. Agrigel, de cosponsor van zijn ADR-ploeg, huurt na zijn stuntzege meteen een deel van de Moulin Rouge af. ‘Een bescheiden feest hoor, geen wilde taferelen met naakte dames’, herinnert ploegleider José De Cauwer zich. ‘Greg genoot zelfs meer van de hamburgers in een fastfoodtent waar we daarvoor nog naartoe getrokken zijn.’

Het is pas een goed decennium later, vanaf de jaren 2000, dat ook andere ploegen na de slotetappe een feest op poten beginnen te zetten. In navolging van Lance Armstrong en diens US Postal/Discovery Channelploeg die het ook op dát vlak grootser aanpakken.

Met party’s in het Opera Hotel in Parijs, zoals in 2003, of zoals na zijn zevende en laatste Tourzege in 2005, met liefst drie events: een receptie van de Lance Armstrong Cancer Foundation, een samenkomst van Capitol Sports Entertainment, het managementbureau van The Boss, én een feest in het poepchique Ritzhotel met 600 genodigden, onder wie regisseur Steven Spielberg, acteur Tom Hanks, prins Albert van Monaco, de Amerikaanse ex-presidentskandidaat John Kerry én Jan Ullrich, Armstrongs eeuwige rivaal. Die steekt, in gebroken Engels, zelfs een lovende speech af. De Amerikaan noemde het vorig jaar in zijn Tourpodcast ‘het klasrijkste gebaar ooit’ van een van zijn tegenstanders.

Tom Boonen, de winnaar van de groene trui in 2007,  rijdt een ereronde met een glaasje champagne in de hand.
Tom Boonen, de winnaar van de groene trui in 2007, rijdt een ereronde met een glaasje champagne in de hand.© belgaimage

Omdat de media Armstrongs party’s uitgebreid belichten, zien ook andere sponsors er brood in. Niet toevallig ook Marc Coucke, die met Omega Pharma in de wielersport is gestapt. Wanneer hij in 2008 met Cadelleke Evans op weg lijkt om de gele trui binnen te halen, lekken al tijdens de tweede Tourweek de plannen uit over een groots overwinningsfeest in de Parijse concertzaal L’Olympia.

Hoewel de Aussie, geknakt onder de druk, in de slottijdrit het geel kwijtraakt aan Carlos Sastre, laat Coucke het geplande feest in Parijs toch doorgaan. Weliswaar niet in L’Olympia, maar in het Hard Rock Café dat hij volledig heeft afgehuurd. Met limousines, begeleid door motoren van de Parijse Harley Davidsonclub, wordt iedereen van de Silence-Lottoploeg ernaartoe gebracht. Onderweg zien ze op het grote neonscherm van de concertzaal: ‘ Omega Pharma thanks Cadel Evans.‘ In het Hard Rock Café wacht daarna een feest, inclusief een open bar en een optreden van een rockband. Voor Cadel Evans wordt niet alleen het slot van de Tour, maar ook die party een afknapper. Na even te hebben meegezongen met de rockband glijdt hij, al lichtjes beschonken, uit op de natte vloer. De Australiër loopt een knieblessure op en moet zelfs afzeggen voor het Natourcriterium van Diksmuide op dinsdag.

Op het ploegfeestje bleef Chris Froome naar verluidt de troepen aanvoeren. Tot vijf uur ’s nachts.

Geen ereronde meer

Vandaag, tien jaar later, zijn dergelijke feestjes na de laatste Tourrit veeleer regel dan uitzondering, bij élke ploeg. Terwijl dat na de Giro of Vuelta de uitzondering is, alleen de eindzege is dan goed voor een extra party. De reden: het gebrek aan vips/sponsors in Italië of Spanje, terwijl die elkaar bijna vertrappelen in Parijs. Die moeten ‘gesoigneerd’ worden en dan is een avondje in een losse sfeer met de renners van de ploeg mooi meegenomen. Al geldt het omgekeerde ook, want steeds meer sponsors organiseren in Parijs hun eigen event, waarop de renners dan verwacht worden. Hoofdattractie bij dat van BORA-hansgrohe vorig jaar: Peter Sagan, die nochtans in de vierde rit was uitgesloten, maar met zijn acte de présence het verlies aan publicitaire return toch (een beetje) goedmaakte.

Tegenvaller voor de vips: tot voor een paar jaar konden zij in de tweede ploegauto telkens een rondje meerijden op de Champs-Elysées. Toen die stop and go’s echter de spuigaten uitliepen, schafte de Tourorganisatie de tweede ploegwagen af.

Ook verleden tijd, na de aanslagen in Parijs in januari 2015: de traditionele ereronde op de Parijse boulevard. Jens Keukeleire maakte dat in zijn eerste Tour, in 2014 nog mee. ‘Het maakte de aankomst op de Champs-Elysées, sowieso al een kippenvelmoment na drie weken afzien, nóg specialer. Als een gladiator die de strijd heeft overleefd het publiek in de arena mogen groeten. Doodjammer dat ze die ereronde hebben afgeschaft.’

Niet alleen voor de veiligheid, maar ook omdat sinds de 100e Tour, in 2013, de aankomst van de slotrit naar de avond/vooravond is verschoven en de Champs-Elysées voor 23 uur moet worden vrijgegeven voor het verkeer. Geen tijd dus meer voor een ereronde. Die latere finish is mede ook de reden waarom elke renner, in tegenstelling tot tien, twintig jaar geleden, nu wel de nacht in Parijs doorbrengt.

Bovendien wíl elke renner er graag bij zijn, op het afsluitende feestje van de ploeg. ‘ Marcel Sieberg‘, vertelt Lotto-Soudalmanager Marc Sergeant, ‘brak vorig jaar in de 17e rit, vier dagen voor het einde, zijn sleutelbeen. Hij was er het hart van in. En dus hebben we hem na de operatie laten overkomen naar Parijs, samen met zijn vrouw. Een gebaar dat hij enorm apprecieerde.’

‘Het slotfeestje, met álle personeelsleden, is immers niet alleen een pleziertje gunnen aan de sponsors, het bevordert ook de groepssfeer’, zegt Trekploegleider Dirk Demol. ‘Een moment om eens níét over de koers te praten. Om ook de familieleden de vrouwen van de renners beter te leren kennen, want zij worden ook uitgenodigd.’

Dat die, mooi opgetut en feestelijk uitgedost, graag naar Parijs afzakken, hoeft niet te verwonderen. Geen achterafzaaltjes voor die party’s, maar exclusieve locaties. ‘De voorbije jaren trokken wij steevast naar Plaza Athénée, een luxueus vijfsterrenhotel’, vertelt Quick-Stepmanager Patrick Lefevere. ‘Normaal onbetaalbaar, maar de directeur is zot van de koers en maakte steevast een mooie prijs, inclusief een eigen muzikaal optreden, als imitator van Charles Aznavour en Frank Sinatra.’

De geheimen van de après-Tour
© belgaimage

Team Dimension Data, de ploeg van Mark Cavendish, huurde vorig jaar zelfs een boot, die alle genodigden een hele avond door Parijs voer op de Seinerivier. En Orica-Scott vergastte zijn renners en sponsors op een receptie op een dakterras met magnifiek zicht op de Eiffeltoren.

Discotheek

Hoe zwaar die feestjes zijn, hangt af van renner tot renner, zegt Dirk Demol. ‘Sommigen drinken geen druppel alcohol en blijven weg van de hamburgers, pizza’s of frieten, omdat ze de week erna willen schitteren in de Clásica San Sebastian, al zijn dat uitzonderingen. Anderen zijn na twee glazen alcohol al halfdronken – logisch als je na drie weken koersen graatmager staat – en zoeken tegen middernacht doodmoe hun bed op. De echte sterke mannen kunnen dan weer blijven doorgaan, tot diep in de nacht.’

‘Vaste plaats van afspraak voor de renners die hun ploegfeestje willen voortzetten is een ondergrondse discotheek: YoYo of het Palais de Tokyo’, zegt Jens Keukeleire. ‘Decadent wordt het ook daar niet hoor. Gewoon wat bijpraten onder de collega’s en hun partners. Wel leuker dan het feestje met de ploeg, want er wordt ‘verwacht’ dat je als renner ook een babbeltje slaat met de sponsors. Die geven bovendien soms ook ellenlange speeches – zeker bij Franse teams een traditie.’

Renners van Team Sky zul je in de YoYodiscotheek niet zien, die blijven op het feestje met de ploeg plakken. In tegenstelling tot wat je zou verwachten geen dooie boel. Luke Rowe omschreef het vorig jaar zelfs als ‘ a pretty heavy night‘, waar de Welshe cider rijkelijk vloeide. Dat bleek ook uit de tweet van Michal Kwiatkowski, daags erna, om 11 uur. ‘ Just woke up and realized that 22 Stage of @LeTour was the hardest one.‘ Een etappe waar zelfs de ogenschijnlijke oersaaie geletruiwinnaar Chris Froome naar verluidt zijn troepen bleef aanvoeren. Tot vijf uur ’s nachts. Meer wil niemand binnen Team Sky daar echter over kwijt. ‘ What happens in Paris, stays in Paris, mister.’

Van één naar vijf hotels

Toen in 1975 de aankomst van de slotrit naar de Champs-Elysées verplaatst werd (1975), was eerst het chique Sofitelhotel het kloppend hard van het laatste Tourweekend en daarna het hotel Concorde La Fayette, zo’n 1,5 kilometer ten westen van de Arc de Triomphe. 33 verdiepingen hoog, met 950 kamers een van de grootste hotels in Frankrijk. Plaats genoeg voor een groot deel van de Tourkaravaan. Behalve voor Lance Armstrong. Die overnachtte na zijn zeven zeges steevast in het vijfsterrenhotel Le Crillon.

Ook komend weekend zullen renners nog altijd in het Hyatt Regency Paris-Etoile (sinds 2013 de nieuwe naam van het hotel Concorde La Fayette) slapen, maar niet meer het hele peloton, zoals tot voor 2017. Vorig jaar werden alle ploegen verspreid over vier andere hotels, wegens verbouwingen in het Hyatt Regency Paris-Etoile. Dit jaar zelfs over vijf hotels, inclusief de oude pleisterplaats, waar in het nabijgelegen Palais des Congrès ook elk jaar in oktober het Tourparcours wordt voorgesteld en ook de perszaal gevestigd is.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content