Als Anderlecht op Club Brugge verliest, wordt het voor paars-wit lastig om kampioen te spelen, zei Paul Van Himst voor de kraker van afgelopen zondag. Terwijl voorspellingen en verzuchtingen weinig zin hebben in deze play-off 1, die bol staat van de kronkels en de grilligheden. Het is een rollercoaster vol wisselende emoties, een draaiboek met steeds herschreven scenario’s. Anderhalve week geleden werd Standard plots mee gebombardeerd tot titelfavoriet, als het ware herrezen uit zijn as. Toen ook leek AA Gent niet rijp genoeg om zich in de race om het kampioenschap te gooien, de ploeg was niet bij machte met stress om te gaan. Aldus sprak het verzamelde en almaar groeiende legertje van analisten.

Negentig minuten later liggen de Rouches in de touwen en moet Hein Vanhaezebrouck zijn best doen om, na de indrukwekkende 1-3-zege op Standard, de druk weg te houden. Dat Vanhaezebrouck lacht met de vraag of Gent kampioen kan worden, botst brutaal met het karakter en de tomeloze ambitie van de trainer. Maar hij kent de psyche van zijn manschappen en anticipeert op wat er gaat komen.

Het is vreemd hoe ploegen in deze competitie-epiloog balanceren tussen geschutter en geschitter, hoe wanprestaties worden weggeveegd door glansvolle optredens. Heeft het met mentaliteit te maken, met karakter, met beroepsliefde, met het (on)vermogen om zich helemaal voor het vak weg te cijferen? De belangrijkste taak van een trainer lijkt er dezer dagen in te bestaan zijn spelers scherp te houden. En om af en toe met een tactische vondst uit te pakken. Zoals Vanhaezebrouck dat op Standard deed met Laurent Depoitre en de wederoptredende Nicklas Pedersen centraal in de spits. Beiden speelden voor de eerste keer samen, maar ze vonden elkaar blindelings.

Met thuiswedstrijden tegen Club Brugge en Anderlecht gaat AA Gent de komende dagen op zoek naar zijn grenzen. Het maakt deel uit van het groeiproces. De club is al lang bezig zijn draagvlak tot ver buiten de provincies te verruimen. De ambitie om kampioen te worden leeft wel degelijk binnen de club, hoe iedereen ook zijn best doet om dat te ontkennen. Dan wordt er ook een blinde vlek op de sportkaart van de stad Gent weggegomd. Nadat het nieuwe stadion nieuwe financiële mogelijkheden aanboorde, zou dit de budgettaire slagkracht nog meer verhogen. Die bloedtransfusie zou voor het Belgisch voetbal geen slechte zaak zijn.

Het is bitter voor Anderlecht dat het zondag op Club Brugge een wedstrijd verloor die het 70 minuten lang had gedomineerd. De kampioen verzuimde alleen om kansen af te maken. Dat doelman Silvio Proto achteraf stelde dat iedereen zichzelf in vraag moet stellen en er oplossingen dienen gevonden te worden is niettemin veelzeggend.

Veel reden voor euforie was er eigenlijk ook niet bij Club Brugge. Tot halverwege de tweede helft zat er geen voetballend vermogen in blauw-zwart, dat vrijwel uitsluitend acteerde met de lange bal, het wapen van de machteloosheid. Lior Refaelov geraakte amper zijn man voorbij en Víctor Vázquez zoekt na zijn blessure nog naar zijn beste niveau. Geen greintje creativiteit in het spel van Club. Tot de inbreng van Obbi Oulare voor de kentering zorgde. En Vázquez met twee assists nog maar eens toonde dat hij over gouden voeten beschikt. Het is een kunst om slechte wedstrijden met een maximale puntenwinst af te sluiten. Maar het spel van Club moet beter.

De terugkeer van STVV is een verrijking voor eerste klasse. De Limburgers hebben een rijke traditie, aan de club hangen veel memorabele verhalen. Onverzettelijkheid is van oudsher een handelsmerk in Sint-Truiden. De legendarische Raymond Goethals, die daar als trainer doorbrak, ondervond dat toen hij eens aan de rust de hevig bloedende Toine Polleunis, de vader van het latere icoon Lon Polleunis, wilde vervangen. Die vroeg wie dan zijn winstpremie zou betalen en stormde met een indrukwekkend verband weer het veld op. Later werd Sint-Truiden vicekampioen, in het seizoen 1965/66, en zat er zo veel volk op Staaien dat spelers die een hoekschop wilden nemen eerst een aantal mensen moesten wegduwen.

Nu is STVV een moderne club met een mooie accommodatie die ook geregeld volloopt. Ook op dat vlak is het een aanwinst voor eerste klasse waar vele clubs qua infrastructuur zijn blijven steken in de prehistorie.

DOOR JACQUES SYS @JacquesSys

STVV is een verrijking voor eerste klasse.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content