Aan de zijde van Iljo Keisse wordt Mark Cavendish volgende week de headliner van de Gentse zesdaagse. Een wederzien met en een revanche óp het Kuipke, want Cavs drie vorige deelnames werden een afgang. Een reconstructie.

Najaar 2004. Als lid van de British Cycling Academy trekt de 19-jarige Mark Cavendish naar de Toekomstzesdaagsen om er de stiel te leren. Met ploegmaat Matt Brammeier debuteert de Brit verrassend goed: in Amsterdam eindigt het duo als derde en in Dortmund laten ze de (weliswaar zwakke) tegenstand achter zich. Wanneer Cavendish daarna huiswaarts keert, naar het eiland Man, is de decompressie echter groot. “Die zege was zo opwindend dat ik mezelf te veel beloond heb”, vertelt hij in zijn biografie Boy Racer.

Dat blijkt in de Gentse Toekomstzesdaagse, waar Cav, met een vetpercentage van twíntig procent, aan de zijde van Brammeier weggeblazen wordt: pas negende op elf teams. “Mark was helemaal uit vorm”, vertelt Steve Schets, met Kenny De Ketele winnaar van die zesdaagse. “Hij had ook veel moeite met de korte, technische piste in ’t Kuipke, waar hij voor het eerst reed. Driemaal is hij zelfs gevallen.” Een prestatie die Cavendish in zijn biografie als “vernederend en beschamend” omschrijft. “Ik zwoer dat ik nooit meer zo’n pak slaag zou krijgen. De weken erna heb ik, op het eiland Man, als een gek getraind: dagelijks vijf à zes uur. Een keerpunt in mijn carrière.”

Dat is te zien na Nieuwjaar: met Geraint Thomas wint Cavendish de Toekomstzesdaagse in Bremen, en in maart wordt hij in Los Angeles, tot verbazing van iedereen, met de 31-jarige Robert Hayles wereldkampioen ploegkoers bij de profs. Weliswaar door te profiteren van de rivaliteit tussen de Belgen (KeisseGilmore) en de Nederlanders (SlippensStam).

Ontgroening

Na een drukke zomer op de weg bij het Duitse Team Sparkasse gaat Cavendish in de herfst van 2005 met Hayles op tournee in het zesdaagsecircuit. Als wereldkampioenen worden ze flink betaald, maar in de eerste Six, in Dortmund, gaan ze als allerlaatste de slotdag in, met een zware crash van Cavendish erbovenop. Ondanks een lichte hersenschudding start de Brit twee dagen later in München, maar ook die zesdaagse wordt een calvarie: opnieuw allerlaatste, op 43 ronden van ZabelBartko. “Niet onlogisch”, verklaart Iljo Keisse. “Mark was amper twintig en moest het opnemen tegen specialisten. Een uur knallen met een groot verzet, zoals op het WK in LA, kon hij aan, maar in een zesdaagse telt vooral souplesse en uithouding.”

Ook in Gent, een week na München, verzuipt Cavendish. “Op de tweede dag reed Mark zo traag dat een aflossing met Hayles mislukte, waardoor die zwaar op zijn ribben viel”, vertelt Schets. De Brit kan weer starten, maar eindigt vier dagen later met zijn ploegmaat als laatste, op 34 ronden van Keisse-Gilmore. Opnieuw recht Cavendish echter de rug: in maart 2006 pakt hij op de Commonwealth Games goud in de scratch, een maand later finisht hij met Hayles als vierde in het WK ploegkoers.

De volgende winter zet de Manx Missile wegens zijn eerste profcontract bij T-Mobile de pisteactiviteiten echter op een laag pitje. Een succes: voor het Duitse topteam behaalt hij in 2007, op zijn 22e, meteen elf zeges op de weg, waaronder de Scheldeprijs. Na dat debuutseizoen en een vakantie in Thailand begint Cavendish samen met Bradley Wiggins aan zijn eerste olympische missie. In aanloop naar de WB-manches in Sydney en Peking, waar ze zich hopen te kwalificeren voor de Spelen van 2008, wil het nieuwe duo warmdraaien in de zesdaagse van Gent, Wiggins’ geboortestad. Maar zonder veel ambitie: “Een maand ervoor zei ik tegen de organisatoren dat ze geen mirakels moesten verwachten”, aldus Cavendish in zijn biografie. Ook Wiggins sluit een zege uit: “Ik heb hier toch al gewonnen (in 2003 met Gilmore, nvdr). We willen vooral automatismen aanscherpen en ongelukken vermijden, gezien het dodelijk ongeval met Isaac Gálvez vorig jaar.”

Toch zijn de verwachtingen hooggespannen, bij publiek én concurrenten. Keisse: “Ik dacht dat we voor de tweede plaats zouden strijden.” Maar Cavendish’ voorspelling wordt werkelijkheid. Met zes overtollige kilo’s en na amper een week trainen lopen hij en Wiggins – nochtans het dikst betaalde duo – al de eerste avond een achterstand van tíén ronden op. Wiggins kan er tegen de journalisten echter om lachen: “Wij zijn de besten en dat zullen we tijdens de Spelen bewijzen. Daar smeren we hen die tien ronden terug aan hun broek”, zegt hij met een pokerface terwijl Cavendish kronkelt van de pret. Maar achter die lach schuilt ook ernst. “Elke middag”, vertelt Bart Brackez, zijn toenmalige Belgische verzorger, “trainde Mark extra op snelheid, een uurtje achter mijn derny langs de Leie.” Cavendish raakt zo iets beter op dreef en ‘beperkt’ met Wiggins uiteindelijk de schade, als tiende op 39 ronden van winnaars Keisse-Bartko. Organisator Patrick Sercu is echter niet tevreden: “Van Bradley geen slecht woord. Hij heeft zijn contract vervuld. Mark niet.” Ook de Engelse journalist die hem en Wiggins in Gent een week achter de schermen heeft gevolgd, haalt de zeis boven. Tot grote woede van Cavendish: “Typisch! In België werden we als koningen ontvangen, in Groot-Brittannië bedolven ze ons onder kritiek”, sneert hij in Boy Racer.

Gevoel van schaamte

Die gebruikt de sprinter als brandstof om opnieuw terug te slaan. Begin december stellen hij en Wiggins met zilver op de WB-ploegkoers in Peking de kwalificatie voor de Spelen veilig. Nog zoeter smaakt de revanche wanneer het Britse duo in april 2008 wereldkampioen ploegkoers wordt, in Manchester bovendien. Vier dagen erna behaalt Cav zijn eerste seizoenszege op de weg – in de Driedaagse De Panne – en eind juli fonkelt zijn ster nog feller na vier ritoverwinningen in de Tour. Alleen de Spelen in Peking, half augustus, monden uit op een sisser: pas negende. Wiggins heeft, na winst in de individuele en de ploegenachtervolging, zich immers op zijn hobby gestort: drinken – het begin van een maandenlang stilzwijgen tussen de twee.

Ruim zes jaar later en een decennium na zijn eerste deelname start Cavendish, intussen 120 wegzeges rijker, volgende dinsdag opnieuw in Gent. Om te vermijden dat de kilo’s, zoals vorige winter, zich tijdens het tussenseizoen weer opstapelen, maar ook met een extra drive: de “vernedering” van 2004 (en die van 2005 en 2007) uitwissen. Want zegt hij in zijn biografie: “Niets motiveert mij meer dan een gevoel van schaamte na een nederlaag.” Het publiek in het Kuipke zal het met plezier aanzien.

DOOR JONAS CRETEUR – BEELDEN BELGAIMAGE

“Niets motiveert mij meer dan een gevoel van schaamte.” Mark Cavendish

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content