Wat Roger Federer uit zijn racket schudt, is pure kunst. Alleen het rode stof van Roland Garros staat nog tussen hem en het officiële grand slam. Dan ligt het gras van Wimbledon de Zwitser stukken beter. In Londen begint hij dan ook als favoriet.

De nummer één van de wereld liet zich aan het begin van het seizoen nog in voorzichtige bewoordingen uit over het eventueel veroveren van het grand slam, winst in de vier grandslamtoernooien van het jaar (Australian Open, Roland Garros, Wimbledon en US Open). “De sleutel voor het grand slam ligt in Australië. Alleen dáár ben ik ermee bezig. Als je daar verliest, moet je een heel jaar wachten voor de kans zich opnieuw aandient.” En tot de Australian Open liep het volgens plan. Een van de twee mannen die ooit een grand slam scoorden, Rod Laver (1962 en 1969), kende dan ook geen twijfels toen hij in Melbourne de beker aan Federer overhandigde : “Hij is zo enorm getalenteerd. Zijn rust, zijn slagen, zijn positie op de baan, het anticiperen op tegenstanders. Hij heeft alles om het grand slam te voltooien.”

Maar dit jaar mocht het dus niet zijn. Federer repte zich zonder veel tijdverlies naar de finale van de French Open, om daar op de valreep te sneuvelen tegen de Spaanse gravelvreter Rafael Nadal. Federer heeft in zijn loopbaan al laten zien op alle ondergronden uit de voeten te kunnen, maar gravel is duidelijk zijn minst favoriete. Het remt zijn versnellingen af, die op een hardere bodem haast ongenaakbaar schijnen. Dat het gemalen baksteen er in Parijs op de koop toe nog behoorlijk losjes bijlag, versterkte dat effect nog. Federers rush naar de finale op Roland Garros bewijst wel dat hij ook op gravel zijn mannetje staat. Net als vorig jaar kon enkel Nadal hem stoppen, zij het toen in de halve finale.

Benieuwd of de Zwitser zijn status van de onbedreigde nummer één kan herstellen in Wimbledon. Hij begint er alvast als topfavoriet. Federer heeft een voorliefde voor gras. Zijn techniek komt daarop het meest tot uiting. Daar kan hij zijn service naar buiten toe optimaal benutten, kan hij sneller naar het net gaan en zijn zijn volleys effectiever dan op gravel of hardcourt. Daarnaast is zijn slice backhand een sterk wapen. De bal blijft zo laag dat zijn tegenstanders er moeilijk onder kunnen kruipen. De drie Wimbledonzeges die hij al op zak heeft, gelden als overtuigend bewijs. Het gras van Wimbledon neemt een speciale plaats in bij Federer. “Wimbledon is mijn tweede thuis. Ik heb er met mijn juniorentitel meegerekend al vier titels gewonnen. Ik kijk er altijd naar uit naar Londen te gaan. Gras heeft iets bijzonders. Je kunt erop duiken en plezier maken. Het voelt heel natuurlijk aan en ruikt lekker. Misschien houd ik zo van gras omdat ik vroeger altijd heb gevoetbald.”

Stormachtig

De loopbaan van Roger Federer heeft al een stormachtig verloop gekend. In 1998 tenniste hij zijn laatste seizoen bij de junioren en sloot hij met een zege op Wimbledon en een finaleplaats op de US Open af als nummer één van de wereld. Een jaar later was hij bij de senioren met 18 jaar en 4 maanden de jongste speler in de top honderd. Het publiek kreeg eind jaren negentig al zo nu en dan een glimp te zien van wat hij in huis heeft. Met zijn superieure stijl en techniek werd hij al snel tot toekomstig toptienspeler gebombardeerd. Een belofte die hij vanaf 2001 inloste. Met de toernooizege in Milaan viel er een last van zijn schouders. “Mensen begonnen me al te vergelijken met Anna Kournikova. Ik slaagde er maar niet in een titel te grijpen. Dat is nu gelukkig gelukt. Ik moet zeggen : deze titel smaakt naar meer.”

En die zege gaf hem zichtbaar vertrouwen. In de grandslamtoernooien klopte hij nadien steeds nadrukkelijker op de deur. Zijn wedstrijd in de vierde ronde van Wimbledon stond bol van de symboliek. In vijf sets rekende hij af met Pete Sampras : 7-6, 5-7, 6-4, 6-7, 7-5. Federer zette hoogstpersoonlijk een punt achter het tijdperk Sampras, de wisseling van de wacht in het internationale tennis was een feit. Het was de opmaat naar een redelijk succesvol 2002 waarin hij drie toernooizeges boekte en naar de definitieve machtsovername in het mannentennis in 2003. Dat jaar veroverde hij op Wimbledon zijn eerste grandslamtitel en won hij de Tennis Masters Cup. Het begin van een ongelofelijke reeks van 7 grandslamoverwinningen en in totaal al 37 toernooizeges.

Bijzonder is dat hij in het succesvolle jaar 2004 zonder coach werkte. In 2003 nam hij afscheid van de Zweed Peter Lundgren en ging solo verder. Federer voelde niet direct de noodzaak Lundgren te vervangen. “In het voetbal heeft een trainer een belangrijke functie. In het tennis valt dat wel mee. Trainers praten in tennis niet zo veel.”

Sinds eind 2004 werkt Federer met Tony Roche. Met hem haalde hij een gerespecteerd coach in zijn team. De Australiër was eerder verantwoordelijk voor de prestaties van Ivan Lendl, Patrick Rafter en Jelena Dokic. Roche ziet nog genoeg verbeterpunten in Federers spel. “Met name zijn tweede service en zijn netspel. Hij zou vaker serve-and-volley moeten spelen.”

Betere wereld

Zijn collega’s doopten zijn spel tot ’tennis van een andere planeet’ en komen superlatieven te kort als ze over hem praten. John McEnroe op de BBC : “Rod Laver, Boris Becker, Jimmy Connors, Björn Borg of Pete Sampras. Geen van hen had zoveel talent als Roger Federer.” Andre Agassi put inspiratie uit zijn duels met Fed Express. “Als je tegen Roger speelt, heb je niet het gevoel dat je aan het tennissen bent. Het lijkt eerder alsof je het beste zitje in het stadion hebt gekregen. Hem op een court te zien bewegen is een bron van inspiratie.”

Zijn sterke spel legt Federer geen windeieren. Hij tenniste de afgelopen jaren ruim 22 miljoen dollar (circa 15,4 miljoen euro) bij elkaar en het bedrijfsleven maakt met lucratieve deals graag gebruik van zijn naam. Zo tekende Federer contracten met het Zwitserse horlogemerk Maurice Lacroix, racketfabrikant Wilson, Nike en Swiss International Airlines. De maatschappelijk bewuste Federer beseft dat hij met zijn bekendheid een voorbeeldfunctie heeft. Dat bewees hij met de oprichting van de Roger Federer Foundation. De in 2003 opgezette organisatie richt zich vooral op sportprojecten in Zuid-Afrika. “Met al het succes dat ik heb en al het geld dat ik verdien, is dat wel het minste wat ik kan doen. Ik vind het leuk om iets te doen voor de kinderen in het geboorteland van mijn moeder. We steunen enerzijds kinderen die niet de mogelijkheden hebben om te sporten en anderzijds jonge tennistalentjes. Zie het als mijn bescheiden bijdrage aan een betere wereld.”

Boost

Het plezier in de sport heeft bij Federer nog steeds de overhand. “Ik hou van de sport en dat zal nooit meer overgaan. Ik kan niet precies omschrijven wat er zo mooi aan tennis is. Het artistieke aspect, het atletisch vermogen, het publiek rond het centre court. Het reizen is zwaar, maar ik heb wel de kans met andere landen en culturen kennis te maken. Daar geniet ik van.” Om er in dezelfde adem aan toe te voegen : “En als je na hard werken succes hebt, is dat altijd leuk. Te zien waar je staat en wat je nog wil bereiken. Als je zo fantastisch speelt als ik de laatste jaren deed, geeft het een kick om records te breken en me te meten met mijn voormalige idolen Boris Becker en Stefan Edberg. Zij wonnen ieder zes grandslamtoernooien. Ik sta nu met zeven titels op gelijke hoogte met Mats Wilander en John McEnroe. Daar krijg ik een boost van.”

Maar we zullen dus wel nog minstens een jaartje langer moeten wachten om Federer een grand slam te zien binnenrijven. En de Zwitser beseft dat die ultieme prestatie er in deze tijd niet makkelijker op wordt. De tenniskalender is overvol. Overbelasting en blessures liggen dan ook op de loer. “Blessures zijn mijn grootste tegenstander. Met al die uren op de baan en de lange reizen ben je gauw moe en heb je vaak last van pijntjes. Het seizoen is lang en daar moet je jezelf tegen in bescherming nemen.”

In Wimbledon, het derde grandslamtoernooi van het jaar, start Federer wel opnieuw als favoriet. Ook hij gelooft nog in zijn kansen aldaar. “Naar Wimbledon leef ik een stuk relaxter toe dan naar Roland Garros. Ik heb er al drie keer gewonnen en weet inmiddels hoe het voelt om een titel te moeten verdedigen. Met die druk kan ik omgaan. Dat geeft me vertrouwen. Ik weet dat ik dat toernooi nog een keer kan winnen.”

WIM VAN ECK EN ILKA DE BISSCHOP

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content