Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

Wat is er ondertussen van het voetbal in de ontwakende wereldmacht China ? ‘We missen een rolmodel als NBA-ster Jao Ming. De doorbraak van Dong Fangzhuo bij Manchester United zou voor een nieuwe boom kunnen zorgen.’

Plots verschijnt er een glimlach op al die ernstige gezichten. Bora Milutinovic ! Een jonge Chinees knijpt de remmen dicht, biedt ons zijn fototoestel aan en vraagt of wij hem met Mister Bora willen fotograferen. In de wolken met de foto rijdt de jongeman bij zijn vertrek pardoes tegen een andere fietser aan. Een toegesnelde plaatselijke reporter, die net als wij twee dagen achter de voormalige bondscoach van China aan zat, wil weten wat hij gisterenmiddag in Ikea deed. “Meubelen kopen voor mijn huis in Belgrado.”

Het is eind september en we zijn in hartje Peking met Bora Milutinovic aan het wachten op een taxi die ons naar Berena’s Bistro, Bora’s favoriete restaurant, moet brengen. Vijf jaar is het geleden dat China zich onder zijn leiding voor het WK in Japan & Zuid-Korea plaatste, een historische kwalificatie waarvoor de Chinese voetbalbond hem een appartement cadeau deed. Het was het vijfde wereldkampioenschap op rij voor de charismatische Serviër, die eerder ook al met Mexico, de Verenigde Staten, Costa Rica en Nigeria de eindronde had gehaald. Een unicum. Ondertussen coacht hij Jamaica. Wonen doet de man met vrouw en dochter vooral in Mexico. Maar hij reist graag. Visiting friends, you know. Als Mexicaans bondscoach, in de tijd dat het world wide web nog niet gecreëerd was, vertelt hij, abonneerde hij zich in het vooruitzicht van een WK-wedstrijd tegen België ooit zes maanden op Le Soir en La Dernière Heure. Hij won.

“Het talent van Chinezen is dat van de linkerhersenhelft”, zal Milutinovic later op de avond vertellen, gevraagd naar zijn ervaringen in China. “Materie, exacte wetenschappen, wiskunde. Maar voetbal is geen computerspel. Het gaat ook om intuïtie, improvisatie, verbeeldingskracht. Wat is het surplus van topspelers ? Dat zij een antwoord vinden dat jij niet verwacht. Dat hebben Chinezen niet zo, de creativiteit om de beste manier te zoeken om problemen op te lossen. Ken je het verhaal van de aankomst van Marco Polo in Sjanghai destijds ? Hij stapt aan wal met een versleten uniform en vraagt een kleermaker hoeveel tijd het zou kosten om zo’n nieuw uniform te maken. ‘Drie uur’, zegt de man. Drie uur later is het klaar. Exact hetzelfde uniform, een werkelijk perfecte kopie, mét de gaten erin.

“Fysiek zijn Chinezen zeer sterk. Ik had een vrij grote ploeg, met toch ook enkele jongens met wat leiderscapaciteiten ertussen, hoor. In China werkte ik vooral op het psychologische vlak, aan de ambiance in en rond de ploeg, bij de spelers en de entourage, bestuurders en publiek. De groepsgeest was buitengewoon. Chinezen zijn gewoon om onder druk slaafs bazen en regeltjes te volgen, top-down, met mij was het anders. Zonder bevelen, zonder controle. Mij ging het erom enthousiasme, plezier te wekken, zelfvertrouwen op te bouwen. Ik gebruikte zelfs muziek en films om een nieuwe dynamiek te creëren. Ik was als een oudere broer voor hen, we deden veel samen. Pingpongen, schaken, uitgaan, improviseren. Ik paste mij aan hen aan, zij aan mij. Ik sprak geen Chinees en zij spraken geen Spaans, Frans of Engels, maar we begrepen elkaar zeer goed. De affiniteit die ik met hen had, was geweldig. Ik sprak met hen niet alleen over voetbal, maar ook over het leven. Happy soccer ! Enjoy the life ! En : we speelden heel veel wedstrijden, meer dan vijftig in anderhalf jaar. Het is een manier van leren. Spelenderwijs. Je moet weten : in 1999 had de Chinese nationale ploeg niet één interland gespeeld. Vanuit het idee : als je verliest, is het niet goed, dus spelen we beter niet. Ingegeven door angst-, schaamtegevoelens dus.”

“Het grote nadeel van China blijft het gebrek aan internationale ervaring”, besluit Milutinovic. “De echte passie voor het voetbal ontbreekt er nog altijd. Naar Europese normen is alles er middelmatig. De competitie, de manier waarop het voetbal er is opgebouwd en gepromoot wordt, de rol van de televisie, de toeschouwersaantallen in de meeste wedstrijden. En waar zie je kinderen voetballen ?”

Alles voor Beijing 2008

Voor het WK 2006 wist China, onder leiding van Arie Haan, zich niét te plaatsen in een poule die vooraf als gemakkelijk werd beschouwd. Een anticlimax. “Dat was een zeer slechte zaak”, aldus Wu Jinqui, hoofdtrainer van Sjanghai Shenhua en toenmalig assistent van Haan. “Arie Haan brák het Chinese voetbal. Hij maakte nooit plannen en als hij al eens iets opschreef, was het op een servet. We hadden geen stijl, geen tactiek en er was ook geen strijd. Er is veel tijd en geld verloren toen. Het is niet zijn schuld, eigenlijk, maar dat van de bond. Hij had een goede reputatie als speler, niet als trainer, maar er was niemand om hem te stoppen.”

“Het Chinese voetbal beleeft zeer moeilijke tijden”, vervolgt Wu. “De competitie is niet meer zoals voorheen. Clubs kennen financiële problemen, de belangstelling van publiek, media, sponsors en overheid is fel teruggelopen. Alles is momenteel gericht op Beijing 2008, op het klaarstomen van een team voor een medaille, maar de voetbalsport is iets anders dan de Olympische Spelen. Voetbal is met geen enkele andere sport te vergelijken. Niet alle officials zijn zich bewust van het belang en de impact van voetbal als wereldsport. Het gaat om meer dan sport.

“De voetbalbond en de Chinese sportacademie zullen tijd, geld en energie moeten investeren in de ontwikkeling van het voetbal. We hebben topmensen nodig met een goede visie en verantwoordelijkheidszin. Ik hoop dat de economie en het voetbal samen kunnen groeien, maar momenteel gebeurt het helaas gescheiden. De economie is veel sneller.”

Sjanghai Shenhua is een staatsclub met een budget van achttien miljoen euro. Het speelt in het moderne Hongkou Stadium, dat zitplaats biedt aan 35.000 mensen – en met het oog op de openings- en slotceremonie van het WK voetbal voor vrouwen in september van dit jaar verbouwd wordt. “De overheid is baas en zorgt voor sponsoring, van staatsbedrijven of private ondernemingen,” zegt Wu, “maar steekt zelf geen geld in de club.” De officiële naam is Sjanghai Shenhua SVA Smeg FC. SVA is een elektronicabedrijf dat werd overgenomen door LG, Smeg een mediabedrijf dat elke wedstrijd uitzendt op de nationale zender.

Shenhua eindigde het afgelopen seizoen als tweede in de Chinese competitie en schopte het tot in de kwartfinales van de Aziatische Champions League. Maar Champions League is nog geen big money in Azië. “Momenteel betekent Champions League spelen voor ons vooral betalen”, aldus Wu. “Vliegtickets, hotels, … We hebben nog veel te leren van Europa.”

Voor de heenwedstrijd van de kwartfinale tegen het Zuid-Koreaanse Jeonbuk Hyundai Motors daagden nauwelijks tienduizend toeschouwers op. Maar wie kende die ploeg, die spelers, die coach ? Via televisie en internet zijn Chinezen veel meer vertrouwd met spelers van Bayern München, Manchester United, Chelsea, Barcelona en Real Madrid dan met eender welke buitenlandse club uit de Aziatische Champions League. De topschutter van Vietnam ? De aanvoerder van Indonesië ? De trainer van de bekerwinnaar van Oman ? De spelmaker van de landskampioen van Thailand ? Weinig Chinezen die het weten.

De onderbouw ontbreekt

In Sjanghai noch Peking zagen we kinderen voetballen. Sjotten op straat is zelfmoord, gezien de chaotische verkeerdrukte, er zijn weinig pleintjes en in de meeste publieke parken moet er betaald worden, als balspelen er al niet verboden zijn. Informeel voetbal is er dus schaars en vrijwel alleen de middenklasse voetbalt in georganiseerde context. “In de steden stelt zich een groot probleem”, zegt Liu Xue, gewezen profvoetballer en tv-commentator die de jeugdschool van Sjanghai Shenhua leidt. “Er is weinig plaats om te voetballen en een veld huren kost voor twee uur al snel honderd euro. De bond moet een systeem vinden om iedereen te kunnen laten voetballen, want het is de populairste sport van het land. China is de grootste voetbalmarkt ter wereld. Nergens werd er meer gekeken naar het WK 2006 dan hier, ook al deden we zelf niet mee en waren de live-uitzendingen ’s nachts. We houden ontzettend van voetbal, ook de vrouwen, maar we weten eigenlijk niet echt wat het is. Want : geen traditie.”

Jeugdvoetbal is schoolvoetbal. Bij profclubs kan je maar vanaf vijftien jaar terecht, pas vanaf die leeftijd word je geregistreerd bij de voetbalbond. “Niet zo’n professioneel systeem”, beseft Liu. “Als je vijftien bent en je aansluit bij een profclub, kan je niet meer studeren, maar ook nog niet bij de A-kern terecht. Dat betekent : onzekerheid, druk om te moeten slagen als voetballer. Er is daardoor weinig geduld, iedereen wil op zestien of zeventien jaar in de eerste ploeg spelen en geld verdienen. Ouders verkiezen dat hun kinderen studeren. Want veel profclubs zijn er niet. Vijftien in de eerste en evenveel in de tweede klasse. Het risico is dus groot. Clubs focussen te veel op de eerste ploeg, op geld en op onmiddellijk resultaat. Dat is een groot probleem, dat niemand in jeugdopleiding geïnteresseerd is, omdat het niet goed betaald wordt.”

De onderbouw ontbreekt en wordt de laatste jaren een beetje ingevuld door private initiatieven en door voetbalscholen zoals die van staatsclub Sjanghai Shenhua. “Hier zitten vierhonderd kinderen, vanaf de leeftijd van tien jaar”, vertelt Liu. “’s Ochtends les, ’s namiddags training. Sommigen zijn tweeduizend kilometer van huis en gaan alleen in de zomer- en de wintervakantie terug naar hun familie. Kostprijs bedraagt drieduizend euro per jaar, maar voor grote talenten uit arme gezinnen geven we korting.”

Maar een officiële jeugdcompetitie is er nog altijd niet. “We hebben in China een groot potentieel, maar weten niet hoe er met jonge spelers gewerkt moet worden”, herhaalt Liu. “Ach, het Chinese voetbal heeft nog een lange weg te gaan. Het is normaal : een baby is gecompliceerd en kwetsbaar en heeft tijd nodig om te groeien. Het probleem is een man te vinden die de bond op de juiste weg stuurt. Want wie heeft hier evenveel verstand van voetbal als in Europa ? Alsof een Zuid-Amerikaan zou zeggen dat hij meer verstand heeft van pingpong dan een Chinees. We moeten goeie, steeds betere Europese coaches en spelers proberen aan te trekken voor de ontwikkeling van het Chinese voetbal en we moeten zelf ook naar Europa om te leren wat profvoetbal is, op en naast het veld.”

Steeds meer Chinese sporters vinden de weg naar Europa, maar voetballers braken in het buitenland nog geen potten. Vier voetballen er al enkele jaren in Europa : Sun Jihai (Manchester City), Li Tie (Sheffield United), Shao Jiayi (FC Energie Cottbus) en Dong Fangzhuo (Manchester United, maar lange tijd bij Antwerp geplaatst). Chinese topspelers als de centrale verdedigers Du Wei en Li Weifeng, aanvoerder van de nationale ploeg, maakten het niet meteen bij respectievelijk Celtic Glasgow en Everton en keerden terug. Onlangs was de tweeling Sun Xiang (linksback) en Sun Ji (rechtsback) van Shenhua op stage bij PSV. De kampioen van Nederland deed ook al een bod van 800.000 euro op de zeventienjarige keeper Wang Dalei van Sjanghai United en de olympische ploeg, die al bij Inter testte. Ook Gao Ling, twintigjarige linksvoetige aanvaller van Shenhua, zou gevolgd worden door Europese topclubs.

“Ik denk dat er enkele van onze spelers in Europa kunnen voetballen,” zegt Wu, hoofdtrainer van Shenhua, “maar ze begrijpen niet zo goed wat modern voetbal is. Gedisciplineerd ? Ja, onder druk ( grijnst).” Met vrijheid omgaan, hoor je regelmatig, is iets wat de meesten nog moeten leren.

“Chinese voetballers hebben een goede loop- en reactiesnelheid, zijn wendbaar, harde werkers en beschikken doorgaans ook over een goede techniek, maar weten niet hoe die techniek te gebruiken in het belang van het team”, vindt Liu Xue, tv-analist tijdens het WK 2006. “Wanneer dribbelen, wanneer passen ? Ze maken de foute keuzes. Als je snelle, wendbare en technische voetballers bovendien Engels voetbal laat spelen, met lange ballen, is dat zelfmoord, want vaak zal je het moeten afleggen in kracht en gestalte. Helaas is dat hier gebeurd. Japan deed het beter : zij kopieerden vijftien jaar geleden de Brazilianen en kenden er succes mee. De geschiedenis leert ons dat wij in principe sterker moeten zijn dan Japan en Zuid-Korea. Momenteel is dat niet zo, omdat we foute keuzes maakten.

“Wat we heel erg missen, is een rolmodel als NBA-ster Jao Ming“, besluit Liu Xue zijn analyse. “De doorbraak van Dong Fangzhuo bij Manchester United zou voor een nieuwe boom in het Chinese voetbal kunnen zorgen. Het zou de passie voor het voetbal laten oplaaien, het zou hier ongetwijfeld veel in beweging zetten, op alle niveaus.” Dong, in januari 2004 gekocht voor 5,2 miljoen euro bij Dalian Shide, is het uithangbord van Manchester United in de strijd tegen kinderarbeid in China, die de club met Unicef voert.

De corruptie woekert

De slechte resultaten van de nationale ploeg, trots van het communistische land, in de voorronde van het WK 2006 koelden het enthousiasme van de fans, maar dat deden ook de verhalen over de stevige greep van de gokmaffia op het Chinese voetbal, over match fixing, over schatrijk geworden scheidsrechters ( black whistles), over corrupte spelers, coaches, clubleiders en andere insiders. Enkele opmerkelijke feiten : begin 2003 werd referee Gong Jianping veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf wegens match fixing en eind 2004 verweet de G7 van het Chinese voetbal de CFA ( Chinese Football Association) een gebrek aan transparantie en acute corruptie.

“Drie jaar geleden was vijftig procent van de wedstrijden geregeld, het voorbije seizoen was opmerkelijk cleaner”, vertelt een ex-international off the record. “Enkele clubs weten zich er beter tegen te beschermen. De coach kan bijvoorbeeld niet meer op voorhand bekendmaken wie er zal spelen. Helaas werd er ondertussen aan de top van de piramide nog niemand door de politie gearresteerd.” Hij laat uitschijnen dat de tentakels van de maffia tot in alle geledingen van de maatschappij reiken.

Van de avonturen van Zheyun Ye, een van de veertien miljoen inwoners van Sjanghai, kijkt in Sjanghai niemand op. Enkele kranten namen in een klein berichtje het nieuws uit België over, meer niet. “Niemand is geïnteresseerd, wegens geen goed nieuws”, zegt Erik Chan, journalist bij News Times. “Ze willen vrede, goed nieuws, Beijing 2008, het zoveelste verhaal over NBA-superster Jao Ming.

“Van onafhankelijke journalistiek kan je hier moeilijk spreken. Bijna alle journalisten worden door de overheid betaald en alle artikelen worden iedere dag gelezen door het mediadepartement van de regering. Je riskeert een sanctie, je job kwijt te raken, gevangenisstraf zelfs. China is een land in evolutie, enorm, het wordt zeker meer open en de sport is het meest vrije domein, maar de psychologische druk is nog altijd groot.”

Op de rangschikking valt geen peil te trekken. Shenzhen Kingway pakte in 2004 de titel, maar in 2005 eindigde het pas als twaalfde. Sjanghai Shenhua werd kampioen in 2003, maar in 2004 finishte het slechts als tiende. Jochen De Coene, Belgische fysiotherapeut van Shenhua, trok grote ogen toen hij er aankwam. In zijn eerste interviews had hij het over spelers die tegen hun eigen ploeg wedden, over een scheidsrechter die een penalty fluit in plaats van een doeltrap, over een doelman die naar links duikt terwijl de bal rechts valt. “Mijn indruk is dat de voorbije competitie vrij clean was”, zegt hij nu. “De huidige bondsvoorzitter, MisterChi, treedt enorm hard op. Iedere club moest voor het seizoen ook een nieuw reglement ondertekenen en voorlezen aan de spelers. Daarin staat onder meer dat bij vermoeden van omkoping het contract meteen verbroken wordt. De CFA schorste ondertussen al spelers op vermoeden van omkoping. Naar het schijnt zouden ze het telefoonverkeer en de rekeningen van bepaalde spelers controleren. Privacyregels lappen ze hier aan hun laars ( China is geen rechtsstaat, nvdr). Onze keeper is ook ontslagen, omdat er vermoed werd dat hij een wedstrijd verkocht had. Ook bij Shenzhen zijn er spelers buitengegooid, onder wie de keeper.”

Het is een internationaal probleem, weten we ondertussen, maar in China zijn spelers kwetsbaarder dan elders, niet alleen omwille van de gokcultuur, ervaart Jochen De Coene. “In België laat een voetballer zich misschien omkopen om zich een privézwembad of een chiquere auto te kunnen permitteren, hier gaat het soms nog om overleven, om zieke, bij hen inwonende grootouders te helpen bijvoorbeeld. China evolueert dan wel met de snelheid van een tgv, maar er is ook nog altijd veel armoede, hoor. Niet alleen op het platteland, ook in het blitse Sjanghai.” Toen in oktober 2004 de spelers van Shenzhen rebelleerden, wegens betalingsachterstand, sprak aanvaller Li Yi volgende woorden : “Oudere spelers kunnen het zich veroorloven op hun geld te wachten, maar niet de jongere. Huang Yunfeng kon zelfs geen melk meer kopen voor zijn baby.”

“Ik stel ook vast dat niet elke speler een knieoperatie in een keer kan betalen”, vervolgt De Coene. “Voordeel is wel dat bij ons de betalingen heel correct gebeuren. Spelers moeten hier niet wachten op hun geld, ook niet op de bonussen. Naar Chinese normen verdient een doorsneevoetballer bij ons ook vrij goed. Waarom zou hij hier dan dat risico nemen ? Li Weifeng heeft een contract van een half miljoen euro per jaar. Jonge spelers krijgen vijftienhonderd euro, zonder bonussen. Shenhua is een zeer stabiele club, net als Shandong, een andere staatsploeg. Problemen vind je vooral bij privéploegen.”

Mismanagement

Het zijn onvermijdelijke groeipijnen. Tenslotte ging de eerste Chinese voetbalprofcompetitie pas van start in 1994. Ze nam meteen een hoge vlucht. Uitstekende stadions voor dertig- tot tachtigduizend fans, veel volk in de tribunes, veel media-aandacht, veel enthousiasme, veel geld. Acht jaar later was China al op het WK aanwezig, met een kern waarvan slechts drie van de twintig spelers niet in eigen land voetbalden. In 2004 werd de Football League omgevormd tot Super League, maar toen ging het fout. Siemens, hoofdsponsor van de Super League, haakte na een turbulent eerste jaar af. De Super League 2005 startte met een maand vertraging en zonder nieuwe hoofdsponsor – in 2006 kwam iPhox. Private clubs kenden financiële problemen, spelers werden niet betaald en kwamen in opstand. Clubs veranderden van naam, omdat de hoofdsponsor failliet ging of afhaakte. Dan kwam er een andere of paste de stad bij om de club in stand te houden. Sjanghai Shenhua is de enige club die al die tijd zijn naam behield.

De eerste tien seizoenen bedroeg de gemiddelde publieke belangstelling in de Chinese eerste klasse 19.500. Sinds de Super League bedraagt die nog slechts 12.700. Topclubs als Shenhua krijgen soms nog wel tienduizenden supporters samen, maar onderaan de klassering worden er ook wel eens wedstrijden gespeeld voor minder dan duizend toeschouwers.

De kwaliteit van de eigen competitie is natuurlijk ook niet die van het Europese topvoetbal dat steeds meer Chinezen via de televisie en het internet te zien krijgen. Dat geldt ook voor de kwaliteit van de buitenlandse voetballers in de Chinese competitie. Bij Shenhua bijvoorbeeld konden de Duitse spits Carsten Jancker (slechts één goal), de Servische offensieve middenvelder Ivan Jovanovic en de Hondurese aanvaller Luis Alfredo Ramírez niet voor een meerwaarde zorgen, meestal stonden de eerste twee zelfs naast de ploeg.

Het Chinese voetbal betaalt leergeld. Het ligt ook nog altijd geworteld in een bureaucratisch communistisch systeem. De voetbalbond is een staatsorganisatie die ondanks de economische vernieuwing van het land nog altijd markteconomische waarden weert en de huidige generatie clubmanagers, van wie de meesten nog altijd lid zijn van de communistische partij, zijn opgegroeid met de planeconomie van het communisme.

Verandering vraagt tijd. Een niet onbelangrijk signaal is alleszins dat de CFA in 2018 het WK wil organiseren. Om dan ook in het voetbal de wereldtop te kloppen ? “Als ze hier iets echt willen, zal het op een dag, in een minimumtijd, gerealiseerd worden”, lacht MisterKokotovic, Servische assistent-trainer van Sjanghai Shenhua. “Zeker weten. Talent is er nu al. De min-20-jarigen van China gezien op het WK in Nederland in 2005 ? ( De ploeg werd groepswinnaar met het maximum van de punten in een poule met onder meer Europese topteams als Turkije en Oekraïne, maar verloor daarna in de achtste finales met 3-2 van Duitsland in een wedstrijd die ze negentig minuten hadden gedomineerd, nvdr). Met de snelheid waarmee de dingen hier de laatste jaren veranderen, don’t worry, for sure they will make it.

CHRISTIAN VANDENABEELE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content