De grootte is van belang

© ISTOCK

De vraag wordt zelden gesteld, maar ze is niettemin essentieel wat het spel betreft: hoe zit het met de afmetingen van de velden in eerste klasse?

Op heterdaad betrapt! De terreinverzorgers van Bernabéu wissen de sporen nog uit. Ze hebben net de lijnen een goeie meter verplaatst. Het doel is duidelijk: zo veel mogelijk ruimte creëren. Het is april 2016 en Real Madrid heeft kort daarvoor het hoofd moeten buigen voor Wolfsburg (2-0) in de heenwedstrijd van de kwartfinales in de Champions League. De mannen van Zinédine Zidane beseffen dat ze in eigen huis andere middelen zullen moeten vinden om de Duitse muur te slopen. Dus mikken ze op een verbreding van het veld om de vleugels te benutten. Mirakeloplossing of niet, in elk geval slagen de Madrilenen in hun remontada en winnen ze met 3-0. Enkele weken later winnen ze de Champions League.

Bij US Solrézienne, een Henegouwse club die in de derde amateurklasse speelt, zouden ze graag hetzelfde doen. Alleen laat de rivier die langs de grasmat ligt dergelijke aanpassingen niet toe. En in Hamoir, ten zuiden van Luik, is het de gemeentelijke camping die de club uit de tweede amateurklasse ervan weerhoudt om hun groene rechthoek te verbreden. Dat staat natuurlijk allemaal ver af van de Champions League, maar de hoofdbrekens zijn dezelfde: hoe geven we ons team een maximum aan speelruimte?

Trainer Joaquín Caparrós liet zich enkele jaren geleden, toen hij Athletic Bilbao coachte, als volgt uit over het onderwerp: ‘De terreinverantwoordelijke is samen met de staf aanwezig op de technische vergaderingen, zodat hij weet hoe wij het veld willen en opdat het trainingsveld er net zo zou bijliggen als het terrein waarop we gaan spelen. In de grasmat, nochtans fundamenteel voor het spel, zijn net de minste mensen gespecialiseerd. Hoe is dat toch mogelijk?’

Samen met de bal en de goals blijft het veld de belangrijkste randvoorwaarde om te kunnen voetballen – de ‘eerste wet’ van het voetbal. Wanneer we de kwestie voorleggen aan Mehdi Bayat, schiet hij in de lach: ‘Dit is toch geen grap? Echt niet?’ De Carolo, die ook actief is in de Pro League, gaat verder: ‘De Pro League wil vooral dat de clubs een terrein van goede kwaliteit hebben. Dat is bij Charleroi ook de voornaamste bekommernis van onze coach. Een metertje meer of minder zal het wedstrijdverloop niet beïnvloeden.’

Neen? Is dat wel zo?

Normen

‘Op dat niveau is alles bepaald door het bondsreglement. De enige verplichting die van de Pro League komt, behelst de kwaliteit van de velden. Dat is een breed begrip en gaat van de verwarming tot esthetische aspecten, vooral dan voor play-off 1’, zegt Pierre François, ceo van de Pro League. Waar de kwaliteit van het veld het spel op zich überhaupt mogelijk maakt, geeft de ruimte de mogelijkheden om een bepaald spel te ontwikkelen. De ‘eerste wet’ van het voetbal biedt nogal wat speling voor de afmetingen: de lengte mag variëren tussen 90 en 120 meter en de breedte tussen 45 en 90 meter.

Maar naarmate het niveau stijgt, worden de regels strikter. Voor internationale wedstrijden eist de FIFA afmetingen tussen 100 en 110 meter voor de lengte en 64 tot 75 meter voor de breedte. De meeste velden van de topklassen schikken zich naar de verplichtingen van de UEFA: 100 tot 105 meter lang en 64 tot 68 meter breed. Vanaf de poulefase van de Europabekers moet elk stadion voldoen aan ‘categorie 4’, die een speelveld van 105 bij 68 meter oplegt.

Voor de profs gaat de Belgische bond van dezelfde vereisten uit. Dat betekent dat alle clubs uit 1A, behalve KV Kortrijk, Eupen en STVV, de wettelijke maximumafmetingen hebben. Weerspiegelt dat ook het voetbal dat op onze velden te zien is? ‘Ons terrein heeft die afmetingen eerder om praktische redenen, niet echt tactische. En spijtig genoeg denken we voorlopig niet echt aan Europees voetbal’, glimlacht Thomas Deckers van Antwerp. Joost Depreux houdt zich bezig met het stadion en de veiligheid bij KV Oostende: ‘De UEFA geeft veel richtlijnen. Dat gaat zelfs over de kleur van het veld, met lichte of donkere lijnen, en over de besproeiing. Veel strenger dan de Belgische Pro League!’

De meeste stadions van 1A respecteren dus die eisen met het oog op eventuele Europese duels. KVO heeft net zijn eerste seizoen in het vernieuwde stadion erop zitten en gaat nu Europa ontdekken. ‘In februari kregen we gedurende twee dagen het bezoek van een UEFA-delegatie om ons het statuut van ‘categorie 4′ toe te kennen. Daardoor kunnen we Europese matchen spelen tot de halve finales.’ Voor elk van die wedstrijden zal een UEFA-delegatie nogmaals verifiëren of alles in orde is. Alle velden moeten er hetzelfde uitzien. De normen gaan vooral over het visuele aspect, voor de tv dus. In elke ondervraagde club blijft het evenwel moeilijk om een expert te vinden voor de wedstrijd- en trainingsvelden.

Op Daknam ziet men niet in waarom men zou variëren met de afmetingen. ‘Het is traditie, het was altijd al zoals nu’, zegt Herman Vandeputte, communicatieverantwoordelijke van Lokeren. ‘Er is geen reden om te veranderen. Het is ideaal zo vanwege de tribunes en andere parameters. Geen enkele trainer heeft bij ons de wens geuit om die afmetingen aan te passen. We zijn er zo aan gewend.’ Technisch gesproken is er geen enkel reglement van de UEFA of de KBVB dat verbiedt dat een club zijn lijnen zou verplaatsen om de andere match. Maar de praktische kant ervan schijnt belangrijker te zijn dan de tactische.

Ruimte

Am Kehrweg in Eupen is een van de drie stadions in 1A waar het hoofdveld geen 105 bij 68 meter is (zie kader). Na de renovatie van 2010 is het veld exact 102,80 meter lang en 64,48 meter breed. Dat heeft niks te maken met strategie, maar met beschikbare ruimte. Het stadion ligt naast een woonwijk en gezien de richtlijn voor de tribunes in eerste klasse kan het veld geen centimeter meer opschuiven. Jordi Condom, de coach van Eupen, is daar niet bijzonder blij om: ‘Wij benutten vooral de snelheid van onze spelers, we proberen zo veel mogelijk ruimte te creëren. Het probleem is dus bij ons dat er daarvan te weinig is. Toen we hier aankwamen (in 2012 met Aspire, nvdr) wilden we het veld vergroten, maar dat bleek niet mogelijk, dan hadden alle gebouwen moeten opschuiven.’

De Spanjaard ziet ook wel positieve aspecten: ‘We lopen veel. Aan de ene kant hebben we dus ruimte nodig, aan de andere kant is het tactisch, vanuit défensief oogpunt, interessant: daar kan het ons helpen om snel gegroepeerd te zijn.’ Toch onderstreept Condom nogmaals de nadelen voor zijn soort voetbal: ‘Een ploeg die over een veld als het onze zou beschikken, zou altijd compact spelen en met de lange bal werken. Wij niet. Dat is onze filosofie niet. Wij steunen vooral op balbezit. Bij momenten lijkt het alsof we zaalvoetbal spelen in plaats van veldvoetbal. We moeten keren en draaien om ruimte te vinden. Niet bepaald een voordeel, maar ook geen excuus.’

In 2014 verbreedde Zulte Waregem zijn veld tot 68 meter om te voldoen aan de normen van de UEFA. Als Eupen echter een van de komende jaren Europees voetbal zou halen, dan hoeft het niet per se uit te wijken naar een ander stadion. In zijn reglement voor het seizoen 2017/18 stipuleert de UEFA dat afwijkingen mogelijk zijn ‘wanneer het respecteren van alle criteria een club zou verplichten op het terrein van een andere vereniging te gaan spelen’. Daardoor kunnen meerdere Engelse clubs probleemloos Europees spelen. In de Premier League spelen er immers enkele op een veld dat kleiner is dan vereist. Dat was bijvoorbeeld het geval voor Tottenham voor het een jaar geleden White Hart Lane verliet (100 bij 67 meter). SpursmanagerMauricio Pochettino gebruikte dat excuus om zijn nederlagen in 2014 te verklaren: ‘Onze spelstijl heeft meer ruimte nodig, maar wij spelen positioneel voetbal en bouwen goed op. White Hart Lane is wat smal’, vertelde de Argentijn aan The Telegraph. ‘Dat maakt het eenvoudiger voor onze tegenstanders. Newcastle (1-2) kwam hier heel laag spelen, West Bromwich (0-1) en Liverpool (0-3) ook en dat was lastig voor ons. We hebben tijd nodig om ons aan te passen en onze positie op het veld beter te begrijpen.’

Een van de redenen waarom de Londenaars uitweken naar Wembley? Niet echt. Pochettino vroeg om de afmetingen van het nieuwe veld in te perken tot die van… White Hart Lane, dat twee meter smaller is. Dat verzoek, geweigerd door de Premier League, bewijst dat het toch om een bepalende factor gaat.

Herkenbaarheid

Elke trainer heeft zijn eigen werkwijze, maar stuk voor stuk willen ze zo goed mogelijk wedstrijden voorbereiden en automatismen tussen de spelers creëren. Vandaar dat altijd de wens terugkeert dat het hoofdtrainingsveld dezelfde afmetingen heeft als het wedstrijdveld (zie kader). Zoals bij AA Gent. ‘Hein Vanhaezebrouck wil dat zo, vanwege de herkenbaarheid’, zegt Dirk Piens, verantwoordelijke voor de infrastructuur. ‘Hij wil dat het spel overal hetzelfde is, zowel bij de jongeren als de profs. Daarom hebben we ook het veld van de beloften vergroot, maar we konden het wel niet breder maken dan 66 meter.’

Bij Standard heeft men er niet alleen voor gekozen om de grasmat van Sclessin te reproduceren op drie oefenvelden voor de profs, maar ook om die in dezelfde richting te leggen, zodat de spelers niet in de war raken. Alles hangt natuurlijk af van de beschikbare plaats. Bijvoorbeeld: was er niet verplicht een neutrale zone van drie meter geweest, dan had Anderlecht zijn terreinen kunnen kopiëren op de lengte van 110 meter.

Charleroi kan dat wel, met een kunstgrasveld dat net aangelegd is. Of toch bijna. ‘Ons oefenveld is veel smaller dan ons wedstrijdveld. We trainen nog op het jeugdcentrum, onze uitbreidingscapaciteit is miniem, maar we proberen een oplossing te vinden’, relativeert Pierre-Yves Hendrickx, administratief directeur van de Zebra’s. ‘Daarom hebben we een inspanning gedaan om het kunstgrasveld langer te maken (110 bij 64 meter, nvdr). Belangrijk: zo kun je beter werken op voorzetten en stilstaande fases. Ons doel is om een gewoon grasveld met dezelfde afmetingen te hebben.’

Op Lokeren is het net omgekeerd, het trainingsveld meet er slechts 100 bij 60 meter. Vandeputte: ‘Meer ruimte hebben we niet. We zijn eraan gewend. Er is nooit echt een reden geweest om te veranderen, de vraag werd nooit gesteld.’

DOOR NICOLAS TAIANA – FOTO’S ISTOCK

‘In de grasmat, fundamenteel voor het spel, zijn net de minste mensen gespecialiseerd. Hoe is dat toch mogelijk?’ – Joaquín Caparrós

‘We wilden het veld vergroten, maar dat bleek niet mogelijk, want dan hadden alle gebouwen moeten opschuiven.’ – Jordi Condom

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content