Juan Carlos Garrido, de opvolger van Georges Leekens, is intussen een goeie maand coach van Club Brugge. De balans.

Sinds de komst van Juan Carlos Garrido speelde Club Brugge acht officiële wedstrijden: vijf in de Jupiler Pro League, de eerste vijf van de terugronde, twee in de Europa League en één in de Cofidis Cup. In de Belgische competitie haalde het tegen Waasland-Beveren (uit), Charleroi (thuis), KV Mechelen (thuis), Beerschot (uit) en Bergen (thuis) 13 punten op 15. Dat is evenveel als in de eerste vijf wedstrijden van de heenronde onder Georges Leekens, met dat verschil dat er toen drie keer uit werd gespeeld en maar twee keer thuis. De doelpuntenverhouding is ruim beter dan toen: 17-4 (terug) versus 13-8 (heen), +13 tegenover +5. Dat is te wijten aan monsterscores in de twee uitwedstrijden: 2-6 in Waasland-Beveren en 1-7 op Beerschot.

De drie bekerwedstrijden onder de leiding van de nieuwe coach werden alle drie verloren: 1-2 thuis tegen Bordeaux en 2-1 in Funchal tegen Marítimo in de groepsfase van de Europa League, en 0-1 in de achtste finale van de Cofidis Cup tegen Cercle Brugge. Over twee van de drie doelstellingen, Europees overwinteren en ver doorstoten in de Belgische beker, mocht zo al een kruis gemaakt worden. De vroege bekeruitschakeling in de Brugse derby is een van de grootste teleurstellingen van het seizoen, net als de 6-1-competitienederlaag tegen Anderlecht (onder leiding van de toenmalige interim-hoofdcoach en huidige assistent-coach Philippe Clement).

Een schokeffect bracht het ontslag van Leekens niet teweeg. Maar Garrido werd ook aangetrokken omdat hij past in het langetermijnproject van Club Brugge, benadrukte de voorzitter bij zijn aanstelling, zij het wel met een kortlopend contract (tot het einde van dit seizoen). De Spanjaard werd toen gepresenteerd als een man met een gedetailleerde visie over hoe een groep geleid moet worden en hoe geëngageerd combinatievoetbal gespeeld moet worden. Aanvankelijk wisselde hij zijn ploeg vaak op vele posities, ook door het drukke programma met midweekwedstrijden en uit zorg voor het fysieke welzijn van bepaalde spelers, verklaarde hij. Maar in het vooruitzicht van de verplaatsing naar Beerschot kondigde hij aan voor de resterende vier competitiewedstrijden voor de winterstop telkens de beste elf te zullen kiezen. Daar zitten enkele opmerkelijke keuzes bij.

1. Een meevoetballende doelman

Keeperstrainer Philippe Vande Walle maakte het al openbaar nog voor de ingreep was gebeurd: Vladan Kujovic is beter geschikt voor het huidige spel van Club Brugge met opbouw van achteren uit dan de pure lijnkeeper Bojan Jorgacevic, zei hij enkele weken geleden in Het Nieuwsblad. Intussen staat Kujovic, 35 en einde contract, in doel en is de achttienjarige Sven Dhoest tweede keeper. Dat maakt dat de laatst aangeworven keeper, de duurste in aankoop met het zwaarste en het langstlopende contract, momenteel van generlei waarde is voor de club. Het is net als al die andere spelers met naam die in de tribune zitten een getuigenis van een sportief beleid dat de laatste jaren alle kanten opslaat.

2. Exit Figueras en Almebäck

Nu Jim Larsen terug is uit blessure kiest Garrido voor hem en Ryan Donk centraal in de verdediging en voor rechtsback Carl Hoefkens als eerste vervanger mocht een van beiden tijdens de wedstrijd uitvallen. Bij Leekens stond centrale verdediger Jordi Figueras lange tijd linksachter, nu lijkt het dat daar de ook pas uit blessure teruggekeerde Fredrik Stenman zijn plaats aan het terugwinnen is ten nadele van Bart Buysse.

Figueras zakte sinds zijn komst in januari diep weg. Michael Almebäck slaagde er nooit in vast in de basis te raken. Hij wisselde af en toe een blunder met degelijke prestaties af, maar zijn grootste succes in Brugge oogstte hij tot nu toe toch vooral met zijn Christoph Daumimitaties. Larsen mist nog matchritme, maar geeft de indruk iemand te zijn die er wel zijn kop kan bijhouden en daarom lijkt hij een goed complement voor Donk.

3. Twee controlerende middenvelders

Dat is een realistische optie gezien het gebrek aan defensieve stabiliteit op het middenveld soms, de kwetsbaarheid van de verdediging bij momenten en het ontbreken van een echte verdedigende middenvelder van topniveau. Club Brugge incasseerde tenslotte al 33 doelpunten, slechts zes ploegen slikten er nog meer. Naast de impulsieve Jonathan Blondel startte de voorbije wedstrijden voor de verdediging met Birger Verstraete een jongen van achttien die nog body mist maar vinnig is en al liet zien dat hij wel taakgericht en controlerend kan spelen. Door de knieblessure die Blondel vroeg in de wedstrijd tegen Bergen opliep, kwam Niki Zimling (out sinds augustus) snel weer in de basis. Voor Jesper Jørgensen was zaterdag zelfs geen plaats meer op de bank. Dat is enigszins opmerkelijk, omdat hij toch een interessant type is: een atletische middenvelder met infiltratiekracht en scorend vermogen. Maar anderzijds is het ook weer niet opmerkelijk omdat de rol waarin hij vorig seizoen bij AA Gent uitblonk, die van box-to-boxmiddenvelder, momenteel niet meer bestaat bij Club Brugge.

4. Odjidja op tien

Er zijn al veel discussies gevoerd over welke positie op het middenveld de beste is voor Vadis Odjidja, maar zeker is: zijn grootste kwaliteiten liggen op het offensieve vlak en zijn kwetsbaarheid op het defensieve, waar hij soms een gebrek aan scherpte vertoont. In de punt van een verdedigende driehoek, met twee controlerende middenvelders in zijn rug, kan hij zich aanvallend het best uitleven, kan hij bijsluiten bij de voorste linie, zich hoger in het veld aanspeelbaar maken om zijn acties te maken en de spitsen te bedienen. Opvallend tegen Bergen was dat in de slotfase Víctor Vázquez, begenadigd passeur, na een lange afwezigheid wegens blessure zijn wederoptreden maakte op tien en dat Odjidja naar de plaats van Tchité op de rechterflank verhuisde.

5. Drie snelle aanvallers

Maxime Lestienne op de linkerflank, Carlos Bacca centraal en Mémé Tchité insnijdend vanaf de rechterkant. Het zijn drie explosieve spitsen met diepgang van wie de eerste twee ook dribbelvaardig zijn. Dat betekent: veel potentiële dreiging voor de verdedigers van de tegenstander, zeker ook in omschakelingsmomenten. Zo leed tegen Bergen voorafgaand aan het eerste doelpunt Daan Van Gijseghem balverlies omdat Lestienne bleef doorjagen.

Lestienne is een echte linksbuiten, Bacca is als centrumspits balvaster dan Tchité, die op de flank afhankelijk is van secure dieptepassing. Alle drie nemen ze hun verantwoordelijkheid op defensief vlak en alle drie bezitten ze scorend vermogen. Hoewel geen van hen al heel het seizoen basisspeler is, scoorden ze samen al 29 keer: Lestienne maakte er 8, Bacca 16 en Tchité 5. Op de bank zitten met Lior Reafaelov (creatief) en Thomas Meunier (krachtig) twee spelers die door blessures al veel wedstrijden misten, maar ook al respectievelijk 8 en 4 doelpunten maakten en in het competitiebegin als inkomende flankspelers de topscorers van de ploeg waren. Dat er zaterdag op het scheidsrechtersblad geen plaats was voor Björn Vleminckx (kopbalsterke centrumspits) en Ivan Trickovski (creatieve hangende spits) illustreert de offensieve weelde van Club Brugge. Het scoorde al 48 keer, dat is slechts één maal minder dan de al elf punten meer tellende leider Anderlecht. Het is zijn grootste troef.

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE

De rol waarin Jørgensen vorig seizoen uitblonk, bestaat niet meer bij Club Brugge.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content