Voorlopig heeft Jonathan Blondel (19) zijn buik vol van het buitenland. ‘Ik heb veel geweend bij Tottenham, telkens ik de blues had’, vertelt de laatste aanwinst van Club Brugge. ‘Iedere week zeg maar.’

J onathan Blondel : “Natuurlijk wist ik dat het bij Tottenham moeilijk zou worden om te spelen, maar wat moest ik anders doen ? Moeskroen deed helemaal niks om mij te houden, het interesseerde zich alleen voor het geld van Tottenham. Toen de twee clubs tot een akkoord kwamen, had ik bijna niks te zeggen. Toen ik daar verbleef om te testen, wou Moeskroen dat ik daar blééf. Ik begrijp dat ook wel. Moeskroen is geen rijke club en als ze een grote transfer kunnen doen, waarom niet ? De situatie kon je inderdaad een beetje vergelijken met die van Mbo Mpenza nu. Moes- kroen heeft geld nodig.

“Ik zat goed bij Moeskroen, tenslotte had ik er ook nog maar pas een nieuw contract getekend. Ik speelde er bijna de hele eerste ronde, maar na nieuwjaar beperkte het zich voor mij alleen nog maar tot invalbeurten van tien minuten of een kwartier. Was ik er gebleven, dan zat ik misschien ook daar een heel seizoen op de bank. Dan kies je uiteindelijk zelf ook Tottenham boven Moeskroen, omwille van de ervaring en ook, ja, omdat je er beter betaald wordt. In Engeland bestaat zo’n premiesysteem als in België niet. Je krijgt wel wedstrijdpremies natuurlijk, maar het maandsalaris is er anders. Ik verdiende er goed, daarover kan ik niet klagen. Alles gaat op een rekening voor later. Veel geld geef ik eigenlijk niet uit nu. Ik steun soms wel mijn familie en ik zal dat blijven doen.

“Het hele eerste seizoen in Tottenham speelde ik slechts een kwartier mee, een invalbeurt tegen Southampton. Ik gaf toen de assist voor het tweede doelpunt, maar het weekend erop zat ik tot mijn verbazing niet eens meer bij de achttien. Niemand zei me waarom ik niet bij de selectie zat. Op anderhalf jaar kende ik er twee trainers, maar met geen van beiden had ik contact. Dat is daar een totaal andere wereld. Hier praten trainers met hun spelers, daar niet. Nochtans, ik denk dat contact belangrijk is voor een jonge speler als ik, maar blijkbaar zien ze dat daar anders. Zij hadden hun ploeg in het hoofd, hé. In Engeland is het ook niet de hoofdtrainer die de spelers traint. Neen, die komt alleen de vrijdag kijken en maakt dan na overleg mijn zijn assistent de ploeg. Ik vind dat geen goeie oplossing. Als trainer moet je je spelers iedere dag zien, vind ik.

“Ook met journalisten onderhield ik geen contact, daar had ik trouwens zelf snel geen zin meer in. Eén keer volstond om te leren dat het nog erger is dan in België. Je zegt twee, drie woorden en ’s anderendaags staat er een hele pagina in de krant.

“Niémand praatte met mij in Tottenham. Daarom had ik het zo moeilijk, bijna onmogelijk. Het is er ieder voor zich. Nooit eens samen een glas gaan drinken en nooit eens samen iets gaan eten, wat in Moeskroen soms twee keer per week gebeurde. Volgens mij is het zo niet dat je slaagt. Je bent toch een groep, je moet toch elke dag met elkaar leven ?

“De eerste twee maanden woonde ik alleen op hotel. Helemaal alleen. Dat was de hardste tijd uit mijn leven. ’s Ochtends naar de training, ’s middags eten op de club en dan naar mijn hotelkamer, waar ik bleef tot ’s anderdaags. Ik keek dan televisie of ik sliep. Ik wou terugkeren, maar ik moest verder, want ik had een contract getekend. De hartenpijn was bijna ondraaglijk, sindsdien weet ik zéér goed wat dat betekent. Ik heb veel geweend, telkens ik de blues had. Bijna elke week, zeg maar.

“Na een paar maanden kreeg ik een appartement op vijf minuten van het stadion. Ik heb mijn vriendin toen gevraagd om bij mij te komen wonen. Ze is van Komen en werkte daar in een restaurant. Hoewel we elkaar voor mijn vertrek nog maar twee maanden kenden, was ze meteen bereid om te verhuizen. Met haar erbij voelde ik me een stuk beter, maar ook dan kwam ik haast niet buiten. Eén keer per week gingen we naar Londen, shoppen en eens op restaurant. Een mooie stad, maar… ik verkies bij mijn familie in Ploegsteert te vertoeven. Veel drukte en lawaai zijn ook niet aan mij besteed. Ik hou van rust. Ondertussen hervatte mijn vrien- din haar studies. Ze wil verpleegster worden. ( Kijkt naar de verfspatten op zijn handen.) En ondertussen is mijn huis bijna af, dankzij de hulp van mijn familie.

“Er wordt wel eens gezegd dat ze in Engeland zeer hard trainen, maar daar merkte ik bij Tottenham alleszins nooit iets van. Eén keer per dag anderhalf uur, heel gewoon ; en de zondag en de woensdag vrij. Er worden veel matchen gespeeld natuurlijk. Maar voor mij volstond die training niet. Ik deed veel extra, om geen conditie te verliezen.

“De maandag speelde ik altijd met de reserven. Dat waren wedstrijden van een goed niveau. Tegen Arsenal bijvoorbeeld deden Bergkamp en Kanu mee, onder andere. Ik speelde altijd mijn match, bleef er altijd honderd procent voor gaan, centraal of op de linkerflank, maar niemand die mij dus ooit iets zei. Feit is alleszins dat er in Engeland meer gelopen wordt dan in België. In 4-4-2 moeten de twee centrale middenvelders constant op en neer lopen tussen de twee zestienmetergebieden. Ik voelde mij meer verdedigende dan aanvallende middenvelder eigenlijk. Ik zat dood op het einde van de wedstrijd.

“Hoe langer het blijft duren, hoe meer je je afvraagt wat je daar eigenlijk doet, hé. Wat je het liefst wil als je van training thuiskomt, is alles laten schieten en terugkeren. Maar ’s anderendaags sta je op en is dat weer wat over, dan kan je er weer even tegen. Ik belde ook iedere dag met familie en vrienden. Ze hebben mij veel geholpen. Het is ook dankzij hen dat ik het kon volhouden. Ze hielden mij in de juiste richting, zegden mij altijd dat ik ervoor moest blijven knokken.

“Op het mentale vlak leerde ik veel bij. Het is daarom dat ik zeg dat die ervaring in Tottenham geen slechte ervaring was. Ze sterkte mijn karakter. Ik ben rijper geworden, volwassener. Harder. Ik ben ervan overtuigd dat alle moeilijkheden die ik er kende, positief zijn voor het vervolg van mijn carrière. Ik ben goed voorbereid op de klappen die er nog zullen komen.

“Mijn kopspel zal ook wel verbeterd zijn ( lacht). Je moet veel koppen, hé, in Engeland. Ik denk dat ik het Engelse spel een beetje geleerd heb. Koppen, tackelen, snel spelen en vooruit spelen. Ook dat zal mij nog van pas komen, denk ik.

“Omdat er dit seizoen niks veranderde, wou ik terugkeren naar België. In de Engelse tweede klasse had ik absoluut geen zin, ook niet om er een jaartje uitgeleend te worden. Ik tekende voor Tottenham en als het daar niet lukte, wou ik naar een andere eersteklasser. Momenteel moet je mij alleszins niet meer praten van het buitenland. Ik tekende in Brugge een contract van vier en een half jaar en ik denk dat ik die termijn daar zal uitdoen. Ik sluit niet uit dat ik ooit nog terugkeer naar de Premier League, tenslotte ben ik nog altijd maar 19 jaar.

“Het eerste contact met Brugge speelde zich af op een zondag en de woensdag was het al geregeld, medische en fysieke tests inbegrepen. Ik heb mij niet veel vragen gesteld, ik was blij te kunnen terugkeren naar België. Ik ben bij Tottenham vertrokken zonder afscheid te nemen, ook omdat het zo snel moest gaan. Contacten heb ik er niet meer.

“Ik wil er alles voor doen om te slagen in Brugge. Op welke positie ik er zal spelen, weet ik niet. Op het middenveld of misschien eerder nog als linkerspits. Ik denk dat dat goed is, ik ben tenslotte vroeger altijd een spits geweest. De 4-3-3 van Club Brugge past ook meer bij mij dan de 4-4-2 van Tottenham, denk ik. Ik denk dat er meer tijd is om te recupereren. Zoals ik zei, moest ik er als middenvelder constant van de ene kant van het veld naar de andere lopen. Ach, als ik maar speel. Dan ben ik tevreden.”

“Met Hans Cornelis en Birger Maertens speelde ik nog samen bij de beloften, en bij de nationale ploeg, die ene keer in Polen, met Timmy Simons en Peter Van der Heyden. Dat was nadat ik net voor Tottenham getekend had. Ik mocht er een kwartier meedoen. Nadien ben ik nooit meer opgeroepen. Maar daar was dan ook geen enkele reden voor. Kan ik in Brugge een basisplaats veroveren, dan wil ik ook weer bij de nationale selectie raken.

“Wanneer ik hier zal spelen, weet ik niet. Ik verwacht niet dat het nog lang zal duren. Vorige week speelde ik twee wedstrijden met de reserven op vijf dagen, op maandag tegen Antwerp en op vrijdag tegen Gent. Het is goed gegaan. Fysiek voel ik mij steeds beter.

“Natuurlijk wil ik er graag bij zijn straks tegen Moeskroen, in de halve finales van de beker van België. Aan Moeskroen bewaar ik zeer goeie herinneringen. Ik ben er naar school geweest, heb er vele jaren gevoetbald, heb er ook mijn eerste pint gedronken ( lacht). Ik heb er nog contacten met bijna iedereen. Excelsior Moeskroen was echt een familie, de beste ambiance die ik tot nu toe meemaakte.

“Ik herinner mij nog de dag dat ze naar mij kwamen kijken bij US Ploegsteert. Ik was een jaar of acht, negen. We speelden op Toekomst Menen, op een veld achter het huis van Lorenzo Staelens. Ik voetbalde nog in de spits toen. Ik heb meteen getekend. Met dertien, veertien jaar werd ik dan jeugdinternational en op mijn zeventiende maakte ik mijn debuut in het eerste elftal. Ik studeerde voor leraar lichamelijke opvoeding, maar nu is dat niet meer nodig. Nu verdien ik mijn brood met voetballen.”

door Christian Vandenabeele

‘In Tottenham had ik met de hoofdtrainers totaal geen contact.’

‘Kan ik in Brugge een basisplaats veroveren, dan wil ik ook weer bij de nationale selectie geraken.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content