Als Philippe Gilbert zegt dat een parcours hem ligt, dan is dat geen loze praat. Hou hem dus in het oog, daar in Varese.

Een halve fiets. Dat was het verschil tussen Philippe Gilbert en Paolo Bettini op de meet van de zesde Vueltarit in Toledo. De ontgoocheling was echter snel doorgespoeld met het besef dat de conditie uitstekend is en met het oog op de komende rustdag wou Phil wel eventjes tijd maken voor enkele vragen.

Nochtans, het moet een echte déjà vu geweest zijn voor de Waal: de aanloop van een grote ronde, een etappe eindigend op een lichte helling, de grote jongens (Gilbert incluis) die vuurwerk maken, en dan nipt voor één sterkere renner de duimen moeten leggen. Baas boven baas, inderdaad zo verging het Gilbert al in de eerste rit van de Ronde van Frankrijk dit jaar, waar Valverde hem na een indrukwekkende uitval op het einde nog voorbijging. Uitgerekend op zijn 26ste verjaardag was dat toen. Dit keer klopte onze landgenoot de Spanjaard met een banddikte, maar nu was er die dekselse Bettini die – opgepookt door de bons die hij van Quick Step kreeg – alles uit zijn kleine lijf perste.

Twee keer nét niet, ook in het verleden overkwam hem dat wel eens. Goede prestaties, degelijke overwinningen, maar het ontbreken van de finishing touch op de grote afspraken. Alhoewel, kan men twee zeges in de Omloop Het Volk catalogeren als gewoon ‘degelijke overwinningen’? Die van dit jaar, na een onvergetelijke lange solovlucht, deed de commentatoren alvast alle lyrische registers opentrekken. “Het was op zich al mooi dat ik een tweede keer won in Gent,” zegt Gilbert, “want le Volk is een van mijn lievelingskoersen. De manier waarop het gebeurde was helemaal super. Ik ben tevreden over mijn seizoen, zeker over het voorjaar. Op alle domeinen heb ik wat vooruitgang geboekt, zoals elk jaar. Ik denk zelfs dat ik nog progressiemarge heb.”

Negen troeven

We horen het hem graag zeggen, want als het Gilbert lukt om nóg beter te worden, dan gaat er wel eens een heel dikke appel (een topklassieker, Tourrit of WK) uit de kast rollen. Want eigenlijk is de tijd dat men over Gilbert schreef in termen van “talent”, “vooruitgang” en “bevestigen” definitief voorbij. Met wat hij dit jaar heeft getoond – met zijn overwinningen in Gent, de Ronde van Mallorca en de GP Samyn, maar misschien nog meer met enkele ereplaatsen zoals die achter Bettini en Valverde – behoort hij tot de top. Vanaf nu zal een mindere periode niet meer toegedekt kunnen worden met het verzachtende “moet nog groeien”. Gilbert heeft immers bewezen wat hij allemaal aankan: klassiekers, ronderitten én kampioenschappen. Hij houdt van die wedstrijden op een circuit: “Altijd een speciale sfeer en doorgaans veel Belgen langs de kant van de weg.”

Het WK van vorig jaar heeft hem naar eigen zeggen de ogen geopend. In die wedstrijd daagde het hem dat hij effectief met de wereldtop meekan. Het parcours van dit jaar in Varese is hij met de nationale ploeg al eens gaan verkennen. En wat zegt hij erover? “Het sluit goed aan bij mijn mogelijkheden.” Luister aandachtig, wanneer Gilbert zegt dat een parcours hem ligt, dan is dat meestal geen loze bewering. Hij zal er alles aan doen om mee te spelen voor de overwinning, zoveel is duidelijk. Aan de vorm kan het niet liggen, want die is goed, zoals bewezen werd in de Vuelta, waaraan hij voor de tweede keer deelnam. “Ik kom graag naar Spanje”, zegt hij daarover. “Een ideale voorbereiding. Het is weliswaar een lastige ronde, maar je kunt die in goede conditie beëindigen, in tegenstelling tot de Tour of de Giro.”

Gevraagd naar zijn favorieten voor het WK vallen er geen onverwachte namen: “De koers zal waarschijnlijk snel van start gaan en nog sneller eindigen, vooral tijdens de laatste twee rondes. De kanshebbers zijn dan altijd dezelfde: Bettini, Rebellin, Freire …”

Toeval of niet: Gilbert noemt geen van zijn Belgische ploegmakkers. Nochtans heeft bondscoach Carlo Bomans in zijn negenkoppige selectie alleen maar troefkaarten zitten. Naast de onvermijdelijke Gilbert, Tom Boonen en Stijn Devolder zijn er ook Mario Aerts (prima in Peking), Greg Van Avermaet (ritwinst in de Vuelta), Nick Nuyens en Jurgen Van Goolen (beiden ook sterk in Spanje). Doe daar nog de jonge Maxime Monfort en Kevin De Weert bij en je hebt negen troeven waarmee je in het whisten makkelijk een abondance kan halen. Het kopmanschap wordt dus een heikel punt, sommigen zullen sowieso in dienst van anderen moeten rijden.

Dat Boonen de aas wordt van Bomans lijdt geen twijfel, maar de heer in de abondance zou normaal Gilbert moeten zijn. Of niet? Zelf houdt hij zich erg op de vlakte: “Die vraag moet je aan Bomans stellen. Ik verkeer in goede vorm en ik hoop dat ik een beschermd statuut krijg, maar meer kan ik daar niet over kwijt.”

Hechte vriendschap

Bij zijn eigen ploeg, La Française des Jeux, trekt Gilbert binnenkort definitief de deur achter zich dicht. Volgend seizoen trekt hij het truitje van Silence-Lotto aan. Een opgemerkte transfer, maar eigenlijk ook een kroniek van een aangekondigd vertrek. Het hing al in de lucht toen Gilbert ons in januari vertelde dat zijn ploegleider Marc Madiot nog niet met hem was komen praten. De andere jaren had die dat wel gedaan. De onzekerheid over de toekomst van de ploeg zat daar voor veel tussen, maar het was ook een publiek geheim dat Gilbert niet honderd procent tevreden meer was in een ploeg die weliswaar jongeren een kans geeft, maar daardoor niet de absolute top kan halen. “Ik ben zes jaar bij La Française des Jeux gebleven,” zegt hij daar zelf over, “maar nu was het tijd om andere lucht op te snuiven, nieuwe ploegmaats rond mij te hebben. Si-lence-Lotto is een heel ander team, geen verzameling vrijbuiters, maar een geheel dat de koers in handen neemt en stuurt. Ze zijn veelzijdig, hebben zowel sprinters als ronderenners in hun rangen. En ze zijn op en top professioneel, ik weet zeker dat ik daar snel mijn plaats zal vinden.”

Dat zal geen probleem vormen met Dirk De Wolf in de buurt. Als tweedejaarsjunior reed Gilbert al bij Go Pass, de toenmalige ploeg van De Wolf. Hij leerde er niet alleen Nederlands praten, hij hield er ook een hechte vriendschap met De Wolf aan over. Het gaat zelfs dieper, beiden spreken eerder over een vader-zoonverhouding. De Wolf bewondert de gedrevenheid van Gilbert en herkent veel van hemzelf in de jonge Waal. Die heeft op zijn beurt een boon voor het karakter van De Wolf. “Dirk is iemand die leeft voor het wielrennen. Ik ken hem nu al bijna tien jaar en ik heb nog altijd een heel goed gevoel bij hem.”

Sinds de vorige keer dat hij onder de Oost-Vlaming koerste, is er heel wat tijd voorbijgegaan. De ploegleider van weleer is een vriend en mentor geworden. Nu wordt die weer de ploegleider, de ‘baas’, gaat dat iets veranderen? Gilbert lacht: “Daar zal ik je over een halfjaar antwoord op kunnen geven.” Hij is alleszins blij dat hij nu voor een Belgische ploeg rijdt, iets wat hij in het begin van zijn carrière had vermeden om de druk wat af te houden. “Ja, ik ben best wel fier om de kleuren van een Belgische ploeg te verdedigen. Ik kan niet wachten om mijn eerste koers voor hen te winnen.” Het wereldkampioenschap rijdt hij voorlopig nog terwijl hij bij La Française des Jeux onder contract ligt. Maar dat zal hem er zeker niet van weerhouden om zondag op de wereldtitel te mikken. Dat hij dan dat Lottoshirt volgend seizoen moet bedekken met een regenboog heeft hij er wel voor over.

door peter mangelschots – beeld: reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content