Op een gepast ingetogen manier herdachten ook de supporters van Anderlecht afgelopen zaterdag voor de wedstrijd tegen La Louvière de vorige week overleden Jean Dockx. In een beklemmende stilte werd iedereen nog maar eens geconfronteerd met de relativiteit van het leven. Het was een eerbetoon voor een man wiens figuur haaks stond op de manier waarop de voetbalwereld is geëvolueerd. Bij Jean Dockx geen opgeklopte toestanden, geen opgezwollen verklaringen, geen behoefte om op de voorgrond te staan, geen neiging tot egotripperij of andere vormen van zelfverheerlijking. In plaats daarvan het harde en eerlijke werk, de bezorgdheid om die jonge voetballers die bij de kampioen tevergeefs op de deur van het eerste elftal bonkten, de ongerustheid over de voetbalfilosofie van de club waarvan hij zo hartstochtelijk hield. Enkele weken geleden ventileerde Dockx in dit blad nog zijn ongenoegen. Het was een zeldzame ontlading van een werknemer die loyaliteit steeds hoog in het vaandel droeg en de stress veel liever opkropte dan die te uiten.

Terecht zijn de verdiensten van Jean Dockx de voorbije dagen door de top van Anderlecht in de verf gezet. Ook al werd er met het gezonde voetbalverstand van de Mechelaar niet altijd evenveel gedaan. Veel meer dan een man die de sportieve lijnen uittekende was Jean Dockx een morele steun voor veel voetballers die het even moeilijk hadden. Vooral in die rol zal hij worden gemist. In het kille en klinische instituut dat Anderlecht vaak is, was het voor velen verademend om geconfronteerd te worden met de menselijke warmte van Dockx. Hij had over alles zijn ideeën. Over de doorstroming van jongeren, over het transferbeleid en andere sportieve knelpunten. Maar Jean Dockx bleef werken, soms innerlijk mokkend, maar altijd trouw, op de manier die hem ook als voetballer kenmerkte : als een man die door zijn arbeid anderen de gelegenheid gaf uit te blinken.

I

n deze snel draaiende maatschappij wordt het sentiment heel snel verdrongen. Woensdagavond richt de blik van de voetbalwereld zich alweer op het Casino van Oostende waar tegen een achtergrond van glitter en glamour de Gouden Schoen wordt toegekend. De tijd dat dit referendum in de intimitiet van een of ander Brussels restaurant werd georganiseerd, is al lang voorbij. Uit een gezellig onderonsje tussen voetbalmensen groeide een festijn waarin allerhande Bekende Vlamingen graag flaneren. Ook en vooral zij die in interviews steeds weer benadrukken geen behoefte te hebben aan feestjes en recepties. Voetbal is meer dan ooit entertainment en dat zullen we woensdagavond ongetwijfeld weer geweten hebben.

Een echte favoriet is er niet voor deze editie van de Gouden Schoen, al wordt Wesley Sonck door velen naar voren geschoven. Die bekroning zou de carrière van de spits van RC Genk in een stroomversnelling kunnen brengen. De ontwikkeling van de Oost-Vlaming levert hem nu al buitenlandse belangstelling op. Sonck zal voor RC Genk moeilijk te houden zijn. Het valt te hopen dat de spits, die op internationale vlak nog niets kon bewijzen, op het juiste moment de juiste stap zet. Het voorbeeld van de nu in Engeland wegkwijnende Branko Strupar indachtig. Verderop in dit blad geeft Sonck wat dat betreft blijk van enige nuchterheid. Hij zegt dat de top voor hem te hoog gegrepen is. En dat hij alleen naar een club wil waar hij quasi zekerheid heeft om te spelen. In afwachting daarvan blijft Sonck zichzelf : een aanvaller die binnen de Genkse nestwarmte kankert en rendeert. In de bekerwedstrijd op Moeskroen schold hij zijn ploegmaat Stefan Teelen stijf bij een tegendoelpunt. Vier dagen later scoorde hij tegen Antwerp niet maar kroop wel in een andere rol : die van aangever. Bij het eerste doelpunt leverde hij een prachtige assist af. Zijn vierde van het seizoen.

M

et de overwinning van Lokeren op Club Brugge mag Paul Put zich langzamerhand de kroonprins van de Belgische trainers noemen. In het begin van het seizoen leek Put de kordaatheid te missen om zijn stempel te drukken en stond hij na een desatreuze start even ter discussie. Maar altijd probeerde hij via wedstrijdgerichte trainingsvormen het rendement van zijn ploeg op te krikken.

Het resultaat daarvan is steeds meer te zien : Lokeren beschikt over een elftal met sinds het begin van het seizoen verhoogd technisch vermogen. Het pakt vooral tegen topploegen uit met fris en dartel bewegingsvoetbal. Gestuurd door een coach die weet dat trainingen geen bezigheidstherapie zijn. Maar een middel op het geheel te verbeteren.

door Jacques Sys

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content