RC Genk knokte zich zondag na de rust terug in de topper. Hugo Broos : ‘Ons enthousiasme heeft ons een helft lang verraden, we waren te opgefokt.’

voor de derde keer in twee weken staan vanavond RC Genk en Anderlecht tegenover elkaar. Zondag ging het om de titel, vanavond om de beker. Voor Hugo Broos (54) is het elke keer genieten, ongeacht het resultaat. Omdat zijn ploeg presteert, hij op het veld zaken ziet waar hij de hele week op werkt en de sfeer binnen en buiten de groep indruk maakt op hem. Broos : “Wat kan je dan nog meer vragen als trainer ?”

De titel misschien. Is een eventuele tweede plaats nu nog een troostprijs of ook een prijs ?

Hugo Broos : “Een prijs !”

Komaan, als je zolang aan de leiding hebt gestaan !

“Jullie zien dat anders. Wij hebben een goeie ploeg, maar als wij vast zitten, zitten we vast. Als Anderlecht vast zit, schiet Hassan iets uit zijn voeten, of Tchité, of Boussoufa. Dat soort spelers hebben we niet. Pas op, dat is ook het nadeel van Anderlecht. Als die jongens het niet brengen, is het collectieve er niet om het op te vangen. Wij hebben wel het constante voetbal gebracht. Misschien niet het beste, maar wel al een gans seizoen constant, terwijl Anderlecht voor hun doen hele zwakke wedstrijden speelde.”

Uit de orkaan

Vaststelling : Hugo Broos is weer zichzelf. Een rustige trainer, geen cynische man.

“Ik heb de orkaan overleefd, ja. Eén keer slechts in twintig jaar heb ik dit meegemaakt en ik hoop dat het de volgende vijf jaar niet meer moet. Die laatste zes maanden in Anderlecht gingen ze helemaal over de schreef. En dan, bij de start van dit seizoen … Mag ik me dan verdedigen ? Als mensen dingen schrijven en je merkt het omgekeerde in wedstrijden, laat ik die kans niet liggen. Niet alleen werd immers mijn vakkennis in twijfel getrokken, het gebeurde ook via anonieme verklaringen en daar heb ik een hekel aan. Degoutant, want je kunt je niet verdedigen. Als ik het dan doe met enig cynisme, ja, sorry … Ik ben een rustige man, maar met die verklaringen heeft men me zenuwachtig gemaakt.”

De verklaringen kwamen uit de mond van spelers, alleen hadden zij niet de moed ervoor uit te komen.

“Dat weten wij ook, maar hoe kunnen we repliceren ? Als je ze wat vraagt, ontkennen ze dat zij het zijn. In Anderlecht vond ik het nog erger dan hier. Daar had ik het gevoel van een bokser in de ring die klappen uit alle hoeken krijgt en niets meer kan doen dan zeggen : allez, hier sta ik, klop er nog maar eens op. Dan ga je onschuldige opmerkingen soms heel zwaar nemen. Op het laatste weet je immers niet meer wie de zaken normaal bekijkt en bekritiseert of wie probeert de boel te verkloten.”

Er zijn een pak ervaren spelers vertrokken. Wie heeft die evaluatie gemaakt ? Jij in samenspraak met Ariël Jacobs of later met Willy Reynders ?

“De evaluatie was gemaakt met Ariël, omdat er geen enkel teken in de richting van een vertrek wees. Toen Willy Reynders kwam, zijn we direct verder gaan evalueren. Hij had zijn visie van buitenuit, wij van binnenin. Na twee uur wisten we welke types we moesten hebben en wie moest vertrekken. De namen van nieuwkomers zijn er nadien op gekleefd. Dankzij de vier miljoen van Koen ( Daerden, nvdr) hebben we de nummers één op onze lijst kunnen aantrekken.”

Klopt het dat vorig jaar al werd geopperd om Jan Moons opzij te schuiven ten voordele van Logan Bailly, maar dat jij aarzelde ?

“Als we Logan vorig jaar hadden gebracht, zouden zeker een aantal tegenstanders van Jan blij geweest zijn. Maar ik vond dat Jan een goed seizoen keepte. De dag dat alles voorbij zou zijn, gingen we Logan zetten, maar dat was pas helemaal op het einde. Toen hebben we beslist om Logan in de voorbereiding een kans te geven.”

Opvallend : de nieuwkomers kwamen allemaal in de as terecht. Lag daar de zwakte ?

“Als de as sterk is, zit de rest ook goed. Prioriteit was een snelle spits en een verdedigende middenvelder, een type Vander- haeghe. Germinal Beerschot hebben we vorig jaar 34 keer gezien, in het kader van de scouting van de tegenstander, en Wim speelde een heel seizoen op hoog niveau. Ik heb zijn type graag, Vanderhaeghe, Van der Elst … Geen mannen van de laatste pass, maar een ongelooflijke recuperatie, weinig fouten en 34 wedstrijden beschikbaar.”

Je hebt het duo Wouter Vrancken-Wim De Decker al vergeleken met Lorenzo Staelens-Franky Van der Elst. Een zware erfenis.

“Veel eer of niet, het is de realiteit. Franky staat nog een niveau hoger dan Wim, oké, maar als ik een heikel punt mag aanraken : zet Wim eens in de nationale ploeg …”

Bescheiden zegt hij : Gaby Mudingayi speelt in Italië en Timmy Simons is ongenaakbaar. Wie ben ik ?

“So what ? Simons is top, een voorbeeld voor heel België. Maar daar staat Wim volgens mij achter. Staelens kwam 798 keer per wedstrijd in de rechthoek en Wouter ook. Niet de technische kranen, maar wel goed met de kop, krachtig en verstandig. Bijna klonen.”

Voor hem was het uitvallen van Ivan Bosnjak een goeie zaak. Voor de voorspelbaarheid van Genk ook, het werd steeds moeilijker. Mee eens ?

“Toen dat gebeurde, hebben we de avond zelf nog opties overwogen. Met twee spitsen verder doen of Faris Haroun in de ploeg zetten, omdat die al lang goed bezig was. We kozen voor dat laatste. Anderzijds zouden we allicht ook zonder het uitvallen van Ivan dingen veranderd hebben. Voorin keuzes gemaakt. Het probleem was dat we in moeilijkheden kwamen bij balverlies. Wij hebben ongelooflijk offensief ingestelde flankspelers die hun werk doen, maar geen marathonlopers zijn. Ook de tegenstander ging ons anders bekampen. Om niet te zeggen verdedigend.”

De heenwedstrijd op Anderlecht was voor veel spelers bepalend in het gevoel dat het goed zat. Voor jou ook ?

“Dat was de boost, inderdaad. De cijfers (1-4) waren overdreven, maar ik vond wel dat we verdiend wonnen. Iedereen raakte daar overtuigd van het gegeven dat we een goeie ploeg hadden. Een realistische ploeg die besefte dat je elke week moet proberen te winnen, niet alleen die toppers. Na de bekernederlaag was het bijvoorbeeld heel stil in de kleedkamer. Wouter heeft als reactie een grote mond opgezet, waarop ik heb ingepikt.”

Vijf finales

Woensdag staan jullie weer tegenover elkaar, voor de terugwedstrijd van die bekermatch. Ben ik verkeerd als ik het gevoel heb dat de competitie hier primeert ?

“Laten zullen we niks, maar gezien die 0-1 wordt het een moeilijke match. En als je de zaken nu eens naast elkaar zet : stel dat je je alsnog kwalificeert, dan komt na twee keer Anderlecht twee keer Standard en vervolgens in de finale misschien Club Brugge of AA Gent. Dat zijn vijf finales, heel anders dan weten dat in de competitie op een paar matchen na het zwaarste achter de rug is.”

Is een groep met achttien spelers onder de 25 jaar te jong om het tot het einde op twee fronten vol te houden ?

“Ja. Anderlecht heeft met dit soort situaties meer ervaring. Wij zetten daar honger en veel wil tegenover, en enthousiasme doet veel, soms meer dan ervaring. Maar om het allemaal te blijven beheersen …”

Maakt de culturele homogeniteit van je groep, met gemiddeld negen Belgen aan de aftrap, het ook niet makkelijk om dat enthousiasme los te weken ?

“Ik heb ook al eenheid gekend met verschillende nationaliteiten bij elkaar. Het hangt van de groep af. Ik heb ook al Belgen gekend die met een andere mentaliteit op het veld kwamen. Goeie en minder goeie Joegoslaven gekend. Het heeft niks te maken met nationaliteit, dat er hier zoveel zijn, maar met visie.”

Je trok dit seizoen duidelijke lijnen. Was dat de les van vorig jaar ?

“Ik heb die toen niet kunnen trekken. Op een bepaald moment hadden wij elf geblesseerden en die waren sterker dan de ploeg die speelde. Daar heeft nooit iemand rekening mee gehouden. Ook hier in de club niet, men bleef praten over Europees voetbal, terwijl ik vind dat de vijfde plaats het hoogste was wat er uit de groep te halen viel, rekening houdend met kwetsuren en mentaliteit. Er zit nu geen enkele vedette in de groep. In wording misschien, Logan, ‘Pokkie’( Sebastien Pocognoli, nvdr). Die jongens zullen een status krijgen als ze verder evolueren.”

Dan aanvaardt men wat minder de kleine tekortkomingen. Waarschuw maar, de voorbije weken werden de eerste opmerkingen over Bailly al gemaakt.

“Ik ga met hem niet direct over speltechnische fases praten, dat is voor de keeperstrainer, maar als hij uitkomt moet hij … Ik heb met Nico de Bree gespeeld. Als Nico zoals Logan op Standard voor een bal gaat, kan het dat hij die bal niet heeft, maar hij ligt wel niet in het net. Dat moet hij leren. Geen jongens doodkloppen, maar je ook niet door de tegenstand uit balans laten brengen. Maar wat wil je, de jongen is twintig. Zitka liet onlangs ook een bal door de benen glippen, zoiets gebeurt. Zolang hij ze maar niet opstapelt zoals vorig seizoen bij de invallers. Blijkbaar had hij de druk van de wedstrijd nodig om geconcentreerd te blijven. Binnen een paar jaar is dat een doelman van wereldklasse. Pokkie is pas negentien, je mag van hem niet vragen dat hij altijd dat delicate evenwicht tussen gaan en blijven vindt. Je ziet, ze hebben kwaliteiten, maar bij de start hing er achter elke naam een maar …”

Te vlug vedette

Faris Haroun bevestigt eindelijk.

“Faris is te vlug vedette geworden. Hij zegt dat hij niet is veranderd, ik vind van wel. Vorig jaar vond ik hem ongewild arrogant. Toen we hem eens naar Ronny ( Van Geneugden, nvdr) stuurden voor pass- en trapvormen, viel zijn kin haast op de grond. Dat is niet alleen zijn fout, maar ook van wat men hem gaf. Ben ik al zo goed, vroeg hij zich af. Dat had zijn invloed op beoordelen en veroordelen, terwijl hij ook maar twintig was.”

Op bestuursvlak is het hier rustig geweest. Het terug in de schaduw kruipen van Jos Vaessen heeft de ploeg geen kwaad gedaan.

Jos zal het niet graag horen, maar dat was een goeie zaak. Hij blijft de belangrijkste man van RC Genk, niet alleen financieel, ook door zijn gedrevenheid en zakelijk intellect, maar het is beter dat hij mensen wakker houdt vanuit een rol achter de schermen. Voorzitters zijn nog te vaak emotionele mensen die te weinig delegeren.”

Investeringen van 2,5 miljoen in de jeugd, de verkoop van de naam van het stadion, veel volk en nu ook resultaten : kan deze ploeg met deze dynamiek Anderlecht elk seizoen bedreigen ?

“De manier waarop hier wordt gewerkt, is voor veel clubs een voorbeeld. Maar dat RC Genk op dit moment nog geen echte topclub is, komt door het uitblijven van resultaten. Men heeft een paar jaar alles gehad, titel, beker, en dan vijf jaar niks. En met niks bedoel ik echt niks. Die continuïteit missen we. Ik zeg maar wat : dit jaar tweede, volgend jaar derde, een keer kampioen. Dan krijg je Europese inkomsten en gaan ze met Genk serieus rekening moeten houden.”

Is het werken hier dan vergelijkbaar met Brugge, in de luwte van de provincie ?

“Er is maar één club waar het moeilijk werken is en dat is Anderlecht. Misschien ook Standard, die club ken ik niet. Michel Preud’homme is een Standardman die zich daar staande kan houden, maar een buitenstaander heeft het er niet makkelijk. Vorig jaar was hier ook druk, maar anders. Het is meer familiaal, verliezen is geen nationale ramp.”

Hier is hoogstens Kevin Vandenbergh eens onderwerp van discussie.

“En dan nog, dat is fel verminderd. Kevin heeft begrepen dat het kan dat hij niet meespeelt. Hij moet er zijn goals niet altijd bij sleuren of een gebrek aan appreciatie. Het kan ook om tactische redenen zijn. Dat heeft hij intussen begrepen, ook in zijn verklaringen in de pers. Wat dat betreft is hij meer volwassen geworden, maar goed ook, want heel zijn leven zal hij hier niet voetballen en elders pikken ze minder tralala. Ik ken zijn cijfers ook, maar soms heb ik ook andere redenen.”

Je hebt RWDM kampioen gemaakt, Brugge, Anderlecht, straks misschien Genk. Moet jij niet naar Standard ?

( lacht luid)

Je hebt niet veel tijd meer, over vijf jaar stop je.

“Daar is geen speld tussen te krijgen, niet met werken, wel als trainer. Laat anderen maar kiezen. Ik ben wat introvert van karakter, de resultaten heb ik gehaald, aan de rest om ze te evalueren.”

Hoe staat het met de verlenging van je contract ?

“Het loopt af en men heeft me mondeling gezegd dat ze de optie willen lichten. Ik hoop op wat langer. Als ik na dit seizoen nog twee jaar kan blijven, is dat mooi. Ik loop niet graag van hot naar her. Ik woon hier nu al meer dan vorig seizoen. Toen ging ik soms vier, vijf keer per week terug naar Brugge, dat is om gek te worden.”

Bewijst dit jaar ook niet dat clubleiders veel te snel trainers op de wip zetten ?

“Doet Muslin het in Lokeren zoveel beter dan Ariël ? Is het in Sint-Truiden na de wissel CaersHouwaart zoveel beter ? Clubbesturen kunnen in deze een voorbeeld nemen aan Anderlecht vorig jaar : persconferentie geven en Vercauteren bevestigen als hij onder druk staat. De bal in het kamp van de spelers leggen. Beetje meer nadenken over het waarom dat een ploeg niet draait en niet direct de schuld bij de trainer leggen.”

door Peter T’Kint

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content