Het was een zwart weekend voor het imago van de voetbalfan in 1A. Eddy Jansis, voorzitter van de Belgian Supporters, pleit voor meer overleg.
Uitgerekend vorige zaterdag, in tempore non suspecto, hadden de supportersclubs een vergadering vastgelegd, op de Belgische voetbalbond. Gastspreker was iemand van de communitywerking van de Pro League, die kwam uitleg geven over een nieuwe campagne tegen racisme en kwetsende spreekkoren. Niet alle supportersverenigingen van de 24 profclubs hadden iemand gestuurd, maar het was best een constructief gesprek, vond Eddy Jansis, voorzitter van de Belgian Supporters. Jansis, een Truienaar die supportert voor Standard, probeert met vergaderingen op geregelde tijdstippen de koepel van Belgische voetbalsupporters nieuw leven in te blazen, nadat die een tijdje in de luwte was verdwenen. Goed wetende dat de zorgen van de supporter in provinciale heel anders zijn dan die van de fan in het profvoetbal. In die zin is zijn koepel veel te breed en de spreidstand in de werking te groot om efficiënt te zijn.
Geen 48 uur later moest hij constateren dat de fan zich weer van zijn donkerste kant had laten zien. Incidenten tijdens (en stopzetting van) STVV-KRC Genk, vuurpijlen tijdens Standard-Charleroi, supportersrellen aan de poort op Anderlecht, boze fans bij Cercle. Een donkere dag voor ons voetbal. Jansis: ‘Niet alle protest is hetzelfde, dat ongenoegen in Brussel en Brugge is van een andere aard dan dat op Stayen en Sclessin, maar het is duidelijk dat het nodig is om onze werking, die de voorbije jaren wat werd verwaarloosd, weer in een hogere versnelling te krijgen. Maar ik weet ook: je gaat op een paar weken niet rechttrekken wat je jaren liet slabakken.’ Vandaar zijn geregelde initiatieven om te vergaderen, waarop eerder al de woordvoerder van de Pro League aanwezig was, én een andere keer de nieuwe supportersverantwoordelijke van Binnenlandse Zaken. Jansis: ‘Niet alle teams zijn altijd aanwezig en het is niet omdat wij met een paar goed menende mensen vergaderen en knelpunten aankaarten, dat daarom al de supporters hun gedrag veranderen. Maar het is een begin. Een paar jaar geleden hebben we afspraken gemaakt rond prijzen en die gelden nog. Samenwerking voor beter begrip kan.’
Racisme kan nooit, beledigende spreekkoren verbieden – in Mechelen werd zaterdag de slogan die Benito Raman ooit aan het adres van de Brugse fans lanceerde alweer luidkeels herhaald – is lastig. Jansis: ‘We gaan nooit tennistoestanden krijgen waarin de umpire stoel 836 verbiedt om wat te roepen.’ De media moeten ook hun rol inschatten, zegt hij. Jansis: ‘Standard-Charleroi werd neergezet als een hate game, en voor de derby in Sint-Truiden werd ook heel veel op scherp gezet. Dan maak je vooraf al een sfeer, waaraan de realiteit helaas beantwoordt.’ Ook burgemeesters werken het in de hand, door in een combiregeling slechts een beperkt aantal bussen toe te laten. Jansis: ‘Slechts vijftien bussen voor uitwedstrijden, dat betekent dat fans vooraf al in grote groepen bij mekaar moeten worden gebracht. Ook dat zorgt voor een verhitte sfeer. Dat proberen we nu bij te sturen door meer bussen te vragen.’
Uitvakken worden echte kooien, dat is dan weer een keuze van de clubs. Jansis: ‘Er was veel te doen over STVV, maar in haast alle stadions heb je die ‘kooien’, soms met glaswanden, andere keren met netten.’ En tenslotte zijn er ook spelers wiens naam niet haas mag zijn. Jansis: ‘ Silvio Proto was een gekend provocateur, maar verschillende fans van STVV lieten me weten dat Gaëtan Coucke door zijn gedrag ook provoceerde. Ik keur gooien niet goed, maar provocatie evenmin.’
Kortom: iedereen moet voor eigen deur vegen. Want anders? Jansis: ‘Ik heb al een Standard-STVV meegemaakt achter gesloten deuren, dat maakte indruk. Als we niks doen vrees ik dat het voorbeeld van de burgemeester van Enschede binnenkort ook hier navolging kan krijgen. Waar staan we dan, want wie kan daar tegenin gaan?’
