Het geraakte ondergesneeuwd in alle voorbeschouwingen op het wegseizoen: de drie zesdaagsezeges van Kenny De Ketele, waarmee hij zich tot koning van de pistewinter kroonde.

Tweede in Gent met Gijs Van Hoecke (na Iljo Keisse en Michael Mørkøv), winst en een vijfde plaats met Moreno De Pauw in Londen en Rotterdam, winst met Christian Grasmann in Bremen, plus winst en een tweede stek met De Pauw in Berlijn en Kopenhagen, waar vorige week het zesdaagseseizoen werd afgesloten. Beperkter dan ooit, die kalender, maar met drie op zes overwinningen was Kenny De Ketele wel dé renner van de winter. De Oost-Vlaming telt in zijn carrière nu tien zesdaagsezeges, goed voor een tiende plaats op de Belgische all-time ranking, twee overwinningen minder dan Rik Van Looy – Keisse staat op een gedeelde vierde stek met 25. De Ketele had er zelfs al elf op zijn palmares kunnen hebben als hij en De Pauw in Kopenhagen niet in extremis de overwinning aan thuisrijders Jesper Mørkøv en Alex Rasmussen hadden moeten laten.

De reden voor die successen: ‘Enerzijds de mindere concurrentie’, zegt Patrick Sercu, matchmaker van de six van Gent en recordhouder qua aantal zesdaagseoverwinningen. ‘Kenny reed ook het volledige programma, terwijl in een preolympische winter anderen gerichter op de olympische nummers focussen. Daarom haakten Bradley Wiggins en Mark Cavendish bijvoorbeeld af voor Gent. Ook andere wegrenners als Iljo Keisse, Michael Mørkøv, Silvan Dillier en Niki Terpstra beperkten hun zesdaagseprogramma – de weg is voor hen veel belangrijker geworden.

‘Anderzijds’, benadrukt Sercu, ‘mag je De Keteles prestatie niet onderschatten. Op zijn dertigste is hij tot volle wasdom gekomen. Bovendien is Kenny het schoolvoorbeeld van de zesdaagserenner: heel allround, met de derny en de meer bepalende ploegkoers als specialiteiten. Bovendien technisch heel vaardig, waardoor hij op korte pistes als Gent en Bremen (166 meter) een voordeel heeft op veel concurrenten. Maar hij won ook in Berlijn en Londen, op pistes van 250 meter, wat bewijst dat Kenny nog meer inhoud heeft gekregen.’

Het verheugt Sercu dat naast De Ketele ook andere jongere Belgen zich lieten opmerken: ‘De Pauw, die twee zesdaagsen met Kenny won, maar ook Otto Vergaerde (21) en Jasper De Buyst (22), samen derde in Gent. Een goeie zaak voor Gent, want hoe meer lokale ‘helden’, hoe meer toeschouwers hen komen aanmoedigen.’

Al is de publieke opkomst in het Kuipke zelden een probleem. ‘Op de eerste dag na telkens uitverkocht’, zegt Sercu, die voor de komende editie op nog grotere namen hoopt. ‘Met Wiggins had ik vorig jaar al in maart een mondelinge overeenkomst, maar op het laatste moment heeft hij dus afgezegd. Onlangs las ik dat hij dit jaar, na de Spelen in Rio, wel heel graag naar Gent zou komen, als soort van afscheid van zijn geboortestad. Na het WK in Londen, begin maart, zal ik hem opnieuw contacteren.’

Op dat WK rijdt Kenny De Ketele de puntenkoers en, met Moreno De Pauw, de ploegkoers. ‘Op de puntenkoers is Kenny niet de grote favoriet – daarvoor mist hij wat pure snelheid – maar met De Pauw kan hij zeker wereldkampioen ploegkoers worden, als alles meezit.’ Al zal het Belgische duo dan wel moeten afrekenen met Wiggins-Cavendish, die voor eigen volk (allicht) ook zullen deelnemen.

DOOR JONAS CRETEUR

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content