Pierre Bilic

‘Ik moet spelen’, vond hij voor de wedstrijd tegen Betis, ‘maar dat was vooral als druk voor mezelf bedoeld.’ Nenad Jestrovic over Anderlecht, zijn liefde op het eerste gezicht.

Als je een voetbalwedstrijd met visuele kunst kan vergelijken, dan zou Nenad Jestrovic nog het liefst als fotograaf bestempeld worden. Liever dat dan cineast. Liever iemand van de dwingende momentopnames dan van het uitgesponnen drama. Een oorlogsfotograaf die graag tussen de aanvalslinies laveert, de tijd ontberend om rustig zijn camera op te stellen, en die in een fractie van een seconde de actie vastlegt. Een goaltjesdief, een man van flitsen, dat is Nenad Jestrovic.

Door het rotatiesysteem dat trainer Frank Vercauteren in Anderlecht toepast, zat Jestrovic al meer op de bank dan hem lief is. Of niet ? “God, als ik voor de wedstrijd tegen Betis verklaar dat ik moet spelen, dan is dat vooral als druk voor mezelf bedoeld, niet als druk op de man die dat beslist. Dat zou ik mezelf nooit toelaten. Ieder zijn job, hein. De coach zei me op een bepaald moment : ‘Of je speelt of niet, is niet jouw probleem, wel dat je scoort.’ Hij heeft gelijk. Ik motiveer mezelf door de lat altijd hoog te leggen, dat doe ik al heel mijn carrière. Iemand die niet veeleisend en streng is voor zichzelf speelt niet bij Anderlecht in de Champions League. Ik ben een competitiebeest, er is maar één ding dat me interesseert : winnen. Als ik iets zeg, moet ik dat op het veld bewijzen. En dat doe ik. Ik maak nooit wind zonder er nadien iets van te bakken op het terrein. We verloren tegen Betis, maar ik voldeed wel aan mijn uitspraken vooraf. Ik heb me honderd procent gegeven, alleen spijtig dat ik niet scoorde.”

In België is men zo’n rotatiesysteem nochtans niet gewoon. “Maar we moeten het aanvaarden. Het voetbal is geëvolueerd en steeds veeleisender geworden. Er komen steeds meer wedstrijden bij en het is onmogelijk om 60 partijen aan 200 kilometer per uur te spelen. Om de drie dagen is er wel een wedstrijd. Competitie, Champions League, beker, nationale ploeg… Ik heb geen probleem met het rotatiesysteem, maar dan verwacht ik wel dat ze van toepassing is op elke linie. Niet enkel de doelmannen en de aanvallers moeten aan dat regime onderworpen worden. De middenvelders kunnen toch ook geen vijf wedstrijden in vijftien dagen aan ? Tegen Lierse speelde ik niet, maar dat vond ik niet erg, want daardoor stond ik scherper tegen Betis. Je ziet het verschil duidelijk met diegenen die in de competitie geen rust krijgen : zij missen frisheid in de duels voor de Champions League. De coach handelt correct in zijn wisselsysteem, hij legde mij altijd uit waarom ik bepaalde wedstrijden niet speelde. Je trouve cela super.”

Graag play-offs

iverpool is de volgende tegenstander in de Champions League. Wat verwacht Jestrovic van die wedstrijd ? “Liverpool verbaasde vorig jaar iedereen door de Champions League te winnen en dat na een 3-0-achterstand tegen AC Milan. Dat zegt veel over hun sportieve en mentale kracht. Liverpool weet ook hoe het een resultaat moet vasthouden. Ze spelen erg op zijn Brits, veel directer en vaker diep dan Betis. Oké, het is Liverpool, maar so what ? ! Wanneer Anderlecht tegen een derdeklasser uitkomt, hebben wij het ook niet makkelijk als de tegenstander inzet, organisatie en vastberadenheid toont. Als Anderlecht goed in de match zit, waarom zouden we dan niet voor een stunt kunnen zorgen ?”

Met zijn vergelijking tussen Champions League en Belgische competitie enerzijds, en Belgische eerste klasse en derde klasse anderzijds, wil Jestrovic niet neerbuigend klinken over het Belgische voetbal. Integendeel. “Zelfs kleine clubs als Sint-Truiden, Moeskroen of Westerlo hebben hun nut. Ze geven een forum aan de vele jonge spelers die op die manier kunnen doorgroeien. De uitschakeling van Germinal Beerschot op Marseille deed me pijn. Beerschot stond dicht bij een stunt tegen een club die oneindig veel meer middelen heeft. Dat RC Genk eruit ligt, vind ik onbegrijpelijk. Met een beetje meeval had België twee clubs in de poules van de Uefabeker. En wie zou dan durven stellen dat de Belgische competitie nergens op lijkt, als er vier afgevaardigden op het Europese toneel actief zijn ?

“Ik weet niet of we de competitie moeten inkrimpen, maar ik wil wel dat de eindfase in play-offvorm georganiseerd wordt. Daar is nood aan, denk ik. De wedstrijd Anderlecht – Club Brugge is al bijna uitverkocht, heb ik gehoord : dat is een signaal. Er moeten bovendien meer middelen vrijgemaakt worden om jongeren op te leiden en te rekruteren. Maar er bestaat geen enkel kampioenschap ter wereld waar geen kleine clubs meedoen. In Spanje staat Getafe momenteel tussen de vijf groten in, dat is toch niet slecht. Ook daar vind je kleinere clubs : Osasuna, Alavés, Getafe, Cádiz en noem maar op. In Engeland heb je ook tweede garnituur.”

Anderlecht kampioen

Gevraagd naar zijn doelstelling voor dit seizoen, antwoordt Jestrovic zonder aarzelen. “Ik wil, samen met alle anderen, de titel. Ik ga je iets bekennen : ik ben verliefd op Anderlecht. Toen ik bij Moeskroen tekende, zag ik een duel tussen Metz – waar ik vandaan kwam – en Anderlecht. Het was liefde op het eerste gezicht. Kon ik maar ooit voor zo een club spelen, droomde ik. Ik had toen nooit gedacht dat die droom ooit werkelijkheid zou worden. Daar ben ik nu fier op.”

De kick van het scoren, daar doet hij het allemaal voor. Dit seizoen scoorde hij al zijn competitiedoelpunten tot nu toe in eigen huis. “Ik voel me hier goed. Wanneer ik op het terrein sta, voel ik de warmte van de supporters ten opzichte van mij. Het voelt alsof mijn vrouw mij zoent. Tussen mij en de supporters bestaan er geen geheimen. Zij weten dat ik alles geef, dat ik hard werk en dat er veel zweet in ieder doelpunt steekt.”

Het klinkt haast als een love story. “Zo kan je het stellen. Ik zal deze supporters nooit vergeten, en daarom wil ik iets achterlaten bij deze club. Tijdens de zomer was er sprake van een transfer naar Monaco, waar Didier Deschamps een boon had voor mij, maar Anderlecht liet me niet vertrekken, een beslissing die ik begreep. Anderlecht, dat is mijn thuis. Ik zal het ooit verlaten, maar ik zal nooit vergeten dat ik veel te danken heb aan zijn sterke trainers : Aimé Anthuenis, een scherpe psycholoog die me naar Anderlecht haalde, Hugo Broos, zonder wie ik misschien zelfs nooit naar België was gekomen, en Frankie Vercauteren met zijn moderne coachingstijl. Met Broos was ik het bijlange niet altijd eens, maar dat vergeet je, ik ben vooral dankbaar voor al datgene wat hij me bijbracht. En ik toonde mijn dankbaarheid door een niet onaardig aantal doelpunten te maken.”

Hij zal ze allicht niet opdragen aan Kevin Vandenbergh ? “Neen, aan de supporters van Anderlecht. Vandenbergh is nog jong en praat te veel. Dat is op zich niet erg, maar waarom betwist hij mijn topschutterstitel van vorig seizoen ? Laat me niet lachen, hé. Ik was op vakantie tijdens die testwedstrijden tussen Genk en Standard. En dan vergeet je nog alle wedstrijden die ik miste door blessure. De beste schutter van vorig seizoen, dat was ik, punt aan de lijn.”

In de competitie nam Standard een uitstekende start. Denkt Jestrovic dat de Rouches dé titelconcurrent van Anderlecht zullen worden. “Ik had vorig jaar al voorspeld dat Standard het dit seizoen heel goed zou doen. De ploeg vormt een hecht blok. Standard heeft dit seizoen maar één doel, iets waar alle spelers zich honderd procent op kunnen concentreren : het kampioenschap. Met Sergio Conceiçao, Ogushi Onyewu, Mémé Tchité en Vedran Runje beschikken ze daar over een solide basis. De kern bleek in grote lijnen behouden, dat ligt anders bij Club Brugge, waar ze nog zoeken. Dat is in ons voordeel, maar Anderlecht moet niet kijken naar de anderen. We moeten in de eerste plaats met onszelf bezig zijn. Schrijf maar op : Anderlecht wordt dit seizoen kampioen, niet Brugge en ook niet Standard.” l

PIERRE BILIC

‘onze flexibiliteit is onze troef. ‘

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content