De kleine Pep

© belgaimage

Vanavond neemt Ajax het in de Europa Leaguefinale op tegen Manchester United. De man achter het succes bij de Amsterdammers is coach Peter Bosz. Wie is hij?

Hendrie Krüzen pakt Peter Bosz vast en houdt hem tegen. Krüzen, de 52-jarige ex-middenvelder van KV Kortrijk, FC Luik en SV Waregem, is er net getuige van geweest hoe Ajax op een weergaloze manier Olympique Lyon in de Arena van de mat heeft geveegd. Als het laatste fluitsignaal in het met 4-1 gewonnen thuisduel klinkt, stopt Bosz zijn bril al weg om de catacomben in te duiken. Totdat zijn trouwe assistent hem staande houdt en zegt: ‘Blijf nu eens genieten, man, kijk om je heen.’ Met lichte tegenzin doet Peter Bosz dat. Hij krijgt er geen spijt van: hij ziet dat alle toeschouwers blijven zitten om de spelers uitzinnig van vreugde toe te juichen. ‘Dat was bijzonder, heel mooi.’

Eventjes kan hij genieten, maar lang kan hij dat doorgaans niet opbrengen. Bosz doet zich graag voor als de man die overal boven staat. Beheerst, vriendelijk, stuurs en arrogant, zo komt hij over. Vreemd genoeg geeft hij wel met regelmaat mee aan zijn spelers dat ze moeten genieten. Ook voor die halve finale in de Europa League tegen Olympique Lyon. In een bespreking van niet meer dan drie minuten legt de trainer de nadruk op drie ijkpunten: durf, publiek en genieten. ‘Zonder lef en durf maken we geen kans. De spelers moeten naar elkaar durven te spelen. Als we niet gaan voetballen, zijn we verloren. Zij zijn sneller, sterker en meer ervaren. Lef en durf van ons moet dat compenseren. En het publiek draagt daaraan bij. Probeer het gevoel van het publiek in je op te nemen, heb ik ze meegegeven. Dat die mensen je gaan dragen, dan vergeet je de vermoeidheid. Dat is gelukt en zag ik later ook op de beelden terug. En het derde aspect is inderdaad het genieten. Een halve finale in de Europacup. Zoveel spelers is dat niet gegeven. Ik zei hen: jullie hebben ervoor gezorgd dat je er staat, geniet er dan ook van. Genieten deden ze, de spelers, de fans in het stadion en de liefhebber thuis voor de tv.’

Net dat genieten was in de voorgaande seizoenen verdwenen. Onder Frank de Boer werden tussen 2010 en 2016 wel vier titels gepakt, maar steeg er ook steeds meer gemor op uit de tribunes. Het voetbal was te realistisch, de schwung van de grote dagen was weg. Met de afgelopen zomer aangestelde Peter Bosz koos het Ajaxbestuur terug voor een idealist en een Cruijffadept. Net als zijn grote voorbeeld leidde Bosz Ajax naar een Europese finale. In 1987 schreef de toen 40-jarige Johan Cruijff Europacup II op zijn trainerspalmares, na een 1-0-overwinning tegen Lokomotive Leipzig, een doelpunt van Marco van Basten. Treedt Bosz dertig jaar later in de voetsporen van Cruijff?

Kletsen met Cruijff

Het kaalgeschoren hoofd van de 53-jarige Apeldoorner was vroeger bezet met een weelderige, zwarte haardos. Zijn hoogdagen als speler beleefde hij vooral bij Feyenoord, waar hij tussen 1991 en 1996 één titel en drie bekers wint. Geen fan weet dat Bosz dan al soms stiekem naar De Meer, het trainingscentrum van Ajax, rijdt, om er vanuit zijn auto de sessies van coach Louis van Gaal te bekijken… In het begin van zijn spelerscarrière kocht hij ook al een abonnement bij Ajax om er de nadagen van de speler Johan Cruijff van dichtbij mee te maken. Zo was hij er getuige van hoe de grootmeester tussen 1981 en 1983 Ajax op het veld nog naar twee titels regisseerde.

Zelf voetbalt Bosz ook op het middenveld, maar een Cruijff is hij niet, beseft hij. ‘Ik was een aardige voetballer, maar niet buitengewoon. Door mijn absolute wil om te winnen kon ik toch op hoog niveau spelen. Ik dreigde. Dan zei ik: ik breek je. Dat deed ik nooit, maar zo’n tegenstander houdt daarmee toch rekening. Die denkt: straks komt die idioot inglijden.’ Bosz schopt het zelfs tot Oranje, waar hij acht keer voor uitkomt.

In de eerste interviewtjes met de jonge speler werd hem gevraagd wie hij graag een keer zou willen ontmoeten. ‘Johan Cruijff’, klonk het toen al gedecideerd. Later zou dat ook gebeuren. Haast iconisch op dat vlak is de foto die goed een jaar geleden in Tel Aviv genomen werd. Daarop is te zien hoe drie personen naast elkaar op een bankje in de zon zitten te keuvelen: een gesticulerende Jordi Cruijff, een achteroverleunende Johan Cruijff met zonnebril en een voorovergebogen, aandachtig luisterende Peter Bosz. Van links naar rechts zijn dat de technisch directeur van Maccabi Tel Aviv, het icoon in de laatste weken van zijn leven, en de toenmalige trainer van Maccabi Tel Aviv. Urenlang kletsen de drie er over voetbal. De dood van Cruijff is een mokerslag voor Bosz: hij heeft het over een revolutionair die is heengegaan.

In de dug-out met Mourinho

Maar de geest van Cruijff leeft verder. In tal van trainers. Zo ook in Peter Bosz. Terwijl het Nederlandse voetbal in crisis is en Oranje voor de tweede keer op rij een groot toernooi dreigt te missen, staat Ajax plots in de Europa Leaguefinale. Het Ajax waar Peter Bosz dag in dag uit zo hard aan gewerkt heeft. Bijna een jaar na zijn entree heeft de 1,75 meter kleine coach zijn talrijke critici de mond gesnoerd.

Overal in Nederland worden rapporten en beleidsplannen volgeschreven over hoe het nu verder moet met het Nederlandse voetbal. Hoe mooi alle theorieën ook klinken, de praktijk leert dat de visie van Bosz de oplossing is. ‘Ik heb niet de wijsheid in pacht, ik kan alleen zeggen hoe ik het zie. Ik weet nog goed dat ik een tijdje terug in een forum zat met andere trainers, en dat het ging over het buitenland. We moesten naar Duitsland kijken, hoe zij het deden en dat kopiëren. Ik was het daar totaal niet mee eens. Natuurlijk is de tijd veranderd en het voetbal ook, maar wij moeten ons vasthouden aan onze kernwaarden.’

Die kernwaarden verkondigt hij vanaf de eerste seconde dat hij bij een club in dienst is. Zoals in zijn eerste echte seizoen als trainer, bij De Graafschap. Meteen declameert hij: ‘Wij gaan het voetbal hier terugbrengen.’ Hij probeert de Superboeren verzorgd te laten spelen, maar die doen eerder hun bijnaam alle eer aan. Doelman Jurgen Wevers mag zich dat seizoen 84 keer omdraaien. De Graafschap eindigt onderaan en degradeert, maar Bosz zelf vindt dat hij op de goede weg is. Het bestuur denkt er anders over: hij wordt ontslagen.

Heracles Almelo is de volgende halte. Prompt promoveert hij met de club. Zijn voetbalvisie is gewaagd en prikkelend. Feyenoord plukt hem er weg, in Rotterdam gaat hij aan de slag als technisch directeur. Samen met coach Gertjan Verbeek wil hij er een nieuwe weg inslaan, maar een coup van de spelers doorkruist de plannen. Bosz stapt op en neemt een sabbatical. In dat jaar fietst hij veel en bezoekt collega-trainers. Daarna, we schrijven 2010, trekt hij terug naar Heracles.

Ondertussen is hij bezwangerd door het Barcelonavirus. De kleine Pep is geboren. Thuis kijkt hij zoveel mogelijk naar Barça en zijn club wordt de Almelose variant van tiquitaca. De voetballers krijgen laserogen van de beelden van Barcelona die ze moeten bekijken. Als ze dan eindelijk het veld op mogen, wachten daar oefeningen die ook weer voortborduren op de bewegingspatronen bij de club van Cruijff. Met Heracles haalt hij in 2012 de bekerfinale, die verloren gaat tegen PSV met 3-0.

Vitesse, waar de Georgische zakenman Merab Zjordania de plak zwaait, lonkt naar hem en Bosz zwicht. Bij de club uit Arnhem zijn al tientallen miljoenen euro’s geïnvesteerd en zijn een paar talenten van Chelsea gestald, maar succes levert dat vooralsnog niet op. Nog voor hij zijn handtekening bij Vitesse zet, is Bosz al in gesprek met Chelsea: de voetbalbezetene polst er naar de mogelijkheden om José Mourinho, de toenmalige coach, te ontmoeten. Voor de oefenmatch tegen de Londenaren gaat Bosz net iets te opzichtig even bij hem langs. In de dug-out. The Special One lijkt niet onder de indruk.

Ondertussen ontketent Bosz bij Vitesse een revolutie. Hij doceert de vijfsecondenregel van Barcelona – binnen die tijd de bal heroveren – en zet het liefst zijn hele team op één helft. Die van de tegenstander. Hij laat de gehele jeugdopleiding volgens zijn filosofie werken. Zijn voetbal is erg attractief, maar heeft één nadeel: het is behoorlijk riskant. Voor hij afgelopen zomer aan de slag ging bij Ajax, zat hij 250 Eredivisiewedstrijden op de bank: daarin scoorden zijn teams 441 doelpunten, maar slikten ze er ook 440. Wat dat betreft, heeft hij dit seizoen bij Ajax stappen gezet: in 34 matchen maakten de Ajacieden 79 goals – alleen kampioen Feyenoord deed beter – en incasseerden ze er 23. Daarmee heeft Ajax, samen met PSV, de minst gepasseerde verdediging van de Eredivisie.

Spelpatronen

Overal in zijn trainerscarrière, bij Heracles, Vitesse en Maccabi Tel Aviv, botste Peter Bosz op weifelende spelers. ‘Zij denken vooral vanuit eigen belang. Een verdediger die opeens op de middenlijn moet gaan staan met ruimte in zijn rug of een doelman die in zijn eerste match plotseling vier doelpunten om zijn oren krijgt. Die schrikken en denken: dit kan niet. Het gekke is dat ik dat bij Ajax totaal niet ben tegengekomen. Bij zowel Maccabi als Vitesse heb ik in de eerste weken een gezamenlijke sessie georganiseerd. De boodschap naar de spelers was duidelijk: of je maakt je deze speelstijl eigen, of ik schop je weg omdat je niet goed genoeg bent. Bij Ajax was dat niet nodig.’

Toch hadden de spelers van Ajax wel een paar maanden nodig om zich de spelfilosofie eigen te maken. En dan vooral het druk zetten, het doordekken en de inmiddels beruchte vijfsecondenregel. ‘Doordekken is een van de belangrijkste aspecten in ons spel. Als je dat niet goed doet, krijg je de ene na de andere counter om je oren. En doe je het goed, dan heb je steeds binnen een paar tellen de bal weer terug.’

Op het trainingsveld legde Bosz de basis. Met zijn duidelijke aanpak. Zonder warming-up, maar met kleine positiespellen, waardoor de spelers onbewust vanaf de eerste seconde van een training al bezig waren met de spelpatronen. Het plezier nam met de dag toe, door de prestaties tijdens de wedstrijden, maar ook door het niveau op de trainingen. ‘Als trainers hebben we het plezier zien groeien. Soms hebben we positiespelen acht-tegen-acht, met vier neutrale spelers. Dan komt het voor dat één ploeg drie minuten in het midden staat. En als ze dan eindelijk de bal veroveren, zijn ze hem direct weer kwijt. Het mooie is als we dan even een minuutje pauze nemen om te drinken en we gaan door, dan kan het zomaar zijn dat hetzelfde tafereel zich afspeelt, maar dan met de andere partij langdurig in het midden. Dat voorbeeld heb ik ook in de rust van de thuismatch tegen Lyon aan de spelers meegegeven. Ik zei: ‘We staan 2-0 voor, dat is geweldig, maar we spelen helemaal niet goed. We zijn de bal veel te snel kwijt. Maar jullie weten ook van de training: na een pauze kan het zomaar andersom zijn.’ En dat bleek, want na rust waren wij wel de betere ploeg aan de bal.’

Meer plezier

Techniek, tactiek, fysiek en mentaal. Bosz had de tijd nodig om zijn invloed te krijgen op de vier componenten. Het lastigste was het mentale, doorgaans moeilijker trainbaar. Toch kreeg Bosz ook daar zijn spelers mee de juiste kant op. ‘Geloof me, alle spelers bij Ajax kunnen voetballen. Anders speel je hier niet. Maar ik heb hier dit seizoen wel iets zien groeien in de ploeg. Een winnaarsmentaliteit, de kwaliteit om te overleven. Dat heb je nodig aan de top, maar als trainer is dat niet zo makkelijk te sturen. Zoiets moet vanuit de groep komen en dat is gebeurd.’

Het zorgt voor nieuwe prikkels in Amsterdam. Bosz kwam met een dubbele missie. Hij moest na twee seizoenen droogte weer met Ajax een prijs pakken, maar dat niet alleen: het plezier was minstens even belangrijk. Het eerste doel is nog niet behaald, maar het tweede kan vol overtuiging worden afgevinkt. Ajax speelt weer vol bluf, branie en bravoure. Met eigen talenten en op een manier waar de achterban laaiend enthousiast van wordt. Het geheim? ‘Dat is er niet, maar plezier is de basis. De spelers hebben plezier in de manier van voetballen en dat zorgt voor een geweldige wisselwerking met het publiek.’ Dat kan in de finale een troef zijn, zeker met een tegenstander als Manchester United. José Mourinho laat zijn team realistisch resultaatvoetbal spelen waar de gemiddelde voetbalfan niet warm van wordt. Komt Ajax straks als winnaar uit de strijd, dan zal er niet alleen op de tribunes van de Friends Arena in het Zweedse Solna geapplaudisseerd worden, maar dan zal er in de hemel ook iemand rechtveren. Trekt Manchester United aan het langste eind, dan zal diezelfde man daarboven ongetwijfeld mompelen: ‘Je kunt beter ten onder gaan met je eigen visie dan met de visie van een ander.’

DOOR STEF DE BONT, FREEK JANSEN, IWAN VAN DUREN EN STEVE VAN HERPE – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Ik heb hier dit seizoen iets zien groeien in de ploeg. Een winnaarsmentaliteit, de kwaliteit om te overleven.’ – Peter Bosz

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content