Kara Mbodj had in zijn geboortestad Mbour beroepsvisser kunnen worden. Dankzij zijn voeten schopte de verdediger van Anderlecht het moeiteloos tot de nationale ploeg van Senegal. Het verhaal van King Kara.

In de vissershaven van Mbour, de tweede grootste aanlegplaats van Senegal na Dakar, voltrekt zich elke dag rond 17 uur hetzelfde tafereel. Tientallen kleurrijke prauwen komen terug aan wal, volgeladen met tonijn, katvissen, karper, tandbaars, roggen en kwabaal. Een deel van de buit wordt meteen in koelwagens geladen en naar de internationale luchthaven Léopold-Sédar-Senghor vervoerd. Bij het ochtendgloren ligt de vis al opgestapeld in de enorme paviljoenen van de marché international de Rungis, de grootste versmarkt ter wereld.

In Kara’s geboortestad Mbour is de visvangst een belangrijke bron van inkomsten. Net zoals het toerisme. Vijf kilometers scheiden het stadcentrum van de populaire badplaats Saly Portudal, waar luxehotels en nachtclubs elke vierkante meter grond inpalmen.

Kara, die genoemd werd naar de bekende spirituele leider en politicus Serigne Modou Kara Mbacké, groeit op ver weg van alle verleidingen van Saly. Hij woont tegenover het stadion Caroline Faye van eersteklasser Stade Mbour en wil maar één ding: voetballen. Tot zijn veertiende geraakt hij niet verder dan wijkploegjes als Gallo Mbodj en ASC Rakkaju. Wanneer in 2004 de nieuwe voetbalschool Diambars een exhibitiewedstrijd speelt in zijn wijk ziet Kara zijn kans schoon om te schitteren. De voetballertjes van Diambars kijken verschrikt op als ze de kolos Kara opmerken. Hij is dan al een kop groter dan de rest. Wat Kara die dag demonstreert, grenst aan de perfectie. ‘Het veld – of wat ervoor moest doorgaan – was afschuwelijk’, vertelt Moussa Camara, technisch directeur van Diambars. ‘Veel keien, zand en putten. Elke stap was een beproeving. Maar Kara huppelde over het veld en streelde de bal met veel gevoel. Als straatvoetballertje pur sang was hij die ondergrond gewoon. Hij was werkelijk overal. Hij heeft mijn jongens negentig minuten lang geambeteerd.’

TE OUD

Doorgaans rekruteert Diambars – wat in het wolof (taal die gesproken wordt in Senegal, Gambia en Mauritanië) krijger betekent – zijn spelers tijdens regionale detectiedagen waar honderden jongens uit heel Senegal op afkomen. Op Diambars toegelaten worden is dus een serieuze krachttoer. Voor Kara wordt een uitzondering gemaakt: op basis van zijn propagandamatch mag hij aan de opleiding aan het instituut beginnen. Hij krijgt hulp uit onverwachte hoek. De jongens van Diambars die tegen Kara hebben gespeeld zijn zo onder de indruk dat zij er bij de trainers op aandringen om hem te halen.

Hij moet aanvankelijk wennen aan het leven op Diambars, waar hij elke dag les krijgt aangevuld met twee uur voetbal. Van absolute draaischijf valt hij terug tot een gewone waterdrager.

Na een aanpassingsperiode speelt hij met Diambars de pannen van het dak in tweede klasse. In een wedstrijd tegen Niary Tally wordt Kara als targetman uitgespeeld om de ballen door te koppen. Ablaye Seck, ex-Anderlecht en -Brussels, en zijn kompanen achterin zien die dag sterretjes. Af en toe wekken zijn gestalte en spiermassa argwaan op. Senegalezen zijn eerder schriel, terwijl Kara de morfologie heeft van een worstelaar. ‘Onze tegenstanders stelden zich vragen over zijn leeftijd. Maar bij Kara hebben we nooit getwijfeld hoor. Als we ontdekken dat ouders gesjoemeld hebben, dan sturen we hun zoon weg. Daar zijn we onverbiddelijk in.’

In 2009 denkt Kara de jackpot te hebben gewonnen: hij mag testen bij Gent. Maar zijn eerste Europese avontuur draait uit op een grote ontgoocheling. Kara traint beurtelings bij de beloften en de A-kern en legt zelfs medische tests af in de Arteveldestad. Maar de Buffalo’s happen niet toe en trainer Michel Preud’homme dringt niet verder aan. Jaren later zal pas aan het licht komen waarom de deal met de Buffalo’s afsprong. ‘Gent vond Kara te oud’, zo weet Saer Seck, een van de vier oprichters van Diambars. ‘Was hij een jaar jonger geweest, dan had hij wél een contract gekregen. Toen Kara dat hoorde, keek hij mij aan met een blik van: pruts wat aan mijn leeftijd en rond die transfer af.’ In 2008 werd Kara voor dezelfde reden door Le Mans teruggestuurd. Voor de tweede keer keert hij verbitterd terug naar Senegal. Hij heeft opnieuw gefaald. Een Afrikaanse voetballer die het vliegtuig opstapt richting Europa moet nu eenmaal als een held terugkeren naar het ouderlijke huis.

BOVEN DE POOLCIRKEL

Begin 2010 gooit het Noorse Tromsø IL Kara een reddingsboei. Diambars heeft een netwerk opgebouwd in Noorwegen en stuurt zijn spelers massaal naar het land van de fjorden. Enig probleem: Tromsø ligt ruim 300 kilometer boven de poolcirkel. De gemiddelde jaartemperatuur overstijgt amper de drie graden Celsius. Wanneer Kara en Saliou Ciss, zijn ploegmaat bij Diambars, er aankomen, krijgen ze een thermische schok. Toch doorstaat Kara met glans zijn tests en na zware onderhandelingen tussen Tromsø en Diambars over het doorverkooppercentage mag hij eindelijk zijn eerste profcontract tekenen.

De eerste wedstrijd van Kara staat nog altijd op het netvlies gebrand van de paar duizend toeschouwers die op 28 maart in het Alfheim Stadion de wedstrijd tegen Kongsvinger bijwoonden. Torje Johansen van het dagblad Nordlys was er toen ook bij. ‘Kara mocht in de tweede helft bij een 0-0-stand invallen op het middenveld. Zijn eerste actie was een spectaculaire tackle op kniehoogte. Zuiver op de bal. De tegenstander vloog meters de lucht in. Het stadion was verbluft. Je kon zelfs een speld horen vallen. Mocht hij de bal niet geraakt hebben, dan had hij gegarandeerd rood gekregen. ‘Voor zo’n vergrijp op de openbare weg vlieg je de gevangenis in’, zei iemand uit de trainersstaf van Tromsø al lachend na de wedstrijd. Het was liefde op het eerste gezicht tussen de supporters en Kara. In geen tijd werd hij de lieveling van het publiek. Hij had een duidelijk statement gemaakt: hier ben ik. Het duurde niet lang alvorens elke tegenstander bang was.’

Kara is echter niet immuun voor de blues. Drie jaar zal hij een appartement betrekken met Ciss, maar op een onbewaakt moment dagdroomt hij over de stranden van Mbour en over de geur van gedroogde vis die over zijn thuisstad hangt. Voor Tromsø is het een uitdaging om de twee Senegalezen zich thuis te laten voelen. Het duo gaat op Engelse les en leert via hun ploegmaats enkele Noorse scheldwoorden. ‘De trainer moest Kara en mij uit de kleedkamer sleuren. Wij vonden het absurd om te trainen bij temperaturen onder het vriespunt’, vertelt Ciss, momenteel onder contract bij Valenciennes in de Ligue 2. ‘Na elke training weende Kara als een kind omdat hij zijn veters niet loskreeg met zijn onderkoelde vingers. Op ons appartement liep hij op zijn hielen om zijn bevroren tenen te sparen. Het heeft een jaar geduurd voor ons lichaam helemaal was aangepast aan de extreme kou. Om de barre weersomstandigheden te vergeten maakte hij vaak yassa klaar, een tradioneel Senegalees gerecht. Eigenlijk stond hij graag achter het fornuis. Als hij na een match te moe was om te koken, dan verslond hij een halve zak pindanoten.’

Lang heeft Kara niet nodig om tot een attractie uit te groeien in Noorwegen. In 2010 en 2011 wordt hij telkens uitgeroepen tot de op een na beste voetballer van de Tippeliga. De reus van Tromsø trekt de aandacht van onder andere Arsenal en Auxerre. Maar die clubs denken dat Kara aan zijn plafond zit op het middenveld en ze willen hem aan het werk zien in de verdediging. Johansen herinnert zich een voorval dat Kara’s gemoedstoestand in die periode perfect illustreert. ‘In 2012 wordt Kara van training gestuurd. Hij had nog maar eens van zijn oren gemaakt omdat hij in de verdediging wilde spelen. Trainer Per-Mathias Høgmo, nu bondscoach van Noorwegen, wilde daar niet op ingaan. Kara begon toen anders te voetballen, deed dingen die niet bij zijn spel pasten, leed veel balverlies… Zijn gedrag leidde soms tot kleine irritaties bij zijn ploegmaats.’

De vraagprijs van zo’n 4,5 miljoen euro schrikt veel kandidaat-kopers af. Zelfs de Noorse topmakelaar Jim Solbakken, die door Tromsø ingeschakeld wordt, slaagt er niet in om Kara voor dat bedrag aan een West-Europese club te slijten.

SENEGALEES LIEDJE

Bij Genk zijn ze de kleerkast uit Mbour dan al een tijdje op het spoor via de goede contacten van Gunther Jacob in Scandinavië. Algemeen directeur Dirk Degraen heeft een budget gereserveerd voor de aankoop van een centrale verdediger en begin januari 2013 slaat Genk toe. Tijdens zijn eerste stage in Turkije onder Mario Been laat Kara zich meteen gelden. Julien Gorius, zijn kamergenoot destijds, getuigt. ‘Op de eerste dag hebben we Kara meteen gezegd dat hij als ontgroeningsritueel ’s avonds een liedje zou moet zingen. Toen het zover was, maakte hij zich ervan af met een smoes. Elke avond had hij een excuus klaarliggen. Hij straalde zo veel gezag uit dat niemand hem erover durfde aan te spreken. Een week heeft hij ons aan het lijntje gehouden en hij was er bijna mee weggekomen. Maar de laatste avond van de stage hebben we hem toch gedwongen om iets te zingen. Hij heeft voor de hele groep een Senegalees liedje gezongen.’

In de Genkse kleedkamer krijgt de zelfverklaarde fan van Realverdediger Pepe snel de bijnaam King Kara. Met zijn imposante postuur en charisma groeit hij uit tot een van de leiders binnen de groep. Zijn kruispass over vijftig meter zonder aanloop doet sommige ploegmaats blozen. De dag na een wedstrijd komt hij moeilijk op gang. Bij het uitlopen moet hij vaak aangepord worden door de fysiektrainer. Maar op andere trainingsdagen gaat hij voorop in de strijd. Bij wedstrijdvormen zat je beter in het team van Kara.

Met Anele, Tshimanga en Koulibaly vormt Kara de haast onklopbare Afrikaanse achterhoede van Genk. Maar na de wittebroodsweken brokkelt het onverwoestbare pantser beetje bij beetje af. King Kara wordt Mister één flater per wedstrijd. Mario Been en Alex McLeish hebben meer dan een keer gevloekt bij zijn zoveelste kemel, strafschopfout of rode kaart. ‘Die nonchalance zit er diep ingebakken bij Kara’, zegt de Genkse assistent-trainer Pierre Denier, die twee en een half jaar met hem werkte. ‘Ik herinner mij een thuiswedstrijd tegen Anderlecht waarin hij al vroeg rood pakte na een tackle met twee voeten vooruit. Hij voelde zich zo schuldig dat hij zich geëxcuseerd heeft bij zijn ploegmakkers. Halvelings welteverstaan. Dat was typisch Kara. Leergeld betalen hoort bij het proces, maar hij is er wel sterker uitgekomen.’

Ook boezemvriend Ciss looft de mentale weerbaarheid van Kara. ‘Op mentaal vlak is Kara costaud. Hij is een taaie. Van hem heb ik geleerd om nooit mijn zwakheden te tonen aan de tegenstander. Dat kan enkel tegen jou gebruikt worden.’

BESTE VERDEDIGER

In januari van dit jaar heeft Kara het gezien bij Genk en hij lonkt nadrukkelijk naar de Premier League. Zijn makelaars bieden hem aan bij West Ham. Maar in Upton Park is hij slechts optie nummer drie. Kara wacht tevergeefs op andere aanbiedingen en bij het sluiten van de transfermarkt is hij stomverbaasd dat er zo weinig belangstelling is voor hem. Dat is ook het beeld dat van Kara blijft hangen: dat van een té zelfverzekerde speler met een groot ego. Thierno Seydi, de makelaar van Kara, probeert zijn beschermeling nu en dan voor de spiegel te zetten. ‘Kara vreest geen enkele aanvaller. In zijn gedachtegang is hij de beste verdediger ter wereld. Als voetballer moet je over een gezonde dosis zelfvertrouwen beschikken. Maar hij mag daar niet in overdrijven Ik heb hem al vaak gezegd dat de grootste kwaliteit van een voetballer bescheidenheid is. Hij had een elektroshock nodig en die kwam er na zijn rampzalige eerste wedstrijd tegen Oostende. Kan hij de beste Senegalese verdediger ooit worden? In Senegal is Roger Mendy de absolute referentie. Die voetbalde in Italië bij Pescara toen Franco Baresi in de herfst van zijn carrière zat. Weet je wat het verschil was tussen Mendy en Baresi? Mendy was 89 minuten goed, Baresi was foutloos tot aan het laatste fluitsignaal. Dat moet Kara nog in zijn oren knopen en dan zal hij misschien zijn naam krijgen in de geschiedenisboeken.’

DOOR ALAIN ELIASY – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Na elke training weende Kara als een kind omdat hij zijn veters niet loskreeg met zijn onderkoelde vingers.’ SALIOU CISS

‘Kara vreest geen enkele aanvaller. In zijn gedachtegang is hij de beste verdediger ter wereld.’ THIERNO SEYDI

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content