Tim Smolders groeide op in de stille Kempen, maar voetbalt tegenwoordig voor het rumoerige Charleroi. Daartussen loopt een pad dat hij zelfs in zijn wildste kinderdromen nooit had uitgestippeld.

Oosterlo, ergens veilig ingeduffeld tussen Blauberg en Zoerle-Parwijs. Het zijn prachtige namen, gezellige dorpjes. Nauwelijks 1000 man sterk. Het centrum van Oosterlo beperkt zich tot een parochiezaal, een krantenwinkel en een kerk. Voorts: rustige buurten van doodlopende straatjes en weiden waar van gezondheid blakende paarden grazen en draven.

In een van die doodlopende straatjes groeide Tim Smolders (27) op. Aan het eind van de straat lagen de terreinen van FC Oosterlo, het ene gereserveerd voor de eerste ploeg, op het andere konden de kids uit de buurt ravotten. Het oefenveldje ligt er nog altijd, maar veel kids zijn er tegenwoordig niet te bespeuren. Het zijn daarentegen de mollen die dankbaar gebruikmaken van de geboden vrijheid en het veld enthousiast omploegen. Smolders staat aan de rand van het veldje en mijmert: “Hier kwam ik bijna elke dag na school voetballen. In de buurt woonden heel veel leeftijdsgenoten, soms waren we met twintig kinderen tegelijk aan het sjotten.” Hij zegt het met de handen in de zakken en de blik richting gras. Hij is profvoetballer nu, verdient zijn boterham als middenvelder van SC Charleroi. Het pad dat hij tot hiertoe bewandelde, had hij zelfs in zijn wildste kinderdromen nooit uitgestippeld. Hij moet nog 28 jaar worden, maar speelde ondertussen voor de top in België (Club Brugge), voetbalde nadien tegen de degradatie in Nederland (RBC Roosendaal) en keerde vorig seizoen terug naar België, om er bij Charleroi eindelijk naam te maken in de eigen vaderlandse competitie. Dat lukt hem aardig en ondertussen kan hij amusant toekijken op de fratsen van clubmanager Mogi Bayat. Maar ook buiten de krijtlijnen van het voetbalveld legde Tim Smolders al wat meters af. Hij trouwde enkele jaren geleden met zijn vriendin Lies, werd kort daarna vader van een dochtertje Margaux (nu twee jaar) en verwacht eerstdaags een tweede kindje. Het gezinnetje woont in Maubeuge, net buiten Charleroi. Het stuk bouwgrond dat hij in Brugge kocht, wacht ondertussen geduldig op de eerste funderingen voor Tims tweede leven, na de voetbalcarrière. Tim Smolders, als tiener steeds bestempeld als een intelligente jongen, lijkt zijn zaakjes netjes geregeld te hebben.

De familie twijfelaar

“Onze Tim is altijd een vastberaden baasje geweest,” vertelt moeder Miranda (48), “stil en braaf, maar hij wist goed wat hij wilde. Eigenlijk waren het mijn man en ik die over alles piekerden. Zoals zijn vertrek naar Brugge of het stopzetten van zijn hogere studies. Tim zelf stond daar nauwelijks bij stil. Misschien beter ook.”

“Ik leefde hier bij de familie twijfelaar”, beaamt Tim de woorden van zijn moeder. “Ik was de eerste van de familie die emigreerde uit de Kempen.”

Zijn ouders komen uit Eindhout en Geel, net zoals de hele familie haar wortels heeft in de Kempense grond rond Geel en Westerlo. Een beetje volgens de logische gang der dingen liep Tim school in Eindhout. Via zijn klasgenoten kwam hij terecht bij de voetbalclub van Eindhout: FC Netezonen. Hij scoorde meteen veel, héél veel, en de ploeg speelde kampioen. Het duurde niet lang vooraleer VC Westerlo hem op het spoor kwam. Westerlo, toen nog een derdenationaler in volle expansie, was een eerste stap hogerop. Maar lang bleef hij niet hangen bij de Parel der Kempen. Na amper twee jaar waagde Tim de overstap naar aartsvijand Verbroedering Geel, waar hij met de jeugdploegen in nationale reeksen kon spelen. Het werd hem niet in dank afgenomen. Tim: “Ik zat ondertussen op de middelbare school in Westerlo. Na mijn transfer werd ik ineens niet meer opgeroepen voor de schoolploeg, hoewel ik de enige was die op nationaal niveau voetbalde. Maar ja, de trainer van de schoolploeg was jeugdtrainer bij Westerlo. Daar moet geen tekeningetje bij, zeker?”

Bij Geel viel hij onder de hoede van Ludo Eyckmans. Die herinnert zich nog goed de eerste maal dat hij ‘de lange uit Oosterlo’ aan het werk zag. Eyckmans was erg onder de indruk van de technische kwaliteiten van Smolders. “Aan het einde van de training speelden we geregeld onderlinge partijtjes waarin ik meedeed. Tim was de enige speler van wie ik de bal nooit kon afpakken. Ik ben meer dan vijftien jaar jeugdtrainer geweest bij Geel, ik heb jongens als Joos Valgaeren en Filip Daems onder mijn hoede gehad, maar ik zeg u: Tim Smolders was de beste speler waar ik ooit mee werkte. Hij was ontzettend balvast, had een fantastisch speldoorzicht, een goeie doorsteekpass en was vaak aanspeelbaar. Enige minpunten waren zijn verdedigend werk en zijn versnelling op de eerste meters. Omdat hij zo veel waarde had voor de ploeg én omdat hij een ploegspeler was, was Tim erg geliefd bij de andere spelers. Hij snapte meteen wat je bedoelde en hield zich gedisciplineerd aan de ploegtactiek. Zijn ouders kwamen elke wedstrijd kijken, maar je hoorde hen nooit, ze hebben zich nooit bemoeid met mijn job.”

Op zoek naar een gastgezin

Het was Ludo Eyckmans die de naam van Tim Smolders liet vallen bij een kennis die voor Club Brugge werkte. De Kempenzoon werd uitgenodigd voor een test in Brugge en meteen kreeg hij een transfervoorstel onder de neus geduwd. Vastberaden koos Tim voor een avontuur in Brugge, waar hij de eerste jaren in een gastgezin zou mogen acclimatiseren. Dat was bij de familie Degeytere, in Varsenare. Zij stonden eerder al in voor de opvang van Daniel Amokachi en Wiver Hernandez. “Tim was onze eerste Belg in huis”, vertelt Magda Degeytere.

Het gastgezin Degeytere herinnert zich Tim Smolders als een brave student, een beetje volgens het imago dat hij zelf graag in stand houdt. “Je merkte snel dat het een pientere jongen was,” gaat Magda verder, “want in feite studeerde hij niet zo heel veel, maar toch behaalde hij steeds goede punten. Tijdens de examens was hij erg geconcentreerd. Soms stond ik zelfs naast hem om te zeggen dat het eten klaar was, en hoorde hij dat niet eens. Hij trok veel op met een paar jongens uit de buurt die ook op de hogeschool van Oostende zaten. Ze reden elke dag samen naar Oostende.”

Op de hogeschool van Oostende studeerde Tim Smolders voor industrieel ingenieur, nadat hij in de middelbare vier jaar met succes Latijnse had gevolgd. Hij behaalde goede punten, zonder al te veel moeite. Maar na twee jaar stopte hij de studies, de combinatie voetbal en studies viel hem te zwaar. Bovendien kon hij bij Club Brugge een vijfjarig profcontract tekenen. Tim Smolders: “Indertijd koos ik voor industrieel ingenieur omdat ik goed was in wiskunde, maar nu zou ik eerder geschiedenis of sport volgen.”

Tims ouders waren er het hart van in dat hun zoon zijn studies opgaf. “Mijn man en ik hebben daar toch enkele nachten van wakker gelegen”, bekent Miranda. “Maar ja, ’t was zijn beslissing. Voetballen deed hij het liefst.”

De andere kant van de wereld

Het vertrek van Tim naar Brugge viel de familie Smolders zwaar. Niet in het minst bij zijn zes jaar jongere zus Nathalie, nu 22. “Ik heb toch even geweend”, zegt ze, terwijl grote broer verbaasd opkijkt. “Dat wist ik niet”, repliceert hij meteen. Nathalie: “Ik was wel trots dat hij die stap kon zetten. Ik herinner me nog dat hij met Club eens scoorde tegen Westerlo, waar ik op school zat, dus de maandag erop kreeg ik van iedereen commentaar. Vanbinnen glunderde ik.”

Miranda: “Ik weet dat Nathalie hem vooral miste tijdens de examenperiodes, ze miste iemand in huis om eens even mee te praten. Toen leek Brugge wel de andere kant van de wereld.”

Nathalie: “Tim wilde altijd voetballen. Ik moest dan paskes terug geven. Ofwel probeerde hij me door de benen te dribbelen. Ha! Dat lukte hem nooit!”

Ook voor mama Miranda was het loslaten van haar enige zoon een bijzonder emotioneel moment. “Mijn wereld verging op dat moment,” zegt ze, “gelukkig werd Tim daar in een goed gastgezin geplaatst.”

Tim: “Het was beter dan op kot gaan, want ik moest nooit zelf koken.”

Miranda: “Het was een warrige periode, omdat alles voor Tim samenviel: leren autorijden, naar Club Brugge, weg van de familie, … In één klap moest hij heel volwassen worden.”

Tim: “Het was voor mij ook een stap in het onbekende. Een andere omgeving, een andere taal, want dat is het West-Vlaams toch, hoor. Maar de fierheid dat ik naar een grote ploeg als Club Brugge kon gaan overheerste, ik wilde het echt waarmaken. De eerste maanden verliepen redelijk moeilijk. Ik kwam daar in een groep van beloften terecht die mekaar al jaren kenden en die daarbovenop nog eens dat vreemde dialect spraken. Sowieso was ik al geen grote prater. Met de beloften speelden we op vrijdagavond, maar vanaf zaterdagmiddag reed ik zo snel mogelijk weer naar Oosterlo en dan zat ik tot zondagavond thuis.”

In die periode bij het gastgezin Degeytere leerde Tim ook de vrolijke bende rond Karel Geraerts kennen, die samen met Johan Gerets een appartement deelde. Dat was pas na verloop van tijd, want Tim zat meteen in de beloftekern, terwijl Karel nog bij de juniors speelde. Tim: “Ik zat in een bende met Hans Cornelis, Karel Geraerts, Johan Gerets en Thomas Troch. De stoere jongens. Negentien jaar, je speelt bij Club Brugge, tja, hoe ben je dan hé … Als we wisten dat we niet bij de kern zaten voor de eerste ploeg, trokken we vrijdagavond het centrum in en dronken we wel een koppel pinten. Ik vond Brugge een fantastische stad. Ik heb er trouwens mijn huidige vrouw leren kennen op café.”

“Het was een hechte bende,” weet Karel Geraerts nog, “ook Davy De fauw was erbij. Wanneer we in de namiddag vrij hadden, gingen we bowlen of biljarten. Tim liep er altijd bij. Hij is heus niet zo’n serieuze jongen als veel mensen denken, hij valt gewoon niet graag op. Bovendien cultiveert hij zijn imago van brave student. Wij plaagden hem daar wel eens mee, maar hij liet zich niet doen, hoor.”

Na het stopzetten van zijn hogere studies besloten Hans Cornelis, Karel Geraerts en Tim Smolders om samen een cursus Spaans in avondschool te volgen. Maar meer dan een kordate cerveza en gracias hebben ze daar niet aan overgehouden. Na het faliekante Spaanse avontuur besloot Tim zich alsnog aan een avondcursus te wagen: “Ik koos voor bedrijfsbeheer, omdat ik dat getuigschrift nodig heb als ik later als zelfstandige wil beginnen. Hans Cornelis studeerde voor kok op dezelfde avondschool. Hij heeft ooit eens een delegatie van Club Brugge uitgenodigd voor een proefavond. Onder meer Marc Degryse en Sebastian Hermans waren daarbij. Of het lekker was? Ach, het was eetbaar.” Tim gooit er een vette knipoog tegenaan.

Alles kapot spelen

Bij het Club Brugge onder Trond Sollied ontplooide Tim Smolders zich met mondjesmaat. Hij leerde er de harde wereld van de profvoetballerij kennen. Al had hij volgens maatje Karel Geraerts niet te klagen: “Ik denk dat van heel onze bende Tim nog het meest speelgelegenheid kreeg. In mijn ogen logisch, want op training bij de beloften speelde hij regelmatig alles kapot, het duurde daarom niet lang vooraleer hij naar de A-kern werd overgeheveld.”

Tim: “Van mijn eerste trainingen met de eerste ploeg herinner ik me nog goed dat ik vooral niets verkeerd wilde doen. Mijn schoenen waren netjes gepoetst, alles moest tiptop in orde zijn. Ik weet nog dat ik op training scoorde met een mooie lob over Dany Verlinden. Dat zal hij wel niet graag lezen ( grijnst). Van Sollied heb ik op tactisch en technisch gebied veel opgestoken. Naast het veld leerde ik volwassen te worden. Je wordt in die profwereld gegooid zonder voorbereiding. Ineens moet je leren omgaan met geld en druk, maar ik kon dat goed plaatsen en relativeren.”

Na vijf seizoenen en 61 wedstrijden met het eerste elftal verkaste Smolders naar RBC Roosendaal, twee jaar later naar Charleroi. “Ik evolueerde van plattelandsmens naar stadsmens,” verklaart Tim, “maar ik keer nog graag terug naar de Kempen.”

De familie Smolders gaat nog altijd alle thuiswedstrijden van de oudste zoon bekijken. Ook nu Tim voor Charleroi voetbalt. Miranda: “Ik vind het nog altijd plezant, maar het is wel helemaal anders dan het kleine jongetje dat vroeger met moeite wist dat de bal rond was. Alles was toen zo onschuldig, nu wordt alles kritisch beoordeeld. Vroeger was hij de ster van het veld, hij scoorde veel. Nu nog kom ik op straat mensen tegen van vroeger, die zeggen dan ook: och ja, weet je nog toen …” S

door matthias stockmans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content