Exact vijftig jaar geleden won Engeland het WK. Sindsdien peddelt de nationale ploeg door een poel van middelmaat. Minder hoge verwachtingen en meer jeugdig talent moeten in Frankrijk de grote ommekeer inluiden.

Begin deze maand maakte Engels bondscoach Roy Hodgson (68) zijn preselectie van 26 namen voor het EK in Frankrijk bekend. Daarbij geen al te grote verrassingen. Media en fans hebben het niet over de afwezigheid van Theo Walcott, Phil Jagielka of Jermain Defoe. Neen, de discussie gaat over Wayne Rooney en de vraag of die nog wel zijn plaats verdient in de definitieve kern, laat staan in het elftal. Opmerkelijk voor een speler die op zijn dertigste al aan 109 caps en 51 goals zit, en sinds twee jaar de aanvoerdersband draagt. Een tweede opeenvolgende mislukt seizoen met Manchester United en weinig sprankelende prestaties tijdens de recentste interlands (ondanks het verbeteren van het doelpuntenrecord van Bobby Charlton) hebben de troon van Rooney aan het wankelen gebracht. Bovendien geraakt de Man U-ster maar moeilijk terug in zijn ritme na de knieperikelen die hem in februari en maart dit jaar van de velden hielden.

De kwestie-Rooney staat symbool voor het debat rond de Engelse nationale ploeg sinds het fiasco – uitschakeling in de groepsfase – van het WK 2014: kiezen voor jonge, enthousiaste veulens of spelers in vorm in plaats van gevestigde waarden. Dat bijvoorbeeld Adam Lallana amper kansen kreeg in Brazilië, terwijl hij er net met Liverpool een uitstekend seizoen op had zitten, stak bij vele waarnemers. Vooral omdat de zogeheten sterren genre Steven Gerrard en Wayne Rooney het (andermaal) lieten afweten op een belangrijk toernooi. Stevie G en generatiegenoot Frank Lampard namen ondertussen afscheid van het internationale toneel, de verwachting dat Rooney de fakkel zou overnemen werd slechts gedeeltelijk ingelost. De schijnwerpers tijdens de uiterst succesvolle EK-kwalificatiecampagne en de voorbije oefeninterlands waren voorbehouden voor een batterij nieuwe namen die amper wat Premier League miles op de teller hebben staan. Of had u twee jaar geleden al gehoord van Danny Drinkwater, Harry Kane, Jamie Vardy, Eric Dier en Dele Alli?

Na het ontgoochelende WK van 2014 besloot Hodgson het roer om te gooien, daarbij geholpen, of geïnspireerd, door een gunstige loting bij de EK-kwalificaties. In een groep met Litouwen, Zwitserland, Estland, Slovenië en San Marino moest het voor Engeland al duchtig mislopen om er in Frankrijk níét bij te zijn. Er was dus wel wat marge voor experiment.

De jonkies grepen hun kans. Engeland kwam als enige uit de EK-kwalificatiecampagne met een perfect rapport: tien zeges uit tien wedstrijden. En dat met de derde jongste ploeg van alle deelnemers – enkel Noorwegen en Duitsland werkten hun kwalificaties af met een nog jonger elftal. Dier, Dele Alli, JohnStones, Marcus Rashford, Ross Barkley, Raheem Sterling, Luke Shaw, Kane: allemaal spelers die in het voorbije jaar mochten opdraven bij de Three Lions, maar eigenlijk nog in aanmerking kwamen om deze maand mee te spelen op het beloftetoernooi van Toulon.

KRITIEK OP HODGSON

De offensieve weelde van dit Engeland springt in het oog. Met de ontbolstering van Leicesterheld Jamie Vardy, dit seizoen 24 goals in de Premier League, en het achttienjarige supertalent Rashford heeft Hodgson er een pak opties bij. Met ook nog Sterling en Andros Townsend als alternatieven kan hij kiezen voor snelheid en countervoetbal. Met Daniel Sturridge, Kane en Rooney daarentegen heeft hij opties bij een opbouw via verschillende stationnetjes. Analist Alan Shearer pleit alvast voor een aanval met Kane én Vardy. De voormalige EK-topschutter (1996) ziet voor Rooney eerder een teruggetrokken rol. ‘Rooney is niet langer onze nummer een in de spits,’ verklaarde Shearer onlangs op de BBC, ‘ik zie voor hem een rol als middenvelder of nummer tien weggelegd. Vardy en Kane verdienen hun kans voorin.’ De opgang van Kane en Vardy is opmerkelijk. In 2013 zaten beide heren nog geregeld naast elkaar op de bank toen Leicester City in tweede klasse streed om promotie naar de Premier League.

Ook Hodgson lijkt ondertussen te denken aan een tweespitsensysteem. In de recentste interland die Rooney afwerkte, in november vorig jaar tegen Frankrijk, werd hij uitgespeeld op de flank. Blessures hielden hem sindsdien uit de ploeg. Toch gaf Hodgson bij zijn selectie nog eens aan dat hij alle vertrouwen heeft in zijn aanvoerder. Al was het maar omdat Rooney, samen met Joe Hart en Gary Cahill, een van de enige spelers in de kern is met ervaring op een groot toernooi. Rooney is nog steeds de opperleeuw, maar op zijn positie drummen de hongerige welpen Dele Alli en Barkley voor een plaats in de spotligths.

Dat de voorbije twee jaren enorm veel, en snel, veranderde, beseft ook Rooney. In maart keek hij nog geblesseerd vanuit zijn zetel thuis toe hoe het ‘nieuwe Engeland’ met 2-3 won van wereldkampioen Duitsland. Weliswaar in een oefeninterland, maar toch. Buitenshuis, tegen een Mannschaft op bijna volle sterkte. Rooney daarover in het magazine Four Four Two: ‘De zege tegen Duitsland heeft veel spelers een boost van vertrouwen gegeven. Vooral het feit dat we van 2-0 terugkwamen. Dat zou vroeger nooit gelukt zijn.’

De jeugdigheid van het Engelse team biedt het voordeel van argeloos enthousiasme en frivole onvoorspelbaarheid. Met creatieve allroundspelers als Dele Alli, Barkley en Sterling bezit het elftal het potentieel om op elk moment in de wedstrijd toe te slaan. Net wat het al te voorspelbare voetbal van Hodgson zo nodig heeft. Chris Coleman, coach van EK-opponent Wales, doet er in de aanloop naar het burenduel op 17 juni weinig aan om zijn voormalige coach bij Blackburn uit de wind te zetten: ‘Ik ken Roy heel goed, tactisch wijzigt hij zelden iets. Het zou mij verbazen als Engeland mij kan verrassen.’

Bij de respectabele krant The Guardian gaat men een stap verder, zij verwijten de bondscoach het ontbreken van een herkenbare speelstijl. Door de ontluiking van de jonge, nog ongepolijste diamantjes en mannen als Vardy – een rechttoe-rechtaanspits uit de oude doos – is Engeland echter een stuk onvoorspelbaarder geworden. In een goede dag kan dat op het EK gensters geven.

ACHILLESHIEL

De achilleshiel van het elftal blijft nu al enkele jaren de verdediging. Begin jaren 2000 maakten wandelende boomstronken zoals Sol Campbell, Rio Ferdinand en John Terry daar de dienst uit, maar al sinds zijn aanstelling in 2012 is Roy Hodgson op zoek naar een nieuwe stabiele tandem centraal in de defensie. Gary Cahill, Phil Jagielka, Chris Smalling: elk van hen leek op een bepaald moment zeker van een stek, maar viel uiteindelijk door de mand. Alle hoop rust nu op de schouders van de 21-jarige John Stones, sterkhouder bij Everton en gegeerd door Chelsea en Manchester City. Ross Barkley over zijn ploegmaat bij de Toffees: ‘Ondanks zijn leeftijd is hij al een leider. Hij dirigeert constant en toont altijd het voorbeeld. John is een atypische Engelse verdediger, hij is meer het type dat je bij Spanje zou verwachten, iemand die voetballende oplossingen zoekt. Een enorm talent, ik ben er zeker van dat hij de komende tien of vijftien jaar een vaste waarde voor Engeland zal zijn.’

In zijn preselectie nam Hodgson amper drie zuivere centrale verdedigers op, alsof hij een punt wil maken. In plaats van een vierde centrale verdediger te selecteren, zoals bij de vorige twee toernooien, verkoos hij met de achttienjarige Rashford een bijkomende aanvaller. Hodgson daarover: ‘Vroeger hadden we vier topverdedigers, die middelen heb ik nu niet langer ter beschikking. Vooral een linksvoetige centrale verdediger is een probleem. Waarom zijn die er niet meer? Dat is een vraag waar we ons bij de FA (de Engelse voetbalbond, nvdr) over moeten buigen.’

Ook Shearer en Rooney beamen de stelling dat Engeland offensief hoogdagen viert maar defensief kwetsbaar is. Shearer: ‘Ons voornaamste probleem blijft centraal in de verdediging, al jaren onze achilleshiel en het probleem is nog steeds niet opgelost.’ Rooney in iets bedektere termen: ‘We hebben veel scorend vermogen op het middenveld en spitsen die kunnen invallen en het verschil maken.’ Over de verdediging rept hij met geen woord. Zwijgen zegt soms meer dan spreken.

PREMIER LEAGUESTATUS

Een bijkomend voordeel van al dat jonge geweld is dat de nationale ploeg plots met een hoop meer krediet aan het EK start. Elk toernooi vertrekken de Engelsen met torenhoge ambities om uiteindelijk neergesabeld te worden door de notoir onstuimige en rumoerige Britse media. Het gebrek aan ervaring in de huidige kern zorgt ervoor dat de ambities nu getemperd zijn: over vooropgestelde finales of halve finales lees je geen letter. Dat kan bevrijdend werken.

Engeland wordt algemeen aanzien als de bakermat van het voetbal: in 1863 werd de Football Association opgericht en snel daarop volgden op het eiland de eerste competitievormen en regelbepalingen. Sinds de eerste klasse er in 1992 omgedoopt werd tot de Premier League ging de status van het Engelse voetbal alleen maar crescendo. De Engelse competitie is nu al meer dan twintig jaar de meest bekeken, meest gecommercialiseerde en meest lucratieve voetballiga ter wereld.

Dat schept hoge verwachtingen voor de nationale ploeg, wat eigenlijk geen eerlijke parallel is: zelden zijn Engelse voetballers de sterren in hun club. Leiders of sterkhouders, dat wel, maar slechts bij uitzondering spelbepalend. Net daarom werd er in het voorbije decennium zo veel verwacht van Gerrard, Lampard en Rooney. Het kwam er nooit uit.

Ook tactisch worden er steeds vaker vragen geplaatst bij de waarde van de Premier League. In België heeft bijvoorbeeld Gentcoach Hein Vanhaezebrouck geen hoge pet op van het ‘vollegasvoetbal’ dat ze over het Kanaal praktiseren. In eigen land sloeg Ross Barkley, in zijn jeugdige eerlijkheid, de nagel op de kop: ‘Internationaal voetbal is helemaal anders dan de Premier League. Veel tactischer. Ik heb ondertussen geleerd dat je in zulke matchen veel meer de bal moet kunnen bijhouden.’ Wellicht ook een van de redenen waarom Premier Leagueploegen het zo lastig hebben om op het Europese toneel te concurreren met de Duitse en Spaanse top.

Het is al van 1966 geleden, toen Engeland dankzij het spookdoelpunt van Geoff Hurst in de finale tegen West-Duitsland het WK in eigen land won, dat de Three Lions eens konden triomferen op een toernooi. We zijn vijftig jaar later, zorgen de leeuwenwelpen voor de stunt van deze nieuwe eeuw?

DOOR MATTHIAS STOCKMANS – FOTO’S BELGAIMAGE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content