Ook als bondscoach gaat René Vandereycken resoluut zijn eigen weg. Eind vorige week verbaasde de Limburger toen hij voor de oefeninterland van woensdagavond tegen Turkije Jason Vandelannoite bij de selectie haalde. Het is alsof Vandereycken wil tonen dat hij grillige talenten wel degelijk in het juiste spoor kan houden. Bij Club Brugge groeide de jonge verdediger door zijn niet bepaald professionele instelling uit tot een onuitputtelijke bron van ergernis. Vandelannoite leeft, om het zacht uit te drukken, niet echt voor zijn vak. Jan Ceulemans, die bij Club veel liet passeren, kreeg geen greep op hem en zelfs toen Vandelannoite van hogerhand op het matje werd geroepen, leverde dat geen effect op. Hij beloofde beterschap maar verviel na een tijdje weer in oude kwalen.
Als het voor hem wat meezit, debuteert Jason Vandelannoite woensdagavond in de nationale ploeg. De kans dat hij daaruit de prikkel gaat halen om harder te werken, is gering. Sterker zelfs : Vandelannoite zal tot de constatering komen dat het met zijn huidige levenswandel ook gaat. In die zin bewijst René Vandereycken hem geen dienst. De bondscoach gaat puur uit van de kwaliteiten en geeft iedereen het voordeel van de twijfel. Daarom haalde hij ook Steven Defour bij de Rode Duivels toen die wegens privéverhalen in de vuurlijn van de kritiek lag. Hij schermde het goudstuk af en leek ook hier lessen te willen geven.
Clubs in dit land zijn niet bij machte met nukkige jonge voetballers om te gaan. Dat vereist van trainers en bestuurders mensenkennis, fijnzinnigheid en psychologie. Steven Defour is een complex geval. Los van breed uitvergrote verhalen over zijn ouders en vriendin begonnen zich tijdens het slot van de competitie steeds meer scheidsrechters te ergeren aan zijn houding op het veld. RC Genk stuurde nauwelijks bij. Het keek toe hoe geld ruikende managers zich op hem stortten. En toen Ajax interesse toonde voor Defour, bood RC Genk hem hetzelfde, zware contract aan.
Zo plaats je jonge voetballers op een voetstuk op een moment dat hun carrière nog moet beginnen, zo dreig je de motivatie af te botten. Jongeren staan in deze tijd van verlokkingen en verleidingen aan veel gevaren bloot. Als je hen een stapel bankbiljetten in het gezicht gooit, geef je hen een status waarmee ze niet kunnen omgaan. Tenzij je, zoals bij Ajax, een constellatie uit de grond stampt waarin ze van nabij worden gevolgd. Voor Defour is het daarom goed om zijn carrière in Amsterdam voort te zetten. In het rauwe en stekelige Ajaxklimaat blijft hij gegarandeerd met de voeten op de grond. En hij zal zo veel beter aan zijn ontwikkeling kunnen werken dan in Genk, waar welke misstap ook met de mantel der liefde wordt bedekt.
Begeleiding van voetballers blijft in dit land een onontgonnen gebied. Juist Anderlecht beweert hierin veel vooruitgang te hebben geboekt en schrijft de explosie van Nicolás Frutos onder meer toe aan de aandacht die er voor de spits ook buiten het veld bestond. Nu krijgt de kampioen een Argentijns gezicht. De verhalen die over de 20-jarige Lucas Biglia vanuit Zuid-Amerika overwaaien, zijn veelbelovend en zelfs lyrisch. Bovendien staan Argentijnen symbool voor zekerheid en duurzaamheid. Zelfs een doorgaans bezadigde man als Paul Courant is ervan overtuigd dat de Argentijnse inbreng Anderlecht een meerwaarde zal geven.
Het is duidelijk dat de kampioen zijn lang haperend scoutingapparaat heeft geperfectioneerd. Anderlecht lijkt wat dat betreft een stuk verder te staan dan Club Brugge dat (voorlopig) geen internationale pistes aansnijdt en het bij de Belgische markt houdt. Dat belet Michel D’Hooghe niet om verderop in dit blad optimistische taal te spreken en verder naar versterking te zoeken.
Na een kwakkeljaar staat Club Brugge straks voor een kruispunt. Net zoals Anderlecht, dat met een nieuwe spirit en een andere beleving aan het seizoen gaat beginnen. Want Argentijnen zijn geen klagers maar werkers en fighters. En juist die heeft Anderlecht, al veel te lang een tempel van gezeur en egotripperij, nodig.
JACQUES SYS