Dennis Bergkamp is de kunstenaar op noppen die de Premier League betoverde. In elf jaar Arsenal schreef hij geschiedenis. Niet zomaar een paar regels, maar een vuistdik boek vol superlatieven. Even terug naar Wonderland.

Het was 2005. Er hing een dunne deken van dauw boven het gemillimeterde gras, precies zoals hij het zich herinnerde uit zijn jeugd. Arsenal had zojuist de inhaalwedstrijd tegen Everton met 2-0 gewonnen. Buiten dwarrelden bladeren op de stoep. De herfst diende zich aan. In de setting herkende Dennis Bergkamp de symboliek. Nog even en hij zou afscheid nemen, na twintig jaar profvoetballer te zijn geweest. Hij keek om zich heen op Highbury, het stadion van zijn dromen, en vatte alles samen in één zin. ‘Deze plek is zoals het moet zijn.’

Diezelfde avond slenterde er een man met een gekromde rug en de uitstraling van een overjarige rockartiest langs kooplui en kraampjes vol vettigheid. Met gespeelde verontwaardiging zei hij: ‘Die Dennis van jullie jaagt mij wel op kosten.’ Hij wees met twee duimen op de achterkant van zijn shirt naar de tekst die doorliep op de mouwen. Remember, there’s only one Dennis Bergkamp. ‘Ik moest per letter betalen.’

DE TRADITIE

Precies tien jaar later komt de geschiedenis tot leven wanneer Dennis Bergkamp zijn ogen langs een fotogalerij laat glijden. Hij mag dan de naam hebben een ijskonijn te zijn, weinig voetballers ontwikkelden zo’n fijn gevoel voor detail als hij. Zorgvuldig rangschikte de oud-international tientallen indrukken in zijn geheugen. Met een zachte, nostalgische klank in zijn stem vertelt hij over de dagen dat The Gunners thuis speelden. Hoe hij uit de bus stapte en vlak voor de stenen trap van de hoofdingang altijd even opzij keek, naar de fans die door de arbeiderswijk krioelden. En dan naar links, waar hij zijn vrouw en kinderen zag. ‘Zij gingen vaak wat eerder naar het stadion, om sfeer te proeven en een broodje met worst te eten. Dat was een traditie.’

Op de dag dat Bergkamp in Londen tekende, werd hij meegetroond voor een fotosessie in het stadion. Keep off the pitch, stond er op een rood bordje. Haastig kwam de terreinknecht aanzetten met een stuk hout. Grote aankoop of niet, iedereen moest de huisregels eerbiedigen. ‘Aan de foto’s die de volgende dag in de kranten verschenen, kon niemand zien dat ik op een plank stond en niet op het gras. Ik vond het wel mooi. Toen wist ik: dit veld is echt heilig.’

Volgens de overlevering waarden er geesten rond op Highbury, zoals het Arsenal Stadium uit 1913 in de volksmond werd genoemd. Tijdens de bouw van de North Stand viel een werkpaard van de eerste ring naar beneden. Het dier werd ter plekke begraven. Vreemd genoeg haalden arbeiders tachtig jaar later bij de renovatie geen botresten uit de grond tevoorschijn, maar wel twee roestige hoefijzers. Dat zou een teken van geluk moeten zijn, zeiden de mensen. Even later won Arsenal onder leiding van Dennis Bergkamp voor het eerst sinds 1971 de dubbel. En daar kwam nog veel meer moois bij.

De nu 46-jarige Bergkamp groeide op met het tv-programma Voetbal 80, waarin regelmatig beelden van het Engelse voetbal te zien waren. Zo ontdekte hij Glenn Hoddle, de sierlijke vormgever van Tottenham Hotspur bij wie het shirt altijd over zijn broek hing. ‘Dat was mijn favoriete speler. Hij onderscheidde zich. Later circuleerde het verhaal dat ik als kind fan was van The Spurs, de grote rivaal van Arsenal. Een misverstand. Mij ging het alleen om Hoddle.’

Jaarlijks werd de FA Cupfinale uitgezonden, met zijn rode loper op Wembley en koninklijke grandeur. Het duurde uren en verveelde geen moment. ‘In mijn eerste herinnering zie ik groene velden, een beetje drassig vaak. Ook het soort voetbal, met buitenspelers die voorzetten gaven en het moordende tempo maakten indruk.’ Eenmaal als kanonnier in Londen bleek dat beeld te kloppen. ‘Als ik het kort zou moeten samenvatten, is het de strijd, de volle stadions, dat gras, het applaus als je een bal met een sliding binnen weet te houden, die bemoedigende tikjes op je schouder als je tussen de toeschouwers terechtkomt omdat die tribunes zo dicht op het veld staan… Dit alles zorgt voor de sfeer die het Engelse voetbal uniek maakt. Passie. Ja, dat ene woord dekt wel de lading.’

Bergkamp is een traditioneel mens. Hij weigerde bijvoorbeeld mee te lopen in de parade van gekleurde schoenen die in de 21e eeuw steeds meer in zwang begonnen te raken. Zwart moesten ze zijn, met een wit logo. Zijn sponsor Reebok heeft weleens geprobeerd hem over te halen. Maar zelfs een rood streepje vond hij eigenlijk al te ver gaan. ‘Schoenen met kleurtjes, dat voelde gewoon niet goed.’ Meestal versleet hij niet meer dan twee paar per seizoen. ‘Thierry Henry vond het geen enkel probleem om elke wedstrijd nieuwe schoenen te dragen. Uit de doos, aantrekken en hup, spelen. Ik kon dat niet. Het moest altijd op de ouderwetse manier. Eerst even in bad zitten, zodat die schoenen naar je voeten gingen staan. Kranten erin. Opdrogen. Likje vet eroverheen. Twee tot vier keer ermee trainen, liefst op een nat veld. En dan waren ze klaar voor een wedstrijd.’

DE VERANDERING

In Engeland wordt Bergkamp – ook door degenen die geen Arsenalfan zijn – unaniem beschouwd als de buitenlander die in de Premier League de meeste impact heeft gehad. Hij grossierde in bijnamen. The Dutch Master, The Iceman, Berg-Champ, Dennis the Menace of, vanwege zijn vliegangst, The Non-Flying Dutchman. Bergkamp veranderde Arsenal ingrijpend. Saai werd swingend. Hoewel hij een UEFA Cup met Internazionale won, in 1994, was hij in Italië vastgelopen. ‘Eerlijk gezegd heb ik op een gegeven moment gedacht: als dit het is, dan denk ik dat ik op mijn 28e klaar ben met voetballen. Ik haalde er geen plezier meer uit. Maar bij Arsenal kwam dat, na een aarzelend begin, heel snel terug. In Engeland kreeg ik dat lekkere gevoel terug. Dat je denkt: ja, dit is het. Dit is voetbal.’

Eerst sprak hij nog de verwachting uit pakweg twee seizoenen in de Premier League te willen spelen. Elf jaar later vertrok hij pas door de voordeur, met toeters en bellen en huilende mensen. Op hetzelfde moment sloot Arsenal de deuren van Highbury definitief. Alsof twee monumenten tegen de vlakte gingen. Soms voelde Bergkamp zich een beetje ongemakkelijk als de adoratie weer een nieuw hoogtepunt bereikte. Dan schreef een vooraanstaande journalist een stuk proza van Shakespeare-achtige proporties, of werd zijn naam op de shirts in de stalletjes simpelweg vervangen door drie allesomvattende letters: God.

‘Het ging heel ver, ja. Ik heb spandoeken gezien met de tekst: Why fly if you can walk on water? Dat soort dingen. Ik snap de humor, het spelen met woorden. Het gebeurde tenminste altijd met een respectvolle knipoog. Ik vond het schitterend. Engelsen zijn ook heel snel met het geven van complimenten. In het begin reageerde ik verrast. Bij Ajax had ik nooit meegemaakt dat een speler naar je toekwam en zei: ‘God, wat was jij goed vandaag, zeg.’ Er mankeerde altijd wel iets. En als ze iets positiefs over je zeiden, dan het liefst niet in je gezicht. Want stel je voor… Ik moest daar in Engeland even aan wennen. Maar ik kon er goed mee omgaan. En aan de andere kant wist ik ook dat ik er veel voor terug moest doen. En dat je een keer prijzen moest gaan winnen.

‘De club zat in een periode dat er echt wat moest veranderen. Ze speelden met één spits, iedereen sprak over Boring Arsenal. Het kon zo niet doorgaan. In 1995 was ik de grote aankoop van Bruce Rioch. Het jaar erop kwam Arsène Wenger.’ Toen de Arsenalfans werd gevraagd hun Dream Team samen te stellen, was de uitkomst veelzeggend. Behalve Liam Brady, de vedette uit de jaren zeventig, zijn het tien spelers uit de tijd van Wenger: David Seaman, Lee Dixon, Tony Adams, Sol Campbell, Nigel Winterburn, Patrick Vieira, Fredrik Ljungberg, Robert Pires, Thierry Henry en Dennis Bergkamp. Het is de groep die onder meer drie landstitels veroverde en vier keer de FA Cup. In het seizoen 2003/04 bleef Arsenal zelfs ongeslagen. Het leverde die ploeg de mythische bijnaam The Invincibles op.

Bergkamp: ‘Heb ik Arsenal veranderd? Ja. Maar je hebt natuurlijk mensen nodig die erin meegaan. Loop die namen maar af. Het eerste jaar waren we een beetje aan het aftasten. Daarna voelde je: hé, wacht even, we zijn echt met iets moois bezig. En dan groei je uit tot een ploeg die onoverwinnelijk wordt. Waar je ook speelde in Engeland, je wist dat je die wedstrijd ging winnen. Als je op dat niveau zit met een team, heb je de top bereikt. Ik vond het wel interessant om te zien hoe het steeds meer opgepikt werd. Een van de eerste mensen die het tegen mij zei, was Bob Wilson, de oud-keeper van Arsenal die later een tv-persoonlijkheid is geworden. ‘Vergeet nooit dat jij degene bent die de ommekeer teweeg heeft gebracht.’ Dat was uit zijn mond een heel groot compliment.

‘Ongeslagen kampioen worden in de Premier League, dat is nog iets tastbaars. Kijk maar naar die grote competities. Iedereen verliest wel een paar keer. Dus die prestatie van ons is wel heel bijzonder geweest.’

DE EENHEID

Bergkamp bladert door foto’s van juichende voetballers. De guitige lach en gouden boventand van Ian Wright, die een smartlap van André Hazes uit zijn hoofd kende. De rauwe grijns van Martin Keown, die als kind Gaelic football speelde. De verbazing in de ogen van Thierry Henry na weer een meesterwerkje. Het ingetogen genieten van Bergkamp zelf. Zijn jaren bij Arsenal werden gekenmerkt door kwaliteit, kracht en kameraadschap. De selectie was een perfecte melange van specialisten en mannetjesputters. Met Arsenal viel niet te spotten.

Er bestaan tv-beelden van een opstootje bij de uitgang van de spelerstunnel tussen Patrick Vieira en Roy Keane, de meedogenloze middenvelder van Manchester United. Er wordt gescholden en gedreigd. Een handgemeen lijkt zich aan te dienen. Bergkamp wurmt zich naar voren en probeert zijn Franse captain te kalmeren. Snuivend van woede pruttelt Keane nog wat na. Hij priemt zijn wijsvinger een paar keer in de richting van Vieira, die dan naar beneden kijkt en opeens een jongetje ziet staan. Die krijgt een aai over de bol, alsof er helemaal geen onvertogen woord is gevallen. En dan wandelen 22 spelers naar buiten, met aan hun hand 22 verbouwereerde kinderen.

‘Dat kon alleen in Engeland’, zegt Bergkamp. ‘Tegenwoordig beginnen ze bij de kleedkamerdeur al te filmen, dus zo’n opstootje zou breed uitgemeten worden. Maar vroeger stonden daar nog helemaal geen camera’s. Er gebeurde dus weleens wat.’ Zelf liet Bergkamp zich op het veld ook niet onbetuigd. Hij is alom geprezen als voorbeeldprof, maar tegenover zijn schone kunsten stonden vijf rode kaarten. ‘Het is een onderdeel van mijn spel geweest, van mijn karakter. Soms was mijn reactie over the top. Niet goed. Maar er waren nu eenmaal momenten dat ik me moest laten gelden. Anders hou je je daar niet staande.’

Het werd hem zelden kwalijk genomen. Bovendien verdween daardoor snel het beeld van een brave student van de Hollandse School die het niet zou redden in de Premier League. De edelman met zijn voeten van fluweel was niet te beroerd om zijn handen vuil te maken. ‘In mijn eerste seizoen speelden we voor de League Cup bij Barnsley, een avondwedstrijd in zo’n karakteristiek stadion. Het was herfst en het regende. Er was veel te doen om mij omdat ik pas na zeven competitiewedstrijden voor het eerst scoorde. Veel mensen vroegen zich af: is dit wel wat voor Dennis? Maar dit was precies het Engelse decor zoals ik het altijd in mijn hoofd had. We zaten in een kleedkamer waar alleen de eerste elf spelers zich konden omkleden. Er waren te weinig haakjes en de manager moest in de deuropening gaan staan om zijn bespreking te houden. Onze kinesist kon zijn werk amper doen. Je kon je benen haast niet strekken, zo armoedig was het. Ik vond het geweldig. Ook kou schrikte mij nooit af. Even een beetje koukleumen, daar hield ik wel van.’

DE SCHOONHEID

In zijn huis in Blaricum heeft Bergkamp een ruimte ingericht met relikwieën uit zijn Engelse tijdperk. Hij is niet zo’n oud-speler die onverschillig opmerkt dat ergens op zolder een doos met rommel moet staan. ‘Toen we terugkeerden in Nederland, zei ik tegen mijn gezin: ‘Ik ben nu vader. Ik hoef niet dagelijks met mijn voetbalverleden geconfronteerd te worden. Het is een periode die voorbij is.’ Maar een eigen ruimte vond ik wel leuk, want ik wilde het ook niet wegstoppen. Er is genoeg gebeurd om trots op te zijn.’

Naast de tientallen bekers en persoonlijke onderscheidingen staat er een leren leunstoel waarin het tenue van zijn testimonial is verwerkt. Er hangt ook een foto van zijn derde doelpunt in 1997 tegen Leicester City, in zijn ogen de mooiste die hij ooit maakte. Je kijkt tegen zijn rug aan op het moment dat hij net iets door de knieën is gezakt en de bal in de verre hoek mikt. Even daarvoor had hij ‘m uit de lucht geplukt met de bovenkant van zijn rechterschoen. Er kwam een passeerbeweging met links waarmee hij zijn tegenstander uitkapte en toen pas raakte de bal voor het eerst de grond.

Een jaar later zou hij tijdens het WK in Frankrijk op een vergelijkbare manier scoren tegen Argentinië. ‘Dat gebeurde op het allerhoogste niveau’, zegt Bergkamp. ‘Het verschil is dat de aanname op die plek wat makkelijker was omdat de pass van Frank de Boer van links kwam. Dan kun je de bal met de binnenkant doodmaken. In de wedstrijd tegen Leicester stond ik aan de andere kant. Eigenlijk zat daar alles in waar ik voor stond. Vanuit de 10-positie wegtrekken, het gat in. De bal controleren na een lange pass. Direct de rust bewaren en scoren. En dat in, wat zal het zijn, acht of negen seconden?’ Bergkamp was naar eigen zeggen altijd op zoek naar effectieve schoonheid. Schepper van zeldzame stift- en steekballen. Aan intikkertjes deed hij niet.

DE VERHUIZING

Op loopstand van Highbury verrees het Emirates Stadium. Het immense project werd door Arsenal met veel zorg begeleid. De selectie kreeg op gezette tijden een rondleiding door de bouwput en zag de vorderingen, maar werd eveneens betrokken bij de realisatie van een uniek complex in de oude arbeiderswijk. Vanuit de lucht lijkt Highbury Square nu nog steeds op een stadion. De gevels aan de oost- en westkant zijn blijven staan en in het midden van de zevenhonderd luxeappartementen is een park aangelegd. Vaders kunnen er met hun zonen voetballen op gewijde grond. De spelers van Arsenal kregen het eerste aanbod om er een woning voor later aan te schaffen. Bergkamp heeft het even overwogen, maar niet gedaan. ‘Ik snapte wel dat het nodig was’, zegt hij over de verhuizing naar een modern stadion. ‘Voor Arsenal betekende het een verdubbeling van het aantal toeschouwers.’

Bergkamps laatste wedstrijd moest niet de laatste wedstrijd op Highbury zijn. Na 423 officiële duels en 120 doelpunten vond de toen 37-jarige stilist niet dat hij centraal moest staan, maar de club. ‘Daar was de verhuis te beladen voor. Eerder hadden de fans al een Bergkamp Day voor me georganiseerd, dus dat zag ik min of meer als afscheid van Highbury. Maar op dat moment wist ik dat we nog wel even in Londen bleven wonen. We hadden een deal gemaakt: een box in het Emirates Stadium voor twee jaar. Ook al zou ik niet meer zelf spelen, ik was er heel nieuwsgierig naar. Je hebt bijgedragen aan iets heel moois en dan maken ze die stap naar dat moois en mis je het vervolg… Dit was een uitgelezen kans er toch nog een klein stukje van mee te krijgen.’

En dus viel alles samen op 22 juli 2006: de opening van het volgepakte Emirates Stadium, zijn erewedstrijd voor tien jaar trouwe dienst, een officiële farewell party en de emoties uit zijn persoonlijke leven. Zijn vader stond bij de aftrap. Wim Bergkamp leed aan longkanker en het zag er lange tijd niet naar uit dat hij erbij zou kunnen zijn. Een jaar later overleed hij.

Op het ereterras zat Dennis’ vrouw Henrita. Ze was ook voorzitter van het organisatiecomité. Op het veld stonden Johan Cruijff en Marco van Basten, de twee grootste voetballers uit de Nederlandse geschiedenis. Thierry Henry en Patrick Vieira hadden er hun vakantie in Amerika voor onderbroken. Frank Rijkaard hield een gloedvolle speech die Bergkamp ontroerde. Hij vond het net een bruiloft. ‘Je bent aanwezig en toch ook weer niet. De mooie momenten volgen elkaar zo snel op dat je nauwelijks tijd krijgt er uitgebreid bij stil te staan.’

De supportersvereniging van Arsenal deed een ludieke oproep aan het luchthavenpersoneel van Heathrow om alle vliegtuigen die dag aan de grond te houden, als eerbetoon aan The Non-Flying Dutchman. En tot ver na afloop van de wedstrijd zongen de toeschouwers hun wiegelied.

There’s only one Dennis Bergkamp,

one Dennis Bergkamp.

We’re walking along, singing a song

Walking in a Bergkamp Wonderland.

DE VEREEUWIGING

Anderhalf jaar geleden werd Bergkamp de vierde Gunner die naast het Emirates Stadion op een voetstuk kwam te staan. Herbert Chapman, Thierry Henry en Tony Adams gingen hem voor. Eigenlijk is het jammer dat zijn standbeeld gedragen wordt door een dikke, grijze buis. Om de mythe in stand te houden, zou de bronzen Bergkamp die de bal uit de lucht plukt tot in de eeuwigheid los van de grond moeten zijn. Dat past ook beter bij het verbeeldingsvermogen van de Arsenalfans, die toch al vonden dat hij van een andere planeet kwam. Na de onthulling werd er tegen het vallen van de avond een treffende foto van het beeld gemaakt. In het silhouet is het net of zijn arm is veranderd in een vleugel. Het kan haast geen toeval zijn.

Bergkamp beschouwt het standbeeld als een oeuvreprijs. ‘Die elf seizoenen bij Arsenal hebben mij echt groot gemaakt. In Engeland betekent het veel, zo’n beeld. Toen ik er weer was, zag je het ook. Je voelde het. Ik had niet verwacht dat de waardering zó groot zou zijn.’ Na zijn testimonial zei Bergkamp geen drang te voelen om het leven in Nederland weer op te pakken. Twee jaar later keerde het gezin alsnog terug en begon zijn tweede sportleven. Opnieuw stippelde hij nadenkend zijn pad uit. KNVB-cursist, stagiair, jeugdtrainer, assistent.

‘Mensen praten vaak over het zwarte gat als je bent gestopt. Dat klinkt wel heel extreem. Maar je worstelt echt even met jezelf. Wat nu? De stap terug kan niet meer. Je gaat het nooit meer beleven zoals toen. Dus je gaat op zoek. Op zoek naar jezelf. Klinkt misschien wat filosofisch, maar langzamerhand kom je weer in beweging omdat je lichaam er ook om vraagt. Mijn zoontje zat in een voetbalteam. Je geeft eens een training. En dan rol je vanzelf die wereld weer in, terwijl ik daar in 2006 helemaal geen rekening mee hield.’

DE HERINNERING

Afgelopen zomer was het twintig jaar geleden dat Bergkamp neerstreek in Londen. De Engelsen stonden daar uitgebreid bij stil. Sky Sports introduceerde hem als ‘de man die Arsenal veranderde’. Het regende lyrische beschouwingen. Ook in zijn vorig jaar verschenen biografie wemelt het van de vakmensen die hem prijzen. ‘Ik was de aanvoerder, maar Dennis onze inspiratie’, zei Patrick Vieira. Arsène Wenger: ‘Dennis heeft een aristocratisch soort elegantie in hoe hij loopt en hoe hij zich gedraagt.’

‘De bewondering die oud-spelers uitspreken blijft voor mij de mooiste vorm van waardering’, zegt Bergkamp. ‘Dat gaat om de inhoud. Me honderd procent geven op de training was voor mij vanzelfsprekend. Daar liep ik niet mee te koop. Ik heb mooie goals gemaakt, ben belangrijk geweest, heb prijzen gewonnen. Maar zij praten vooral over mijn instelling en hoe we met elkaar omgingen. En eigenlijk zeggen al die grote jongens hetzelfde. Het was een fantastische groep. We hadden de grootste lol om de kleinste dingen. Ian Wright was echt een geweldige kerel. Kon keihard zijn tegen medespelers. Maar als hij een dot van een kans had gemist en het bleef 0-0, was hij de eerste die in de kleedkamer zei: ‘Sorry lads, my mistake.’ Ook dát is de Engelse cultuur. Veeleisend, maar zelfkritisch. En verre van schijnheilig.’

Sinds hij in 2008 de deuren van Wonderland achter zich sloot, is hij weer een aardse sterveling in de polderklei. ‘Het gevoel wordt minder sterk, dat is zeker zo. Soms word je met die tijd geconfronteerd door sociaalnetwerksites, door het kijken naar foto’s of door dit gesprek. Dan denk je weer: oh ja, wacht effe. Zo mooi was het dus. Maar het gevoel slijt. Dat vind ik ook niet zo erg. Zolang je de herinnering nog maar hebt om af en toe op terug te vallen.’

DOOR YOERI VAN DEN BUSKEN – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Thierry Henry vond het geen enkel probleem om elke wedstrijd nieuwe schoenen te dragen. Uit de doos, aantrekken en hup, spelen. Ik kon dat niet.’ DENNIS BERGKAMP

‘Heb ik Arsenal veranderd? Ja. Maar je hebt natuurlijk mensen nodig die erin meegaan.’ DENNIS BERGKAMP

‘Mensen praten vaak over het zwarte gat als je bent gestopt. Dat klinkt wel heel extreem. Maar je worstelt echt even met jezelf. Wat nu?’ DENNIS BERGKAMP

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content