Het nieuwe geheime wapen van Duitsland komt uit München. Het maakt grapjes, heeft geen streken en scoort uit het niets. Maak kennis met Thomas Müller.

In het centrum van Pähl ligt tegenover het oude postgebouw een bal. Het is een grote, half platte bal, één waar net bij het trappen de lucht uit gegaan is en die zieltogend op de grond gevallen is.

De bal is een kunstwerk dat twee en een halve ton weegt.

Het is een eerbetoon aan een van de vroegere inwoners van het dorp, dat 2500 inwoners telt en in Oberbayern ligt, 50 kilometer ten zuidwesten van München, richting Garmisch-Partenkirchen. Het eerbetoon is voor Thomas Müller, topspeler van het nabijgelegen Bayern München en topschutter op het voorbije WK, waar hij uitgeroepen werd tot beste jongere speler.

Thomas Müller wordt volgende week 21 jaar. Weinig jongens van zijn leeftijd hebben al een monument, maar sinds een half jaar is Pähl wel ‘het dorp van Thomas Müller’. De openingspagina op de website van een van de twee plaatselijke voetbalclubs, TSV Pähl, begint met ‘Welkom bij TSV Pähl uit het dorp van Thomas Müller’. Afgelopen zomer werd het dorp tijdens het WK belegerd door journalisten, op zoek naar een origineel verhaal. Allemaal klopten ze aan bij de ouders, die nog in het dorp wonen, of bij Müllers eerste trainers.

Wat de jonge topschutter zo populair maakt, is het feit dat hij niets buitensporigs heeft. Bescheidenheid, vlijt en respect voor zijn roots zijn de zaken die hem kenmerken. Smeuïge verhalen vielen over hem in Pähl niet te rapen. “Hij heeft zijn school afgemaakt en voetbal gespeeld”, vatte een inwoner het gevat samen. Het enige opmerkelijke is dat hij jong trouwde, met een ruiter uit de Duitse nationale dressuurploeg, Lisa Müller, die hij drie jaar eerder via gemeenschappelijke vrienden leerde kennen en die hij op kerstavond 2008 ten huwelijk vroeg. De verhalen die de reporters in Pähl optekenden, zijn verhalen over een alledaagse jongen met een voorbeeldige mentaliteit.

Dieter Klapheck kwam in 1999 als jeugdtrainer over van MTV Diessen. Op zijn eerste werkdag zag hij de jonge Thomas Müller al om vier uur op het veld staan. “Terwijl de training maar om halfzes begon. Hij was gek op voetbal. Na de training stopte hij het materiaal netjes weg. Zijn ouders waren verbaasd, thuis ruimde hij de dingen niet zo op.”

Ontelbare keren heeft een andere jeugdtrainer, Peter Hackl, de afgelopen maanden het verhaal verteld hoe de jonge Müller in één seizoen eens 120 goals maakte. Dat was in 1998/99. “Dat was een fantastische lichting, met Thomas als meest dominante speler. We maakten 175 goals, hij scoorde er 120, en we kregen er maar zeven tegen.

Tijdens een prestigieus toernooi voor tienjarigen, de Merkur E-Cup, dat in Pähl georganiseerd werd, viel de prestatie van Müller ook de scouts van Bayern op. Eerst weigerde de jonge speler de overgang: hij wilde bij zijn vrienden blijven. Pas toen Bayern voorstelde om het eerste jaar slechts één training per week in München te volgen, daar de wedstrijd te spelen, maar verder bij Pähl te blijven trainen, stemde hij toe.

Hoffenheim

Een dik jaar geleden kende, buiten de regio München, niemand Thomas Müller. Achter zijn naam stonden bij de start van het seizoen 2009/10 vier Bundesligawedstrijden, alle invalbeurten tijdens het voorgaande seizoen, zijn eerste in de A-kern. Europees viel hij in toen Bayern Sporting Club uit Portugal zwaar inblikte met 7-1. Müller maakte de zevende en laatste goal, maar verdween in de herfst weer naar de amateurs. Daar vroeg hij zich in de winter van 2008/09 af of het niet beter zou zijn om voor een half jaar uitgeleend te worden aan het kleinere Hoffenheim 09, om daar te spelen in de Bundesliga, in plaats van met het tweede team van Bayern in derde klasse te voetballen tegen FC Sandhausen of Wacker Burghausen. Die uitleenbeurt ging toen niet door, maar spelen deed hij dat seizoen uitsluitend nog bij de Bayernamateurs, waar hij gemiddeld één keer scoorde per twee matchen (15 goals in 32 wedstrijden). “Uit niets maakt hij een goal”, was het commentaar van Gerd Müller, assistent-trainer van Bayern II.

Op een tournee van Bayern in Azië zag een meegereisde Duitse journalist hoe drie jonge Bayernspelers elkaar ontmoetten in de lobby van het spelershotel, waar verder niemand rondhing. Eén droeg het officiële Bayerntenue, de andere twee waren in vrije-tijdskledij. ‘Zouden jullie niet wat anders aantrekken? Wij vertegenwoordigen hier toch Bayern’, merkte die ene op: Thomas Müller.

Voor het nieuwe seizoen 2009/10 stond hij zowel in de spelerskern van de A-ploeg als bij de amateurs, maar in de voorbereidende teksten die voorspelden hoe het eerste elftal van Bayern zou spelen, kwam zijn naam niet voor.

Een jaar later was hij de held van het WK. Niet slecht voor een jongen van 20 die pas in maart van dit jaar zijn eerste selectie voor de nationale ploeg kreeg, in de vriendschappelijke interland tegen Argentinië. Toen de Müllermania afgelopen herfst op gang kwam, waarschuwde Uli Hoeness dat men jonge spelers niet te snel mocht ophemelen. “Dat maakt eens drie goals en men roept al over de nationale ploeg!” Hoeness had net nog een voorbeeld meegemaakt van hoe dat verkeerd kan lopen. Een jaar eerder had men aanvallende middenvelder Toni Kroos, nog zo’n talent uit eigen jeugd, met veel bombarie het nummer tien gegeven, hij zou furore maken bij Bayern. Maar nog geen jaar later werd Kroos, die niet in de gratie van trainer Jürgen Klinsmann stond, uitgeleend aan Leverkusen, waar hij zichzelf opnieuw moest uitvinden.

Hoe onbekend Müller nog was toen hij op 5 maart aantrad tegen Argentinië, bleek ook uit de reactie van de Argentijnse bondscoach na de match. Toen Diego Maradona aan de interviewtafel een hem onbekende jongen in het pak van de Duitse nationale ploeg zag zitten, dacht hij te maken te hebben met een ballenjongen of een handtekeningenjager en stapte hij boos op.

Twee maanden later won Müller in eigen land titel en beker en verloor hij op Europees vlak de finale van de Champions League tegen Inter. Als hij die ene kans had benut, had hij ook die trofee in zijn tweede profjaar op zijn palmares kunnen schrijven.

Het geheim van Müllers succes bij Bayern draagt een naam. De naam is die van Louis van Gaal, die onmiddellijk gecharmeerd was van de jonge spits. Müller spielt immer werd een gezegde in de Duitse pers wanneer over de ploegsamenstelling van Bayern gespeculeerd werd.

Van Gaal toonde zich bij zijn komst aangenaam verrast toen hij met de kwaliteiten van de jonge spits geconfronteerd werd. Müller kan namelijk op alle posities voorin spelen: in de spits, links en rechts, op voorwaarde dat hij vrij mag draven. Het is een instinctvoetballer, die naadloos aanvoelt waar hij moet komen. Müller is snel, staat altijd op de juiste plaats en scoort makkelijk, maar heeft geen andere uitgesproken kwaliteiten. Een ploegmaat met wie hij in het tweede van Bayern speelde, noemde hem ‘een ijskoude afwerker’. Ook in het eerste elftal hield de held van Pähl zijn gemiddelde qua goals uit derde klasse aan: 15 goals maakte hij in 34 wedstrijden. Hij miste geen match: zelfs toen hij na Nieuwjaar tekenen van vermoeidheid vertoonde, liet Van Gaal hem staan.

Gezinsplanning

Toen hij naar het WK afreisde, had Thomas Müller amper drie interlands achter zijn naam staan, maar in Zuid-Afrika startte hij in de basis. Het vertrouwen van bondscoach Joachim Löw werd niet beschaamd. In de zes wedstrijden die hij speelde, trof Müller vijf keer raak en gaf hij drie assists. Alleen de wedstrijd tegen Spanje miste hij door schorsing. Ook Löw kwam onder de indruk van de onbekommerdheid waarmee de 20-jarige met de druk op en naast het veld omging. Als een held keerde hij uit Zuid-Afrika terug, maar van kapsones is nog altijd geen sprake. Er zit zelfspot en gevoel voor humor in zijn antwoorden. “Zelden heb ik een voetballer gezien die zo onbeholpen en grappig loopt als ik”, liet hij zich eens ontvallen. En op de vraag of hij niet wat spiermassa moet bijwinnen om steviger en krachtiger op zijn (dunne) benen te staan, kwam het antwoord: “Waar geen spieren zitten, kan ook niets pijn doen.”

Ook bij zijn interviews voor, tijdens en na het WK toonde hij zich gevat. Op de vraag hoe hij aan het rugnummer 13 kwam, antwoordde hij: “Dat was nog vrij.” Om eraan toe te voegen: “Het had wat mij betreft ook een ander nummer kunnen zijn, zolang het er maar één was tussen 1 en 23.” Natuurlijk snapte hij waar de vraag naar peilde. Het nummer 13 was tot voor kort niet alleen het rugnummer van Michael Ballack, maar voorheen ook het nummer waarmee zijn naamgenoot zich onsterfelijk maakte in de wereldgeschiedenis van het voetbal. Met het rugnummer 13 werd Gerd Müller topschutter op het WK in 1970. ‘Duitsland heeft een nieuwe Müller’ was de kop in een Duitse krant tijdens het WK.

Ook als de vragen heikel worden, trekt hij zich uit de slag. Toen bestuurder Karl-Heinz Rummenigge opmerkte dat Müller ook moet kunnen wat Arjen Robben kan, werd hem gevraagd of Robben straks voor zijn plaats moet vrezen. “Zolang hij zijn topvorm aanhoudt niet”, klonk het prompt. De vergelijking met Robben gaat overigens niet op, voegde hij eraan toe: “Hij heeft een betere linkervoet, een mindere rechtervoet dan ik en vooral: een ander kapsel.”

Op de vraag hoe hij zal reageren op de eerste tegenslag had hij ook een intelligent antwoord klaar: “Natuurlijk weet ik dat het niet bergop kan blijven gaan, maar na een dal komt er weer een berg.”

Zelfs uit lastige vragen naar zijn privéleven dribbelt hij zich met een grap los. Toen men hem vroeg hoe het zat met zijn gezinsplanning antwoordde hij prompt: “We hebben onze hond net laten steriliseren. Op dat vlak moet u de komende tijd geen nieuws verwachten.”

De weg die Müller de afgelopen maanden afgelegd heeft, blijkt alleen al uit het feit dat Bayern in 2010 zijn contract al twee keer heeft aangepast. In de lente werd de verbintenis, die op dat moment liep tot 2011, verlengd tot 2013. Kort na het WK volgde een nieuw, verbeterd contract tot 2015. Met een gemiddeld maandloon van 250.000 euro hoort hij nog niet bij de grootverdieners in de Bundesliga. Aan een salaris als dat van zijn ploegmaat Franck Ribéry – volgens de populaire krant Bild goed voor een maandloon van 833.000 euro (premies niet inbegrepen) – kan hij nog niet tippen. Ook Philipp Lahm en Michael Ballack (583.000 euro) zitten nog in een hogere financiële categorie, maar hij verdient wel een stuk meer dan Igor De Camargo, die bij Mönchengladbach maandelijks 200.000 euro zou opstrijken. Op de transfermarkt zou zijn waarde verdubbeld zijn. Voor het WK werd die op tien miljoen euro geraamd, nu twintig.

Müller zelf is zeer in zijn nopjes met zijn nieuwe contract. Of hij dan niet droomde van een avontuur in het buitenland? “Waarom zou ik? Hier heb ik alles wat ik nodig heb om gelukkig te zijn: een fijne leef- en werkomgeving, dicht bij huis én succes. Met een transfer had ik me niet kunnen verbeteren. In Duitsland is Bayern de maat van alle dingen, in Europa was enkel Inter sterker.”

door geert foutré

Natuurlijk weet ik dat het niet bergop kan blijven gaan, maar na een dal komt er weer een berg.

Zelden heb ik een voetballer gezien die zo onbeholpen en grappig loopt als ik.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content