Zondag waren we op een feestje. In een hoekje zat een klein meisje, met in haar hand een stapel kaarten. Van Cars onder meer. En Monsters Inc. Helemaal vooraan op de stapel lagen voetballers. Ze had prentjes van SimonMignolet, AxelWitsel, Laurent Ciman en Vincent Kompany, naast wat Italianen en een Spanjaard. De doelman lag bovenop, die vond ze de mooiste. Toen ik wat over hem vertelde, dat hij werd weggestuurd bij zijn club in zijn tienerjaren omdat hij niet zo goed kon voetballen en dan maar ging keepen en nu toch aan de top speelde, glimlachte ze. Ze is zelf een laatbloeiertje op school en weet wat het is opboksen tegen twijfels over haar kunnen.

Een groot deel van dit nummer is gewijd aan jongeren. Toekomstige vedetten, ook al een beetje de huidige, want op je 23e ben je soms al ‘oud’ in hun vak. Zij zijn de top van de piramide en hebben daar een groot deel van hun jeugd voor opgeofferd. Toen er nog weinigen keken, het soms ploeteren was in de modder. Wie aan de top raakt, heeft al een lange weg afgelegd in het najagen van zijn droom. Kilometers in de bus gezeten, uren in de regen. Huiswerk gemaakt in de auto op weg naar training, woordenlijstjes geleerd (of soms niet) op de achterbank. Bijlessen gekregen als een vak weer eens niet onder de knie raakte omdat de bal in de geest zat en niet de stelling van Pythagoras. Of ook niet, als ouders school niet zo belangrijk vonden.

We zochten ook een mama en een papa op, ouders van een drieling, al hoorden ze dat woord niet graag. Voor hen waren het drie individuen, per toeval op hetzelfde moment geboren. Alle drie kozen ze voor dezelfde sport. Drie keer vuile was, ’s avonds na de training, want ’s anderendaags moesten de jongens weer sporten in propere kleren. Drie keer zorgen voor gezond eten, transport, begeleiding bij de juiste keuzes. Zo’n 60.000 km per jaar reden mama en papa om de droom van hun kinderen te realiseren. En alles – weekends, vakanties, feestjes – plannen in functie van iets waarvoor ze zelf niet kozen. Onzichtbare inspanningen die niet altijd een zekerheid voor succes zijn.

Het meisje was het een zorg, maar uiteraard kwamen zondag ook de strapatsen van Marc Wilmots ter sprake. En dan vooral zijn flirt met Schalke, op één jaar van een EK dat – naar ieders gevoel – een hoogtepunt moet worden in de Belgische voetbalgeschiedenis. Na de kwartfinale op het WK vorig jaar, en de halve finale in Mexico, weer een finale, net als in 1980. Voor ons buurjongetje van acht kon vrijdagavond de wedstrijd in Wales niet snel genoeg beginnen. De nederlaag in Cardiff zag hij niet, in slaap gevallen in de zetel, nog tijdens de eerste helft.

Of het nu Wilmots was die – teleurgesteld door de cijfertjes op zijn contract of zijn sportieve zeggenschap binnen de club – Schalke wandelen stuurde, of omgekeerd, doet er eigenlijk niet veel toe. Tenzij voor de diverse ego’s, die van de sportief directeur van Schalke, die zijn macht probeerde te behouden, en die van de bondscoach, die graag de baas is.

De essentie is: wat bezielde Wilmots om, in navolging van GeorgesLeekens, Dick Advocaat en Frank Vercauteren, nee te zeggen (of tenminste te overwegen) tegen wat in principe de mooiste job van het land moet zijn? Een talentvolle generatie Rode Duivels naar een prijs loodsen. Voor Vercauteren was dat misschien nog te ver weg, maar bij Advocaat of Leekens waren de kiemen al wél duidelijk zichtbaar.

België heeft geen cultuur van winnen. Het zit niet in ons DNA, overlopen als we zijn in onze geschiedenis door bezetters. Er is een cultuur van verzet, maar geen van bezetting. Sloeg die angst plots toe? Dat waarom moet de bondscoach maar eens uitleggen. In de eerste plaats intern, bij de voetbalbond, zijn bazen. Maar ook bij zijn spelers, die allemaal veel hebben opgeofferd om hun status van nu te bereiken. Ze hebben recht op iemand die vol voor hen gaat, voor de ‘bezetting’van Frankrijk. En niet op iemand die tegelijk over zijn schouder loert of het elders niet beter is. De échte redenen. Ook de fans hebben daar recht op.

Nog dit. Die nederlaag, til er niet té zwaar aan, ze kwam op het einde van een lang seizoen. In de Copa América valt de ene verrassing na de andere. Eén jaar na het WK zijn de helden moe, na een korte zomer en een lang seizoen. Hoog tijd voor de New FIFA om kalenders definitief te herzien en de dromenjagers elk jaar minstens vier weken rust te gunnen.

DOOR PETER T’ KINT

Zo’n 60.000 kilometer per jaar reden mama en papa voor de droom van hun kinderen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content