RC Genk heeft eens een goede overwinning nodig en dan zijn ze gelanceerd, wordt gezegd. Maar kan dat ? En hoe krijg je het voor elkaar om de vicieuze cirkel van móeten winnen om te kúnnen winnen te doorbreken ?

Er bestaat, zegt de psycholoog, een optimaal spanningsniveau. Ligt de spanning hoger of lager dan dat, dan presteer je minder. Spelers kunnen te laks zijn, maar ook overgeconcentreerd. Er zijn twee componenten. Joost Hutsebaut, psycholoog. “Ten eerste is er het belang, de druk die erachter zit. Hoe belangrijk is het te winnen ? En er is, ten tweede, de inschatting van de eigen capaciteiten. Hoe denkt de groep dat ze kunnen winnen ? Dat wordt bepaald door ervaring : drie keer verliezen leidt tot twijfel.” Wie twijfelt en met grote belangen wordt geconfronteerd, krijgt last van faalangst en toenemende spanning, wat een invloed kan hebben op de kwaliteit van het voetbal. “Als je één keer wint, voeg je iets toe aan die vroegere ervaringen en van daaruit krijg je iets meer vertrouwen, maar als de volgende wedstrijden dan weer moeilijk verlopen, val je al snel terug naar een stuk onzekerheid. Dus je hebt, met andere woorden, een reeks van goede wedstrijden nodig om voldoende vertrouwen op te doen.”

De cirkel doorbreken kan op verschillende manieren. “Bijvoorbeeld door het belang van een overwinning naar beneden te halen.” Bijgevolg niet door, zoals Jos Vaessen en Hugo Broos de voorbije week deden, een 15 op 15 of 12 op 12 te eisen. Alsof de spelers zelf nog niet beseffen dat ze moeten winnen. “Tenzij ze dat doen in de inschatting dat de spelersgroep te laks is, want dan is dit wel een goede interventie.”

Maar beter is, zegt de psycholoog, het resultaat niet zo centraal te stellen. “Al spelen er economisch bekeken natuurlijk misschien ook andere belangen. Maar je zou bijvoorbeeld ook kunnen wijzen op een voorwaarts proces dat er is, of minder hameren op wat misliep, waardoor je dat onderdeel niet constant gaat activeren bij de spelers. Zeker niet vlak voor een wedstrijd.” Wat voor de wedstrijd in Gent nochtans wel gebeurde : “Zulke zaken kan je beter tijdens de week aankaarten. Doe je dat vlak voor een wedstrijd, dan kan dat leiden tot verkramping. Wat ook kan helpen, is als spelers duidelijk weten wat er van hen verwacht wordt door goed te structureren. Dat haalt het spanningsniveau naar beneden. Want te veel onduidelijkheid op een moment dat er onzekerheid heerst door tegenvallende resultaten, maakt het alleen maar moeilijker. In zo’n fase is het belangrijk je rol in het geheel te kennen.”

En dan helpt het als je leiders in je groep hebt. Leiders waarvan er met Claessens en ook Engelaar door blessures twee zijn afgevallen. “Dan zit je op het niveau van de groepsprocessen. In een groep zie je vaak mensen die leiding geven met betrekking tot de taken of op het emotionele vlak. Als die posities er te weinig zijn, kan dat tot uiteenvallen van de groep leiden, want voor sommige spelers kan het veel uitmaken dat er zo iemand is. Valt die weg, dan moet je zien of bepaalde spelers dat kunnen overnemen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content