Wat is het nieuwe Lierse waard ? Het antwoord van Sven Vandenbroeck.
“De voorbereiding verliep vrij chaotisch”, zegt Sven Vandenbroeck. “Wie de eindronde speelde, mocht een aantal extra vakantiedagen inplannen, maar de jongens die van een andere club kwamen, hadden al langer vrij. Daardoor begon iedereen op een ander tijdstip en moest er veel gepuzzeld worden. Het was beter geweest als de competitie wat later was gestart, denk ik.”
Hij geeft toe dat het voorbije seizoen in zekere zin nog op de ploeg weegt. “Ik denk dat vooral de mentale frisheid ontbreekt. Ons seizoen duurde heel lang, we hadden niet veel vakantie en konden maar een drietal weken trainen. Dat is vrij kort om een nieuwe ploeg te vormen.”
Op die korte tijd moest Lierse sterkhouders zoals Timothy Dreesen, Oleksandr Iakovenko, Stef Wils en Jürgen Raey- maeckers proberen te vervangen. Daarvoor haalde het onder anderen Bob Peeters en Mario Verheyen. “Zij brengen meer ervaring en leeftijd in de ploeg. Als dat zich ook uit tijdens de wedstrijden, is dat meegenomen. Zeker na de ontslagen door de gokaffaire hadden we vorig jaar een heel jonge ploeg. Ik was zowat de oudste. Nu zijn er enkele dertigers bijgekomen en dat scheelt een heel pak.”
Sven Vandenbroeck schat de terugkeer van Bob Peeters in als de grootste versterking. “Bob is een aanspeelpunt én de gangmaker in de kleedkamer. Hij is vaak dominant, maar dat is gewoon zijn natuur, zowel bij ons als bij zijn familie. Tot nu toe wordt dat als positief ervaren. We hebben veel jongeren en die gaan mee met de humor in de kleedkamer. De sfeer is goed momenteel, maar alles staat met resultaten. Als we een aantal wedstrijden verliezen, zal het anders zijn.” Van de vertrekkers zal Vandenbroeck vooral Stef Wils missen. “Hij stak er misschien niet altijd bovenuit maar hij was gewoon nodig voor het elftal. Wils was een schakel die zeer veel evenwicht bracht.”
Lierse werd ook op het financiële vlak niet gespaard de voorbije jaren. De licentieproblemen volgden elkaar op. Kan het daar komaf mee maken ? “Voorlopig is de club gezond. Het bestuur heeft financieel een lijn getrokken waar ze niet van afwijken. Ik heb de indruk dat de voorzitter en de ondervoorzitter daar goed mee bezig zijn. Er worden duidelijke afspraken gemaakt naar de spelers toe. Hun standpunt is : liever minder betalen maar elke maand op tijd, dan veel beloven en dat na drie maanden niet meer kunnen nakomen. Daarin hebben ze gelijk.” Moeten de spelers daardoor inboeten ? “Inboeten … Ik weet dat er vroeger met vrij grote contracten werd gewerkt. Nu is er een lijn waarnaar wij ons moeten schikken. Ik heb daar persoonlijk geen problemen mee. Ik kijk meer naar het sportieve dan naar het financiële. Lierse is een ambitieuze club. Het wil opnieuw gezond worden en een zo hoog mogelijke ranking nastreven.”
Het nieuwe Lierse mikt daarvoor op Belgen en op de jeugd. “Ik vind het een voordeel dat de ploeg grotendeels uit Belgen bestaat. Voor de winterstop waren er zeven of acht Joegoslaven en nog vele andere nationaliteiten. De communicatie verliep niet altijd vlot. Als er veel Belgen zijn, gaat de ploeg gemakkelijker aan elkaar hangen. Dan gaan de buitenlanders met ons mee, in plaats van omgekeerd. Voor de supporters geeft het een andere erkenning. Ze kunnen je gemakkelijker aanspreken. Belgen zijn ook meer geneigd om langer op de club te blijven na een wedstrijd. Ik denk dat het voor iedereen goed is.”
Na het turbulente jaar snakt heel Lierse naar een rustig seizoen, maar Vandenbroeck is realistisch en beseft dat degradatie altijd kan. “Vorig jaar was heel moeilijk en nu streven we naar een seizoen waarin we niet in de problemen komen en hopelijk een aantal uitschieters kennen tegen grotere ploegen. Ik teken onmiddellijk om ergens tussen de tiende en veertiende plaats te eindigen, zonder naar onder te moeten kijken. Iedere speler heeft een persoonlijke ambitie : de nieuwe spelers willen zich tonen en de jongens die er vorig jaar waren, willen beter doen dan het voorbije seizoen. Als je dat kan afstemmen op de ambitie van de ploeg, dan denk ik dat Lierse een aardig seizoen tegemoet kan gaan.”
LEEN MALLEZIE
