Enkele uren voor de finale lazen we de volgende tweet van een Portugese supporter: ‘Wij hebben het Stade de France gebouwd, we spelen dus thuis.’ Of hoe de bende van Cristiano Ronaldo een muur optrok.

Lyon, 6 juli, 21.45 uur. De eerste helft van Portugal-Wales was een saaie bedoening. Wanneer de spelers naar de kleedkamers stappen, fluiten duizenden Portugese fans hun ploeg uit.

Marseille, 7 juli, kort voor de aftrap van Frankrijk-Duitsland. Wie zal het in de finale opnemen tegen Portugal? Een Braziliaanse reporter vertelt ons dat hij gesproken heeft met Fernando Santos, de Portugese coach. Die vertrouwde hem zonder terughoudendheid toe: ‘Weet je nog: het EK van 2004? Portugal was in eigen huis favoriet in de finale. De tegenstander was maar Griekenland, een vogel voor de kat, daar ging iedereen van uit. Nog voor de match begonnen was, zag iedereen ons al met de trofee zwaaien. Maar Portugal speelde het niet klaar. Dit keer zal het anders zijn. Of het nu Duitsland of Frankrijk wordt in de finale, zondag in Parijs, zij zullen favoriet zijn. Dat bevalt ons prima. Ze zeggen dat mijn ploeg geen goed voetbal speelt? Niks mee te maken. Herinner je je nog al die jaren dat het een plezier was om naar Portugal te kijken? En wat hebben we gewonnen? Helemaal niks. Sommige spelers hebben individuele prijzen gekregen, ja, maar daar schiet je niets mee op. Ik wil resultaten. De manier waarop, daar geef ik niet om. De mensen zullen zich ons nog lang herinneren als we een trofee winnen. Als we goed spelen maar we verliezen onze grote afspraken, dan blijven we niet in de geschiedenis van het voetbal. En ik, ik wil deel uitmaken van die geschiedenis.’

Twee anekdotes om het EK van Portugal samen te vatten. Niemand had verwacht dat ze een maand in Frankrijk zouden blijven. Toch hebben ze het gedaan. Tot op het allerlaatste moment. Ze deden beter dan de gouden generatie (een benaming die een beetje zuur smaakt als je denkt aan de Rode Duivels) van Luís Figo, Rui Costa en anderen. De Portugezen hebben het op hun manier gedaan. Door hun DNA te verloochenen. Door de champagne achterwege te laten. We kregen een goedkoop schuimwijntje geserveerd. Maar had dit Portugal wel de middelen om aantrekkelijker voetbal te brengen? Dat valt te betwijfelen als je kijkt naar de Europese clubs waar de Portugese internationals aan de kost komen. De beste Fransen spelen voor Tottenham, Juventus, Arsenal, Leicester, PSG, Bayern München, Atlético Madrid… Aan Portugese kant heb je de galácticosCristiano Ronaldo en Pepe, maar de overigen spelen voor de topclubs in eigen land, voor Besiktas, voor Fenerbahçe… Dat zegt alles. Of toch ongeveer. In vergelijking met de kernen van Duitsland, Frankrijk, Spanje, Italië, België of Engeland is het gebrek aan ervaring op het allerhoogste niveau frappant. En dat maakt de prestatie van Portugal op dit EK nog mooier.

Ziehier enkele sleutels om het onverwachte parcours van de Portugezen te begrijpen.

HET SPEL, TRIESTIG

‘Portugal verdedigt laag en geeft weinig ruimte weg, het is heel moeilijk om openingen te vinden tegen een ploeg die zo voetbalt.’ (Chris Coleman)

Op het moment dat zijn supporters nog uit volle borst aan het zingen waren in een hoek van het stadion van Lyon en zo de toeschouwers die de arena nog niet verlaten hadden, kippenvel bezorgden, gaf de coach van Wales een scherpe analyse van de uitschakeling in de halve finales. Een armoedige eerste helft, dan drie kwartier die wat beter waren en die vooral gekruid werden door twee schichten van Cristiano Ronaldo: dat volstond om Portugal in de finale in het Stade de France te brengen.

In Nederland waagt men zich aan een vergelijking met het grote Oranje. Ook de Nederlanders hebben de gewoonte om spectaculair voetbal op te dissen. Maar ook zij hebben al lange tijd niks meer gewonnen en waren er op dit EK niet eens bij. Hun WK in Brazilië was daar nog de perfecte illustratie van: Nederland was een van de meest aangename ploegen om naar te kijken, maar daar werden ze uiteindelijk niet voor beloond. We horen ook spreken over een parallel met het PSV dat in 1988 de Europabeker voor landskampioenen won na vijf gelijke spelen in de kwart- en halve finales en de finale. En draws zijn ook de constante in het EK van Portugal. Drie gelijke spelen sleepte het uit de brand in de poulefase en van het voetbal werd je niet meteen vrolijk. Er worden zelfs vergelijkingen gemaakt met het Griekenland dat Europees kampioen werd in 2004. Dat was een van de meest cynische ploegen uit de voetbalhistorie. Santos is de finale Griekenland-Portugal van dat jaar nog niet vergeten. Over het geheel van de wedstrijd: zestien schoten tegenover vier in het voordeel van de Portugezen en tien corners tegen één. Maar de beker was voor de Grieken. Santos was destijds een aandachtige toeschouwer aangezien hij analist was voor de radio. Nu en dan verwijst hij er nog weleens naar wanneer men hem zijn afwachtende stijl en zijn afbraakvoetbal verwijt. Zoals vorige week nog, na de kwalificatie tegen Wales. Hij had een dubbele muur opgetrokken om Gareth Bale niet aan voetballen te laten toekomen. Het werkte zoals hij gehoopt had.

De statistieken van Frankrijk-Portugal van afgelopen zondag zijn min of meer vergelijkbaar met die van Portugal-Griekenland in 2004. Les Bleus waren op alle vlakken beter: balbezit, schoten (gekadreerd of niet), corners. Toch staat de trofee intussen niet meer in Parijs, maar in Lissabon. Guy Roux zei zondag na de match: ‘Portugal heeft de hold-up gepleegd die de Grieken voor elkaar kregen in 2004. ‘

DE FINALE, PERFECT VERZILVERD

‘We hebben goed geprofiteerd van de Fransen.’ (Ricardo Quaresma)

‘Om te winnen moet je een goede strateeg zijn’, beweert Santos. ‘Chris Coleman had ons spel goed bestudeerd, hij had een goed idee van onze mogelijkheden. Maar ik heb hen ook bestudeerd! En soms moet je de kerk in het midden houden. Als Portugal in bepaalde wedstrijden slecht voetbal speelt, dan komt dat ook doordat de tegenstander goed is. We zitten uiteindelijk toch op het EK! Twee jaar geleden nam ik deze ploeg over en zei ik dat ik ze naar Frankrijk wilde leiden. En ze naar de finale wou brengen. Je hoeft niet per se te denken dat we deze match anders zullen aanpakken dan de wedstrijden die ons naar de finale gevoerd hebben. Ik herhaal: aan spektakel heb ik lak. Een finale wordt niet gespeeld, maar gewonnen.’

Hij liegt niet! We hebben dat bewuste interview teruggevonden. Niemand nam het indertijd serieus. Zijn eerste wedstrijd die op tv werd uitgezonden was in oktober 2014 … in het Stade de France tegen Les Bleus. Portugal verloor, maar Fernando Santos beloofde zijn spelers min of meer dat ze naar datzelfde stadion zouden terugkeren in juli 2016. Hij komt nog eens terug op die voorspelling: ‘We stelden ons met heel de groep een welomlijnd doel.’ Geen speld tussen te krijgen.

Ricardo Quaresma maakte een heel zinvolle analyse enkele minuten na het laatste fluitsignaal: ‘De Fransen hebben gedaan wat wij wilden dat ze deden. Ze hebben het spel gemaakt. Ze zijn ongeduldig geworden en hebben zo ruimte weggegeven. Daar hebben we van geprofiteerd.’ De spottende glimlach op zijn gezicht sprak boekdelen.

Verdient een ploeg, die al na dertig minuten tijd begint te winnen en duidelijk mikt op de strafschoppen, het om Europees kampioen te worden? De Portugezen hebben tijdens dit EK bewezen dat ze bij de beste metsers ter wereld horen. Twee muren optrekken tussen hun doel en de aanvalslijn van de tegenstander doen ze in een handomdraai. Een streling voor het oog is het niet, maar het werkt. En dat is het belangrijkste. In Frankrijk hebben coaches als Wilmots, Deschamps en Löw het meer dan eens gehad over ‘mooi voetbal’ en ‘iets laten zien’. Maar zij gaan de geschiedenisboeken niet in.

DE COACH, FERNANDO SANTOS

‘Winnen als underdog, dat is fantastisch.’ (Fernando Santos)

Tussen Joachim Löw, Didier Deschamps, Roy Hodgson, Vicente Del Bosque, Fatih Terim, Antonio Conte, Lars Lagerbäck of zelfs Marc Wilmots was Fernando Santos bij het begin van het toernooi een nobody. Zijn spelerscarrière? Zeer bescheiden. Hij is wel een van de zeldzame trainers die Benfica, Porto en Sporting gecoacht hebben, maar een onuitwisbare indruk liet hij daar niet na.

Het is vooral in Griekenland dat men hem goed kent. Griekenland: een competitie die de reputatie heeft gesloten en cynisch te zijn. Daar voelde hij zich als een vis in het water. Van 2010 tot 2014 leidde hij de nationale ploeg van dat land. Met cynisch voetbal, maar wel met kwalificaties voor het EK 2012 en het WK 2014. Twee constanten: weinig geïncasseerde goals en overwinningen met een klein verschil. In 49 wedstrijden 26 zeges, 17 draws en slechts 6 nederlagen. Met Portugal kende hij een zeer rustige kwalificatiecampagne voor het EK in Frankrijk: zeven overwinningen met … slechts één doelpunt meer dan de tegenstander. U begrijpt nu waarom de Portugese pers hem een ‘minimalistische coach’ noemt? Maar voor de volledigheid: hij is de allereerste trainer die Portugal voor een toernooi wist te plaatsen zonder via de barrages te passeren. En hij is de allereerste die het land een internationale trofee schenkt. Als dat geen standbeeld in Lissabon oplevert, dan weten we het niet meer.

Nu goed, de man kan ook weleens uit de band springen. Op zijn manier. Eind juni 2014 in Brazilië moest Griekenland strafschoppen nemen na een gelijkspel tegen Costa Rica en de Grieken gingen eruit. Santos windt zich op tegenover de scheidsrechter, die volgens hem de verkeerde goal had gekozen. Hij werd uitgesloten en kreeg acht wedstrijden schorsing. Daardoor moest hij de eerste duels met Portugal vanaf de tribunes volgen.

DE (STEEDS MEER) ONBETWISTE VEDETTE: RONALDO

‘Mijn record zal gebroken worden.’ (Michel Platini)

Michel Platini bleef logischerwijze een beetje op de achtergrond tijdens dit EK dat hij naar zijn land had gebracht. Toch gaf hij een interview aan AFP enkele weken voor het toernooi. Hij zei daarin onder meer: ‘Ik heb heel wat records gevestigd, zoals het aantal goals voor de Franse nationale ploeg, het aantal Ballons d’Or, het aantal doelpunten in de eindronde van een EK… Maar records zijn er om gebroken te worden, zo is dat nu eenmaal.’ Zijn recordaantal goals voor Frankrijk werd al gebroken door Thierry Henry, de Ballons d’Or door Lionel Messi en nu staat het aantal goals op een EK op het spel.

In de halve finale tegen Wales evenaarde Cristiano Ronaldo het record van negen doelpunten. Maar hij deed er 20 wedstrijden over, terwijl Platini genoeg had aan … vijf (tijdens het enige EK dat hij speelde, dat van 1984). Ronaldo is de schutter en de etter van dienst. Etter omdat hij voortdurend valt, klaagt, gesticuleert, om een fout schreeuwt en de tegenstander kaarten aansmeert. Soms overdreven gezanik waarvoor hij de afgelopen maand in Frankrijk al publiekelijk berispt werd door zijn trainer. Fernando Santos zei ook: ‘Iedereen heeft het over Ronaldo, maar naast hem staan ook stevige jongens. Nu goed, men spreekt vooral over hem omdat hij degene is die het verschil maakt. Je kunt niet zeggen dat hij op zijn eentje speelt, maar elke ploeg hangt wel af van bepaalde spelers. En ik heb de beste ter wereld in mijn ploeg.’

Na zijn goal die de halve finale tegen Wales openbrak, mochten we weer meegenieten van zijn ‘Suuuuu‘, zijn irritante juichkreet. Een goal gescoord vanuit de rechthoek, zoals al zijn goals in de geschiedenis van het EK. Hij maakte er twee in 2004, één in 2008, drie in 2012 en drie in 2016. Hij is ook de eerste speler ooit die de weg naar het net wist te vinden in vier verschillende EK-eindrondes. En hij is ook degene die de meeste EK-wedstrijden gespeeld heeft. Daar komt nog bovenop dat de beste topschutter uit de geschiedenis van Portugal sinds kort ook de speler is met de meeste caps voor Portugal. Hij heeft Luís Figo voorbijgestoken. Zijn commentaar? Met grote bescheidenheid: ‘Ik speel nu al dertien jaar op het hoogste niveau. Statistieken liegen niet. Het is normaal dat ik daar sta.’

En zijn finale? Weer irriteerde hij. Of toch zolang we dachten dat hij komedie speelde. Achtste minuut: hij wordt gesandwicht tussen Dimitri Payet en Patrice Evra, gaat krioelend neer en grimast. Alsof men net met blote handen zijn knieschijf uit zijn been gerukt heeft. Of wilde hij tijdens die twee minuten dat hij op de grond lag, het ritme uit de match halen die door de Fransen met 100 per uur begonnen was. Opnieuw geeft Fernando Santos zijn ster gelijk: hij gaat tekeer tegen de arbiter en verwijt hem dat hij de fout niet gezien heeft. Tien minuten later ligt het genie weer languit op de grond. Evra en Payet komen nog even bezorgd kijken. Komedie? Er worden ijszakken aangerukt. In de Portugese tribunes klinkt het luid: Cris-tia-no Ro-nal-doooo. De Franse fans fluiten hem uit. Maar hij doet niet alsof. In de 24e minuut gooit hij zijn aanvoerdersband weg van woede, hij moet het veld verlaten. En dan volgt het grootste fairplaymoment van het toernooi: het hele Stade de France applaudisseert terwijl hij naar de kleedkamer gedragen wordt. Het Franse volk denkt dat de overwinning binnen is, nu de tegenstander onthoofd is. Dat is een vergissing: Portugal zal de rest van de wedstrijd spelen met nog één echte spits, wat er dus op neerkomt dat de muur nog moeilijker te doorbreken is.

DOOR PIERRE DANVOYE IN FRANKRIJK – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Aan spektakel heb ik lak. Een finale wordt niet gespeeld, maar gewonnen.’ FERNANDO SANTOS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content