Onmisbaar voor Anderlecht wordt de Argentijnse middenvelder van paars-wit genoemd, maar hoe goed is Lucas Biglia écht ?

Als Lucas Biglia deze lijn doortrekt, wordt hij dé man van de competitie,” jubelde analist Wim De Coninck vorig jaar in september na de topper Anderlecht-Club . “Knap dat Anderlecht hem kon halen, maar het zal hem niet lang houden. De Spaanse clubs hebben hem nu al gezien,” voegde hij eraan toe.

Bij de winterstop zwakte De Coninck die superlatieven al af : “Ik zou hem liever wat meer aanvallend zien.” Na het seizoen toonde De Coninck zich nog kritischer : “Hij heeft één gebrek : hij voetbalt altijd aan hetzelfde tempo. Anders zou hij ook niet bij Anderlecht zitten. Hij ziet het en kan het uitvoeren. Maar een vedette is hij niet en zal hij ook nooit worden. Hij zal altijd een dienende speler blijven. Toch is hij onmisbaar voor Anderlecht. Pas als je hem uit de ploeg neemt, zal blijken hoe goed hij was.”

Een paar maanden later blijft Wim De Coninck bij die beweringen. Tegen FCV Dender bleek al hoe zeer paars-wit Biglia miste, onderstreept hij. Zijn eigen twijfels die groter werden naarmate het vorige seizoen vorderde, zwakt hij niet af : “Dat hij geen versnelling heeft, beperkt hem. Hij heeft wel van zijn nadeel een voordeel gemaakt. Voor de absolute top is hij niet explosief genoeg. Misschien heeft hij daardoor zo goed in een of twee tijden leren voetballen, denkt hij daardoor twee zetten vooruit.”

Afstandsschoten

De revelatie van het jaar is Biglia uiteindelijk niet geworden, stelt De Coninck vast : “Daarvoor haalde hij te weinig de statistieken. Ik was verrast dat hij al na een half jaar in België als vierde eindigde in de rangschikking van de Gouden Schoen, dat híj met nieuwjaar Rookie van het Jaar was, en niet Steven Defour. Toch had hij op dat moment nog geen goal gemaakt en geen assist gegeven. Hij had alleen maar zijn job gedaan. De statistieken pleitten toen niet in zijn voordeel. Dat bleef zo. Zijn enige goal van het seizoen maakte hij op penalty. Zijn afstandsschoten vlogen alle richtingen uit, maar belandden zelden tussen de palen.

“Of hij goed genoeg wordt voor de absolute top, daar wil ik me nog niet over uitspreken. Velen vonden vorig jaar dat hij als enige Anderlechtspeler mee kon op het niveau van de Champions League. Mij viel dat niet zo op. Hij speelt altijd zijn wedstrijd, blinkt nooit uit, ontgoochelt ook nooit. Ik wil nog een beetje wachten voor ik mijn oordeel over hem vel. Ik bedoel : wie dacht toen Timmy Simons zijn leeftijd had dat hij ooit kapitein van PSV zou worden ?

“Voor mij is hij geen echte verdedigende middenvelder, ook geen nummer tien, maar iets daartussen. Hij is wel slim. Zowel bij balbezit als balverlies denkt hij twee zetten vooruit. Hij recupereert de bal zuiver op techniek. Maar of dat volstaat voor de Europese top, weet ik niet. We moeten opletten met de zogenaamde interesse van topploegen voor spelers uit België. Onyewu kon overal naartoe, maar zit weer bij Standard. Jovanovic wilde naar de Champions League, maar alleen Osasuna bleek in hem geïnteresseerd. Kompany was ons grootste talent in jaren, maar hij zit niet bij Chelsea of Manchester United, maar bij HSV.”

Echte voetballiefhebber

Ariël Jacobs, sinds kort assistent-trainer van Anderlecht, omschrijft Biglia als een modelprof : “Al voor hij op het trainingsveld komt of een wedstrijd speelt, is Biglia een echte prof. Het is een jongen die alles doet voor het voetbal. Iemand die moeilijk begrip kan opbrengen voor de raad om beter eens niet te trainen. Dat maakten we een paar weken geleden mee, toen hij geblesseerd was. Een andere speler is blij als je hem zegt dat hij een dag mag rusten, hij niet. Dat is zijn grootste kwaliteit : voetballen is zijn vak, maar hij doet het ook écht graag. Lucas is een échte voetballiefhebber, maar ook makkelijk te coachen. Lucas wil constant bijleren en beter worden, en aanvaardt opmerkingen van de technische staf.

“Op het veld moet hij in zijn positie vooral ballen recupereren door vooruit te denken. Hij kiest zo goed positie dat het lijkt alsof de ballen precies in zijn schoot vallen, en voetbalt heel simpel. Het dient tot niets een bal te recupereren als je hem met een slechte pass weer kwijt bent. Niet dat hij enkel maar de bal een of twee meter breed legt, hij doet er iets goeds mee. Niet voor niets behoorde hij tot de nationale beloftenploeg van Argentinië.

“Zijn beste positie is centraal voor de verdediging, maar hij kan ook uit de voeten op de rechterkant. Hij kan alleen voor de verdediging spelen, maar ook met een andere controlerende speler naast zich. Wie naast hem staat, maakt niet uit.”

Of hij beter tot zijn recht zou komen in een meer aanvallende rol, daar twijfelt Jacobs aan. “Hij moet niet plots gaan voetballen als Gerrard of Lampard. Als je verdedigende middenvelder bent, heb je een opdracht. Natuurlijk mag hij in de zestien meter komen, maar dat wordt hem niet expliciet gevraagd. Infiltreren is niet zijn sterkste wapen.

“Dat hij timide is, klopt wel. Hij zit letterlijk en figuurlijk onder de vleugels van Frutos. Frutos is zijn grote broer.

“Ik denk niet dat Anderlecht zijn einddoel is. Volgens mij kan Lucas de sprong maken naar een grotere club dan Anderlecht. Hij bewandelt de weg van de geleidelijkheid, gaf zelf al aan dat dit een tussenstap is naar hoger. Wanneer hij die volgende stap zet, moet hij zelf bepalen. Alleen : nu spéélt hij. Op zijn leeftijd, in de fase van ontwikkeling die hij doormaakt, is dat heel belangrijk. De vraag is : zou hij bij een grotere club in het buitenland ook wekelijks in de basis staan ?”

Full middenvelder

Als scout van Anderlecht zag Werner Deraeve Biglia voor het eerst aan het werk met de Argentijnse nationale jeugdploeg in Nederland. Hij volgde de middenvelder een keer of zes in de Argentijnse competitie. Sindsdien vindt hij Biglia als voetballer niet veel veranderd : “Al denk ik dat hij meer in zijn mars heeft dan enkel als verdedigende middenvelder uitgespeeld te worden. Hij kan een full middenvelder worden, die van tijd tot tijd in de zestien komt. Box to box wil ik dat niet noemen, die term wordt misbruikt, maar hij heeft wél het volume voor een grotere actieradius. Of hij dat nu al moet brengen, bepaalt de trainer.

“Vroeger speelde Biglia niet puur verdedigend, maar met iemand naast hem. Het klopt dat je hem ook aan de rechterkant kan gebruiken, maar dan wordt hij door de zijlijn gehinderd in zijn mogelijkheden. Biglia moet kunnen rondvliegen op een veld. Dat kan het best in een centrale positie. Het is geen jongen die voor zichzelf een vrije rol opeist, maar hij zou dat wel kunnen.

“Ik denk dat hij, met Jan Polak naast zich, iemand heeft met wie hij kan afwisselen : nu eens gaat de één diep, dan weer de ander, die moeten mekaar goed kunnen aanvullen. Tot nu toe gaat hij zelf minder vaak diep. Omdat hij denkt : ‘als ik ook ga, is iedereen weg.’ Hoe meer opdrachten je hem geeft, hoe meer je hem afremt in zijn mogelijkheden. Het is geen type dat zich aan zijn opdrachten onttrekt om zijn eigen ding te doen, het is juist iemand die zijn opdracht nauwgezet zal vervullen.”

“Waarom alles bij hem zo gemakkelijk oogt terwijl anderen zichtbaar meer moeite moeten doen ? Dat is nu net wat men talent noemt, hetgeen je niet kan leren. Hij is niet van de snelste, maar hij ziet alles snel. Wat hij doet, ziet er gemakkelijk uit omdat hij minder last heeft met de techniek : hij worstelt niet met de bal. Dat was ook wat me het eerst opviel : zijn overzicht en het gemak waarmee hij voetbalt.”

“Moest hij hier als enige Argentijn zijn, dan zou zijn integratie op het veld moeilijker verlopen, dat klopt. Terwijl Frutos dat niet nodig heeft. Die trekt overal alleen zijn plan. Zo open als Biglia is op het veld, zo gesloten is hij naast het veld. Maar mispak je niet aan hem : hij weet heel goed waar hij naartoe wil.”

Wat beter kan ? Deraeve : “Het kopspel. Biglia is tweevoetig, maar van nature rechtsvoetig. Hij is ook niet explosief, maar dat is niet nodig op zijn positie. Voor een spits zou dat wel een gebrek zijn. Voor mij kan hij overal renderen, in alle systemen en in alle soorten voetbal. Het is een van de weinige toptalenten die we naar hier konden halen. Als je in de Argentijnse beloftenploeg zit, ben je wel goed, hé. We zouden dat type graag als norm vastleggen voor nieuwe buitenlanders die we willen halen, maar ik vrees dat het moeilijk wordt om ieder jaar een Biglia naar België te halen.” S

Door Geert Foutré

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content