De tergend trage doodsstrijd van Moeskroen toont hoe moeilijk voetbalclubs het hebben om de realiteit onder ogen te zien. Liever in deze competitie een spoor van chaos en warrigheid trekken dan de prijs te betalen voor het (wan)beleid dat de afgelopen jaren is gevoerd. Zes maanden geleden geloofde geen mens in het voortbestaan van Moeskroen en waren de twijfels ook binnen de licentiecommissie groot. De club keek aan tegen een schuldenberg van 800.000 euro. Maar tot veler verbazing zwaaide Moeskroen met een schriftelijk plan dat alle schulden zouden worden vereffend. Voorzitter Philippe Dufermont reanimeerde zijn club door nog maar eens bij te passen, nadat er eerder warrige verhalen waren over Spaanse investeerders. Moeskroen kreeg op 7 mei zijn licentie. Het mocht tot 21 juni geen transfers doen. Nadien werden er vier Spanjaarden en een Italiaan aangetrokken, eind augustus nog eens vier andere spelers. Negen nieuwe spelers in een club die met de hakbijl boven het hoofd speelt en zonder dat er zware uitgaande transfers waren gedaan, het blijkt allemaal te kunnen.

Nu, bij een volgende controle, blijkt dat de schulden nog altijd even groot zijn. De licentie werd ingetrokken, de vereffening leek een feit, maar Moeskroen gaat weer in beroep. Het toont nog maar eens wat er structureel allemaal mis is binnen ons voetbal. Ivan De Witte, de voorzitter van de Profliga, pleit nu voor een herziening van het licentiesysteem en stelt zich vragen over het hele mechanisme van de beroepsprocedure. Hij wil enkele aanbevelingen doen die dan in reglementen moet worden gegoten.

Een reglementswijziging binnen de voetbalbond? Oeverloze discussies en polemieken zullen daaraan voorafgaan. Lang, heel lang gaat dat allemaal duren. Zoals ieder dossier dat in dit land op alle niveaus moet worden aangepakt, verzandt in traagheid en besluiteloosheid.

Vrijdag moet het beroepscomité beslissen over het lot van Moeskroen. Best mogelijk dat de uitspraak dan wordt verschoven en dat de competitie verder wordt gegijzeld. De meest vreemde sprongen halen clubs uit om te overleven. Of ze verkopen hun ziel aan buitenlandse investeerders of ze zetten ingewikkelde constructies op waardoor geen trainer nog normaal kan functioneren. Bij Moeskroen moest Marc Brys eind 2007 opstappen omdat hij de wens van de voorzitter om enkele Spaanse spelers in de etalage te zetten negeerde. De Henegouwse club stond op dat moment nochtans knap zevende.

In hun expansiedrift moeten clubs tegen zichzelf beschermd worden. Een paar maanden geleden kwam UEFA-voorzitter Michel Platini al met het idee om, op Europese schaal, de verenigingen beter te controleren om de wildgroei in de transferprijzen tegen te gaan. Hij wilde dat er niet meer uitgaven worden gedaan dan er inkomsten zijn en sprak ex-premier Jean-Luc Dehaene aan om als een soort van procureur op te treden.

Aan plannen om de voetbalwereld beter te maken ontbreekt het ook in dit land niet. Alleen blijft het bij plannen. Zoals bijvoorbeeld constant blijkt bij alle stadionprojecten die al werden ontvouwd. Hoe pijnlijk is het niet om vast te stellen dat de Vlaamse overheid bijna drie jaar nodig had om de plaats van een nieuwe voetballocatie in Brugge aan te duiden: niet in Loppem, zoals Club dat wilde, maar aan de overkant van de straat, langs de 500 meter verder gelegen Chartreuseweg. Waar ook Cercle moet voetballen, al voelen die daar niets voor.

En wie hoort er nog iets over het stadion van AA Gent, waarin er volgens de eerste plannen vanaf het seizoen 2006/07 zou worden gespeeld en waarover er uiterlijk eind oktober duidelijkheid zou zijn? De eerste steen die werd gelegd is al lang overwoekerd door onkruid, de plaats waar het stadion moet komen dreigt een archeologische site te worden.

Is er nog iemand die gelooft dat de nieuwe stadions in Brugge en Gent er binnenkort echt komen? De discussies daarover gaan ongetwijfeld verder. Maar steeds weer zullen ze vastlopen in allerhande vertragingsmanoeuvres.

door JACQUES SYS

Ieder voetbaldossier verzandt in traagheid en besluiteloosheid.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content