Uiteindelijk is Tom Boonen toch blij dat hij voor Quick Step-Davitamon zal rijden. ‘Het laatste seizoen van Johan Museeuw mee kunnen maken als zijn ploegmaat, is een hele eer.’

“Nu alles op zijn pootjes terechtgekomen is, kijk ik al een beetje anders terug op heel die zaak. Maar de laatste weken was het allemaal wat te veel geworden. Als ik toen alles had kunnen overdoen, dan was ik er niet meer aan begonnen.” Tom Boonen geeft toe dat hij zich niet goed voelde bij de heisa die er rond zijn overgang van US Postal naar Quick Step-Davitamon heerste. “Ik kreeg positieve commentaren, maar vooral ook veel tegenwind. Dan begin je na verloop van tijd te denken dat je tóch iets verkeerd gedaan hebt.”

Boonen had bij US Postal getekend voor twee seizoenen. Na zijn sterk debuutjaar, met onder meer een, zeg maar, heroïsche prestatie in Parijs-Roubaix, wou het jonge talent (22) boter bij de vis. “Ze wilden mijn contract enkel openbreken, als ik er nog een jaar bij zou doen. Voor mij in principe geen probleem, want ik voelde me goed bij US Postal. Half mei zat ik voor het eerst aan de onderhandelingstafel. Ik dacht onmiddellijk te kunnen tekenen, maar niet dus… Ik ging verscheidene keren langs en telkens werd een contractverlenging uitgesteld. Op de duur vraag je je af : moeten ze mij nu nog hebben of niet ?”

Het management van US Postal ging er blijkbaar vanuit dat Boonen sowieso ging blijven, maar ondertussen polste zijn manager, Paul De Geyter van SEM welke bedragen andere gegadigden over zouden hebben voor het goudhaantje uit Balen, als die zijn contract zóu opzeggen. En die lagen een stuk hoger dan bij US Postal. “Ik herhaal, ik zat graag bij US Postal, maar er was nog één ploeg waar ik ook voor wilde rijden, Quick Step-Davitamon.”

Boonen vertelde zijn werkgever hoe de vork in de steel zat. “Ik zei : als de aanpassingen nu niet gebeuren, vertrek ik. Er kwam weer niets en dus heb ik mijn contract opgezegd. In principe heeft Quick Step met die verbreking niets te maken. Daar onderdak vinden, was een volgend hoofdstuk.”

Hoewel hij hoopt een goede verstandhouding te kunnen blijven onderhouden met de ploegleiding van US Postal, weet Boonen dat het niet meer hetzelfde zal zijn. “Er is iets gebroken”, stelde Johan Bruyneel. “Dat kan bijna niet anders, hé”, reageert Boonen. “Je mag dan nog de beste bedoelingen hebben en de zaak zo fair mogelijk proberen op te lossen, er zal altijd wel iets blijven hangen, zeker. Ik bel Dirk nog geregeld, maar dat zal allicht ook niet meer zo zijn als het geweest is.”

Hij heeft nog altijd veel bewondering en respect voor zijn mentor Dirk Demol. “Het is een kleine wereld. Misschien werken we over drie jaar opnieuw samen. Het verandert vaak sneller dan je denkt. Toen ik Dirk de laatste keer belde, zei hij me : voor mij blijf jij dezelfde. Hij weet dat er heel wat tijd is overgegaan voor ik die beslissing nam en dat het de moeilijkste was uit mijn leven. Ook voor Johan heb ik trouwens heel veel respect. Ik ga hem een e-mail sturen om hem te bedanken voor wat hij allemaal voor mij gedaan heeft. Dat apprecieer ik enorm en vergeet ik nooit.”

Het probleem lag niet bij de ploegleiding, zegt Boonen, maar bij de structuur van US Postal. “Bij Quick Step-Davitamon, bijvoorbeeld, weet de manager, Patrick Lefevere, perfect wat er omgaat in de ploeg. Hij kent de renners persoonlijk. Het management van US Postal ligt in handen van een raad van bestuur. Ik heb zelf nooit een van de mensen gezien, weet ook niet of ze veel kennen van de koers. Dirk en Johan hebben er alles aan gedaan om mijn zaak in orde te krijgen, maar ze hebben maar weinig te zeggen in de raad van bestuur. Ze besturen de ploeg, maar het financiële, de contracten, is een ander onderdeel.”

Het financiële aspect speelde een rol, maar zeker niet de belangrijkste in zijn keuze voor Quick Step-Davitamon. “De aanwezigheid van heel wat Belgen, en vooral dan Johan Museeuw, gaf de doorslag. Johan is altijd een voorbeeld geweest voor mij. Zijn laatste seizoen als renner mee kunnen maken als zijn ploegmaat, betekent een eer voor mij. We beschikken ook over een heel sterk team. Als iedereen zijn beste niveau haalt, zullen we in de voorjaarsklassiekers de te kloppen ploeg zijn.”

Bij US Postal mocht hij vorig jaar als neoprof wel zijn eigen koers rijden in Parijs-Roubaix. Gaat dat nu nog het geval zijn ? “Misschien iets minder, maar als ik de weken voordien kan laten zien dat ik de vorm te pakken heb, zullen ze me ook niet al mijn pijlen laten verschieten voor de kasseien eraan komen.”

Vorig seizoen uitte hij wel eens wat kritiek op het feit dat hij bepaalde koersen niet mocht rijden. Is het dan niet goed dat de ploegleiding een jonge renner wat spaart ? “Toch wel. Maar op bepaalde momenten had ik mits wat meer wedstrijdritme, beter kunnen zijn. Dat vond ik wel spijtig. Maar je gaat me zeker niet horen klagen. Ik heb een heel goed jaar gehad bij US Postal, niet alleen qua uitslagen, maar qua gevoel. Het is wel een feit dat ik komend jaar een wedstrijd of tien meer in België zal kunnen rijden. Ronde van België, Waregem, Harelbeke : dat zijn toch de koersen waarin ik mij moet bewijzen.”

Met heel de transfersoap heeft hij zichzelf wel extra druk opgelegd, beseft Boonen. “Maar de mensen mogen niet vergeten dat ik nog maar tweeëntwintig ben – ik heb nog alle tijd van de wereld. Ze mogen niet verwachten dat ik drie klassiekers ga winnen. Het vorige jaar evenaren zou al super zijn. Misschien hier en daar een plaatsje beter doen. Dat moet niet veel zijn, twee plaatsjes beter in Parijs-Roubaix en ik win, hé ( lacht).”

De kennismaking met zijn nieuwe ploeg, op stage in Saint-Raphaël, viel alvast reuze mee. “Ik ben onmiddellijk goed opgenomen in de groep, waarin een toffe sfeer hangt.” In die groep zit ook ene Frank Vandenbroucke, over wie Boonen in september zelf nog zei “dat die niet bepaald een voorbeeld voor de jeugd was.” Wel ? “Die woorden werden harder weergegeven dan ik ze bedoeld had. Ik ken Frank nu al wat beter en vind dat hij heel goed meevalt.”

Ondertussen is er wel weer een nieuwe affaire-Vandenbroucke. “Ik heb hem nadien nog gezien, toen hij net als ik opnieuw naar Saint-Raphaël trok. Hij vertelde me dat die zaak ook weer serieus werd opgeblazen. Ik geloof hem, maar dronken achter stuur plaatsnemen, is niet goed te spreken. Voor niemand. Ik vind die situatie jammer voor Frank, want op de ploegstage vond ik hem heel goed bezig. Ik zag hem stunten volgend jaar. Ondanks die nieuwe slag geloof ik daar nog altijd in.”

Met de ploegstage kwam er voor Tom Boonen een einde aan een periode zonder rust. “Klopt. Ik heb kunnen trainen zoals ik wou, maar mentaal heb ik weinig rust gekend. Niemand vroeg hoe het met mij was, nee, iedereen vroeg me waar ik nu volgend jaar zou rijden. Ook de pers, terwijl ik me eigenlijk beter onthield van elke commentaar. Sommige journalisten belden me en zeiden : we gaan het er niet over hebben, maar hoe zit het ermee. Je lost twee woorden en de dag nadien zie je een artikel staan in de krant. Andere renners hebben soms tien jaar nodig om te weten hoe ze met de media moeten omgaan, ik heb het snel geleerd, moet ik zeggen ( grijnst).”

De pers liet hem niet gerust, maar andere tenoren uit het wielermilieu gingen verder en uitten openlijk kritiek. “Moreel gezien is Tom Boonen nu al de verliezer”, liet UCI-voorzitter Hein Verbruggen zich ontvallen. “Ik vind die uitspraak overdreven”, repliceert Boonen. “Als iemand in zijn functie z’n mening wil geven, lijkt het me beter dat die er zich eerst bij de betrokkenen zelf van gewist hoe de zaak precies in elkaar zit, dat die informeert naar het waarom. Mij heeft hij alvast niet gebeld.”

door Roel Van den broeck

‘In de voorjaarsklassiekers zullen we de te kloppen ploeg zijn.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content