Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

In zijn eentje zal Zdenek Stybar (20) de Belgische hegemonie in het veldrijden niet kunnen doorbreken. Maar dat hij in de toekomst een bijzonder gevaarlijke klant wordt, staat buiten kijf.

Sporters mag je nooit met elkaar vergelijken, want het is voor de betrokkenen vaak ondankbaar. Maar liggen de gelijkenissen tussen Erwin Vervecken en Zdenek Stybar nu niet érg voor de hand ? Beiden hebben een dodelijke eindsprint, stijgen steevast boven zichzelf uit in de echt belangrijke wedstrijden. En nog belangrijker : beiden zijn momenteel, in hun leeftijdscategorie, wereldkampioen veldrijden.

Ja, de rol van gevaarlijke outsider zit Stybar als gegoten. Geboren en getogen is hij in het Tsjechische Stríbro – Tsjechisch voor zilver, je zou het niet zeggen als je zijn palmares bekijkt – maar sinds vorige zomer woont hij bij een Belgisch gastgezin in het Kempische Kalmthout. We treffen hem en zijn land- en ploeggenoot Petr Dlask in De Residentie, het hotel-restaurant waar de Fideaploeg iedere dinsdag verzamelen blaast na de wekelijkse ploegtraining. Dlask moet toch wachten op Stybar – ze carpoolen – en mengt zich af en toe graag in het interview.

Is het een zware training geweest, jongens ?

Zdenek Stybar : “Minder zwaar dan anders. Doorgaans zijn de ploegtrainingen van Fidea echt niet te onderschatten. Meestal rijden we in een soort minipeloton over de lokale weggetjes en sommigen durven serieus doortrekken wanneer ze op kop komen. Nu doen we het iets kalmer aan. De wedstrijden volgen elkaar momenteel zo snel op dat je op training best niet te veel met je krachten speelt.”

Dit deel van het seizoen moet echt wel zwaar zijn voor de renners. Sven Nys trekt deze en vorige week zelfs naar Mallorca. Op stage, maar ook om stoom af te blazen.

Stybar : “Ik vlieg deze week ook naar ginder. Het is een lang en zwaar seizoen. Je moet je wapenen tegen oververmoeidheid.”

Petr Dlask : “Wie zich daar goed bij voelt, moet dat zeker doen, maar ik weet niet of het verstandig is van Nys en Zdenek om midden in het seizoen naar Mallorca te reizen. Wat dan met het temperatuursverschil ? Als ze maar niet ziek worden.”

Hoe en waarom ben jij met veldrijden begonnen, Zdenek ?

Stybar : “Ik ben eigenlijk gestart als BMX’er. Dat doe ik al sinds mijn derde. Een prachtige sport is dat. Niks is leuker voor een kind dan spelen en springen op zo’n BMX-fiets. Ik was er ook goed in : in 1993 werd ik wereldkampioen in mijn leeftijdscategorie. Eigenlijk zonder veel te trainen, dat kwam allemaal vanzelf. Maar door die resultaten begin je het toch wat ernstiger te nemen, je beter te verzorgen, meer te trainen ook. Na een paar jaar ben ik op aanraden van mijn coach beginnen te diversifiëren : trainen op de weg, op de baan, op een mountainbike of – waarom niet ? – een crossfiets kon mij alleen maar sterker maken, dacht hij. Met die crossfiets was het liefde op het eerste gezicht. Alsof die discipline van nature bij mij paste.”

BMX blijkt een erg goede voorbereiding op een crosscarrière te zijn. Sven Nys legde daar ook zijn basis.

Stybar : “O ja, ik kan het iedereen aanraden. Techniek leer je nergens beter dan op een BMX.”

Een Vlaams lief

Je bent vorig jaar naar België verhuisd, naar Kalmthout. Waarom ?

Stybar : “Als je op een zeker niveau wil presteren, moet je naar België verhuizen. Punt andere lijn. Ik moet zeggen : in België ben ik met mijn gat in de boter gevallen. Dan heb ik het niet alleen over mijn veldritploeg, maar ook over mijn gastgezin. Die mensen doen werkelijk alles voor mij, zijn van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat voor mij in de weer. Grote klasse is dat. Schrijf dat vooral op, want zij mogen ook eens in het zonnetje worden gezet. Tsjechië verlaten was voor mij niet zo’n enorme aanpassing. Ik ben nu toch al enkele jaren tamelijk ernstig met mijn sport bezig. Sinds mijn vijftiende ben ik bijna altijd weg van thuis.”

Er vormt zich in Kalmthout stilaan een kleine Tsjechische enclave.

Stybar : “Ja, Dlask heeft een appartement gehuurd op een kilometer van mijn deur. Sinds kort woont Kamil Ausbuher in hetzelfde gebouw. We trainen samen. Best gezellig is het om onder landgenoten te zijn wanneer je zo ver van huis bent. Samen uitgaan doen we niet vaak : zij hebben hun gezinnen meegenomen naar België.”

Daar ben jij nog niet aan toe, maar je hebt wél al een Vlaams lief. Gaat je Nederlands nu met rasse schreden vooruit ?

Stybar : “Het betert, ook omdat ik sinds kort taallessen volg. Ik versta de taal ondertussen al vrij goed, maar om het zelf te spreken is mijn woordenschat nog veel te beperkt. Nederlands is ook geen gemakkelijke taal hè. Ik heb dan nog geluk dat ik een Tsjech ben. Veel Tsjechen kennen een beetje Duits, wat toch goed op Nederlands lijkt.”

Veldrijders zijn in wezen altijd masochisten, onder te verdelen in twee soorten : zij die kicken op kou en zij voor wie er nooit genoeg modder kan liggen. Tot welke groep behoor jij ?

Stybar : “Als je goede benen hebt, maakt het niet uit welk weer het is. Objectief gezien haal ik voordeel uit een snel parcours, waarin de renners elkaar niet te veel moeten toegeven. Maar tegelijk kan ik enorm genieten van heel zware koersen, zoals de Koppenbergcross in Oudenaarde. Toevallig heb ik daar dit jaar niet zo goed gepresteerd, maar dat had gewoon met de vorm van het moment te maken. Niets zegt dat ik nooit op de Koppenberg kan winnen.”

Dat je op snelle parcoursen in het voordeel bent, ligt aan je sterke eindsprint.

Stybar : “Misschien een beetje, ja. Daar moeten anderen maar over oordelen ( lacht verlegen).”

Hotel uitbaten

Hoe populair is het veldrijden in Tsjechië tegenwoordig ?

Stybar : “Het is ooit beter geweest. In de hoogdagen van Radomir Simunek senior volgden de media het heel intensief. Toen werd er in Pilzen nog een Superprestigewedstrijd georganiseerd. Nu is dat minder, hoewel we met mezelf, Petr Dlask, Kamil Ausbuher en Radomir Simunek junior een generatie hebben die internationaal meekan. Probleem is dat men ons in Tsjechië haast nooit aan het werk kan zien. Bijna alle interessante wedstrijden en regelmatigheidscriteriums vinden immers hier plaats.”

Komen de grote crossen er op de televisie ?

Stybar : “Alleen de wereldbekerwedstrijd in Tabor, het Tsjechisch kampioenschap en het wereldkampioenschap. Van de andere crossen brengt men hooguit een samenvatting van vijftien seconden zodat je nog net de winnaar over de streep ziet rijden, maar meer ook niet.”

Dlask :”In de tijden van Simunek was er nochtans elke week een veldrit op tv, zoals hier nu.”

Kreeg jouw wereldtitel bij de beloften veel weerklank in Tsjechië ?

Stybar : “De eerste week wel, ja. Daarna verdween dat helemaal naar de achtergrond. Ginder ben ik nog steeds een anonieme sporter, terwijl ik in België vaak herkend wordt. Ik heb zelfs een Vlaamse supportersclub.”

Jammer dat de populariteit van de veldritsport in Tsjechië, na België momenteel wellicht het sterkste veldritland, verslapt. Wat kan er gedaan worden om de cross internationaal weer te laten aanslaan ?

Stybar : “Opnieuw grote wedstrijden organiseren buiten Vlaanderen is de enige oplossing. En dan hopen dat de buitenlandse media en supporters erop afkomen.”

Volgens je website droom je ervan om na je carrière een hotel uit te baten. Hoe kom je daarbij ?

Stybar : “Ik houd gewoon van hotels, dat is de verklaring ( lacht). Ik ben zelfs al aan het rondkijken – een sportcarrière duurt niet eindeloos. De grote vraag wordt : waar, in Tsjechië of in België ? Het hangt er ook van af of het blijft duren met mijn vriendin natuurlijk.”

Waar mik je nog op voor de rest van het seizoen ?

Stybar : “Ik startte het crossjaar bijzonder sterk met een paar mooie overwinningen. Jammer genoeg kon ik dat vormpeil niet aanhouden. De laatste weken kwam ik op belangrijke momenten te vaak te kort. Nu goed, op mijn leeftijd is dat normaal. Van een twintigjarige mag je niet verwachten dat hij even constant presteert als een goed gerodeerde prof. Maar om op je vraag te antwoorden : iedere wedstrijd is natuurlijk belangrijk, maar het Europees kampioenschap voor beloften, in het Nederlandse Huijbergen, heb ik toch extra vet aangestipt. Niet alleen omdat zo’n titel mooi staat op mijn palmares, maar ook omdat Huijbergen vlakbij Kalmthout ligt. En zo’n halve thuismatch wil je altijd winnen. Daarnaast mik ik ook op het nationale kampioenschap en op het wereldkampioenschap. Maar welke renner doet dat niet ?”

Ga je een derde keer op rij wereldkampioen worden bij de beloften ? Dat hebben zelfs Nys en Wellens je niet voorgedaan.

Stybar : “Ik zal er alles voor doen om die droom te doen uitkomen.”

Je bent nu nog belofte, volgend jaar stap je over naar de profs. Wanneer acht je jezelf rijp om daar de grote jongens te gaan bedreigen ?

Stybar : “Dat wordt afwachten. Bart Wellens stond er bijvoorbeeld meteen, maar het is lang niet zeker dat de overgang bij mij even vlot zal verlopen. Groeien doe je altijd in je eigen tempo.”

JEF VAN BAELEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content