De Ninja’s van Deurne-Noord: wie zijn de nieuwe namen die Antwerp naar de titel moeten leiden?

© BELGAIMAGE
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Het nieuwe Antwerp herleiden tot blikvanger Radja Nainggolan is verleidelijk, maar verkeerd. De ploeg versterkte zich intelligent waarbij geduld nu wel een eerste vereiste is. Er moet heel veel in mekaar klikken om in mei daar de staan waar de ambitieuze voorzitter Paul Gheysens het wil: aan de top in 1A.

Ninja’s ofte Japanse krijgers. Met opperkrijger Radja Nainggolan als opvallende figuur, het lichaam rijkelijk beschilderd. Ninja’s zijn geen uitvindsel van de Amerikaanse amusementscultuur, maar bestonden echt. Dat donkere kostuum dat alleen de ogen vrij laat, is fictie. De bewegingen uit de karate- of kungfuwereld eveneens. De Japanse ninja van weleer liep anoniem rond, in alledaags plunje, en zijn vechtkunsten waren geheim. Dat was immers hun voornaamste taak: ninja’s waren gespecialiseerd in spionage, informatie verzamelen en aanslagen uitvoeren. Dan loop je beter niet te veel in de kijker.

In die zin is de omschrijving van het nieuwe Antwerp fout gekozen. De Great Old wil komende maanden veel in de kijker lopen. Informatie verzamelen en toeslaan, dat ook, maar niet in de anonimiteit. De opperninja ging daarin al voorop en liep zwaar in de kijker, eind vorige week. Afgehaald met een privéjet in Italië, een weekend de headlines in alle voetbalmedia, maandag een eerste training gevolgd door de officiële presentatie en straks, bij zijn eerste stappen op het veld in het shirt van zijn nieuwe ploeg, met een vergrootglas bekeken. De analyse volgt.

Het is immers niet voor het eerst dat Antwerp een grote naam presenteert aan zijn fans sinds zijn terugkeer in 1A in 2017 en dat was niet altijd een succes. Jelle Van Damme wisselde goeie met mindere momenten af, en kwam geregeld in aanvaring met Laszlo Bölöni. Dieumerci Mbokani en Gouden Schoen Lior Refaelov bleken een schot in de roos, net als Wesley Hoedt. Om van Ritchie De Laet maar te zwijgen: oer-DNA van Antwerp en een van de sterkhouders de voorbije seizoenen. Maar aan de andere kant van die medaille staan ook Kevin Mirallas, Jordan Lukaku en Steven Defour.

Goesting

Radja Il Ninja Nainggolan komt met veel goesting terug naar de Heimat en zijn vrienden, niet om uit te bollen. Dat maakte hij de voorbije dagen iedereen duidelijk. Zijn periode bij Inter onder Antonio Conte was met de nodige fysieke zorgen een lastige, maar op een lager niveau bij Cagliari bewees hij opnieuw zijn waarde. Zestien jaar was hij weg uit België, meer dan een half leven.

Roep Antwerp na dit zomeroffensief nog niet uit tot favoriet voor de titelrace.

Wat brengt Nainggolan? Veel speelminuten, veel drive en polyvalent, inzetbaar op diverse posities: 6, 8 en 10. Voor die laatste twee plaatsen komt hij ook op de Bosuil in aanmerking. Niet als zes. Omdat de coach wil vasthouden aan een dubbele flankbezetting – Fischer en Vines aan de linkerkant, Bataille (na het vertrek van Buta) en Benson of Miyoshi/ Balikwisha op rechts – wordt het drummen in het centrum. Birger Verstraete en Nainggolan op zes en acht? Dan is het schakelen op tien. Maar de blessure van Frey (die twee tot drie maanden out is met een knieletsel) bewijst het al meteen: je hebt beter een optie te veel dan een te weinig. Al heeft Antwerp daar wel héél veel opties, verwacht mag dan ook worden dat deze of gene straks voor de afrit kiest.

Antwerp heeft een grote transitie ondergaan, om te beginnen in het sportieve beleid. Van een conservatieve coach ging het naar het populaire volgasvoetbal om weer terug te grijpen naar een iets behoudendere trainer die andere accenten legde. Zeggen dat een aantal jongens vorig seizoen hun goesting konden doen, is misschien wat overdreven, maar een keer een training overslaan, of wat meer vrijheid nemen, was toegestaan. Frankie Vercauteren had het heilige vuur niet meer om daar zoals in zijn jonge jaren nog tegenin te gaan. Hij eindigde met het team wel nog tweede in de reguliere competitie maar zonder Jukleröd (na Nieuwjaar), Refaelov (in de play-offs) en met een Mbokani die zich alleen in het duel met Anderlecht liet opmerken, werden de play-offs een mager beestje. Een zege, twee gelijke spelen en drie keer verlies: dat had de voorzitter toch anders gewild. Niet Antwerp mocht proberen in de CL te komen, wel KRC Genk.

Van links naar rechts: Michael Frey, Viktor Fischer , Michel-Ange Balikwisha
Van links naar rechts: Michael Frey, Viktor Fischer , Michel-Ange Balikwisha© BELGAIMAGE

Met veel vraagtekens dook de club de vakantie in. Er moest een nieuwe trainer komen, een nieuwe sportief directeur – Luciano D’Onofrio raakte uitgespeeld – en na het afscheid van Mbokani en Refaelov, en zonder vertrouwen in moreel beterschap bij Lamkel Zé, moest Antwerp op zoek naar offensieve versterking. Die drie zorgden in de reguliere competitie immers voor 27 van de 55 doelpunten.

Sven Jaecques, als algemeen directeur met een voet in het administratieve én het technische wist: het vergrootglas ligt klaar, dit moet erop zijn. Uiteraard voor voorzitter/geldschieter Paul Gheysens, maar ook voor de fans en de buitenwereld.

Bekend en jong

Met Brian Priske werd snel een coach gevonden. Zijn komst gaf de aanzet tot wat duidelijk een bewuste keuze was: bekend volk aantrekken.

Daarmee bedoelen we: niet noodzakelijk allemaal grote namen. Wel bekend met de competitie en/of gekend in eigen huis. Wisselde D’Onofrio nog wel eens af tussen bekend en onbekende spelers die hem werden aangereikt door managers ( Pitroipa, Gélin, Pius) of deed hij Standard nog wel eens een plezier door een overbodige dure speler naar Antwerpen te halen ( Avenatti), dan koos hij nu voor verjonging maar mét ervaring in België: Frey, Bataille, Engels, Balikwisha… Dat ook Club die laatste graag wilde, was een extra prikkel voor Gheysens, die toch altijd een beetje een gevecht in een gevecht voert met Bart Verhaeghe.

Priske kende dan weer Viktor Fischer door en door, terwijl ook de jonge Duitser Eggestein bekend was: hij scoorde namens LASK tegen Antwerp. De wedstrijdscouting in de aanloop naar dat Europese duel wees toen al op zijn talent. De balvaste Duitser kan in een systeem met twee spitsen de diepste positie aan, maar ook een zwervende rol achter de 9.

Alleen op linksachter was het zoeken naar een profiel à la Lukaku. Daar kwam men uit in de MLS, bij Sam Vines (22); een van de sterkhouders bij de Colorado Rapids. Snel, veel drang naar voren, maar ook nog met tactisch wat slijpwerk voor de boeg.

Sam Vines moet het Antwerpse probleem op de linksachter oplossen
Sam Vines moet het Antwerpse probleem op de linksachter oplossen© GETTY

Antwerp verjongde dus, en dat moest ook. Mbokani en Refaelov waren fikse dertigers, net als Defour. En van Faris Haroun, ook al de 35 voorbij, is het na negen maanden leed toch ook nog afwachten of hij zijn oude niveau terugvindt. Haroun is na vijf jaar heropbouw en herschikken van de kern de enige die de promotie nog meemaakte. Ook De Laet, die een paar maanden na de herstart in eerste kwam, is nog een overlever. Fischer en Frey zijn 27, Engels en Almeida 26, al de rest zijn jonge twintigers en hebben nog een verkoopwaarde. Zo gaat Antwerp straks moeten overleven, want de grote baas zal niet elk jaar vele miljoenen in de ploeg blijven pompen. Alleen Nainggolan krikt, met zijn 33, het leeftijdsniveau onder de nieuwkomers op. Maar leiderschap op het middenveld was dan ook nodig.

Investeringsmodus

Gheyssens, Jaecques en co zaten deze zomer overduidelijk in investeringsmodus. De voorbije vier seizoenen gaf Luciano D’Onofrio, een voorzichtig spender op de transfermarkt (lonen rekenen we niet mee) respectievelijk 1,32 miljoen, 2,63 miljoen, 6,10 miljoen en 5,08 miljoen uit ( bron Transfermarkt). Samen is dat 15,13 miljoen. Deze zomer alleen al klimt dat sommetje naar 18,8 miljoen. Ghelamco groeit, Antwerp ook en dan mag een en ander wat kosten.

Het blijven investeringen van een zakenman en dus neemt tegelijkertijd ook de marktwaarde van de kern toe: in de lente van 2017, toen Antwerp de poort naar 1A terug openbeukte, was die 11,65 miljoen. Investeringen tilden dat cijfer elk jaar op: van 27,10 naar 35,05, over 49,98 naar 54,4 eind vorig seizoen. Nu schat Transfermarkt – de waarde van een speler blijft theoretisch – die van de kern van Antwerp op 60,78. Ter vergelijking: die van Club Brugge komt op 120 miljoen, die van Anderlecht op 94 miljoen. Transfermarkt schat PO-revelatie KRC Genk op dit moment het hoogste in met 128 miljoen. Om maar te zeggen: roep Antwerp na dit zomeroffensief nog niet uit tot favoriet voor de titelrace.

En net dat is de achillespees van de hele vernieuwing. Wat geduld is op zijn plaats. De vraag is dan ook hoe snel de mayonaise pakt, om het met een cliché te zeggen? Dat is de vraag, ook nu man in vorm Frey plots een tijd weg is. De openheid van de coach doet het beste vermoeden, maar de dubbele test tegen Omonia is toch een vroege afspraak. Leko miste indertijd de zijne in Athene met Club Brugge, en dat zorgde al vroeg op het seizoen voor hoogspanning binnen die club. Die kan Antwerp nu wel missen.

Brian Priske moet veel gaan inpassen

Het voordeel van de nieuwe coach Brian Priske is: grote communicatieve vaardigheden en veel duidelijkheid. Het nadeel: er moet wel veel tegelijk worden ingepast. Ivan Leko kon, met een andere filosofie weliswaar, voortbouwen op een ruggengraat die er al was. Priske kan dat niet, tenzij centraal achterin, met de defensieve ruit Butez- Seck- De Laet en Verstraete. Vrijwel al de rest is nieuw. Ook dat is een van de redenen voor de vertraging waarmee Engels zijn opwachting maakt. Naast een fysieke achterstand, is er ook de nood aan stabiliteit.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content