Van Buenos Aires over La Plata naar Santa Fé : op zoek naar de roots van Nicolas Frutos, de spits die Anderlecht aan de titel moet helpen maar vrijdag geblesseerd uitviel. ‘Hij heeft er van bij het begin alles aan gedaan om te slagen als voetballer.’ Een bericht uit Argentinië.

Een tiental kilometer ten zuiden van Buenos Aires ligt Avellaneda. Administratief behoort het niet tot de Argentijnse hoofdstad. Maar in de feiten kleeft Avellaneda gewoon aan de metropool die, voorsteden inbegrepen, 8,5 miljoen inwoners huisvest, of 38 procent van de totale Argentijnse bevolking.

In Avellaneda, in de Avenue Mitre, bevindt zich in huisnummer 470 de hoofdzetel van de vermaarde voetbalclub Independiente. Enkele honderden meter verderop in dezelfde straat is in huisnummer 934 het hoofdkwartier gevestigd van Racing, die andere legendarische voetbalclub. De stadions van de beide clubs leunen nog dichter tegen elkaar aan. Twee huizenblokken, ongeveer 150 meter, liggen ze van elkaar verwijderd.

Voor de twee betrokken clubs is het onderlinge duel de match van het jaar.

Bij ons bezoek konden we niet de grote stadsderby bijwonen. Wél waren we getuige van een genietbare match tussen de Diablos Rojos van CAI (Club Atletico Indepediente) en de Millonarios van River Plate.

Er wordt in een bruisende sfeer gevoetbald in het bijzijn van 42.000, lang niet allemaal zittende toeschouwers, van wie 11.000 bezoekende supporters. Verwonderlijk is dat laatste niet. Veertien van de twintig clubs uit de Argentijnse eerste klasse wortelen in Buenos Aires, en dus vallen de verplaatsingen zelden ver uit en begeleiden duizenden fans hun team bij uitwedstrijden. Dat veroorzaakte in het verleden al eens uitspattingen van geweld. Voor de match tussen de duivels en de miljonairs wordt in het stadion trouwens een spandoek met een pleidooi voor vrede open gevouwen : “Wij komen op voor het leven en de sport, help ons het geweld uit te roeien.”De verzamelde inspanningen schijnen vruchten af te werpen. Het geweld rond het Argentijnse voetbal lijkt te luwen, er deden zich de afgelopen maanden geen ernstige incidenten voor.

Niet dat de passie daardoor afbladdert. Twee uur voor de aftrap al meten de supporters uit de twee kampen zich verbaal met elkaar. Fan is afgeleid van fanatiek. Het clubblad van CAI heet niet toevallig La Pasion Roja. En de honderdste verjaardag van de club werd in 2005 gevierd onder de overkoepelende slogan Cien anos de pasion.

“Indepediente is, na Boca Juniors en River Plate, de derde Argentijnse club op het gebied van populariteit”, legt pers- en pr-chef Mario Peripolli uit. “Vorig seizoen waren wij de bezoekende ploeg die de meeste toeschouwers lokte. Maar momenteel is het aantal mensen dat onze uitwedstrijden volgt, wel gehalveerd. Samen met AC Milan is Indepediente ook de club die de meeste intercontinentale bekers heeft gewonnen. Vijftien stuks, al behaalden we het merendeel wel in de jaren zestig en zeventig. Daar situeert zich onze absolute glorieperiode. In de jaren tachtig klom het aantal socio’s op tot bijna honderdduizend. Tegenwoordig moeten we het met de helft stellen.”

Atypische Argentijn

Bij dit Club Atletico Indepediente voetbalde enkele maanden geleden nog Nicolas Frutos. Cesar Luis Menotti had hem er binnengehaald, maar het is onder de huidige trainer Julio Cesar Fancioni dat de huidige spits van Anderlecht helemaal doorbrak. Indepediente heeft een meer Europese, en zelfs Britse stijl van voetballen overgenomen. Grondig anders dan de meeste Argentijnse ploegen gebruikt het veel hoge voorzetten voor doel. Een torenspits als Frutos moet zich daarbij als een vis in het water hebben gevoeld.

Nicolas Frutos werd weggeplukt bij Gimnasia y Esgrima, vervolgt de perschef. “We hadden een spits nodig. Maar Nicolas kon zich niet meteen aanpassen. Zijn debuut verliep moeizaam. Slechts naderhand raakte hij op niveau en bevestigde volledig het talent als doelschutter dat we bij hem in La Plata meenden te ontwaren. Hij loopt veel, schept ruimte voor zijn ploegmaats. Dat is niet gebruikelijk voor een Argentijnse voetballer. De doorsnee Argentijnse voetballer is door zijn technische vaardigheid in de eerste plaats sterk in de korte ruimte.

“Een vriendelijke jongen, bovendien. Frutos straalt menselijke waarden en waardigheid uit. Persoonlijk ben ik blij dat ik hem heb mogen kennen, hoewel hij maar één jaar bij Indepediente voetbalde. Zijn vertrek is voor de club een sportief en menselijk verlies. Maar het geld dat we aan zijn transfer hebben verdiend, was meer dan welkom. Want Indepediente heeft zware financiële problemen gekend.”

Bokser

De roots van Nicolas Frutos liggen 600 kilometer noordelijker : in Santa Fé, de hoofdstad van de gelijknamige provincie. Zeshonderdduizend inwoners telt de stad, een overwegend administratief centrum terwijl in de ruimere omgeving de klemtoon van de activiteiten veeleer ligt op landbouw en veeteelt. De driehoek Buenos Aires-Santa Fé-Cordoba omspant wat men de pampa noemt. Vooral van daar wordt wereldwijd het beroemde Argentijnse rundvlees uitgevoerd. Santa Fé ligt aan een zijrivier van de Parana en is ook een havenstad. Hoewel die economische activiteit zich grotendeels heeft verplaatst naar Rosario, 200 kilometer zuidwaarts en dus dichter bij Buenos Aires.

Zoals menige Argentijnse stad, herbergt ook Rosaria twee sterk rivaliserende voetbalclubs : Newell’s Old Boys en Rosaria Central, die allebei deelnemen aan de Copa Libertadores. Ook Santa Fé houdt er twee voetbalteams op na. Colon figureert nog altijd in de eerste klasse, Union is naar de tweede klasse gedegradeerd.

Bij Union groeide Nicolas Frutos op. Zijn vader Oscar Frutos, die een bedrijf (airconditioning en ventilatie) leidt, is voorzitter van de jeugdsectie van de club.

“Dat ben ik door omstandigheden geworden, eigenlijk door mijn zoon te volgen”, zegt hij haast verontschuldigend. “Zelf heb ik namelijk nooit gevoetbald. Wel een beetje tegen een bal getrapt, zoals alle Argentijnse kinderen, maar daar bleef het bij. Ik kan niet pretenderen dat Nicolas van mij heeft leren voetballen ( lacht). Naast het voetbal was ik vooral verslingerd aan formule 1. Misschien wel omdat de gewezen wereldkampioen Carlos Reutemann van Santa Fé afkomstig is. Net als Carlos Monzon, de bekende bokser.

“Waar de voetbalpassie van Nicolas dan vandaan komt ? Ik denk dat die aangeboren is. Hij is er altijd van overtuigd geweest dat hij het tot profvoetballer zou schoppen. Dat was als een obsessie voor hem. Als jongetje van zes, zeven jaar ging hij slapen met een bal. Hij is begonnen bij een wijkploegje hier. Als doelman ! Als hij maar kon voetballen, het maakte niet uit in welke positie. Op achtjarige leeftijd sloot hij zich aan bij Union Santa Fé. Nicolas heeft er van bij het begin alles voor gedaan om te slagen als voetballer.

“In 1999 kwam zijn voorspelling uit en werd hij toegevoegd aan de kern van profvoetballers van Santa Fé. Een tijdje werd hij klaargestoomd bij de invallers, in 2000 debuteerde hij in het eerste elftal. Zijn eerste match in de Argentijnse eerste klasse handelde hij af in Buenos Aires, op het veld van de Chacarita Juniors. Zijn tweede match, hier in Santa Fé, ging meteen tegen de Boca Juniors.

“Ja, groot is Nicolas altijd geweest. Hij is lang blijven doorgroeien. Dokters hadden, op basis van zijn morfologie en zijn beenderstructuur, voorspeld dat hij pas op zijn 24ste zou stoppen met groeien. Zijn grote gestalte heeft hem belemmerd qua snelheid. Soms was hij de snelste van het hele team. Nicolas heeft veel inspanningen geleverd om zijn lichaam te beheersen en fysiek te evolueren. In technisch opzicht is hij natuurlijk geen Diego Maradona, maar hij kan zeer behoorlijk met een bal uit de voeten. En al zeg ik het zelf, ik denk dat Nicolas een bijzonder intelligente jongen is. Hij begrijpt het voetbal zeer goed, hij heeft ook vlug door wat een trainer van hem verwacht. Met de pers onderhoudt hij goede contacten, al bewaart hij altijd een zekere afstand. Hij begrijpt dat journalisten hun werk moeten doen, maar hij houdt zijn professioneel en zijn privéleven liever gescheiden. In sportieve of andere kwesties neemt hij nooit een standpunt in, hoewel hij dat wel zou kunnen doen.”

Sneeuw, ook zwarte

Oscar Frutos en zijn vrouw zijn trots op hun kinderen. Nicolas ontpopt zich tot de held van het Belgische voetbal. Hun drie jaar oudere dochter Natalia voltooit momenteel haar doktersstudies. “Ik mag niet klagen”, zegt Oscar. “Natalia bracht zeven jaar van zware studies tot een goed einde. En voor Nicolas betekent zijn succes bij Anderlecht een revanche op de mislukkingen of halve mislukkingen van vroeger. Zijn pad ging niet altijd over rozen. Bij Union Santa Fé stak hij er bovenuit, maar in San Lorenzo wisselde hij goede prestaties af met minder goede. Zonder twijfel voelde hij zich wat verloren in de overweldigende stad die Buenos Aires is. Wat hem bij Las Palmas is overkomen, weet iedereen. Vijf trainers in één seizoen, financiële problemen… Zoals zoveel Argentijnse voetballers droomde hij van de Spaanse competitie. Tot hij op een eiland ver van het Spaanse vasteland terechtkwam en zich totaal geïsoleerd voelde. Sportief draaide dat avontuur uit op een mislukking, maar het hielp hem zeker op menselijk vlak. Nicolas is op Las Palmas harder en rijper geworden.

“Bij Gimnasia y Esgrima leefde hij weer op, dankzij Carlos Ischia die hem conditioneel weer op scherp stelde. En dan naar Indepediente, op aangeven van Ruben Rossi. Die traint tegenwoordig Quilmes maar had als jeugdtrainer met Nicolas gewerkt bij Union Santa Fé. Rossi beval Nicolas aan bij Cesar Luis Menotti.

“En nu voelt hij zich zeer gelukkig bij Anderlecht. Akkoord, Anderlecht is Real Madrid of FC Barcelona niet, maar niet iedereen kan daar gaan voetballen. Nicolas amuseert zich in Brussel. En als hij goed in zijn vel zit, merk je dat aan zijn prestaties op het veld. Ik sta zelf versteld van de snelheid waarmee hij zich aan België heeft aangepast. Want het is toch een totaal ander land, waar men andere talen spreekt en een ander soort voetbal beoefent. Om nog te zwijgen van de klimatologische omstandigheden. Ik geloof dat hij zelf uitermate verwonderd was toen hij voor het eerst in zijn leven op een besneeuwd veld moest voetballen.

“Veel mensen zeggen me dat Nicolas als het ware gemaakt is voor het Europese voetbal. Maar het Argentijnse voetbal verandert volop. Hier beginnen ze eindelijk ook aandacht te schenken aan de fysieke voorbereiding.”

Wijkende wijkploegen

Voorzitter Angel Malvicino van Union Santa Fé maakte fortuin met een bouwonderneming. Hij is 84 jaar en werkt zijn zesde en laatste mandaat als clubvoorzitter af. “En we vragen ons allemaal af wat er van de club moet worden wanneer hij er niet meer zal zijn”, zucht Oscar Frutos. “Want financieel gaat het helemaal niet zo goed met Union Santa Fé. En sportief loopt het al niet veel beter. De ploeg ploetert rond in de kelder van de tweede klasse.

“Hoe dan ook heeft de club veel aan Malvicino te danken. Hij is een industrieel met een sportief verleden. Als roeier nam hij in 1952 deel aan de Olympische Spelen van Helsinki. Nadien steunde hij altijd sportactiviteiten. Hij schonk de club een superbe gymnasium met vijfduizend plaatsen. Dat deed enkele jaren geleden nog dienst toen het WK volleybal in Argentinië werd georganiseerd.

“Binnen het sportcomplex van Union Santa Fé is er ook een school. Daar zitten zo’n duizend leerlingen op de banken, onder wie verscheidene jeugdvoetballers van de club. Nee, Nicolas liep daar geen school. Hij kreeg onderwijs in een school die dichter bij ons huis, meer in de buitenwijken van de stad lag. Nicolas maakte zijn secundaire studies af, maar dan is hij gestopt. Hij was toen net profvoetballer geworden.”

Driehonderd jeugdspelers lopen er bij Union Santa Fé rond. “In 1995 lanceerden we binnen de club een opleidingsprogramma. We beseften dat een doorgedreven jeugdbeleid voor een club die het financieel niet breed heeft, de enige manier is om het hoofd boven water te houden. Nicolas was 14 jaar toen we dat project opstartten.

“We hebben een kamer ingericht waar we 24 leerling-voetballers kunnen logeren, die van wat verder moeten komen. Er lopen in Argentinië veel jonge talenten rond, maar we verliezen er veel door een gebrek aan infrastructuur. Er zijn almaar minder voetbalvelden in de steden. Net als in Europa raken de Argentijnse steden helemaal volgebouwd en alles moet wijken voor het verkeer. De fameuze wijkploegen, waar zoveel talent werd ontdekt, verdwijnen. De toekomst van het Argentijnse voetbal ziet er niet rooskleurig uit.”

Verdronken stad

Het trainingscomplex van de A-kern van Union Santa Fé ligt zo’n vijf kilometer buiten de stad in een desolate zone. Daar treffen we Marcelo Mosset, bijgenaamd Tato. De centrale verdediger van Union is van dezelfde generatie als Nicolas Frutos. Samen doorliepen ze alle jeugdrangen. “Een actieve jongen en altijd goed gehumeurd”, vertelt hij over zijn jeugdvriend. “Hij liet hier bij Union Santa Fé alleen maar mooie herinneringen achter. In alle jeugdcategorieën was hij de beste doelschutter. Qua stijl evolueerde hij niet zo fel. Ondanks zijn gestalte was hij altijd snel en zijn traptechniek was voorbeeldig. Fysiek was hij beter ontwikkeld dan zijn leeftijdgenoten. Zijn zwakke punt bleek tegenstrijdig genoeg zijn kopspel. In de loop van de jaren verbeterde hij gevoelig op dat onderdeel. Als centrale verdediger moest ik het op training vaak tegen hem opnemen. Dat was nooit een geschenk. Nicolas vloog er altijd stevig in. Maar we hadden plezier en we waardeerden elkaar. Hij lag goed in de groep.”

Twee vrienden voor het leven, noemt Oscar Frutos zijn zoon Nicolas en Tato. “Ze trokken er dikwijls samen op uit om te gaan vissen. In de vakanties zag ik ze soms samen vertrekken en dan keerden ze pas drie of vier dagen later terug. Dan amuseerden ze zich aan de stroom, aan de Parana. De legende wil dat de stad op een dag in de stroom zal verdwijnen. Overspoeld worden door water, zoals dat andere Santa Fé, dat van Mexico.”

Twaalf seconden

Oscar Frutos kreeg nog niet de gelegenheid zijn zoon te zien spelen in België. Hij rekent erop in mei naar België af te zakken. Om erbij te zijn als zijn kleinkind wordt geboren. Want zelf keert Nicolas dit jaar niet terug naar Santa Fé. Het wordt een meisje en het zal Sofia heten. “Dat kind zal amper geboren zijn als de Belgische competitie erop zit. Veel te broos nog om al een trans-Atlantische vlucht te ondergaan. Nicolas heeft trouwens tickets bemachtigd voor wedstrijden van Argentinië op het WK in Duitsland. En meteen daarna begint het nieuwe seizoen.

“Ik hoop mijn zoon te zien voetballen in België. Tot nog toe moeten we ons tevreden stellen met telefonische contacten. Op de Argentijnse televisie zenden ze geen beelden van het Belgische voetbal uit. Akkoord, ESPN toont de doelpunten van alle Argentijnen in het buitenland. En dus krijg ik de goals van mijn zoon te zien. Maar hoe lang duurt dat ? Hooguit twaalf seconden.”

DANIEL DEVOS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content