Waarom houdt iedereen in dit land van KVO? Wat is de charme van de verrassende herfstkampioen? Een rondvraag buiten de club.

JAN MULDER

Ex-profvoetballer, mediafiguur, Nederlander

Wilfried Puis woonde in Bredene. Ik ging er graag naartoe. De Puzze was een fantastische linksbuiten van Anderlecht, sprak weinig maar kon heel mooi Strangers in the night van ‘den Frank’ in zijn sportwinkel zingen. Laurent Verbiest kwam ook uit Oostende. Toen ik in 1965 op Anderlecht neerstreek, was Verbiest net zes maanden geschorst wegens het deponeren van twee handen vol modder op het hoofd van een kalende arbiter. Verbiest was een timide maar sterke persoonlijkheid en een libero van wereldklasse. Hij verongelukte, 26 jaar, in de auto op weg naar huis; Wilfried stierf aan kanker. Oostende was toen nog AS Oostende en had het moeilijk. Geen achterland. Ik herinner me dat de voorzitter zei: ‘Hebt u weleens een supporter uit de Noordzee zien komen?’ Inmiddels heet de vereniging KVO, staat bovenaan, is populair in het hele land en lijken er zelfs uit de zee fans te komen. Oostende ligt mij niet alleen vanwege de geboortegrond van Puis en Verbiest na aan het hart, maar ook dankzij Marc Coucke met zijn enthousiasme en ware clubliefde. Niks poenerig gedrag. En als KVO eens verliest, maakt Kamagurka een grap en is alles weer goed. Topclub.’

JACQUES DE NOLF

Eresecretaris Club Brugge, West-Vlaming

‘Omdat iedereen van verandering houdt en Oostende de rol van de onverwachte challenger perfect vervult. Dat wekt sympathie. Door de goeie sportieve resultaten zijn de supporters wat luidruchtiger geworden. Het management doet er ook alles aan om die beleving rond het veld zo intens mogelijk te maken. Marc Coucke bezorgt de club stabiliteit en ik herken in Oostende de algemene West-Vlaamse mentaliteit: nooit te hoog van de toren blazen, geen aspiraties opbouwen om dromen na te streven die toch niet haalbaar zijn. De leute die ze daar maken is gezonde leute. Een West-Vlaming maakt graag plezier en ziet ook graag dat er gewerkt wordt voor de centen: succes is het resultaat van hard werken, de leute komt nadien. Er wordt professioneel gewerkt, maar het moet aangenaam en gezellig blijven, vooral na de match, en dat promoten ze.’

THOMAS MEUNIER

Speler Club Brugge, Rode Duivel, Luxemburger

‘Iedereen apprecieert Oostende, want het is een club met een warm en gastvrij imago. Met na de match dans- en karaokeavonden, een alomtegenwoordige voorzitter die dicht bij de supporters staat en sponsors eromheen. Het is bovendien een club die op sportief vlak in totale expansie is en die resultaten behaalt die nieuwsgierigen aantrekken. Er zitten, welteverstaan, niet weinig strategieën achter dat alles.’

PIERRE DENIER

Assistent-trainer KRC Genk, Limburger

‘Omdat Oostende zoals Genk destijds een opkomende provincieclub is en iedereen een underdog het succes gunt. Ik vond het altijd al een sympathieke club. Met enthousiasme, zeewind en op een klein veld stuntte het thuis voorheen geregeld, maar nu voetballen ze ook op verplaatsing heel positief. Ze bouwden een heel complementaire ploeg, met spelers die zich willen bewijzen, en ze haalden een trainer die aan het begin van zijn trainerscarrière staat en heel gedreven is. Yves Vanderhaeghe is ook een sympathieke man die je het succes gunt. Ook de voorzitter is iemand die sympathie losweekt. Wij kregen er de voorbije jaren kletsen, maar dat belet mij niet om een keer of vier per jaar naar Oostende te gaan in een appartementje van een bevriend koppel. Als ik er door het venster kijk, zie ik de backlijn. (lacht) Ik hou van de stad en de mentaliteit van de mensen, ik ken er de restaurantjes en de fietswegen in het binnenland.’

LUDWIG SNEYERS

CEO Pro League, ex-manager en -bestuurder van STVV

‘Ik zag hen tegen Leuven ter plaatse herfstkampioen worden, terwijl ze op dat moment eigenlijk nog niet wisten dat ze het gingen worden. Ze hadden het al gevierd op het moment dat ze het werden! Dat vond ik geweldig. In die zin is Oostende misschien een beetje het Sint-Truiden van de kust. In Genk noemen ze STVV ‘Steeds Te Vroeg Vieren’. Die ongedwongenheid en levensvreugde – ‘we leven maar één keer’ – vind ik wel fijn. Ik zag er veel mensen, ook mensen die geen supporter van KVO zijn, die telkens als ze in Oostende naar een wedstrijd gaan er een feest van maken. Ze vieren er als het ware het leven. Iedereen vindt het een sympathieke ploeg, omdat de uitstraling van de club maar ook die van de voorzitter positief is. Ook als je Marc Coucke in een vergadering meemaakt, is het altijd constructief naar oplossingen gaan. Hij speelt de show mee, maar is ook voor een stuk zo. Waar het hem om gaat, is: goed werken en goed feesten.’

FREDERIK VANDERBIEST

Ex-speler en ex-coach KVO, Brusselaar

‘Omdat het een volkse club is en omdat een kleine ploeg die zo snel groeit altijd sympathie losweekt. Mijn laatste wedstrijd speelde ik er voor vierhonderd man en toen ik er als trainer vertrok, waren er gemiddeld zesduizend. Dat is het resultaat van veel factoren samen, onder meer de inbreng van meneer Coucke. Ze spelen ook niet onaardig natuurlijk, maar alles wat errond draait, is momenteel populair – commercieel en sociaal. Vroeger zag je in Oostende geen sjaals van KVO, nu zie je niets anders als je in de stad rondloopt.’

RODRIGO BEENKENS

Tv-Journalist RTBf, Namen

‘Tegen Leuven werd ik overdonderd door de positieve energie in en rond de ploeg. Alles wat ik zag en voelde, was plezier, feest, joie de vivre. Na de recente gebeurtenissen in Parijs een boodschap met nog meer betekenis. Sommige mensen denken dat ze om erkend te worden moeten clashen, en het land verkleinen, maar wat KVO doet, is het tegendeel. Wat ik op de receptie na de match zag, zag ik nooit eerder in mijn leven. Marc Coucke met de microfoon op het podium, Patrick Orlans die Gilbert Becaud zingt, in twee talen, een vrouw die haar man ten huwelijk vraagt,… Wat die Coucke doet, is ongelooflijk: alles met humor, enthousiasme en sportiviteit. Het is een voorbeeld voor ploegen die zich te belangrijk willen tonen. De boodschap die ik daar kreeg, was: la fête, la fraternité, le partage et le bonheur. Als grootvader zou ik graag mijn kinderen meenemen naar KVO, wat niet geldt voor de meeste andere stadions. Het is zoals met skiën: als je het één keer doet en je valt niet, dan ga je zeker terug.’

RAOUL PEETERS

Ex-coach KVO, Antwerpenaar

‘Ik denk dat de kracht van Oostende ook in het menselijke aspect ligt. Toen ik er een kwarteeuw geleden heen ging, had ik nog nooit buiten de provincie Antwerpen gewerkt. Het is de mooiste ervaring van mijn leven geweest. De ontvangst was hartelijk en spontaan. Begin dit seizoen gaf ik tegen KV Mechelen de aftrap. Mijn kleinzoon was mee en ik zei nog tegen hem dat misschien niemand mij meer zou herkennen, maar ik kreeg een staande ovatie. Die mentaliteit maakte ik in mijn carrière nooit mee. Ook in mijn tijd was de band van de spelers met de supporters een band van mens tot mens. Dat ze die mentaliteit konden overbrengen op een groep vol professionals, van wie er toch ook niet weinig van Anderlecht komen, dat vind ik een formidabele verdienste.’

STEPHAN STREKER

Filmregisseur, voetbalanalist in La Tribune op RTBf, Brusselaar

‘Niet alleen het geld, maar ook de filosofie van Marc Coucke bepaalt er alles. Coucke is tegelijk veeleisend en toch relaxed. Hij heeft begrepen dat de grootste vijand in de sport druk is. Ook hij zet druk, maar juist afgemeten, en hij rekent op spelers als Cyriac en Siani die revanche willen nemen voor wat ze in hun carrière en het leven gemist hebben. Hij verenigt het emotionele én het rationele in de topsport, terwijl veel bestuurders denken dat ze alles alleen rationeel moeten bekijken, en emotie kunnen negeren. Maar vooral heeft Coucke begrepen dat liefde geven beter werkt dan vrees inboezemen. Toen hij maanden geleden in La Tribune te gast was en we met de hele crew en hem tot twee uur ’s nachts wijn dronken, vroeg ik hem of hij RWDM geen nieuw leven wilde inblazen. Hij antwoordde dat hij een slechte voorzitter van RWDM zou zijn. Omdat hij geen supporter is van die club. Dat vond ik een mooi antwoord.’

JEAN-MARIE DEDECKER

Politicus, ex-judobondscoach, kustbewoner

‘De voornaamste reden voor die Oostendse euforie is: ze winnen. Iedereen loopt winnaars achterna. Vroeger zaten er nooit politici op de tribune van KVO, nu zit het er vol. Het heeft ook te maken met de saturatie van het politiek gestuurde basketverhaal hier in Oostende, en natuurlijk met de centen van Coucke, het manna voor Oostende. Het is niet alleen voetbal, maar ook een partygebeuren. De polonaise is het clublied van Oostende geworden. Dat mag van mij best: sport is toch emotie?

‘Alles wat onverwacht komt, zorgt voor euforie. Daarom zeg ik: laten we ervan genieten zo lang het duurt. Want er komt een terugval. Oostende is het nieuwe Zulte Waregem. Je mag geen wonderen verwachten van een stad met 70.000 inwoners, wetende dat 48 procent van de kustbewoners op prostaatleeftijd of in de menopauze zit. Maar nu is die partysfeer hier nieuw, en dus leuk, ook al heeft Patrick Orlans overal al My way gezongen.

‘Dat Coucke graag gezien wordt, is logisch. Iedereen die mecenas speelt, is graag gezien. Niemand is boos op Sinterklaas. Coucke is Verhaeghe niet. Hij gaf in het verleden al een miljoen per jaar aan KVO. Ik ben ook nooit bang geweest dat hij naar Lille zou verhuizen: daar is hij een van de vele miljonairs, hier is hij dé man. Het enige wat me bij dit succesverhaal stoort, is dat alle aandacht naar Coucke gaat en niet naar de mensen die het sportieve succes gerealiseerd hebben. Over Yves Vanderhaeghe en de spelers hoor je veel te weinig. Wanneer over het Gentse succes gepraat wordt, valt de naam van Hein Vanhaezebrouck steeds, maar voor mij is op dit moment Yves Vanderhaeghe dé trainer van het jaar.’

DOOR GEERT FOUTRÉ & CHRISTIAN VANDENABEELE – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Als KVO eens verliest, maakt Kamagurka een grap en is alles weer goed.’ JAN MULDER

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content