Standard gaat andermaal de Portugese toer op. Rogério Matias, Nuno Coelho en Areias Lopes versterken de gelederen. ‘Portugese voetballers kiezen graag voor Standard.’

Drie nieuwe Portugezen verdedigen straks de kleuren van de Rouches. Met de klemtoon op verdedigen : Nuno Coelho, Rogerio Matias en Areias Lopes knappen op een voetbalveld overwegend defensieve taken op.

Sinds Robert Louis-Dreyfus de club overnam (in 1998) en sinds Luciano D’Onofrio er het sportief beleid uitstippelt, schuimt Standard gretig de Portugese markt af. Op toeval berust dat uiteraard niet : Standards vicevoorzitter D’Onofrio was in een vorig leven manager van Porto. En Michel Preud’homme stond enkele jaren in het doel bij Benfica Lissabon.

“Niet dat we ons blind op de Portugese markt gooien”, verzekert Pierre François. “We volgen al enige tijd diverse Portugese voetballers, omdat ze bepaalde kwaliteiten hebben en een interessant curriculum. Maar natuurlijk, gezien de antecedenten van D’Onofrio en Preud’homme leggen we dan op een bepaald moment heel vlot contact met deze spelers.”

“Dat een aantal Portugese clubs financiële moeilijkheden kent, verstevigt onze onder-handelingspositie”, bevestigt Michel Preud’homme. “Daardoor kunnen we spelers aan een voordelige prijs binnenhalen. Zoals vorig seizoen Siramana Dembélé. En met Porto onderhouden we hoe dan ook een geprivilegieerde relatie.”

Drie factoren verklaren de Portugese filière van Standard. Preud’homme vat samen : “Luciano krijgt in Portugal nog altijd heel veel deuren open. Mijn naam ligt goed bij de Portugese voetballers, ze hebben me nog zien spelen. En ten derde is er de factor Sergio Conceição. Die werkt als een soort magneet. Voeg deze drie componenten samen en je begrijpt waarom Portugese voetballers graag voor Standard kiezen.”

En of we er verder vooral niet te veel achter willen zoeken ? Door meerdere spelers uit eenzelfde land aan te trekken bevorder je hun integratie, argumenteert Preu- d’homme nog. Lokeren lokt IJslanders aan, Beveren houdt van Ivorianen, Anderlecht is de Argentijnse piste ingeslagen.

Anoniem mét referenties

Toch rijzen er vragen. Over de kwaliteit van de Portugese aanvoer, bijvoorbeeld. Michel Preud’homme noemt die risico’s beperkt. Over het algemeen vallen de Portugese aanwinsten mee. In het geval van internationals die in hun land erkenning of speelgelegenheid missen, is het uitzicht op succes groot. Manuel Dimas, Antonio Folha, Conceição en Jorge Costa bezorgden Standard stuk voor stuk toegevoegde waarde. Natuurlijk wordt er wel eens teruggedacht aan de onzalige ervaringen met Robert Prosinceki. Voor hetzelfde geld – en dat is doorgaans nog altijd veel geld – krijg je een volgevreten vedette in huis, die het ritme niet meer aankan en er eigenlijk geen zin meer in heeft. Wat dat betreft, heeft Standard geen klagen over zijn Portugezen.

Met de drie nieuwe Portugezen wijkt Standard overigens enigszins af van de eigen gedragscode. Deze keer geen sterren, maar veeleer anonieme voetballers, al kunnen ze zeker referenties voorleggen. En Standard kan bogen op positieve ervaringen in soortgelijke ondernemingen : hoeveel diensten hebben spelers als Almani Moreira en Fredrik Söderström de club niet bewezen ?

Bovendien, wat heet onbekend ? “Nuno Coelho hebben we gevolgd tijdens het beloftetoernooi van Toulon”, vertelt Preu-d’homme. “Men had onze aandacht op hem gevestigd en hij bevestigde al het goede wat we over hem hadden gehoord. Volgens onze scout in Toulon, Frans Masson, was Coelho een van de beste spelers van het toernooi. Sprongkracht, snelheid, beweeglijk, veel maturiteit, speelt sober en efficiënt in. Ik zeg dat niet, het staat zo verwoord in het rapport van Masson. Ik weet dat sommigen twijfelend zullen opmerken : als hij geen basisplaats kon opeisen in de ploeg van Porto, zal hij wel niet zó goed zijn. Ach, wie negatief wil zijn, vindt daar altijd wel een reden voor. Porto is een Europese topploeg met een brede en rijke spelerskern en Coelho is nog altijd maar 20 jaar. We lenen hem voor één seizoen. Ik ben ervan overtuigd dat we aan Coelho een goede zaak hebben gedaan.”

De andere twee Portugese aanwinsten hebben veeleer ervaring dan jeugd te koop. Michel Preud’homme over de 31-jarige Rogerio Matias, die voor drie jaar tekende, en de 29-jarige Areias Lopes, die Standard voor één seizoen huurt : “Matias zat zeer dicht bij de Portugese selectie voor het WK. Wie Portugal op het WK bezig zag, weet wat dit betekent. Matias is een polyvalente voetballer, je kunt hem zowel in het middelveld als achteraan uitspelen. Veelzijdigheid is ook het wapen van Areias Lopes. Hij kan de hele flank bestrijken, maar in een centrale positie rendeert hij ook. Hij werd door Porto uitgeleend aan de buren van Boavista en de huurperiode liep ten einde. Er staan al zo’n honderd wedstrijden in de Portugese eerste klasse op zijn teller. Bij Boavista was hij onbetwistbaar titularis.”

Begrafenis in België

Wat denken ze in Portugal over de exodus van voetballers naar Standard ? “In het begin vroegen we ons af wat hen bezielde”, geeft journalist João Bonzinho van A Bola toe. “Voor ons was het duidelijk dat ze zich in België gingen begraven. Ik bedoel, ze hadden net zo goed naar Qatar kunnen vertrekken. Natuurlijk was dat een oneerlijke vergelijking. België is wel degelijk een land met een ware voetbaltraditie. En de meesten van de Portugese spelers hadden het in België ook gemaakt. Folha, Conceição, Jorge Costa, Moreira en noem maar op : ze knoopten bij jullie met hun beste niveau aan. Maar vergis je niet : niemand van hen kon vanuit België de poort van de Portugese nationale ploeg openbeuken – zelfs Conceição niet, terwijl die in België toch de Gouden Schoen kreeg. Daar zou ik dus in de plaats van Coelho, Matias en Lopes evenmin op hopen. Ze zullen Standard zeker iets kunnen bijbrengen maar of Standard hun carrière zal kunnen optillen ? Ik ben daar sceptisch over.”

Is het dan toch niet wat riskant om alle eieren in één korf te leggen ? “Maar dat doen we hoegenaamd niet”, protesteert Preu-d’homme. “Met Luciano D’Onofrio zijn we ook aanwezig op de Italiaanse markt, maar financieel liggen de zaken daar een pak moeilijker. En we hebben ook onze insteek in Kroatië. Vandaar trouwens de komst van Mladen Pelaic, een jong talent van Dinamo Zagreb.”

“In de eerste plaats mikken we echter op de instroom van Belgische spelers”, vervolgt Preud’homme. “Daar maken we een prioriteit van en niemand kan ons op dat vlak iets verwijten. We hebben gepoogd om Tony Sergeant, Michaël Cordier en Jean-François Gillet bij Standard te krijgen. Dat is telkens niet gelukt. Soms bleek hun club het struikelblok, zoals Zulte Waregem in het geval van Ser- geant.”

Pierre François beaamt. “De Belgisch clubs lijken soms ware geldwolven. Ze stellen zich zo veeleisend op dat de combinatie van spelersloon en transferbedrag onbetaalbaar wordt. Dat is wat er in het geval van Sergeant gebeurd is.”

Soms lag het aan de speler. Michel Preud’homme verwijst naar François Gillet. “Hij wilde ons de belofte op een statuut van titularis afpingelen, maar zoiets kunnen we niemand garanderen. Als de speler vervolgens de uitdaging niet wil beantwoorden, houdt het vanzelfsprekend voor ons ook op.”

STéPHANE VANDE VELDE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content