Zij : zeventien keer Belgisch kampioene karate. Hij : profvoetballer. ‘Voor ik Alex leerde kennen,’ zegt Julie, ‘had ik gezworen dat ik nooit zou uitgaan met iemand die van voetbal houdt, laat staan het zelf zou spelen.’

Dat hij op 12 juni van dit jaar trouwt met een zeventienvoudig Belgisch kampioene karate, Alexandre Di Gregorio ziet er geen gevaar in. “Maar velen waren wel verrast,” zegt de voetballer van Sporting Charleroi, “toen ik Julie aan hen voorstelde. Ze hadden zich aan een stevig uit de kluiten gewassen figuur verwacht, maar leerden een jong en erg elegant meisje kennen. Karate heeft nog de reputatie een mannensport te zijn.”

Maar wat had Julie Debatty anders moeten doen dan karate ? Haar vader is karateleraar. “Ik werd als het ware geboren in de karatezaal die mijn ouders uitbaten”, vertelt ze. “Nog voor ik mijn eerste stapjes kon zetten, bootste ik al bewegingen en kreten van karateka’s na. Mijn vader heeft me nooit moeten aanmoedigen om lessen te volgen. Ik was twee en een half toen ik er al mee begon. Dus ik ben er nu ongeveer twintig jaar mee bezig. Als kind hield ik ook erg veel van paardrijden, maar dat was op een bepaald ogenblik niet meer te combineren met mijn schoolwerk en het karate.”

Ze koos voor het karate, maar bleef een meisje. “Eén keer ben ik eerste eredame geweest van Miss Luik. Maar aan de Miss-Belgiëverkiezing heb ik nooit deelgenomen, omdat ik nog geen zestien jaar was. Toch zag ik me ooit mannequin worden. Weet je, op die leeftijd dromen kleine meisjes zich allemaal als een kleine prinses. Mooie kleedjes, mooi gekapt. Voor mij was het ook een manier om te laten zien dat je tegelijk karate kon beoefenen en er erg vrouwelijk kon blijven uitzien. Het heeft me geholpen om ook de media te bereiken. Want Belgisch karatekampioene zijn alleen, dat interesseert niemand. Maar een Miss die aan karate doet, dat is wat anders.”

Leven van haar sport kan ze niet. Door de schepen van Sport van Luik is ze als bediende tewerkgesteld. Ze geeft ook karateles en ze vond een nieuwe discipline uit : kaerobic, een mix van karate en aerobic. “Een succes”, zegt Julie.

“Ik denk niet dat ik me op glad ijs beweeg door te beweren dat ik nooit zeventien kampioenstitels zal behalen, of twee wereldbekers zal winnen.” Alex Di Gregorio kan glimlachen om zijn eigen grapje. “Op dit moment beperk ik me ertoe mijn plaats weer te veroveren in het elftal van Charleroi.”

Dan helpt het een sporter als zijn of haar partner ook op hoog niveau in de sport actief is. “Je begrijpt elkaar,” beaamt Julie, “omdat je allebei door dezelfde moeilijke momenten moet. Toen ik mijn pols brak, stelden de dokters, net zoals toen Alex zijn voet brak, niet meteen de juiste diagnose. Daardoor genas de breuk niet zo goed, waardoor ik een jaar verloren heb. Het komt er dan op aan dat je jezelf weer bij elkaar raapt. Dat is me gelukt en ik ben er zeker van dat het Alex ook zal lukken. Weet je, het leven zit soms vol toevalligheden. Toen ik vorig jaar werd uitgeroepen tot Sportfiguur van het Jaar in Luik, kreeg ik mijn prijs overhandigd door Robert Waseige. Dat wist hij nog toen hij nadien bij Charleroi aan de slag ging, want hij heeft er Alex nog op aangesproken.”

Van voetbal houdt ze niet, zegt Julie. En zeker niet van vrouwenvoetbal. “Karate is met afstand een veel vrouwelijker sport dan voetbal. Bovendien hou ik meer van een individuele sport : als je verliest, kan je alleen maar naar jezelf wijzen. Ik heb het er lang moeilijk mee gehad om de bijzonderheden van een ploegsport te aanvaarden. Zo kan je in het voetbal een wedstrijd winnen, zelfs al heb je zelf slecht gespeeld, maar gewoon omdat je door goede spelers omringd bent. Je kan er je zwakke punten veel gemakkelijker camoufleren. Nee, dan kom ik uit een heel andere filosofie. Mijn vader hield helemáál niet van voetbal, hij heeft nooit één wedstrijd gezien op televisie.”

Ook nu ze op trouwen staat met een profvoetballer, is Julie geen enthousiaste fan van de sport. “Maar ik volg wel graag de grote internationale toernooien, zoals het EK en het WK. En ik heb een boontje voor Real Madrid. Niet alleen omdat David Beckham er speelt, maar ook voor het mooie voetbal dat ze brengen. En natuurlijk probeer ik zoveel mogelijk de wedstrijden van Charleroi bij te wonen. Toen Alex nog voor Genk speelde, hield ik erg veel van de ambiance daar. Zonder twijfel heeft dat ertoe bijgedragen dat ik enkele van mijn vooroordelen heb opzijgezet. Voor ik hem leerde kennen, had ik gezworen dat ik nooit zou uitgaan met iemand die van voetbal houdt, laat staan het zelf zou spelen. En kijk, Alex is de man van mijn leven geworden. Met hem zal ik dan ook trouwen op 12 juni.”

door Daniel Devos

‘Een Miss die aan karate doet, dat is wat anders.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content