In de wielersport woekert nog steeds een verstikkend conservatisme. ‘We moeten uit het huidige systeem breken’, zegt de voormalige Nederlandse UCI-voorzitter Hein Verbruggen.

Hein Verbruggen, ex-voorzitter van de Internationale Wielerunie UCI, heeft een nieuwe afslag in zijn leven genomen. Het voorzitterschap van de coördinatiecommissie van de Spelen in Peking, waarvoor Verbruggen de voorbije weken in China de ene prijs na de andere mocht opstrijken, werd zoals gepland zijn laatste officiële mandaat. De rechterhand van Jacques Rogge is op pensioen nu. “Ik word 68. Ik hoef de druk van deadlines, rapporten en presentaties niet meer.”

Z’n gedrevenheid verbiedt Verbruggen echter om zich helemaal op het achterplan te nestelen. Hij blijft zo nog zijn rol spelen als voorzitter van AGFIS, de organisatie die de internationale sportfederaties overkoepelt. In zijn opdracht zoeken wetenschappers van de universiteit van Neuchâtel dezer dagen een antwoord op een permanent gevaar in de sport: de latente neiging die bij professionals bestaat om zich van hun sportbond af te scheiden. Verbruggen refereert aan de G14 binnen het voetbal, de Euroleague basketbal, de manoeuvres van de professionele tennisassociatie ATP, tendensen in het zeilen en het paardrijden.

Hein de Hervormer, de Beeldenstormer, de Schietschijf en de Optimist, zoals een Nederlandse journalist Verbruggen ooit typeerde, kent als geen andere sportbestuurder de gevolgen van zulke afscheurbewegingen. Willens nillens werd hij er in de wielersport mee geconfronteerd. Met lede ogen stelde hij vast hoe ASO, de organisatie achter de Ronde van Frankrijk, de UCI ProTour – zijn hersenspinsel – verkrachtte in een poging om van de Internationale Wielerunie af te komen. De ProTour, aangekondigd als de Champions League van het wielrennen, draaide uit op een vier jaar durende boksmatch, waarbij de UCI en ASO elkaar de ene slag onder de gordel na de andere toedienden.

Geld genereren

Het leek haast de wereld op zijn kop, maar in het heetst van de strijd verklaarde u in een Franse krant dat de UCI zelf maar beter het profwielrennen op de weg kon afstoten.

Hein Verbruggen: “Dat was vorig jaar, op het moment dat de almachtige Tour de France aangaf met de hulp van de Franse bond op eigen benen te willen staan. Ik heb altijd heel goed het gevaar gezien van zo’n afscheidingsbeweging. De ProTour moest daarop anticiperen. Patrice Clerc ( toen directeur van ASO, nvdr) liet al in zijn kaarten kijken tijdens de Tour van 2007, toen het verkeerd liep met Rasmussen. Volgend jaar doen we het zelf, klonk het toen bij hem.

“En inderdaad, een jaar vol snode plannen later verkondigde hij doodleuk dat ASO de UCI niet meer nodig had, zijn eigen reglementen zou opstellen en voortaan zelf ging instaan voor de wedstrijdcommissarissen en de dopingcontroles. Kortom, een aparte bond zou oprichten. In die situatie moet je als UCI toegeven niet langer het zeggenschap te hebben over het wegwielrennen en dat de baas in Parijs zit. Aan de UCI dan om een wielersport op te bouwen zonder die dissidenten en haar andere takken te redden, van de BMX tot het moutainbiken.”

Dacht u dan met zo’n verklaring de wielersport een dienst te bewijzen?

“Dat interview aan La Libération, een krant die niet bepaald de hielen likt van ASO, heb ik toen niet zonder bedoeling gegeven. Door te stellen dat ASO de facto een dissidente bond was, heb ik de politiek wakker geschud in Frankrijk. De kwestie is tot in de hoogste regionen gegaan ( naar verluidt in presidentiële kring, nvdr). Al beken ik dat ik zelf verbaasd was over het uiteindelijke resultaat van mijn demarche. Patrice Clerc is teruggefloten en zijn overmoed heeft hem uiteindelijk zijn post gekost. De familie Amaury, de eigenaars van ASO, wilde de autoriteit van de UCI blijven erkennen. Nochtans had Clerc de ploegen in zijn greep. Ze hadden (en hebben) de macht, de eenheid en de zin niet om zich tegen ASO te verzetten. Maar de machtshonger van Clerc viel niet te stillen. Zijn plan om een aparte bond op te richten was de stap te ver.”

Die ploegen weigerden onder druk van ASO eerst hun licentie voor de ProTour van 2009 te hernieuwen.

“Dat was voor mij geen kwestie van ontgoocheling, maar van verbijstering. Mijn strategie in het politieke spel met ASO bestond er altijd in de ploegen sterker te maken. De ProTour was op de eerste plaats een verbetering voor hén. De wielersport was de enige sport ter wereld waarin een sponsor op 1 januari moest investeren maar niet wist wat zijn rendement zou zijn. De ProTour bezorgde de ploegen eindelijk startzekerheid in de belangrijkste wedstrijden. Met als gevolg dat Rabobank ging tekenen voor vier jaar, dat Liquigas terugkeerde in het peloton enz.

“De Tour de France is erin geslaagd om die participatiegaranties te saboteren. En wat zie je dan? Zakenmensen van niveau als Marc Coucke van Silence-Lotto en Harold Knebel van Rabobank gaan op hun knieën zitten in Parijs en rondbazuinen in de krant dat de Tour het enige is wat hen interesseert. Dat soort uitspraken lezen ze in Parijs ook hoor. In plaats dat alle ploegen van de ProTour zich organiseren en naar ASO stappen met de boodschap: we komen met allemaal of met niemand. Ik probeer als UCI via de ProTour de ploegen te beschermen, maar de ploegen gebruiken chantage tegen mij om eigenlijk te zeggen: wij willen niet beschermd worden. Dat is de wielersport!”

Kunt u dan niet begrijpen dat voor een sponsor de Tour heilig is?

“Natuurlijk wel, maar dat monopolie van de Tour is nou net het probleem. In de wielersport zitten de organisatoren, en zeker ASO, op rozen. Het zijn de ploegen die van oudsher staan te bedelen om mee te mógen doen. Als de beste ploeg ter wereld deelneemt aan de Dauphiné Libéré of de Ronde van Romandië, dan krijgt die – hou u vast – 7000 euro. Bedenk dat Manchester United wedstrijden gaat spelen in China voor een miljoen dollar. Het economische systeem van de wielersport dwingt zo een renner om voor heel weinig geld te werken. Dit is de situatie in de vier traditionele wielerlanden: België, Frankrijk, Italië en Spanje.

“Dankzij de ProTour, die bedoeld is als een wereldcompetitie, kunnen we op termijn dit systeem doorbreken. Dan vragen we een organisator in Abu Dhabi hoeveel hij betaalt als we met de 18 beste ploegen ter wereld komen. Zo loopt het toch in het tennis ook? Wil een organisator Federer strikken, dan weet hij dat hij met veel geld over de brug moet komen. Op die manier zou het wielrennen veel meer geld kunnen genereren. Nu is het omzetcijfer van de hele ProTour kleiner dan het budget van Real Madrid. Zo kunnen we nooit de teams minder afhankelijk maken van sponsoring noch de concurrentiepositie van het wielrennen versterken.”

Verzoeningsgesprekken

Voor de mondialisering staan ze in de vier traditionele wielerlanden niet te springen.

“Het zieke van het systeem is dat we renners verplichten om mee te doen voor zeventig procent aan wedstrijden in een van die vier landen. De voorzitters van de nationale bonden van België, Frankrijk, Italië en Spanje zijn destructief bezig geweest voor het wielrennen door met ASO mee te lopen. Zij zijn absoluut niet geneigd om ook maar één millimeter over hun landsgrenzen te kijken. Wedstrijden die elders georganiseerd worden, vinden ze niet echt. Dus moeten die niet groeien. Nochtans valt de mondialisering niet te stoppen. Ze komen hoe dan ook, de Russische, Chinese en Arabische organisatoren. Gezien hoe de Tour Down Under ruim 700.000 toeschouwers op de been bracht?

“Toen Laurent De Backer ( voorzitter van de Belgische bond, nvdr) door de Oostbloklanden uit het directiecomité van de UCI werd verdrongen, is hij naar het kamp van ASO overgelopen. Maar het is toch duidelijk: als we de wielersport door de ProTour mondiaal groter maken, dan wordt ze toch ook in België groter? De wereld is nooit veranderd door mensen die alleen maar willen houden wat ze hebben. Het is bijzonder lastig om in de wielersport iets te vernieuwen, want bijna per definitie zijn de vier grote wielerlanden tegen. Dat is een enorm probleem, waardoor onze sport al heel snel een traditioneel en regionaal imago met zich meesleurt.”

Was het probleem niet dat u de ProTour overhaast hebt ingevoerd aan het einde van uw mandaat als UCI-voorzitter?

“Onzin. We zouden beginnen als alles klaar was. Alles was ook klaar. Wel hebben we helaas het slechtste moment in de recente wielergeschiedenis uitgekozen om de ProTour te introduceren. Aan de top van de drie grote ronden was er pas een bestuurswissel doorgevoerd. Bij de Tour werd Jean-Marie Leblanc op pensioen gestuurd. Patrice Clerc, die alleen maar rekening hield met de aandeelhouderswaarde van ASO, wierp zich op als nieuwe sterke man. Jean-Marie, die wel oog had voor de globalisering en achter de ProTour stond, heeft zelf nog gezegd: ‘Had ik op zijn stoel gezeten, dan was er binnen het halfuur een akkoord met de UCI.’

“De schade die Clerc heeft aangericht in de wielersport valt niet te schatten. Alleen al door de Giro en Vuelta aan zijn kar te binden. Zomegnan was een paar weken directeur van de Giro – ze hadden hem buiten geflikkerd bij de Gazzetta dello Sport. Hij heeft zich tegen de ProTour gekeerd louter en alleen omdat zijn voorganger, Castellano, ervoor was. Die twee zijn water en vuur. Bij de Vuelta kwam Cordero aan het roer, een machtswellusteling van de eerste orde. Het was kennelijk een hele eer voor hem om te mogen samenspannen met de Tour tegen de UCI. Weet dan dat hij mij eerst een licentie voor de ProTour van twaalf jaar had gevraagd! Waar heeft zijn beleid de Vuelta gebracht? In vier jaar tijd is die wedstrijd naar de knoppen geholpen. ASO zwaait er nu de plak.”

In Peking hebben de UCI en de drie grote ronden dan uiteindelijk toch de vredespijp gerookt.

“Er is vanuit het Internationaal Olympisch Comité bemiddeld door Jean-Claude Killy. In de eerste vergadering heeft hij meteen gesteld dat hij maar één zaak zou bepleiten: dat de Tour deFrance geen bond buiten de UCI om mocht oprichten. Daar zouden de onderhandelingen tenslotte ook op uitdraaien: de Tour wordt in 2009 opnieuw verreden onder de vleugels van de UCI. Ik denk dat ASO er vooral voor terugdeinsde een eigen antidopingbeleid te moeten opzetten. Een dissidente bond kan bijvoorbeeld zelf al geen biologisch paspoort betalen. Intussen werd steeds duidelijker dat er bij de familie Amaury ontevredenheid gegroeid was over de politiek die Clerc voerde. De verzoeningsgesprekken tussen ASO en de UCI in Peking zijn achter zijn rug gebeurd. Clerc is in de nasleep daarvan moeten opstappen.

“Voor de ProTour 2009 is de situatie in wezen dezelfde als in de periode 2005-2007. Toen hadden de organisatoren van de drie grote ronden hun wedstrijden ook niet ingeschreven op de kalender van de ProTour, maar ze accepteerden wel de ploegen. Dat compromis heeft de UCI in Peking opnieuw kunnen afsluiten. Met als gelukkig gevolg dat de ploegen alsnog een nieuwe licentie voor de ProTour hebben aangevraagd.”

En iedereen maar beweren dat de ProTour ten grave is gedragen.

“Dat is praat van de journalisten en die hebben nooit begrepen wat de ProTour inhoudt. Ze zien alleen de kalender en het deelnemersveld. En neen, op die twee punten zijn we inderdaad nog niet ten volle geslaagd. Daar mag onder meer meneer De Backer op aangesproken worden. Wel heeft de Tour ermee ingestemd dat alle achttien ploegen van de ProTour mogen deelnemen.

“Belangrijk is dat alle principes van de ProTour springlevend blijven: het licentiebeleid, het streefdoel om de beste ploegen in de wedstrijden te krijgen, de mondialisering. Die worden niet meer aangevochten, ook niet door ASO en, bijgevolg zou ik zeggen, ook niet door de vier traditionele bonden. Wel integendeel, vanuit België vraagt de E3 Prijs Vlaanderen nu zelfs een licentie aan voor de ProTour.”

Niet ouwehoeren

Beweert u nu dat de UCI de oorlog van ASO gewonnen heeft?

“De Tour en de vier grote wielerlanden hebben zich maximaal tegen de ProTour verzet, maar ze hebben hem niet overboord kunnen gooien. Zelfs niet met de steun van L’Equipe, de spreekbuis van ASO. De ProTour heeft de zwaarste storm overleefd. Uiteindelijk geloof ik dus dat de UCI gewonnen heeft, maar de oorlog heeft wel behoorlijk wat slachtoffers gemaakt. Ik denk in de eerste plaats aan het imago van de wielersport en op de tweede plaats aan de strijd tegen doping. Als de grote twee vechtend over het tapijt rollen, dan kan natuurlijk geen efficiënt antidopingbeleid worden gevoerd. De UCI heeft nooit die oorlog gewild. De verantwoordelijkheid van Clerc en zijn assistent Ysern is verpletterend. Zij wilden de wielersport terugslaan naar de middeleeuwen.”

Hebt u er nooit spijt van gehad de ProTour te hebben gelanceerd, gezien de heisa die erop volgde?

“Ondanks een paar hevige conflicten kijk ik met genoegen terug op alles wat ik gedaan heb. Veertien jaar lang was ik, zo goed en zo kwaad als dat ging, voorzitter van de UCI, tot vorig najaar nog vicevoorzitter. Dat was erg consumerend. De conservatieve wielersport is heel gecompliceerd. Wie geen vijanden wil, moet vooral niks doen. Ik ben nooit bang geweest om beslissingen te nemen, ook al waren die niet altijd even populair in Nederland of België. Ik kom uit de marketing. Marketingmensen zijn gewend om op lange termijn te denken.

“Heb ik dictatoriaal opgetreden? Ja, in zekere zin. Maar dat wordt van je gevraagd in een wereld waar heel democratische instellingen slechts de minderheid uitmaken. Heel wat landen verwachten dat de UCI-voorzitter knopen doorhakt en niet eindeloos zit te ouwehoeren. Dan moet je aanvaarden dat je in democratische landen zoals Nederland voor dictator wordt versleten. Maar daar heb ik me altijd wel mee geamuseerd, moet ik zeggen.” S

door benedict vanclooster

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content