Wouter Vrancken heeft niet de techniek en de dribbelvaardigheid van goudhaantje Mbark Boussoufa, maar is met zijn loopacties wel de stuwende kracht van AA Gent.

Je kan hem bezwaarlijk de sierlijkste voetballer van de eerste klasse noemen, maar Wouter Vrancken (27) blijkt dit seizoen wel een sleutelpion in het tactische plaatje van Georges Leekens. De Limburgse middenvelder, die uitblinkt doordat hij constant in beweging en altijd aanspeelbaar is, zorgt voor een meerwaarde. Zoals bijvoorbeeld Karel Geraerts bij Standard en Paul Scholes bij Manchester United vormt hij een gevaarlijk wapen, omdat hij met zijn infiltraties gemakkelijk voor doel komt en scoort. Tot afgelopen weekend leverde dat zeven doelpunten op voor de oud-jeugdspeler van Sint-Truiden. Vrancken geniet duidelijk van zijn nieuwe rol. “Absoluut, het is plezant voetballen. Ik amuseer me ongelofelijk op het veld. Het vergt wel een pak energie en atletisch vermogen. Het is goed om weten dat ik kan rekenen op de steun van Nebojsa Pavlovic. Iedereen kent nu perfect zijn rol, voert de opdrachten uit die van hem worden verlangd.”

Gemakzucht

Vrancken betreurt dat AA Gent pas sinds januari zijn beste niveau haalt. “Inderdaad, maar het heeft weinig zin daar lang bij stil te staan”, vindt hij. “We kunnen nog kampioen worden van de terugronde en scherprechter zijn in het titeldebat. ( grijnst) Ook al kopen we daar niks mee, het zal toch de bevestiging zijn dat we op de juiste manier reageerden na die fletse heenronde. Toen lieten we het wel afweten. Gelukkig kwam er een ommekeer. We vernederden Club met 4-1, wat betekent dat je stilaan thuishoort aan de top. De puzzelstukjes passen, we zijn de afgelopen maanden uitgegroeid tot een sterk collectief. Weet je, AA Gent heeft het potentieel om een plaats bij de eerste vier te ambiëren. Zonder dat onnodige puntengemors in november hadden we meegestreden voor het kampioenschap.”

Naar de oorzaken van het falen in de eerste competitiehelft moet de Limburger niet lang zoeken. “We kenden een piekmoment tijdens de voorbereiding met die Intertotowedstrijd tegen Valencia. Dat was een galaduel, we voetbalden toen bijzonder sterk”, herinnert hij zich. “Daarna konden we die lijn niet doortrekken. Het eerste competitieduel, tegen Zulte Waregem, hebben we veel te licht opgepakt. We bezondigden ons aan gemakzucht. Er kon ons toch niks gebeuren, we bulkten van het zelfvertrouwen. Die arrogantie werd afgestraft. De daaropvolgende wedstrijden werden gekenmerkt door een pak individuele fouten, wat leidde tot veel puntenverlies. De zwarte maand november zorgde voor een keerpunt. Door de koppen eens bij mekaar te steken, want er was veel gemor bij de supporters en terechte kritiek vanuit het bestuur, werd de ommekeer ingezet. Onze mentale sterkte kwam naar boven, de groepsgeest haalde de bovenhand. We zijn toen ook iets anders gaan voetballen. Meer druk naar voren, op de helft van de tegenstander. Achterin moesten de verdedigers elkaar meer dekking geven en de bal af en toe eens in de tribune durven schieten. Ook werd er gehamerd op meer onderlinge coaching. Dat zorgde voor resultaat : we spelen veel dominanter, zijn efficiënter voor doel en durven offensief combinatievoetbal met veel infiltratiekracht vanuit het middenveld brengen. We kunnen de bal iets langer in de ploeg houden, rustig op balbezit overschakelen als het nodig is.”

Het rendement van sommige jongens steeg sinds de winterstop zienderogen, merkte Vrancken. ” Christophe Grégoire is daar het mooiste voorbeeld van. Hij besefte dat hij niet langer kon aanmodderen. Mentaal maakte hij, net als de ploeg, op een bepaald moment de juiste switch. Christophe is een stilist. Nu staat hard werken voorop. Het doet deugd dat we nu als ploeg op een bepaalde eigenheid kunnen terugvallen. Er bestaat een perfect evenwicht tussen alle facetten van het moderne voetbal : techniek wordt gekoppeld aan werkkracht en veel loopvermogen.”

Winnaarstypes

Samen met Grégoire en Davy De Beule, die stilaan weer zijn oude niveau haalt, fungeert Vrancken in de 4-5-1-veldbezetting van Leekens als pusher. Jongens die druk zetten in de rug van flyer Mbark Boussoufa, die achter diepe spits Dominic Foley in de hoeken de ruimte moet opzoeken. “Er wordt altijd verwezen naar Nicolas Frutos en Salou Ibrahim, maar Dominic is als targetman even goed”, oppert Vrancken. “Hij is de beste spits met wie ik ooit voetbalde : hij kan de bal bijhouden, twee, drie verdedigers aan de praat houden, hij verliest weinig kopduels en is niet egoïstisch ingesteld. Dominic is ook mondig, durft anderen verbaal aan te pakken. Een echte afwerker mag je hem niet noemen.”

De bekeruitschakeling tegen Standard bezorgde AA Gent een zware domper. “De grootste ontgoocheling in mijn loopbaan, ook al speelde ik met Sint-Truiden al eens een bekerfinale.” Boussoufa ontbrak toen. “Het zou flauw zijn dat als excuus in te roepen. Maar hij is iemand die in moeilijke momenten als rustbrenger kan optreden, doordat hij de bal kan bevriezen. Mbark is een matchbeslisser, een speler die je over de moeilijke momenten heen kan helpen. Mbark speelt dit seizoen veel efficiënter. In plaats van nog een dribbel strooit hij nu meteen een voorzet. Ik vind het zalig om met hem samen te spelen. Je moet intuïtief in de ruimte duiken, want je krijgt de bal toch voorgeschoteld. Mbark is een artiest, geen komediant die zich bezig zal houden met schwalbes. Het blijft jammer dat sommige scheidsrechters hem daarvoor aanzien. Dergelijke rasvoetballers moet je beschermen tegen zware tackles en vuile overtredingen. Hopelijk kunnen we hem straks behouden. Ik vermoed wel dat het zal lukken, want hij zit nog niet aan zijn maximum en heeft hier met de trainer een ideale leermeester gevonden.”

FRéDéRIC VANHEULE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content