Projectontwikkelaar Patrick Vanoppen heeft Beerschot meegesleurd in zijn stadiondroom en zijn daarbijhorende val.

Toen Patrick Vanoppen eind 2008 uit het niets opdook, was het opmerkelijkste niet eens dat hij zei in Antwerpen een nieuw voetbalstadion te willen neerpoten zonder overheidssteun. Nog frappanter was dat hij op de website van een van zijn vastgoedbedrijfjes al een simulatie van dat nieuwe stadion online had gezet, bij de sectie ‘in voorbereiding’. Qua megalomanie en voortvarendheid kon dat meteen tellen. De eigenaars van het toenmalige Germinal Beerschot wisten eerst niet goed wat te denken van die vreemde figuur die op z’n eentje voor hun club zo’n tempel wou optrekken. En intussen zwaaiden de stad en de haven met vijftig miljoen euro als Germinal Beerschot en Antwerp, de stadsrivaal in de tweede klasse, samen in een nieuw stadion zouden trekken, iets waar Vanoppen niet van wou weten.

Omdat de vastgoedmakelaar uit Herent over een bevlogenheid beschikt die velen als overredend ervaren, liet Jos Verhaegen, de toenmalige sterke man op het Kiel, zich overtuigen om Vanoppen aan boord te halen. Al vlug bleek echter dat Verhaegen en co zijn realiteitszin hadden overschat. Maar Vanoppen liet zich niet meer aan de kant schuiven. Hij bedacht: als de club niet mee wil met mij, dan word ik de club. Vanoppen begon aandelen te kopen en zich naar de fans toe op te werpen als het alternatief voor Verhaegen. Een effectieve strategie, want de achterban was Verhaegen kotsbeu en een ander alternatief dan Vanoppen diende zich niet aan. Vanoppen vergrootte het draagvlak voor zichzelf nog door het weinig passionele verstandshuwelijk tussen het Germinal Ekeren van Verhaegen en ‘de Ratten’ van Beerschot te ondermijnen; hij streelde de paarse gevoeligheden en buitte zo de nooit verdwenen breuklijnen tussen Germinal en Beerschot uit om zichzelf stevig in het zadel te hijsen. Omdat Verhaegen geen bezieling had gebracht op het Kiel, wilden de fans maar wat graag de praatjes van Vanoppen geloven, en dus liepen ze achter hem aan.

Geldkraan

Vragen over de financiële kant van zijn opmars maakten Vanoppen intussen kregelig. Constant probeerde hij de aandacht weg te houden van dat ene, nochtans cruciale, aspect; dat zijn financiële buffer niet groot genoeg was om op zijn eentje de club te kopen en te runnen. In een poging om zijn stadiondroom na te jagen deed hij het toch en dát is wat hem te verwijten valt. Zijn inzet voor de club was de afgelopen jaren tomeloos en energiek, iets wat als reden wordt aangehaald om veel respect voor hem te tonen. Maar eigenlijk was die inzet ondergeschikt aan de financiële gang van zaken. Verdient iemand respect omdat hij verder wil springen dan zijn portefeuille toelaat?

Het was een kwestie van tijd dat de geldkraan zou opdrogen. Insiders hadden al vlug door dat er geen langetermijnoplossing te verwachten viel van de constante, verdoken zoektocht van Vanoppen naar nieuwe geldschieters om eerdere, nerveus geworden geldschieters terug te betalen. Tot overmaat van ramp gaf Beerschot dan ook nog eens meer uit dan nodig, omdat Vanoppen met de club een slordige en wispelturige levensstijl aan de dag legde, mede ingegeven door zijn eigenwijsheid en zijn lichtzinnige omgang met contracten.

Terwijl de schuldenberg was aangedikt tot bijna 20 miljoen euro, vond Vanoppen de afgelopen maanden geen manieren meer om voldoende geld naar de club te sluizen. Hij wou of kon ook niet langer zelf voor kapitaalinjecties zorgen. In dat laatste aspect zat het verschil met het tijdperk van Verhaegen, toen er op de balans ook meer dan eens een groot schuldentotaal stond, van 13 à 14 miljoen euro.

Bakstenen

Het enthousiasme waarmee Vanoppen op het Kiel ronddartelde, moest doorgaan voor clubliefde, maar kon nauwelijks verhullen dat zijn stadiondroom allesoverheersend was. “Ik ben verliefd op bakstenen en op voetbal”, zei hij op zijn eerste persconferentie. De volgorde van zijn woorden sprak toen al boekdelen. Hij moest en zou een stadion zetten, enkel voor Beerschot, en hij zou dat alleen doen, om er geld aan te verdienen of uit profileringsdrang. Maar de overheid hield zijn plan met relatief gemak tegen. De pogingen van Vanoppen om met bruut verbaal geweld de politici in een hoek te drijven, brachten hem nergens. Zijn weigering om mee te gaan in het plan van de stad bracht ook Antwerpen nergens.

Gaandeweg kregen enkele echte Beerschotters in de gaten dat Vanoppen met zijn hyperkinetisch en impulsief gedoe de club om zeep aan het helpen was. Maar Antwerpen is een megalomane stad, en dus bleef een groot deel van de aanhang lang applaudisseren voor de gekke ideeën waarmee de flamboyante Vanoppen voor animatie in de marge zorgde, zoals een nieuw stadion in aluminium, omdat dat element op plaats dertien staat in de tabel van Mendelejev en dertien het stamnummer is van het oude Beerschot.

Spektakel

Natuurlijk zijn er figuren naast Vanoppen die mee het graf van Beerschot gedolven hebben; de aasgieren bijvoorbeeld die gretig misbruik maakten van de naïviteit waarmee de vastgoedmakelaar zich in de voetbalwereld stortte. Maar uiteindelijk bepaalde Vanoppen zelf wat hij deed en naar wie hij luisterde. En natuurlijk had hij weleens tegenslag, maar zoals je geluk kunt afdwingen, kun je ook tegenslagen in de hand werken.

Over de fans van Beerschot is altijd gezegd dat ze vooral spektakel willen, dat ze meer appreciatie hebben voor een nederlaag waarbij hun ploeg frivool gespeeld heeft dan voor een saaie zege. Inmiddels kan besloten worden dat de doortocht van Vanoppen in dat plaatje past. Hij heeft niet het minste resultaat geboekt en de club zelfs de afgrond in gestort. Maar spektakel, dat was er.

DOOR KRISTOF DE RYCK – TEKENING: CHAREL CAMBRE

Verdient iemand respect omdat hij verder wil springen dan zijn portefeuille toelaat?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content