Dave Bruylandts (28) werd geflikt. Daar blijf hij tenminste zelf bij. ‘Ik heb anderen al gewaarschuwd : als je niet tegen de lamp wil lopen, ga dan niet meer naar die voedingsadviseur.’

De beste Belgische renner van het seizoensbegin was hij, met onder meer een derde plaats in de Ronde van Vlaanderen. Maar toen begon de ellende voor Dave Bruylandts. Eerst kwam hij ten val op training en mocht hij een kruis maken over het voorjaar nog voor zijn klassiekers – de Amstel Gold Race en Luik-Bastenaken-Luik – eraan kwamen. Nog slechter nieuws kreeg de Itegemnaar in augustus : voor een positieve epo-plas die hij vier maanden eerder afleverde bij een out of competition controle, schorste de Belgische wielerbond hem voor achttien maanden.

Was die straf zwaarder dan je verwachtte ?

Dave Bruylandts : “Ja. Ik had gerekend op een jaar en vooral dat de schorsing onmiddellijk zou ingaan : dan had ik volgend jaar in augustus al opnieuw gekoerst. Ik vind het onbegrijpelijk dat de effectieve schorsing pas begon te lopen vanaf 1 oktober. Voor anderen geldt dat onmiddellijk bij de uitspraak van de strafmaat. Je moet toch iedereen op gelijke voet behandelen, of niet ? In wezen kreeg ik twintig maanden aan mijn been in plaats van achttien. Broodroof noem ik dat. Een beroepschauffeur die een snelheidsovertreding begaat, iemand die zowel zichzelf als anderen in gevaar brengt, verliest zijn rijbewijs voor maximum twee weken.”

Door zware sancties te vorderen, worden dopinggebruikers wel buitenspel gezet en potentiële bedriegers afgeschrikt.

“Je zal altijd renners vinden die door de mazen van het net glippen.”

Je vindt de straffen voor dopingzondaars te zwaar ?

“Voor sommigen wel, voor anderen niet, want die worden gewoon vrijgesproken. Er wordt met twee maten en twee gewichten gemeten en dat is moeilijk te aanvaarden. Simoni testte tweemaal positief op cocaïne. Christophe Brandt ? Ook twee keer, zwart op wit. Bij een alcoholtest zeggen ze evenmin : ‘jij hebt bier gedronken, ga maar verder ; jij whisky, stoppen.’ Zo werkt het niet. De zaak- Meirhaeghe kwam twee maanden na die van mij voor, maar zijn straf gaat al in twee wéken na die van mij, en hij mag vóór mij opnieuw beginnen te fietsen. Onlogisch vind ik dat, het ging dan nog om hetzelfde geval.”

Waarom blijf jij halsstarrig beweren dat je geflikt werd ?

“Omdat het zo is.”

Door een voedingsadviseur, die je bezocht op aanraden van ploegleider Johan Capiot ?

“Dat klopt. Ik kende die voedingsadviseur totaal niet voor ik bij Chocolade Jacques terechtkwam. Die man investeerde geld in de ploeg, dat weet ik wel. Mocht ik zijn gerechtelijk verleden gekend hebben, dan zou ik er nooit aan gedacht hebben om met hem samen te werken. Hij heeft al een en ander op zijn kerfstok en er hangen meerdere processen boven zijn hoofd in verband met handel in verboden producten. Dat zegt al genoeg, vind ik. Ik vertrouwde de ploegleiding, want je gaat toch nooit denken dat een sponsor van je eigen ploeg je in de zak zal zetten. De reactie van Capiot is dan ook bijzonder hypocriet. Eerst beweert hij : ‘wij steunen de renner’, om vervolgens te gaan verkondigen : ‘hij verzint maar wat’.”

Waarom span jij dan geen proces aan tegen die voedingsadviseur ?

“Omdat ik er me niet beter bij zal voelen, er ook niets bij te winnen heb, me misschien nog eerder bedreigd zal voelen… Ik weet het niet.”

Duidt jouw zaak erop dat er nog altijd georganiseerd dopingbeleid bestaat vanuit de ploeg ?

“Ik weet het niet. Bij andere ploegen maakte ik zoiets nooit mee.”

Je was allicht niet de enige die zich liet ‘adviseren’ door die voedingsspecialist ?

“Ik heb er nooit renners ontmoet, maar ik veronderstel dat ik niet de enige was. De jongens van wie ik vermoedde dat ze zich misschien door die man lieten bijstaan, heb ik gewaarschuwd dat ze daar beter mee zouden stoppen als ze niet tegen de lamp wilden lopen.”

Om welke renners gaat het ?

“Dat vertel ik niet. Nee, ik weet wel dat ik hen daarmee niet direct van dopinggebruik beschuldig, maar namen noemen, ga ik toch niet doen.”

Is het niet vreemd dat jij, die heel veel leest over voeding en trainingsmethoden, je laat flikken door iemand die je niet kent ?

“Ik heb die producten nooit laten analyseren. Als je in een restaurant gaat eten, weet je ook niet met zekerheid wat er op je bord komt. Eiwitsupplementen en recuperatiedranken staan op het menu van elke prof – wielrennen is een zware sport, je levert topprestaties en hebt bijgevolg een topbegeleiding nodig. Ook die ene keer werd me verteld dat het om een middel ging dat je toestaat sneller te recupereren. Dat het werd ingespoten, vond ik helemaal niet vreemd. Vitamine B12, ijzer, aminozuren, verscheidene homeopathische middelen en zelfs suikers wanneer de behoefte heel groot is, krijg je ook via een inspuiting. Die man verzekerde me dat het niet om een verboden product ging. Voortaan vertrouw ik niemand meer.”

Begrijp je dat er mensen zijn die je verhaal niet geloven ?

“Iedereen gelooft wat hij of zij wil. Kijk, je ziet zelf hoe groot het venster is ( wijst naar het, inderdaad grote, raam van de woonkamer). Als ik opmerk dat Marc Vandevyvere, UCI-dopingcontroleur en een bekend gezicht in het milieu, zijn auto voor het huis parkeert, dan weet ik ook dat die niet komt om een tas koffie te drinken. Mocht ik dan met iets bezig zijn dat niet door de beugel kon, dan ging ik toch door de achterdeur buiten, zeker. Wanneer je weet dat je een risico loopt, onderga je geen controle als het niet echt moet.”

Filip Meirhaeghe bekende het epo-gebruik, David Millar ook. Anderen blijven ontkennen ?

Meirhaeghe en Millar bekenden omdat ze gebruikten. Ze spraken de waarheid en dat doe ik ook. ( Verheft zijn stem) Nogmaals : toen Vandevyvere hier aankwam… Dat is net hetzelfde als bewust met een snelheid van 120 kilometer per uur voorbij een flitspaal rijden op een plaats waar je 70 mag. Dat doet toch niemand ! Ik was me van geen kwaad bewust toen Vandevyvere aanbelde.”

Je zou het net als Meirhaeghe toegeven in het geval je wél bewust epo zou gebruikt hebben ?

(Affirmatief) Absoluut.”

Wat moeten we geloven van de verhalen van Philippe Gaumont, die blijft volhouden dat hij het slachtoffer werd van gestructureerde doping in de wielersport ?

“Iedereen kent Gaumont wel ondertussen, een speciaal manneke. Hij werd betrapt en loopt gefrustreerd rond, met als gevolg dat hij nu afgeeft op de sport waarmee hij zijn geld verdiende. Hij maakt andere renners zwart, jongens die volledig onschuldig zijn.”

Ook Jesús Manzano deed een boekje open over grootschalig dopinggebruik bij Kelme. Wat doen we daar dan mee ?

“Ik beweer niet dat zijn verhalen compleet uit de lucht gegrepen zijn, want ik ken de situatie bij Kelme niet, maar ik stel me er toch vragen bij. Ik kan me nauwelijks inbeelden dat het er zó erg aan toe zou gaan binnen een ploeg.”

Tyler Hamilton, een geval van bloeddoping, zorgde voor een primeur door als eerste positief te testen op basis van een bloedmonster. Ook hij ontkent.

“Het zou altijd kunnen dat hij gelijk heeft en zijn bloed een speciale samenstelling heeft, op dit moment geniet hij het voordeel van de twijfel. Klopt zijn uitleg niet, dan kan het nooit om een geïsoleerd geval gaan. Hij kan onmogelijk bloed van iemand anders in zijn sportzak meezeulen, hé. Op eigen initiatief kan hij nooit overgegaan zijn tot bloeddoping, dat bestaat niet. Ofwel gaat zijn ploeg niet vrijuit, ofwel heeft hij echt speciaal bloed. Ik ben geen hematoloog.”

Jo Planckaert ging hevig tekeer nadat hij twee jaar schorsing kreeg in de zaak-Landuyt. “Ik had beter alles genomen en zo de Ronde van Vlaanderen en Milaan-Sanremo gewonnen.” Hoe moeten we zo’n uitspraak interpreteren ?

“Bij dopingcontroles testte hij altijd negatief, meer kan ik daar niet over zeggen. Alleen : sinds hij Versele en Landuyt kende, reed hij niet beter dan de jaren voordien, integendeel zelfs.”

De renners die toegaven epo te hebben gebruikt, behaalden daarom dus niet altijd uitzonderlijke resultaten. Moeten we daaruit concluderen dat het niet zó’n groot verschil uitmaakt, of dat iedereen dezelfde methodes toepast ?

“Bij mezelf kon ik, nadat ik – ik herhaal : onbewust – epo toegediend kreeg, alvast geen verschil merken. Het zit vooral in het kopke, denk ik.”

Volgens dokter Chris Goossens was het dopinggebruik nog nooit zo erg als nu.

“Frustraties, net als bij Gaumont. Hij werd overal aan de kant gezet in het wielrennen, ze noemden hem dokter holiday. Aan zijn beweringen hecht ik geen enkel geloof.”

Gezien de vele positieve gevallen kan je toch niet ontkennen dat doping een probleem blijft in de wielersport ?

“Nee, maar niet alléén in het wielrennen. In alle sporten, maar bij ons wordt er veel meer gecontroleerd. Ik vind het echter geen goede zaak dat nu ook het strafrecht zich ermee bemoeit. Een sporter die doping neemt, berokkent immers geen schade aan anderen.”

Doping staat wel synoniem voor concurrentievervalsing. Hoe sta je daar tegenover ?

“Degene die het meeste doping neemt, zal niet het snelst fietsen. Daar ben ik van overtuigd. Er bestaat ook een onderscheid in talent en training. Volgens mij haalt de renner die het meest traint en het hardst kan afzien het hoogste rendement.”

De druk op de renners wordt altijd maar groter, en dat lijkt het gebruik van stimulerende middelen in de hand te werken. Hoe zie jij dat ?

“Daar kan ik moeilijk over oordelen. Het is een weerspiegeling van de maatschappij. Overal zoekt men manieren om de competitiestrijd in zijn voordeel te beslechten. Ook studenten en politici doen soms een beroep op stimulerende middelen. En Julien Vrebos vertelde me dat acteurs op een filmset ook geregeld stoned rondlopen om zich beter in hun rol in te leven. Doping zullen ze er nooit uitkrijgen, want er valt geld mee te verdienen. Ze zullen altijd blijven zoeken naar nieuwe methodes.”

Stellen gedopeerde renners zich dan niet de vraag of ze hun gezondheid geen schade toebrengen ?

“Zou het echt de gezondheid schaden ? Bepaalde producten misschien wel, maar er staan er evenveel op de lijst waarvoor dat niet geldt, die zelfs zieken genézen. Epo verdikt het bloed, maar de gezondheidscontroles waken daarover. Zolang je hematocrietwaarde niet boven de 50 zit – of zelfs wat meer, want sommige mensen hebben van nature een hoge hematocrietwaarde – is je bloed niet te dik. Ik las in een krant dat epo al 25 jaar gebruikt wordt in de medische wereld en dat er ook op lange termijn nog altijd geen nadelige gevolgen bestaan.”

Even terug naar jou. Je bent zo’n vijf, zes kilo bijgekomen.

“Een renner moet messcherp staan om te koersen op topniveau, omdat elke kilo er één te veel is, maar een ‘normaal mens’ moet niet met drie of vier procent vet door het leven gaan. Ik zit nu op mijn normale gewicht. Het valt wél op omdat je altijd een ventje van Biafra lijkt en er momenteel – dat zeggen de meeste mensen toch – gezonder uitziet.”

Om weer zo scherp te staan, moet je toch iets doen ? Wat ?

“Geen uitzonderlijke dingen, hoor, ik toch niet. Mocht je weten wat ik de laatste weken en maanden al op mijn bord kreeg, dan zou je verwachten dat ik honderd kilo zou wegen. Niet op mijn voeding letten, mag uiteraard geen gewoonte worden, want ik wil opnieuw aan de top komen.”

Geloof je daar in na zo’n lange periode van inactiviteit ?

“Gemakkelijk zal het niet worden. Het niveau dat ik in april haalde, zal ik niet onmiddellijk weer bereiken. Maar op een half jaar moet het wel lukken, zeker als ik een grote ronde kan rijden. Ik zal nog geen dertig zijn, heb nog minstens vijf, zes jaren voor mij. En mentaal zal ik heel fris voor de dag komen, want ik wil een en ander rechtzetten.”

De smet blijft. Vrees je niet dat de mensen je altijd zullen bestempelen als een dopingzondaar ?

“Mijn tegenstanders zullen dat ongetwijfeld doen – maar tegenstanders had ik nu ook al – anderen niet. Virenque werd ook geschorst, maar hij bleef wel de populairste renner in Frankrijk.”

Bestaat het risico niet dat ploegen je niet meer willen inlijven ?

“Daar ben ik niet bang voor. Hoeveel Belgen behaalden dit seizoen een topdrie-plaats in een wereldbekerwedstrijd ? Twee, Leif Hoste en ik. Hoeveel Belgen wonnen de voorbije vijf jaar een koers met aankomst boven op een col ? Buiten mezelf ken ik er geen enkele. Ik heb met andere woorden voldoende kwaliteiten om sterk te presteren. Bovendien zal ik mijn straf uitgezeten hebben.”

UCI-voorzitter Hein Verbruggen wil dat ProTourploegen geen renner meer in dienst nemen die ooit betrapt werd op doping.

“Dan zullen de Pro-Tourploegen serieus moeten vissen. Ullrich moet dan al niet meer rekenen op een plaatsje, en zo kan ik direct nog twintig renners opsommen. Goede renners !”

Waarmee ga je je het komende anderhalf jaar bezighouden ?

“Tot half september bleef ik veel trainen. Nu het seizoen afgelopen is en ook de andere profs er de riem aflegden, houd ik het zelf ook rustig. Bovendien moet ik nog een kleine ingreep ondergaan aan de elleboog waaraan ik na mijn val begin april geopereerd werd. Daarnaast hou ik me bezig met onze bouw, volgend jaar in juni hopen we te verhuizen. Om in orde te blijven met de sociale zekerheid en dergelijke, ga ik stempelen. Maar ik ben nog niet opgeroepen door de RVA, een kwakkel die hier en daar al te lezen stond. Werken zal ik na mijn carrière nog kunnen doen, nu wil ik mij er op toeleggen om weer een goed renner te worden.”

Hoe moeilijk valt het je mentaal om te trainen zonder echt doel voor ogen ?

“Ik ondervind daar geen hinder van, want ik fiets graag. Mijn leven stond altijd al in het teken van de koers en dus ook van de trainingen.”

Je sprak daarstraks van broodroof. Op hoeveel raam je het financiële verlies ?

“( Denkt na) Een half miljoen euro. Ik zal in de toekomst dus extra voorzichtig zijn. Ik wás het al, maar de mensen met wie ik samenwerkte blijkbaar niet…”

door Roel Van den broeck

‘Het financiële verlies raam ik op zo’n half miljoen euro.’

‘Wanneer je weet dat je een risico loopt, onderga je geen controle als het niet echt moet.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content