De regenboog blinkt weer

© BELGAIMAGE

2 november 2020: na een 8 op 33 staat Zulte Waregem op twee na laatste in de Jupiler Pro League. Het klassement sindsdien: met 35 op 57 prijkt Essevee als… twééde, na het onaantastbare Club Brugge. Hoe over het Regenboogstadion de zon de laatste maanden doorheen de donkere regenwolken brak: een analyse.

21 februari 2021. Zulte Waregem heeft net gewonnen van Standard (3-2), na twee keer een achterstand te hebben goedgemaakt. Een deugddoende zege die de spelers – zoals coach Francky Dury heeft afgesproken met een delegatie fans – in de sfeertribune achter het doel vieren, weliswaar met ‘fictieve’ supporters. Het enthousiasme is er niet minder om. Zoals de traditie het voorschrijft, klimmen kapitein Damien Marcq en Gianni Bruno op het verhoogje en zingen ze hun ploegmaats toe. ‘ Forza S-V!‘ Voor hen: een spandoek met een opdracht van de aanhang: ‘ One week to go. Fight to win. ‘ De week erna kruist Zulte Waregem immers de degens met aartsrivaal KV Kortrijk en moet er éíndelijk nog eens gewonnen worden. Wat Essevee, na acht derby’s zonder zege, in het Guldensporenstadion effectief ook doet (1-2). Weer tot groot jolijt van de spelers die al dansend en zingend een spandoek van de South Lane Crew-sfeergroep ontvouwen: ‘ You may not see us, but we’re always here!

De verfrissende aanpak van De fauw en Simons wordt binnen de spelersgroep zeer gesmaakt.

Ondersteunende boodschappen die in schril contrast staan met zes maanden ervoor, tijdens de derde speeldag, thuis tegen Waasland-Beveren. Na een desastreus einde van het vorige seizoen – met slechts één zege na Nieuwjaar en een 7-0 blamage op Anderlecht – heeft Zulte Waregem ook in de eerste twee competitiematchen van 2020/21, tegen KRC Genk (1-2) en op Beerschot (3-1), geen punt geraapt. Waarop fans in de lege sfeertribune de situatie aanklagen met spandoeken en ‘ To do‘-boodschappen aan spelers, trainers en bestuur: ‘Meer grinta!’, ‘Structurele hervormingen!’, ‘Derby’s winnen!’ ‘Gerichte transfers!’, ‘Breng ons DNA terug!’, ‘Vijf voor twaalf? Vijf na twaalf!’

Die wedstrijd zal de fusieclub nog winnen, tegen een flauw Waasland-Beveren (4-1), maar het dieptepunt moet dan nog volgen: de 0-6 tegen Club Brugge op de zesde speeldag, de zwaarste thuisnederlaag in de clubgeschiedenis. Tijdens de match, na de vroege owngoal van Olivier Deschacht, ontrollen de Esseveefans opnieuw dezelfde spandoeken in de sfeertribune – begin september is er immers een beperkt aantal toeschouwers toegelaten. Er klinkt zelfs een schampere ‘olé’ wanneer een éígen speler een pass geeft die wél aankomt. Het begin van een ‘opstand’, want na de historische pandoering schrijft de South Lane Crew een open brief om het gebrek aan mentaliteit aan te klagen. In een gesprek met spelers, trainers en bestuur leggen ze hen ook een ultimatum op. Ze krijgen vier wedstrijden de tijd, niet toevallig tot de thuisderby tegen KV Kortrijk, om weer een hecht team te vormen. ‘Merken we tot dan geen progressie, dan zien we ons genoodzaakt om een andere aanpak aan te wenden.’

Die progressie volgt, de week erna, met een verdiend 2-2-gelijkspel op Standard. En zelfs tijdens de daaropvolgende nederlagen tegen OH Leuven (2-1) en Antwerp (1-3) is het spel en de mentaliteit beter. Op KV Oostende lijdt Essevee echter opnieuw een ontluisterende nederlaag, met drie tegengoals in vijf minuten (3-0). De daaropvolgende ‘Match van het Jaar’, thuis tegen KVK, lijkt die van de wederopstanding te worden, maar Zulte Waregem moet in de 97e minuut een 1-0-voorsprong uit handen geven na een discutabele handsbal en penalty.

Tussenbalans na die elf speeldagen: 8 op 33. Crisis aan de Gaverbeek. Tot de week erna, op Cercle Brugge: een overtuigende 1-3-winst. Het begin van een rollercoasterrit: naar boven – 22 op 30, waaronder vier zeges op rij – even weer naar beneden – drie opeenvolgende nederlagen – en opnieuw fluks omhoog, met een 13 op 15. Het ontlokt coach Francky Dury na de derbyzege tegen KVK zelfs een ‘ Let’s fly!’-statement, misschien is zelfs play-off 1 nog mogelijk. Club Brugge knipt die vleugels echter meteen wat korter, duidelijk een maatje te groot op de jongste speeldag (3-0).

Nog voor Pasen niettemin een opmerkelijke verrijzenis van Zulte Waregem: van de zestiende naar de nu achtste plaats. Met nog altijd slechts drie punten onder de vierde play-off 1-stek, bekleed door Anderlecht, zondag de eerstvolgende tegenstander. En dus is de vraag: wat is de verklaring voor die wederopstanding? Een toelichting samengevat door drie belangrijke wijzigingen.

De rol van Dury

Een opmerkelijk beeld was het, coach Francky Dury die na de eerste broodnodige zege van het seizoen, die op de derde speeldag tegen Waasland-Beveren – met de ‘ To do‘-spandoeken in de tribune – naar de parking stapt, zijn tas in de auto zet en vervolgens in zijn eentje gaat uitwaaien op de looppiste rond de oefenvelden recht tegenover het Regenboogstadion. De stress even losgooien.

Die wordt daarna, met de 0-6 tegen Club Brugge en de 8 op 33, echter alsmaar groter. Ook omdat begin september de druk vanuit het bestuur opgevoerd wordt. Niet in de pers – een ontslag is door zijn contract tot 2024 sowieso geen optie – de T1 vermanend over zijn eigengereide aanpak, onder meer qua tactiek en spelsysteem. Zeker omdat het bestuur kort na het vorige seizoen al heeft proberen in te grijpen, met het aanstellen van twee nieuwe, jonge assistenten: Davy De fauw en Timmy Simons. Tégen de zin van Dury, die dat toen openlijk liet blijken. Hij wilde naar eigen zeggen slechts één assistent wisselen, maar moest zich neerleggen bij het zogenaamde ‘Essevee 2.0’-project.

Schoorvoetend gaat hij er bij de start van het nieuwe seizoen dan ook in mee, door op het laatste moment een op training voorbereide tactiek om te gooien, leidend tot de interne ergernis. Tijdens de crisisperiode keert Dury echter langzaam zijn kar. Hoewel hij in interviews positivisme predikt – ‘Ik heb al vaak uitstekende mayonaise gemaakt nadat er eerst enkele pogingen vreselijk waren mislukt’, klinkt het na de 3-0-nederlaag op KV Oostende – geeft hij binnenkamers een aangeslagen, vermoeide indruk. Duidelijk ook te zien tijdens zijn gelaten coaching op het veld.

Om nog het juiste hout te vinden om pijlen van te maken, geeft Dury zo meer en meer de sleutels in handen van De fauw en Simons. Die kunnen qua trainingsopbouw, tactische aanpak, een positievere benadering van spelers zo een steeds grotere stempel drukken. Met goedkeuring van de T1, die rigiditeit inwisselt voor flexibiliteit en betere communicatie met zijn nieuwe assistenten, ook al blijft hij het laatste woord houden.

De verfrissende aanpak van De fauw en Simons, ook tijdens de coronaquarantaine van Dury begin dit jaar, wordt binnen de spelersgroep zeer gesmaakt. Als duo dat maniakaal bezig is met de matchvoorbereiding, soms tot laat op de avond overleggend via WhatsApp. Bovendien complementair: De fauw, die meer als leidersfiguur voor de groep optreedt – hij was niet toevallig zowat zijn hele spelerscarrière een uitstekende kapitein. Simons, die vooral individueel met spelers spreekt, hen op minpunten wijst én oplossingen aanreikt. Het leidt, uiteraard mede door de betere resultaten, tot een nieuwe, positieve flow binnen de groep. Waarbij ook op Dury’s gezicht een steeds bredere glimlach te zien is. Uitwaaien op de oefenvelden is niet meer nodig.

Francky Dury hield in het begin van het seizoen vast aan zijn klassiek 4-2-3-1-systeem en dat brak hem zuur op.
Francky Dury hield in het begin van het seizoen vast aan zijn klassiek 4-2-3-1-systeem en dat brak hem zuur op.© BELGAIMAGE

Het spelsysteem

De grotere rol voor De fauw en Simons gaat tegelijkertijd gepaard met een cruciale tactische wijziging, wanneer Zulte Waregem op de twaalfde speeldag, op Cercle, met een 3-5-2 uitpakt. Een systeem dat al in de voorbereiding, met wisselend succes, was uitgeprobeerd, maar dat Dury in de eerste elf matchen weer in een doos had gestoken. Vasthoudend aan zijn klassiek 4-2-3-1-systeem met een centraal vierkant en hoog spelende backs. De verdediging wordt zo een automatische deur die amper nog dichtgaat, vooral in de omschakeling de poort openzettend in de rug van de niet meer bliksemsnelle Olivier Deschacht en Laurens De Bock. Bovendien niet geholpen door de wisselvallig doelman Eike Bansen, die Sammy Bossut aanvankelijk vervangt na diens opgelopen schedelbreuk in de voorbereiding. Gevolg: liefst 25 tegengoals in 11 matchen (2,27 per duel), op dat moment de op één na slechtste verdediging van eerste klasse.

Een gebrek aan leiderschap, aan spelers die op tafel kloppen, is een van de pijnpunten in het slechte seizoensbegin.

Tot de ‘Grote Ommekeer’ op Cercle dus, waar Zulte Waregem meer zekerheid inbouwt. Met drie centrale verdedigers, waardoor Deschacht, als leider van de defensie, met zijn sterk positiespel beter rendeert. Opvallend: sindsdien ook met Cameron Humphreys rechts naast zich. De voormalige Manchester Cityspeler die Dury vorig seizoen nochtans al had afgeschreven, maar die in dat nieuwe systeem helemaal open bloeit.

Resultaat: slechts negen tegendoelpunten in de acht volgende matchen, goed voor een 15 op 24. Na Nieuwjaar grijpt Dury, mede door blessures bij spitsen Tomás Chory en Jelle Vossen, echter terug naar zijn 4-2-3-1-systeem. Maar wanneer Essevee na twee zeges tegen bodemploegen Mouscron en Waasland-Beveren drie keer de boot ingaat (tegen OHL, Beerschot en KRC Genk) met telkens drie tegendoelpunten, zetten De fauw en Simons – tijdens Dury’s coronaquarantaine – opnieuw een 3-5-2 neer tegen KV Oostende. En wéér met rendement: amper zes tegentreffers in vijf partijen, resulterend in een 13 op 15. Mede omdat Damien Marcq na Nieuwjaar, naast Ibrahima Seck, weer de rots branding wordt die hij ooit bij Charleroi was, als buffer voor de verdediging.

Die defensie kan Club Brugge wel ontmantelen (3-0), in een match waarin ook de aanval van Zulte Waregem sputtert, voor het eerst in zes duels met in totaal twaalf eigen goals. Daarin zette Gianni Bruno een clubrecord neer door telkens te scoren. Niet toevallig in een tweespitsensysteem, waarin de Waal zich beduidend beter thuisvoelt dan op de rechterflank: elf van zijn veertien veldgoals trapte Bruno zo tegen de netten – naast drie penalty’s.

In een duo (vanaf de match op Cercle) met aanvankelijk Thomás Chory, de zeer nuttige, boomlange targetspits die Essevee begin oktober huurde. Of wanneer de Tsjech eind december geblesseerd uitvalt, met Jelle Vossen, die ondanks zijn beperkte productie (vijf goals) wel veel nuttig werk opknapt en beter rendeert dan toen Dury hem begin dit seizoen zelfs even op linkerflank uitspeelde – toen om plaats te maken voor de nukkige Saido Berahino. Vanaf februari extra gesteund door Jean-Luc Dompé, de voorheen niet altijd even vlijtige Fransman die eindelijk een basisstek veroverde en intussen vijf goals en vijf assists op zijn conto heeft. En door Omar Govea die centraal op het middenveld ook steeds meer zijn draai vindt, als foerier voor de spitsen.

Ondanks de slechts twaalf doelpunten in de eerste elf seizoenswedstrijden maakte Essevee zo intussen al 46 goals, als op vier na best scorende ploeg. Nochtans zit Zulte Waregem onder het gemiddelde qua totaalaantal doelpogingen, maar die werkt het heel efficiënt af, als vierde en tweede in de ranking van goals per schot en per schot binnen het kader.

Efficiëntie in de aanval + een veel solidere defensie + doelman Louis Bostyn, die zich heeft opgeworpen als een puntenpakker + amper blessures en geen coronabesmettingen (dankzij het uitstekende werk van fysiektrainer Bram De Winne). Ziedaar het voetbalrecept van Essevees wederopstanding.

Operatie Ventoux

Een verrassende keuze, die voor de nieuwe kapitein begin dit seizoen: niet ouderdomsdeken Olivier Deschacht, maar de toen 19-jarige Ewoud Pletinckx. Als boegbeeld van de eigen jeugdopleiding, als mondige, verstandige kerel en leidersfiguur geen onlogische beslissing. De kapiteinsband blijkt voor de Oost-Vlaming echter geen geluksbrenger: hij gaat mee ten onder in de eerste zes wedstrijden, valt dan geblesseerd uit en kan erna Cameron Humphreys niet meer uit de basiself duwen.

Los van Pletinckx is een gebrek aan leiderschap, aan spelers die op tafel kloppen, een van de pijnpunten in het slechte seizoensbegin, zo wordt in verschillende interviews aangekaart. Dat verandert wanneer Damien Marcq, die na een blessure in de voorbereiding in de eerste zes wedstrijden op de bank bleef, als kapitein overneemt op KV Oostende. Essevee verliest aan de kust met 3-0, waarna de 32-jarige Fransman wél opstaat. In een kleedkamergesprek tussen de spelers wordt de correcte conclusie getrokken: iedereen moet een tandje bijzetten, mag niet meer het hoofd laten hangen na een tegendoelpunt. Bossut, Bostyn, De Bock, Deschacht, Pletinckx en Vossen spreken zelfs af dat ze de Mont Ventoux zullen beklimmen, als Zulte Waregem zich redt (en als de coronamaatregelen dat zouden toelaten).

Een vaccin met knokkersmentaliteit wordt zo in de ploeg geïnjecteerd. Voor Nieuwjaar met een extra inenting door twee cruciale fases die belangrijke zeges opleveren: de gepakte penalty van Louis Bostyn thuis tegen Cercle, bij een 1-0-stand, in de 89e minuut. En de winning goal van uitgerekend Olivier Deschacht op Eupen, in de 84e minuut, waar Essevee een 2-0-achterstand ombuigt.

Zelfs wanneer Zulte Waregem na de winterstop drie keer op rij verliest, blijft de vechtlust aanwezig: op KRC Genk komt het na een vroege 3-0 nog terug tot 3-2, en in de vijf volgende matchen (met een 13 op 15) haalt het viermaal een achterstand op, resulterend in drie zeges (KV Oostende, Standard, KV Kortrijk) en één gelijkspel (Charleroi).

‘Meer grinta’ hadden de fans in het begin van het seizoen geëist met hun spandoeken. En dat hebben ze gekregen. De regenboog aan de Gaverbeek blinkt weer.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content