Ruim twintig jaar nadat SSC Napoli dankzij Maradona voor het laatst de titel pakte (in 1990), doet voorzitter en filmmagnaat Aurelio De Laurentiis het verleden herleven.

Sinds vorig seizoen duikt weer eens de vraag op: kan Napoli kampioen worden? Als we naar het niveau van de Italiaanse competitie kijken, waar niet langer één team ver boven de andere uitsteekt zoals ooit Juventus, Milan of Inter, spreekt het antwoord voor zich: ja. Si!

Napoli eindigde vorig seizoen op de derde plaats, achter de twee Milanese teams, maar heeft een troefkaart achter de hand. Als het erin slaagt om 22 jaar na de glorietijd van Diego Maradona de titel te pakken, zal dat niet louter toevallig zijn …

Er wordt vaak over projecten gesproken en als er in Italië een project bestaat, dan is het wel dat van Aurelio De Laurentiis. Op 6 september 2004 stelde hij zijn project voor: hij nam het failliete en naar derde klasse gezakte Napoli over. Hij volgde zijn plan met minstens twee jaar voorsprong op: in 2007 keerde hij terug in de Serie A terwijl hij dat ten vroegste tegen 2009 had voorzien. Als rasechte Napolitaan leidt De Laurentiis zijn club zoals zijn zaken: “Ik werk eraan om 200 ondernemers uit Napoli en Campanië te doen meewerken, zodat de club na twintig jaar treurnis eindelijk weer zijn smoking zou mogen aantrekken.”

De Laurentiis voelt zich evenzeer op zijn gemak wanneer hij op vrijdag 25 februari 2011 Manuale d’amore 3 voorstelt, een film met Monica Bellucci en Robert De Niro, als wanneer hij tijdens een Hollywoodiaanse show zijn ploeg presenteert. De kernspelers komen aan per boot, de nieuwkomers in een helikopter. De zakenman neemt afstand van de criteria die in Italië gelden. De kenmerken van de man die Napoli Soccer – de maatschappij die de club heeft overgenomen – boven de doopvont hield, zijn Amerikaans.

In dat opzicht beleefde de baas van Napoli op 23 oktober 2010 een grote dag: toen ontving hij de prestigieuze United States-Italy Friendship Award. Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan een vooraanstaande figuur uit de politiek, de cultuur, de showwereld, de financiële wereld of de sport die zich heeft ingezet om de vriendschapsbanden tussen de Verenigde Staten en Italië te versterken. Bovendien ontving hij de prijs op een gala in Washington in aanwezigheid van Barack Obama en 3000 genodigden, onder wie acteur Danny DeVito die hij zowaar ” Forza Napoli!” deed roepen.

De Laurentiis gaat voluit en deinst er niet voor terug kritiek te spuien op de bewindslieden van de bond: “Ik heb voorzitter Giancarlo Abete gezegd dat hij aan tafel moet gaan zitten om de middeleeuwse reglementen in ons voetbal te herzien.” Hij neemt zijn collega’s op de korrel: ” Silvio Berlusconi is een showman die de titel koopt.” En de politici spaart hij evenmin: “Het probleem is dat wij worden tegengehouden door de bureaucratie.”

Niemand weet hoelang hij iedereen zal kunnen blijven afkraken. Na zijn kritiek op de minister van Cultuur, die de site van Pompeji ronduit links liet liggen, menen sommigen zelfs dat hij in de politiek zal stappen. Hij ontkent in alle toonaarden: “Ik wil verder werken als bedrijfsleider. Mijn partij is de partij van de actie, punt. Italië interesseert mij niet, Napels en Campanië interesseren mij. Zelfs in het buitenland trek ik altijd met Napolitanen op. Ik wil één been in Campanië houden en het andere in de groeilanden zoals China en India. Ik heb het voetbal, de film en mijn internationale belangen. Ik kan dus niet aan politiek doen.”

Succesvolle marketing

SSC Napoli is een speciale club: of het nu goed of slecht gaat, het publiek is er. Met gemiddeld 46.000 toeschouwers (het San Paolostadion telt 60.000 zitjes) stond de club vorig seizoen tweede achter Inter wat betreft het aantal verkochte tickets! Dat baart veel opzien in Italië, waar bepaalde politieke stromingen rondbazuinen dat Napolitanen niet werken en dat zij daardoor de tijd hebben om naar het stadion te gaan.

De cijfers zeggen genoeg: in het eerste jaar van het tijdperk De Laurentiis ontving Napoli in de Serie C in totaal 1,1 miljoen bezoekers, terwijl Juventus in de Serie A er slechts 650.000 telde. Dat betekent dat de passie van de Napolitaan niets te maken heeft met de afdeling waarin zijn club speelt. Zijn ploeg vormt een uitlaatklep voor alle problemen die hij kent en in Napels zijn er meer problemen dan elders – het afvalprobleem, dat verre van geregeld is, is zeker niet het enige.

Het is dus dankzij die populariteit dat het bedrijf Macron uit Bologna, dat sportkleding vervaardigt, de hoofdsponsor is van de club en dat Lete, de Napolitaanse waterproducent, van bij het begin meedeed aan het project Calcio Napoli en steeds meer geld opdiepte om zijn logo op de shirtjes te zien.

In Napoli kunnen dankzij het embleem Calcio Napoli dus fenomenale zaken worden gedaan. Dat verklaart waarom marketingverantwoordelijke Alessandro Formisano de rechterhand is van De Laurentiis. Men ziet hem regelmatig naast de voorzitter, die hem gevraagd heeft een Napolimerk te creëren op basis van het allerbeste wat Europa te bieden heeft. Er werden contracten getekend met 60 sponsors, die een licentie hebben om 500 blauwe artikels te produceren. Dankzij de website heeft Napoli op één jaar tijd 15.000 producten verkocht: spelerstruitjes, dassen, stopwatches, Apriliascooters, motorhelmen van AGV, Nokia-gsm’s, Polaroidzonnebrillen … Vandaag vertegenwoordigen de inkomsten uit sponsoring en licenties 25 procent van de clubbalans, maar de mogelijkheden zijn enorm aangezien Napoli mag rekenen op 5 miljoen tifosi in Italië (waarvan 70 procent in Campanië) en 7 miljoen over de hele wereld.

Langzaam opgebouwd

De Laurentiis heeft zich steeds door cijfers laten leiden. Hij heeft altijd gewild dat Napoli een moderne onderneming zou zijn met een balans in evenwicht. Omdat hij voortdurend kritiek had op de “buitensporige” transferbedragen voor spelers moet hij zich nu voegen naar zijn uitspraken. Hij moet dus doelgericht aankopen. Behalve toen de club in 2007 naar eerste klasse steeg en hij MarekHamsik en EzequielLavezzi aanwierf, doet De Laurentiis slechts één grote aankoop per seizoen. Dat was zo in de zomer van 2010 met Edinson Cavani, voor wie hij toch 15 miljoen neertelde, een redelijk hoog bedrag als je rekening houdt met de huidige Italiaanse normen.

Als het klopt dat grote ploegen langzaam worden opgebouwd, dan is De Laurentiis op de goede weg. Maar goede resultaten trekken de aandacht, zodat Hamsik en Lavezzi nu gewild worden door grote Europese clubs. Er wordt trouwens naarstig gewed of de Slowaak dan wel de Argentijn als eerste het Kanaal zal oversteken. Men kan zich moeilijk voorstellen dat De Laurentiis de 30 miljoen zal weigeren die Chelsea heeft geboden voor Hamsik, die hij voor zes keer minder heeft binnengehaald. En niemand gelooft De Laurentiis als hij zegt dat hij de persoon zal afwijzen die 50 miljoen klaar heeft voor Cavani, vorig seizoen ei zo na de beste schutter van de competitie.

Tot hiertoe wist de voorzitter nochtans zijn beste spelers af te schermen en hield hij voet bij stuk om zijn langetermijnproject tot een goed einde te brengen. In ieder geval heeft De Laurentiis zijn trainer Walter Mazzarri een jonge en talentvolle kern ter beschikking gesteld. Morgan De Sanctis (33) en Hugo Campagnaro (30) zijn de twee dertigers in de basiself. Met hun 29 jaar zijn kapitein Paolo Cannavaro en Andrea Dossena oudjes in vergelijking met Hamsik (23), Cavani (24) en Lavezzi (25).

Rijzende coach

Hoewel hij niet beschouwd wordt als iemand die trainers verslijt, gingen in maart 2009 de wegen van De Laurentiis en Edy Reja toch uiteen. Reja was coach sinds 2004, had de club in eerste teruggebracht en pakte vervolgens een achtste plaats. Zijn vervanger RobertoDonadoni vertrok in oktober 2009. Het was de zevende speeldag in de competitie en één ploeg had nog geen enkel punt gepakt op verplaatsing: Napoli, dat sinds 26 jaar geen vier opeenvolgende nederlagen buitenshuis meer had geleden. De voorzitter verloor zijn kalmte en haalde Mazzarri, wiens naam toen al enkele weken hardnekkig de ronde deed, voor twee seizoenen binnen.

In 1998/99 was de Toscaanse trainer nog adjunct geweest van Renzo Ullivieri bij Napoli, maar sindsdien had hij een fameuze weg afgelegd. Op negen jaar tijd werd hij geen enkele keer ontslagen en boekte hij drie seizoenen lang knappe resultaten met Reggina. In 2006/07 slaagde hij erin de ploeg in eerste te houden ondanks elf strafpunten als gevolg van Calciopoli. Ook bij Sampdoria leverde Mazzarri goed werk: hij bleek de enige trainer te zijn die de maffe Antonio Cassano in de hand wist te houden. En vooral verstaat Mazzarri de kunst om jongeren te doen ontploffen, een onbetwistbaar voordeel in een club waar precies op de beloften wordt ingezet.

DOOR NICOLAS RIBAUDO

Napoli is een speciale club: of het nu goed of slecht gaat, het publiek is er.

Tot hiertoe wist voorzitter De Laurentiis zijn beste spelers af te schermen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content