Waarom Marouane Fellaini ondanks zijn Noord-Marokkaanse achtergrond geen frêle ’technicien’ is geworden. ‘De leraren die hun hond uitlieten in het park zagen altijd monsieur Fellaini en zijn zoon.’

Nog niet zo lang geleden, op een avond tijdens de ramadan, was het dat AbdellatifFellaini in een Dilbeekse villa aan tafel schoof met Slima Boussoufa en Mohammed Fakhir. Op de uitnodiging van Mbark Boussoufa’s vader om in het huis van zijn zoon te eten, waren hij en de Marokkaanse bondstrainer met plezier ingegaan. Ze konden er de carrière en keuzes van hun in België voetballende telgen – Mbark, die aanvalt op het middenveld van Anderlecht, en Marouane, die verdedigt op dat van Standard – tijdens een maaltijd over de lippen laten gaan.

Zou Marouane gezien zijn dubbele nationaliteit later voor de Belgische dan wel de Marokkaanse nationale ploeg kiezen ?

In tegenstelling tot Mbark Boussoufa bevond Marouane Fellaini zich tijdens Fakhirs driedaagse verblijf in België niet in het land : de middelste van Abdellatifs drie zonen speelde op dat moment met de Belgische beloften in Bulgarije. Maar Mohammed Fakhir zette zijn beste argumenten in om hem via diens vader te overtuigen voor Marokko te kiezen.

“De Marokkaanse pers spreekt soms over Marouane”, zegt Fakhir, “en de mensen kennen hem alleen uit de pers. Dus het publiek wacht op hem. Ze willen hem zíen. Het voetbal in Afrika is un football virtuose, vous savez. Drogba fait le bonheur de Chelsea en Barcelona wordt zonder Eto’o toch ook maar een modale ploeg ? Marouane zal bij ons een vedette zijn. Hij kan hier veel leren en op zijn positie veel goeds doen voor zichzelf. Hij maakt meer kans om te spelen, want er is in België veel concurrentie. En als je voor België kan voetballen, kan je ook voor Venezuela spelen. Of Marokko.”

Tot zijn 21ste heeft Marouane nog de tijd te beslissen of hij België dan wel Marokko verkiest om internationale wedstrijden te spelen.

“Ouders moeten als eerste op de hoogte zijn”, zegt Fakhir. “In onze cultuur is het belangrijk dat je via de ouders tot de kinderen doordringt, dat je weet hoe ze hen willen oriënteren. Als het antwoord om voor Marokko te spelen dan al ‘neen’ is, weet je dat je geen moeite meer moet doen.”

Die ‘neen’ is er niet gekomen. De vader laat de keuze aan de zoon.

“Dat er aan de speler een moment van reflectie gelaten wordt, heeft mij voldoening geschonken”, zegt de Marokkaanse bondstrainer, die tijdens het etentje tot zijn verrassing te horen kreeg dat hij bij Raja Casablanca nog samen heeft gespeeld met Abdellatif Fellaini. Fakhir was rechtsachter, Fellaini stond in het doel.

“Ik herinnerde mij de naam nog, maar ik wist niet dat het de vader van Marouane was. De vader van Marouane is een subtiele man en aangenaam gezelschap, maar hij was, herinner ik mij, ook een bon vivant. Zijn ervaring zal zijn zoon helpen : die mag de fouten van zijn vader niet maken en moet uit het goede van diens carrière leren. Want als je vader iets van voetbal kent, maak je zo meer kans om te slagen.”

Elke dag

Begin jaren zeventig was het dat Abdellatif Fellaini vanuit zijn geboortestad Tanger naar België kwam. Om zijn sociale status te verbeteren en om er zijn bij IR Tanger, Hassania Agadir en Raja Casablanca begonnen keeperscarrière in Europa te vervolmaken. “Mijn vrienden waren hier en toen ze naar Marokko op vakantie kwamen, hebben ze mijn hoofd zot gemaakt. En ik ben ook gekomen, hein. De Marokkaanse federatie weigerde le certificat de sortie af te leveren om in het buitenland te kunnen voetballen. Dus ben ik hier twee jaar gebleven zonder te spelen, als wattman op de tram en buschauffeur bij de STIB. Elke ochtend stond ik om vier uur op. Na twee jaar was ik vrij om te voetballen.”

Hij keepte in het begin van de jaren zeventig bij Daring Leuven, Uccle Sport en FC Boom. Maar de voetbalcarrière is niet geworden wat hij ervan verwachtte. De lokroep van de vrienden weerklonk ook naast het veld. En de bon vivant die hij toen al was, heeft nu eclairs en millefeuilles voor ons op de tafel gezet. ” Mais mangez un gateau, hein !

Met zijn kleine gestalte heeft Abdellatif niet de atletische vermogens van zijn zoon. “Ik was een doelman van de Spaanse stijl, want mijn eerste ploeg, Proton, was ontstaan aan l’institut espagnol. Ze deden mij soms als training over een stoel duiken. Er zaten maar drie Marokkanen, alle anderen waren Spanjaarden.”

En Spaanse invloed wil zeggen : veel techniek. “Als je het Marokkaanse voetbal bekijkt, is er een verschil tussen het noorden en het zuiden. Het zuiden is Frans voetbal, fysiek, maar het noorden c’est le style espagnol, veel technischer. Ik zag toen ik naar Europa kwam het contrast met wat ik in Marokko had meegemaakt. Ik zag surtout de fysiek. Ik zag hoe mijn voeten bevroren als we bij Uccle ’s avonds trainden. Ik zag hoe Boskamp speelde bij Molenbeek. Ik zag eerder Anderlecht spelen in Casablanca. La Coupe Mohammed 5. Wie speelde er in die ploeg ánders dan op fysiek ? Van Himst. Maar de anderen moesten werken, hein ! Jurion, Stockman, Puis… Marouane speelt daarom ook op fysiek. Omdat ik in Europa vaststelde dat wie geen fysiek had, niet op hoog niveau kon presteren en omdat Marouane geen grote technicien was en ik zijn spel heb proberen te equilibreren.”

Dat werd trainen.

“Ikzelf heb Marouane getraind. We woonden in de Avenue de la Reine, niet ver van het koninklijk paleis. Él-ke dag gingen we naar het Atomium. In de koffer van mijn auto lagen alleen ballen, touwen en kegeltjes. Altijd, altijd maar trainen. Later, in Jemappes, gingen we in het park trainen. Él-ke dag, él-ke dag. De leraren wandelden met hun hond in het park en ze zagen telkens monsieur Fellaini en zijn zoon . Want om te leren voetballen volstaat het niet om één uur per dag te trainen, hein. Ik had hem zo geprepareerd dat hij nog altijd atletiek kon doen als het als voetballer niet lukte. De halve fond, de 3000 of 5000 meter. Ik reed met de fiets en hij liep achter mij.”

Marouanes carrière leidde hem op zijn tiende van de jeugd van Anderlecht – “Hij heeft geweend toen hij Anderlecht moest verlaten. Hij accepteerde het niet, want hij was de beste. De beste !” – naar Bergen, Francs Borains, Charleroi en ten slotte Standard.

“Het belangrijkste moment in zijn carrière is geweest toen hij in Charleroi bij de invallers mocht meedoen : hij was pas zestien en een half en speelde tegen mánnen. Hij joeg die mannen schrik aan ( grijnst). Hij toonde daar dat hij geen schrik had van spelers die ouder waren dan hij. Il s’en fou !

Diploma

Wie Marouane Fellaini ziet voetballen, voelt de broeierige hitte van Tanger nog smeulen. Van Fellaini, rustig pratend, maar onrustig bewegend, gaat met zijn imposante gestalte ook iets dreigends uit. “Hij is heel lief, maar je moet hem niet op zijn tenen trappen, want dan laat hij zich niet doen.”

Loert het agressieve kantje dat hij op het veld vertoont ook ernaast ?

De vader beaamt het niet.

“Hij is impulsief, want wie jong is, is blij om zich te kunnen tonen. Hij wil winnen. Il est enragé als hij verliest. Net zoals ik ook gek werd als ik een doelpunt binnen kreeg ! Maar met Marouane heb ik nog nooit problemen gehad.”

Wel verhuisde het gezin van Brussel naar Bergen en later Jemappes. “Want ik wou ervoor zorgen dat mijn zonen niet in de delinquentie, die je in onze buurt zag, terechtkwamen. Nadien heb ik zelfs mijn huis in Jemappes verkocht om Marouane te kunnen volgen, want hij verbleef in het Ibishotel in Boncelles en we wilden hem daar niet alleen laten. Hij vroeg ons om bij hem te komen.” Nu wonen ze in een huis van de club, vlak bij het oefencomplex.

Zoals hij zijn zoons voetbalcarrière begeleidt, zo heeft hij ook diens schoolloopbaan op de voet gevolgd. Fier wordt het diploma uit de kast gehaald. Technicien du bureau. Met handtekeningen van alle leraren. Hij heeft zijn middelbare school probleemloos afgewerkt. Ook al moest hij er ’s morgens vroeg voor opstaan en huiswerk maken omdat hij ’s avonds laat pas was thuisgekomen van een uitwedstrijd. “Maar op dat moment had hij niks te zeggen, op die momenten commandeer ik, niet hij. Ik wou dat hij slaagde. Point final. Dus het is logisch dat hij afzag.”

Per slot van rekening had ook hij, Abdellatif, enige discipline moeten leren. Zijn zoon is er hem dankbaar voor, getuigt een in de hoek van een spiegel vast gegleufde foto. Pour mon papa, heeft Marouane erop geschreven. “Mijn vader heeft alles voor zijn kinderen gedaan”, zegt Marouane. “Ik zal er nu alles aan doen in het voetbal. Het is dankzij mijn familie dat ik slaag. Het is dankzij mijn vader dat ik op de goede weg zit. Híj heeft destijds de verkeerde weg gekozen, de weg van olé, olé ( lacht). Hij wil niet dat ik mijn carrière mis loop, zoals hij de zijne. Dat betekent : niet tot vijf uur in discotheken uithangen en om vijf uur ’s morgens thuis komen, maar je verzorgen. We woonden in Brussel in een wijk met veel delinquentie. Ik was nog jong ; ik wist niet eens wat delinquentie was. Maar mijn vader heeft voor mij de goede keuzes gemaakt. Want waarom stoten er zo weinig Marokkanen door in het Belgische voetbal ? Ze hebben misschien de mentaliteit niet of ze hangen rond met mensen met wie je beter niet rondhangt. Roken, drinken, uitgaan. Je moet daar niet in overdrijven. Ik hoop dat de andere Marokkaanse Belgen een voorbeeld aan ons – Boussoufa, El Araichi, mij en nog anderen – zullen nemen. Ik voel me goed.”

Grootvader

Marouane Fellaini is een nerveuze zoon met het hoofd snuivend in de Marokkaanse lucht, maar met de twee voeten verankerd in de Belgische grond.

“Ik heb van huis uit de Marokkaanse cultuur, maar ik ben hier geboren ( in Etterbeek, nvdr), dus ik voel mij de twee”, zegt Marouane. “Elk maakt zijn eigen keuze. Om naar een grote club te kunnen vertrekken, moet je, vind ik, Europeaan zijn. Ook daarom heb ik voor de Belgische ploeg gekozen, maar ook omdat ik mij hier goed voel en we een goede groep hebben.”

Wil Abdellatifs gevoel dat hij alsnog voor Marokko kiest ?

De vader zegt het niet.

“Er is ook wat de druk van zijn ploeg om hem voor België te doen kiezen”, verklaart Abdellatif. “Als je geen deel uitmaakt van de Europese Unie, willen de grote ploegen niet dat je een maand of langer weg bent voor de Afrika Cup. Standard pusht hem wat naar de Belgische nationale ploeg en dat is logisch ook. Dat zeggen ze ook. Als ze je nodig hebben, ben je er. Il y a une question d’intérêt la dedans. Hij vermijdt dat hij weken onbeschikbaar is. Il cherche son intérêt, hein. Son intérêt.

Liever dan zich over zijn eigen voorkeur uit te spreken, praat vader een eind weg. Ergens heeft hij nog weet van een oom van zijn vrouw wiens zoon in Marokko een excellente nummer tien was geweest. Ook vertelt hij hoe groot, bijna twee meter, net als Marouane, zijn broer en eigen vader wel niet waren en hoe tijdens een vakantie in Agadir de kinderen op de markt Marouane herkenden en nariepen. Maar het zijn voorbeelden waarover de zoon diplomatisch het zwijgen bewaart. Zijn vaders wensen weer eens te gulzig voor zijn geheugen ?

Hij haalt boven een foto.

Statig, met djellaba om het lijf en tarboesj op het hoofd, zit grootvader Fellaini langgerekt in een stoel en kijkt strak in de lens. Zit het in de zorgvuldigheid waarmee hij een laagje stof van de rand veegt of is het de omstandigheid waarmee hij uitlegt hoe door de uitvergroting de grijze korrel grof is geworden ? Iets in de vader verraadt respect.

“Zie je die voeten, hoe groot ze zijn ?”

door raoul de groote

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content