DE RODE BRIGADE

© BELGAIMAGE

Antwerptrainer Wim De Decker overloopt de pionnen van zijn kampioenenploeg.

Trainer Wim De Decker van Antwerp pakte de titel in Betaald Voetbal 1B met een duidelijke basisploeg. Toch zijn er geen elf maar twaalf spelers die bij hem een pak meer speelminuten verzamelden dan de rest van zijn kern. Op het eind nam Geoffry Hairemans de positie van Michaël Lallemand over.

KEVIN DEBATY 27, DOELMAN

WIM DE DECKER: ‘Eerst stond Nicaise Kudimbana in het doel. Ik zei hem dat ik het zou begrijpen als hij naar de Afrika Cup wilde, maar dat we hier mogelijk aan een nieuw verhaal zouden beginnen. De keuze was aan hem. Toen Kudi naar Gabon trok, had ik nog de keuze tussen Antonijo Jezina en Kevin Debaty. Maar die eerste was nog maar pas weer aan het trainen na blessureleed en Debaty, een prima lijnkeeper, maakte een goede indruk. Hij beschaamde mijn vertrouwen niet.’

JOREN DOM 27, RECHTSACHTER

DE DECKER: ‘Ik wil backs die hoog kunnen spelen. Joren kan oprukken en beschikt over genoeg snelheid om in verdedigend opzicht te corrigeren. Misschien zijn er niet veel matchen waarin Joren erboven uitsteekt, maar er zijn er ook weinig waarin hij het laat afweten.’

ISAAC KONÉ 26, CENTRALE VERDEDIGER

DE DECKER: ‘Als je hoog druk wilt zetten, heb je achteraan jongens nodig die kunnen opbouwen en die over voldoende snelheid beschikken. Dat is het geval bij Isaac, die ook recuperatievermogen heeft. Hij begon op positie 6, nadien moest ik hem door omstandigheden centraal achterin zetten. Toen merkte ik dat het enorm klikte tussen Isaac en Frédéric Duplus, die vorig seizoen ook bij White Star speelde.’

FRÉDÉRIC DUPLUS 26, CENTRALE VERDEDIGER, KAPITEIN

DE DECKER: ‘Net als Koné is Duplus heel leergierig. Beiden pikken zaken vrij snel op. Iets wat ik Duplus vroeg, is om vaker door te dekken. Hij is een enorme atleet met een fantastische sprongkracht. Een moderne verdediger ook: Duplus kiest meestal de voetballende oplossing. Soms zou hij wel nog iets beter de concentratie kunnen behouden. Qua discipline is negen uur bij hem negen uur. Hij corrigeert de groep ook op dat vlak en ligt goed bij zowel de Franstaligen als de Nederlandstaligen.’

ALEXANDER CORRYN 23, LINKSACHTER

DE DECKER: ‘Eerst leek Alexander een timide jongen, maar hij groeide uit tot de speler die mij het sterkst verbaasde, bijvoorbeeld met de druk die hij kan creëren en met de manier waarop hij passlijnen afblokt. Het prototype van de moderne voetballer: atletisch gebouwd, iemand die veel aandacht besteedt aan zijn lichaam en ook erg bezig is met de vraag hoe hij beter kan worden. Een jongen die op eigen initiatief extra traint en wedstrijdbeelden bekijkt.’

JOHANNA OMOLO 27, MIDDENVELDER

DE DECKER: ‘Zeker als je met hoge druk speelt, is het belangrijk dat de twee middenvelders veel ruimte kunnen bestrijken en elkaar goed aanvoelen en aanvullen. Dat doen Omolo en Haroun. Als Jo uit positie loopt, neemt Faris over. Jo is geen zuivere 6, hij beschikt over recuperatievermogen maar kan ook voetballen. Ik zie graag diagonale passes, want daarmee hebben tegenspelers het meeste last. Jo kan zulke passes geven. Vroeger liep hij soms te lang met de bal. Dat heb ik hem al wat kunnen afleren.’

FARIS HAROUN 31, MIDDENVELDER

DE DECKER: ‘Faris brengt présence en loopvermogen. Hij heeft ook leiderschapskwaliteiten, vooral door wat hij op het veld doet. Zijn voorwaartse druk is een grote troef. En een heel specifieke eigenschap van hem is dat hij ook voorwaarts kan verdedigen. De meeste voetballers lopen mee met een tegenspeler die op hen afkomt, ze wachten dan op een moment om toe te slaan. Faris kan de bal heroveren terwijl hij zelf naar voren loopt.’

TUUR DIERCKX 21, RECHTERFLANKSPELER

DE DECKER: ‘Vóór dit seizoen had Tuur nog nooit vijf matchen na elkaar gespeeld. Ik moest hem wat tijd geven. Maar Dierckx was hongerig, net als de andere spelers in mijn ploeg, dat is hun gemeenschappelijk kenmerk. Tuur is een heel aanvallend ingestelde jongen met snelheid en een actie in zijn voeten. Eerst ging hij enkel buitenom, nu snijdt hij ook naar binnen. Dat maakt hem verrassend. Als Tuur de centrale as opzoekt, verwacht ik van mijn linkerflankspeler dat hij ook naar binnen komt. De backs die Dierckx en Dequevy schaduwen, moeten zich de hele tijd afvragen: volgen of niet?’

JOERI DEQUEVY 28, LINKERFLANKSPELER

DE DECKER: ‘Joeri kan puur op intuïtie de vrije ruimtes vinden, intrinsiek is hij daar de strafste in. Daardoor is hij heel goed in het ontvangen van die diagonale passes waar ik zo van hou. Belangrijk voor Joeri was om meer volume te krijgen. En ik weet dat hij soms een bad boy genoemd wordt, maar als je hem juist aanpakt, is hij echt geen moeilijke jongen. Je moet gewoon heel vaak met hem bezig zijn, hem nu eens aantrekken en dan weer afstoten.’

MICHAËL LALLEMAND 24, AANVALLER

DE DECKER: ‘Lallemand zag ik vlug als iemand die de bliksemafleider kan zijn in een tweespitsensysteem. Hij heeft diepgang en voetballend vermogen. Bij balverlies zet hij prima druk, rekening houdend met wat de andere spits doet. Hij corrigeert de eerste spits op dat vlak. Nog een kwaliteit is zijn zuivere trap. Als er op training naar doel geschoten wordt, is het bij hem bijna altijd raak. Spijtig genoeg miste hij wat kansen tijdens matchen.’

GEOFFRY HAIREMANS 25, MIDDENVELDER

DE DECKER: ‘Geof is een enorm mooie voetballer met een fantastische linker. Hij legt de ballen waar hij wil. Eigenlijk is Geof een nummer 10. Dat hij eerst naast mijn ploeg viel, lag puur aan het systeem. Ik zag hem in het begin niet als een tweede spits maar als een jongen die diagonale ballen moest géven. Meer en meer merkte ik dat hij ook de ruimtes kon vinden om ze te ontvangen. En vroeger liep hij te lang met de bal, maar als tweede spits krijgt hij die kans niet. Geoffry heeft zijn hoofd nooit laten hangen en als een speler zó hard werkt, kun je als trainer op den duur niet meer om hem heen.’

WILLIAM OWUSU 27, AANVALLER

DE DECKER: ‘William heeft vroeger veel kritiek gekregen, wat gevoelig ligt bij een jongen als hij. Intussen sloten de fans hem in de armen, dat doet hem goed. In het verleden werd hij vaak afgerekend op basis van zijn aantal goals en de kansen die hij niet altijd even zuiver afmaakte. Maar hij stond toen vaak op een eiland, het is voor hem leuker in een tweespitsensysteem. Dan gaan die kansen plots wel binnen. Hij is een complete voetballer, die ook sterk is met het hoofd. Een sterke beer vooral. Met hem ben je als verdediger nooit klaar. Op training is hij soms wat een speelvogel, maar dan komt het er gewoon op aan hem iets vaker een halt toe te roepen.’

DOOR KRISTOF DE RYCK – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Hun gemeenschappelijk kenmerk is honger.’ – WIM DE DECKER

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content