De rood-blauwe feniks

© BELGAIMAGE

Na de zware 1-4-nederlaag tegen PSG leek Barça definitief afgeschreven, maar merkwaardig genoeg leefde het toch weer op. Plots lijkt de titelstrijd in Spanje nog niet beslist. Heeft Ronald Koeman de Catalaanse motor dan toch nog aan de praat gekregen?

Het jaar 2020 ging ook voor FC Barcelona de geschiedenisboeken in als een catastrofaal jaar, op en naast het veld. Nadat ze de titel aan Real Madrid moesten laten, werden Lionel Messi en co in de kwartfinales van de Champions League verpletterd door Bayern (2-8). Onder de nieuwe coach Ronald Koeman kwam er niet meteen beterschap. In eigen land sloten ze het kalenderjaar af op de vijfde plaats, na een gelijkspel tegen het nietige Eibar, op elf punten van Atlético Madrid. De blaugrana wist slechts de helft van zijn competitiematchen te winnen, een dieptepunt. En in de Champions League verspeelde Barça op de slotspeeldag van de groepsfase de leidersplaats aan Juventus door met 0-3 te verliezen in eigen huis. Daardoor kwam het in de volgende ronde PSG tegen.

Ronald Koeman heeft op korte tijd heel wat spelers beter gemaakt of uit het slop gehaald. En dat was ook nodig.

Dat werd dus een pijnlijke confrontatie, grotendeels omdat Koeman rechtsachter Sergiño Dest aan zijn lot overliet tegen Kylian Mbappé. Dat liet PSG niet ongestraft, ook al verdienden Messi en zijn maats misschien beter op basis van de kansen die ze creëerden. Gelukkig trok de Nederlandse coach er lessen uit. Een omzetting naar een 3-4-3 moest meer balans in de ploeg brengen. Met succes. In de terugwedstrijd maakte Barça het PSG op die manier nog behoorlijk lastig. Als het vizier van Ousmane Dembélé iets beter was afgesteld, had een nieuwe remontada er misschien nog even ingezeten.

Sinds Nieuwjaar laat Lionel Messi weer straffe statistieken noteren.
Sinds Nieuwjaar laat Lionel Messi weer straffe statistieken noteren.© BELGAIMAGE

In La Liga is die alleszins weer ingezet. In 2021 won Barcelona 12 van zijn 13 competitieduels voor de interlandbreak, enkel tegen Cádiz bleef het steken op een gelijkspel. Dankzij die 37 op 39 – geen enkele ploeg in Europa deed beter dit jaar – zit Barça leider Atlético plots weer op de hielen.

Principes boven systeem

Was die verandering van systeem dan het keerpunt? Eigenlijk niet. Koeman heeft nooit voor een vaste formatie gekozen. Aanvankelijk opteerde hij voor een 4-2-3-1, dan weer een 3-4-2-1 of een 4-3-3 of zelfs een 3-5-2. Als de resultaten goed waren, werd hij een tactisch meesterbrein genoemd, wanneer er verloren werd, paste hij zich volgens de Spaanse media te veel aan de tegenstander aan. ‘Ik denk dat je in verschillende systemen moet kunnen spelen’, zei de Nederlander daar zelf over. ‘Dat hangt af van de match en van de tegenstander. Tegenwoordig bestaat er geen vast systeem meer.’ Dat toont nog maar eens aan dat de discussie over formaties eigenlijk naast de kwestie is. Het gaat om de onderliggende spelprincipes, die in verschillende systemen tot uiting kunnen komen.

Zo wil Koeman al van in het begin van het seizoen dat Barcelona opbouwt met drieën, om een overtal te creëren en het spel makkelijker op gang te kunnen brengen. Dat kunnen dan twee centrale verdedigers zijn met een verdedigende middenvelder die ertussen komt, maar net zo goed een rechtsachter die naar het centrum schuift in de opbouw of drie ‘echte’ centrumverdedigers, zoals met Frenkie de Jong de voorbije weken. Koeman wil ook dat er in balbezit op elke flank maximum één speler staat. Gedaan dus met de dubbele flanken. In de praktijk betekent dat op links Jordi Alba en op rechts kan dat rechtsachter Dest zijn (dan spreken we van een 3-4-3) of een meer aanvallende speler zoals Dembélé in de heenmatch tegen PSG (dan noemen we dat een 4-3-3). Op die manier kan Barça het middenveld beheersen door een man meer te hebben in het centrum, want behalve de middenvelders lopen ook Messi en Antoine Griezmann vaak in die zone. Dat ze op papier dan als (flank)aanvaller staan opgesteld, maakt daarin weinig verschil.

De rood-blauwe feniks

Bovendien is Koeman er ook in geslaagd om eindelijk meer diepgang in het Catalaanse spel te krijgen, wat de voorbije seizoenen totaal ontbrak. Met de snelle Dembélé in de punt van de aanval vraagt de coach om in eerste instantie de ruimte in de rug van de vijandelijke verdediging te zoeken. Die momenten zijn misschien zeldzaam, maar erg waardevol, want een laag blok openbreken is voor elke ploeg moeilijk. Tegen PSG leverde dat principe een aantal grote kansen op. En zelfs Messi begint weer diep te lopen, zoals bij de vierde goal tegen Real Sociedad.

Ook bij balverlies verzet de Argentijn sinds enkele weken meer werk. Vooral dan omdat Koeman het hem gemakkelijker heeft gemaakt. In het begin van het seizoen fungeerde Messi vaak als ‘valse 9’, maar zodra hij zijn verdedigend werk niet deed, kreeg Barça geen druk meer op de opbouw van de tegenstander. Sinds het verlies tegen PSG is de voormalige bondscoach van Oranje overgeschakeld op mandekking over het hele veld. Afhankelijk van de tegenstander verschilt dan ook de organisatie zonder bal. Zo moet Messi zich maar over één verdediger ontfermen en dus minder lopen. De spelers geloven duidelijk in dat principe, want er wordt collectief veel energieker druk gezet, ook al omdat de defensie zonder de geblesseerde Gerard Piqué veel mobieler is. Dat die principes nu geleidelijk aan meer tot uiting komen, ligt vooral aan het feit dat een ploeg tijd nodig heeft om ingespeeld te geraken, eerder dan aan een verandering in de opstelling.

Iedereen op zijn plaats

Los van principes of systemen zijn het natuurlijk de spelers die de tactiek op het veld moeten uitvoeren. Ook op dat vlak blijkt Koeman een grote invloed te hebben. Behalve de wederopstanding van Messi ( zie kader) heeft de Nederlander op korte tijd heel wat spelers beter gemaakt of uit het slop gehaald. En dat was ook wel nodig, want Barcelona kreeg af te rekenen met heel wat blessures. Na het achttienjarige toptalent Ansu Fati vielen ook Philippe Coutinho en Piqué uit met knieblessures.

Links de opstelling in de heenwedstrijd tegen PSG (1-4), rechts de opstelling in de terugwedstrijd (1-1).
Links de opstelling in de heenwedstrijd tegen PSG (1-4), rechts de opstelling in de terugwedstrijd (1-1).

Griezmann, twee seizoenen geleden voor 130 miljoen euro naar Camp Nou gehaald, is een van de spelers die eindelijk hun niveau weer halen. Koeman heeft de wereldkampioen van bij het begin vertrouwen gegeven en in het huidige systeem mag Griezmann, samen met Messi, zelfs als nummer 10 spelen, komende vanaf de linkerkant. Het resultaat mag er zijn. Hij evenaart nu al bijna zijn statistieken van heel vorig seizoen.

Zijn landgenoot Ousmane Dembélé, intussen aan zijn vierde seizoen bezig in Spanje, leek zelfs helemaal afgeschreven, maar door het uitvallen van Fati had Koeman nood aan een type met snelheid en diepgang. De coach lijkt erin te slagen de onvoorspelbaarheid van de Fransman tot een kwaliteit te maken in plaats van een zwakte. Een goalgetter à la Luis Suárez zal Dembélé nooit worden, maar qua goals en assists is dit nu al zijn op één na beste seizoen bij Barça. Een mooi voorbeeld van hoe een trainer zijn ploeg ook kan versterken zonder transfers te doen, maar door aan de slag te gaan met het materiaal dat voorhanden is.

En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Frenkie de Jong, bijvoorbeeld, kreeg vorig seizoen nog veel kritiek als topaankoop van 86 miljoen euro. Niets leek hem te lukken, omdat hij niet op zijn kwaliteiten werd uitgespeeld. Nu hij onder Koeman weer het spel voor zich heeft, blinkt hij uit met zijn vista. Plots is De Jong weer de alleskunner van bij Ajax: van doelpuntenmaker tot centrale verdediger, zoals de voorbije weken.

De opvallendste trend is misschien wel dat Koeman weer een beroep doet op La Masía, de jeugdacademie van Barcelona. In plaats van de geblesseerde spelers te vervangen door grote namen zoals Umtiti of Pjanic durft hij jonge spelers een kans te geven. Achterin toonden Araújo (22) en Mingueza (21) zich waardige vervangers van Piqué, op het middenveld veroverde Pedri (18) een basisplaats en ook Moriba (18) en Puig (21) mogen steeds vaker op minuten rekenen. Met ook nog nieuwkomers Dest (20) en Trincão (21) heeft Barcelona plots de op twee na jongste ploeg in La Liga, terwijl ze vorig jaar nog voorlaatste stonden in die rangschikking. De toekomst lijkt plots weer rood en blauw te kleuren.

De rood-blauwe feniks

Zwaluw en de lente

Maar bij die nieuwe vibe, die niet toevallig samenviel met de terugkeer van voorzitter Joan Laporta, hoort ook wel wat nuance. Van al die zeges in La Liga waren er welgeteld twee tegen ploegen uit de top vijf. En ja, de terugmatch tegen PSG was hoopgevend, maar het kalf was toen al grotendeels verdronken. De vroegste uitschakeling in de Champions League sinds 2007 overigens. Ondertussen staat Barça nog altijd achter leider Atlético, die het begin mei over de vloer krijgt, maar eerst wacht zondag natuurlijk de clásico. Messi en co moeten beide matchen winnen om ook maar een kans te maken op de titel. Een serieuze opgave.

Hoe je het ook draait of keert, Barcelona blijft afhankelijk van Messi. Dat de recente goede resultaten samenvallen met zijn betere vorm (en efficiëntie) is een discussie van de kip of het ei. Maar het is wel de verdienste van Koeman dat hij Barça veel stabieler en constanter heeft gemaakt. Zowel qua kansen creëren en afmaken, als kansen weggeven en tegengoals incasseren, presteren de Catalanen beter dan de voorbije jaren ( zie tabel). Omdat dat hen gelukt is met een verjongde ploeg met ook Messi wellicht nog even aan boord, durven ze in Catalonië in deze paastijd alweer te spreken van een verrijzenis.

Messi versleten?

Ongeveer een jaar geleden leek het huwelijk van Lionel Messi en FC Barcelona na twintig jaar tot een eindpunt te komen. De Argentijn diende een transferverzoek in en het Manchester City van Pep Guardiola stond klaar om hem binnen te halen. Barça en Ronald Koeman lieten hun Messias echter niet gaan. Dit seizoen kwam hij daardoor wel erg traag op gang. Een tijdlang leek hij ongeïnteresseerd op het veld te staan, ondanks de inspanningen van de coach om hem te betrekken in het nieuwe proces. Voor Nieuwjaar maakte hij ‘slechts’ zeven goals in de competitie. De Spaanse media maakten zijn testament al, Messi leek verleden tijd. Maar het nieuwe jaar lijkt een nieuwe Messi gebracht te hebben, maar verluidt mede door de inspanningen van Koeman. Voor de match van afgelopen maandag tegen Valladolid scoorde hij 19 doelpunten en gaf hij 5 assists in 18 duels. Per match had hij dus een voet in 1,33 goals. Een gemiddelde dat hij de laatste vijf jaar slechts één keer eerder wist te halen. Dat aflopende contract toch maar verlengen, presidente Laporta?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content